GENEESKUNDIGE BRIEVEN.
Verslag van den Gemeenteraad
1 erendering van Dinsdag 3 Dcc. 1933,
's namiddags 2 uux.
VI.
Voorzitter: de burgemeester, mr. dr
F, L, J. van Haaren.
Begroeiing 1936.
Algemecne bcschftuwLngcn.
I erv-olg
Rcgmren geen sinecure.
Be heer Slavenburg (c.h.) -vervolgt
Be lieer Kodde zegt: .Men moet een
regoeiing niet be oord ooien naar haar be
doeling, maar naar de resultaten. .Uur
dat is moeilijk. Wie zegt, da. eon ander
het heter zou kunnen doen en geeft daar
voor ook eenïge waarborgen? Zou liet
Plan \an den Arbeid het Nederlandscho
volk o\er eenige jaren gelukkiger ma
ken? Welke garantie bestaat daarvoor?
Als met door onze regeerhig was in
gegrepen, zouden tal van groepen der
bevolking wegzakken. Dat moet voorko
men worden.
Als de soc.-democraten zeer ta'rijk wa
ren in een regeering, zou deze toch weer
nil heterogene bestanddeelcn bes am,
evenals nu, want onder de soc.-democraten
bestaat ook met over alles eenstemmigheid.
In dit verband wil spr. slechts verwijzen
naar do opvattingen in soc» democratische
kringen over den godsdienst en de spellin
gen van Duys!
Mevr. Benthemde Wilde (s.d.):
Kom daar nu niet mee aan!
De heer P1 a n q u e (s.d.)Die was toen
nog soc.-democraat!
De heer Slavenburg (c.h.). Er zijn
nog groepen in het kamp der S.DA.P.,
dïo ten aanzien van het Koningshuis en
de weermacht een geheel ander stand
punt innemen dan de rest Do heer Duys
heeft gezegd: Ik ga uit de S.DA.P.I
De heer Van lersel (r.k.)Dat heeft
Intvs niet gezegd! Hij is nog lid van do
S.D.A.P.1
De heer Slaven burg (c.h.)Goed
Maar er zouden toch tal van moeilijkhe
den rijzen onder de soc.-democraten zelf,
als zij am de regeering kwamen, met name
inzake de weermacht
De heer KI aas sen (s.d.): Die zouden
we wel overwinnen 1
De heer Slavenburg (cJh.)Regee-
ren is thans geen sinecure! Het is veel
gemakkelijker anderen te verwijten, dal zij
den wagen in het moeras hebben ge
reden, dan zelf den wagen te rijdenl
Het Plan van den Arbeid.
Mevr. Benthem zegt: Wij hebben ook wel
een oplossing, n.l. het Plan van don Ar
beid, dat is ontworpen door bekwame
mannen.
Spr. gelooft niet, dat smalend over dat
Plan v. d. Arbeid gesproken moet worden.
Spr. sluit zich in dit "opzicht bij den heer
Eoogendam aan. Met waardoering moet
men kennis nemen van de poging, die van
soc. democratische zijde wordt gedaan en
onderzocht dient te worden, of er in het
plan iets goeds schuilt.
Het speculatief element
Een groot speculatief element is gelegen
in het drie jaar achtereen leenen van 200
millioen, aangenomen, dat die bodragen
bij elkaar te brengen zijn. In het Plan van
den Arbeid is ook aandacht gewijd aan de
vraag, hoe het met de rente en aflossing
van die enorme bedragen moet gaan. Het
is nuttig, dat men daaraan gedacht heeft;
dat is bij de soc. democraten wel eens an
ders geweest! Men meent, dat de toevloed
van belastingen en rijksmiddelen tengevolge
van de uitvoering van het Plan van den
Arbeid wel zoo groot zal zijn, dat de kosten
voor rente en aflossing daardoor kunnen
worden gedelgd. Dat is echter ©en specula
tief element.
Stel, dat de moeilijkheden nog zouden
toenemen en over drie jaar de economi
sche omstandigheden niet beter zouden
zijn dan thans, hoe moet het dan gaan?
De looptijd der leeningen zou 40 'jaar zijn
en gedurende dat tijdvak zou men dan toch
voor rente en aflossing moeten zorgen.
Deze tijd- leent zich allerminst voor ex
perimenten.
Er is een drang om experimenten en
er is een drang naar het extremisme. Het
gaat slecht in de wereld en velen zijn
bereid elk middel te probeeren, om ver
betering te verkrijgen. Maar dat brengt
groote bezwaren moe en ons volk mag
men niet aan dergelijke financieel© expe
rimenten opofferen.
Deze regeering is overigens reeds in
de richting van het Pla.i van den Arbeid
gegaan, door de instelling van het Werk
fonds. Er is hoogstens een. gradueel ver
schil. Wanneer bevindt men zich op den
bodem der werkelijkheid en wanneer ver
liest men zich in speculatie? Dat kunnen
wij hier niet uitmaken. Spr. is verheugd,
dat de gemeente daar ook niet toe ge
roepen is, want we hebben toch al zor
gen genoeg!
D c-'ncgrooting 1936 vertoont e.n on
gunstig beeld. Ilicr en daar is een eco
nomisch lichtpunt te zien, b.v. Amerika,
Engeland...
De heer Van Lith (s.d.): Zweden.
De heer Slavenburg (c.h.): Eair
zal ik straks nog iets over zeggen.
Spr. denkt ook aan Ned. Indie 1 Het is
van groot be'oog, dat de prijzen voor de
Indische producten iets zijn aangetrokken.
Maar do verbetering geldt nog niet voor
ons land en zeker niet voor Schiedam.
De werkloosheid.
Iloe staat het met de werkloosheid in
ouzo gemeente?
Spr. heeft een overzicht, waarin de
eerste 11 maanden van 1931 zijn verge
leken met de eersto 11 maanden van
1935.
In 1934 naren"in genoemd tijdvak werk
loos G0.5SS personen of gemiddeld 550S
per maand; in 1933 63.321 of gemiddeld
5S11 per maand, wat 303 meer is.
Hel aantal ondersteunden in do eerste
11 maanden van 1984 was 81,133 o" 31.32
per maand en in 193,3 37.462 of 3436 per
maand; dus een stijging dit jaar van ge
middeld 274 per maand.
Vier ongunstige fatteren.
De werkloosheid hoeft zich dus in 1933
scherper doen gevoelen. Dit beeft op de
financiën dor gemeente een otigunstigen in
vloed gehad in den vorm van:
een volkomen uitputting van de reser
ves en batige saldi;
meer uitgaven voor Maatschappelijk
Hulpbetoon;
minder inkomsten voor do gemeente
fondsen;
vermindering van de ontvangsten der
Technische Bedrijven.
liet vong jaar kon nog fSOOOO als ba
tig saldo op de begrooting worden ge
bracht. Dat is voor het laatst geweest!
Nu zijn er geen batige saldi meer over!
De reserves zijn aanzienlijk geslonken.
Nu kon nog een schamele f23030 op
do begroeting worden gebracht, maar de
reserves zuilen binnen luttele jaren ook
verdwenen zijn.
Aan werkloosheidslasten heeft Schie
dam opgebracht: in 1933, toen S9 pCL
van de toiale kosten door het rijk wctIcu
gedragen: f237.000;
in 1934, het jaar van het uitgestooten.
bedrag, toen liet rijk 84.7 pCt. voor zijn
rekening nam, £357.000;
in 1935, met een rijksbijdrage volgens
de nieuwe regeling van 89.2 pCt., f 280.503
en
voor 1936 drukt, met een bijdrage van
het rijk van 871/» pCL, op do -gemeonte-
hegrooting een bedrag van f306.503.
De fisaariecle verhouding
tussehen rijk en gemeenten.
Toen in 1929 de wet op de financieel*-»
verhouding tussehen rijk en gemeenten
kwam, was de uitkeering uit het Gemeen
tefonds voor Schiedam zeer gunstig, om
dat zekere garantie's werden gesteld en
ook rekening werd gehouden met de werk
loosheid, die in de voorafgaande periode
ook zeer grost was geweest.
In de nieuwe wet zijn de garantie's weg
gevallen waardoor Schiedam zeer gedu
peerd is. Op den duur zal de uitkeering
uit het Gemeentefonds terugloopen van
f 800.000 op slechts f 400 OOO op voor
waarde nog, dat de inkomsten van hot Ge
meentefonds gelijk blijven.
Verlies van 50 o'0
Wj ontvangen dit jaar f40.030 minder
uit liet Gemeentefonds, maar op den duur
verliezen we 50 pCt. van de oorspronke
lijke uitkeering!
Dit is een zeer ingrijpende maatregel,
waardoor Schiedam uitermate wordt ge
troffen.
De heer Kavelaars heeft gevraagd: Is
daar niets aan te doen? Kan niet door
een wetswijziging de toestand voor Schie
dam verbeterd worden?
Dat Schiedam zoo belangrijk minder ont
vangt uit het Gemeentefonds, dan aanvan
kelijk het geval was, vindt zijn oorzaak
in de vervallen garantiebepalingea.
B. en W. zijn diligent geweest, ook wat
deze aangelegenheid' betreft. Het gemeente
bestuur heeft zich niet met oen adres tot
de Tweede Kamer gewend, maar heeft do
belangen van Schiedam bij den minister
van binnenlandsche zaken bepleit. Eȕ bur
gemeester, do gemeente-sec reinris en spr.
hebben een onderhoud gehad met minister
De Wilde en met klem betoogd, dat con
hoogere uitkeering uit het Gemeentefonds
noodzakelijk en billijk is.
Hoe ver het bedrag, dat Schiedam ont
vangt, zal terugloopen, hangt af van de
vraag, of het Gemeentefonds gelijk zal blij
ven of grooter wordt. Als de ecomisch-e om
standigheden verbeteren, znlien we wel
niet to-t de helft van het oorspronkelijk
uitgekeerde bedrag terugvallen. Het Ge
meentefonds moet echter, naar de opvat
ting van de regeering „self-supporting"
zijn.
Intusschen hebben we er rekening mee
te houden, dat we elk jaar f40.003 min
der uit het Gemeentefonds ontvangen. Nu
is dat bedrag nog niet fnuikend, maar
het blijft toch een somber perspecliefl
Do winsten der Technische
Bedrijven.
Nu iets over de winsten van de Tech
nische Bedrijven.
De winst, door het Electriciteitsbcdrijf
gemaakt, bedroog in 1930 f 210.003; in
1931 f194.000; in 1932 f177.503; in 1933
f183.000; in 1934 f172.503; in 1935 (ge
raamd) f162.000 en in 1936 (geraamd)
f175000.
In de winslsaldi is dus niet zooveel
veranderd, dank zij de vermeerdering der
bevolking. Maar in 1936 zal toch nog
naar raming f35.000 minder winst ge
maakt worden dan in 1930.
Het vraagstuk van de tuberculose. Licht,
lucht en levensmiddelen brengen vaak
genezing tot stand.
De behandeling voor den
oorlog.
Zij, die zoo tussehen 1903 en 1915 do
geneeskundige studio beëindigden, zullen
in het algemeen wel het gevoel hebben
geruid, dat het vraagstuk van de tuber
culose een van de weinige vraagstukken
vormde, dat mm of meer als een afgesto
ten hoofdstuk uit de algemoene en spe-
ciaJo ziekteleer kon worden beschouwd.
Het had er allen schijn van, dat geen in
grijpende wijzigingen van inzidit in ont
staan, verloop en behandeling moer wanen
te verwachten. Maar ziet, ook dit gebied'
is a!s zoovele hoofdstukken van de ziekte
leer, grondig omgewerkt en er zijn reek
sen van wijzigingen in onze inziditen go
komen, die welhaast vertwijfeld' doen uit
roepen: „IIoo zal ons begrip er op dit
punt in b.v. I960 nu wel uitzien?" Er
is misschien in de afgeloopon twintig jaren
meer eramlerd dan in de hieraan voor
afgaande twintig eeuwen. Het zal altijd
weer merkwaardig blijven den slakken
gang van vroeger eeuwen te vergelijken
met do recoixL-uielheden van bot helen.
Uit verschillende geschriften uit den
tijd, die voorafging aan onze Christelijke
jaartelling, blijkt, dal ook toen reeds het
begrip tuberculose bekend was en dat
daaronder een etterend Iongprooes werd
verstaan. Reeds in dien Irji werd er een
erfelijkheidsfactor bij aangenomen.
Natuurlijk vinden wij hierover oen in
teressante beschrijving bij Hipposratos (460
377 \oor Christus). Ook de andere g ooto
voorgangers uit het verleden zooals Cel
sius (30—50 n. Chr.) en Galenus (131
200) geven hunne beschouwingen ten beste
zonder tot afwijkende inzichten to komen.
fn het begin van de 17e eeuw vangt
het lijkenonderzoek voor het eerst meer
systematisch en doelbewust aan. In de
longen van aan longtuberculose lijdenden
worden knobbels gevonden, soms ook
eigenaardige holten. In de tweed© helft
van de 18e eeuw werd' door Bayie aan
getoond, dat deze verkazende knobbels
ontstonden uit zeer kleine plekjes, de
gerslekorrelgroote mitïairo tuberkel. Alge
meen sprak men toen nog van phlisis; pas
in de le helft van de 19o eeuw werd dit
woord vervangen door het woord tubercu
lose. Hiermede bedoelde men dus aan te
geven, dat deze ziekte tot knobbolvorming
aanleiding gaf.
Tuberkelbacillen.
Een nieuw begrip werd ingevoerd' door
Villemin, die in 1865 aantoonde, dat tu
berculose van «fier tot dier kon warden
overgebracht. Het was in dien tijd, dat do
eerste levende ziektekiemen met behulp
\an mscictecoop en andere hulpmiddelen
weiden ontdekt en het is dus te begrijpen,
dat uien ook voor deze overentbare tuber
culose naar een levende smetstof jging
zoeken. Dit is, zooals welhaast oen ieder
tegenwoordig woc't, in 1SS2 onomatoolelijk
bewezen door den Duitscher Robert Koch.
Met taaie volharding hoeft hij eerst ge
zocht, gevonden, controleproeven gedaan
en daarna zelfcritiek opgeworpen en wear
ontzenuwd voordat hij zijn ontdekking aan
het wereld oordeel prijs gaf. Bizondere be
wondering moet men niet alleen hebben
voor de ontdekking, maar tevens voor
zijn stilzwijgende houding zoolang nog niet
alle onderdooien volledig waren bewerkt.
Hij wist, dat ook anderen zochten en hij
kon dus begrijpen, dat de kans bostond,
dat wellicht een ander hem vóór zou
kunnen zijn. Dan was heel zijn werk slechts
van bepcrkto waarde. Hij liet zicii echter
niet verleiden to vroeg met zijn publicatie
te k0Inen en hoeft hel genoegen mogen
smaken, dat hij toch de eerste was, die
het beslaan van do tuberkelbacillen bui
ten twijfei stelde, door zo aan ieder, die
zien wilde in groote aantallen piaoparaten
te demonstrecren. Daarvoor heeft hij ze
in s.g. reinculturen toeren kweehen en spe
ciale kleurmethodon moeten bedenken.
Zoo werd dus in 1882 bewezen, dat
tuberculose oen besmettelijke ziekte was
en dat tuberculose bij oen of ander pa
tient in het spel was, wanneer de tuber
kelbacil in het ziekteproces kon worden
aangetoond. Zoo bleken ook verschil tonde
ziekteprocessen in iongen of in andere
organen van tuherculeuzen oorsprong to
zijn, waar men vroeger geen etiket van
tuberculose op dorst te plakken. Maar ock
vielen sommige ziekteprocessen van do
lijst van tuberculeuze aandoeningon af, om
dat de tuberkelbacil hierbij aanwezig bleek.
In allo richtingen heeft dus de ontdekking
van Kocli venl iepend en verhelderend ge
werkt.
Vernietiging der ziektekiemen. -
Velen droomden zich nu wonderen van
nieuwe mogelijkheden van bohandeling. Do
therapie het practisch doel van do
geneeskunde zou nu nieuwe wegen
kunnen inslaan. Men bad' nu immers do
ziekteoorzaak en men moest dus genezing
krijgen door vernietiging dor ziektekiemen.
Helaas; dit probleem bleek toch wel heel
wat ingewikkelder dan bovenstaandeschijn-
naar logische en simpele stelling deed' ver
moeden. Deze stelling is natuurlijk vol
komen juist. Maar bet uitwerken er van
gaf 3 groote moeilijkheden:
le. het verdelgi ngs middel t.oz. van de
tuberkelbacillen mag de lovende weefsels
niet schaden;
2e. wanneer het proces roods oen ziekere
uitbreiding heeft ondergaan is men met
het docden der bacillen alleen nog niet
klaar;
3e. schijnbaar genezen processen kunnen
onverwacht weer tot nieuwe ziekteproces
sen opvlammen.
De (torste moeilijkheid staat nog steeds
een afdoende vernietiging van de tuber
culose door het dooden van do tuberkel
bacillen in de zieke haarden van ons or
ganisme in den weg.
Gelukkig behoeft dit niet te ontmoedi
gen. Want ondanks de vele misère, die
menigeen onmiddellijk aan het begrip tu
berculose vastknoopt, kan met voldoening
worden opgemerkt, dat er welhaast geen
andere ernstige ziekte is op te noemen
met even groote genezingstendens. Hot
tuberculose sterftecijfer moge betrekkelijk
hoog zijn en naar verlaging van dit sterf
tecijfer behoort dus nog steeds met kracht
te worden gestreefd'; daarnaast behoeft men
slechts even te bod enken, dat liet ovor-
grootsto dool der menseden door tuberkel
bacillen besmet is geworden om te besef
fen en dankbaar te erkennen, dat do tuber
kelbacillen, ondanks hun aanval, meer
menschen sparen dan schaden. De gon-ozon-
dc factoren in hun weerstand!)icdend ver
mogen de helpende hand' to reiken word
dan ook de leuze.
Bcliamlclingsmcl huilen.
Licht, lucht en levommidddon bleken,
voorlrelfclijko behandelingsmethoden, dia
samen met g «stelijko en lichamelijk» rust
hooi wat genezingen tol stand koudon brem-
gen. Men temde alt ijl' nog voor 191Ö
dal do longtuberculose, ondanks ved
grilligheden in het beloop, toch volgens
een min of meer vast v-ordoelingsschemq
placht te vcrloopen. Do meestal jeugdige
persoon begon to hoesten ca bij het ge
wone onderzoek der longen werd eon,
meestal geringe afwijking in oen dor long
toppen gevonden, Er bleek dan meestal wat
koorts to bestaan; soms word' wat sputum
opgehoest, ma.tr w.uinoer hot gelukte om
den eetlust op peil te houden dan zag]
men meestal het proces tot rust komen.
Do gonezing kon van blijvemton aandJ zijn
maar in andere gevallen zag rncn na ver
loop van zekeren lijd oen nieuwe ziekte
periode aanbreken. IXan ontwikkeld» zich
een uitgebreider longafwijking, die van de
longtop uitgaande zich naar onder too;
verspreidde. Do oorspronkelijke tapcalarrh
werd dan oen iongfiltraat. Ook in dit sLai-
dium zag men, ai was de duur dan wel
veel langer en het tempo langzamer, nog
vaak weer gonezing optreden. In andere 1
gevallen schreed do uitbreiding steeds'
neer voort of kwam er eon proces in dq
andere long bij. Dan kon men met bo-
hulp van de ter beschikking staand» on?
derzoekmgsm thod'en hot bas aan van. hol-*
ton in de zieke long aanloonoa. Men wast
dan aangeland' in het stadium van do vor
ming van verwoekingshaard'en af cavemen.
Zelfs in dit stadium was stilstand of ook
teruggang nog meer dan eens mogelijk.
Kuren,
Het kuren van den longpatienl steli
hoogo cisehen van zelfbehoersching ca
geduld aan den patient en kan slechts dooi
dien arts worden geleid', die in volte op-
gewcktlieid de gave bezit deze patiënten
steeds op de juiste wijze moed in te spie
ken. Soms lukt dit thuis, in andere ge
vallen is een sanatoriumkuur noodzake
lijk. Zoo ontstonden in die jaren d» sana
toria. De opvatting, dat hierm slechts suo
ces te halen zou zijn in het Zwitsorsdiq'
hooggebergte bleek gelukkig onjuist Ook
in eigen land is genezing to verkrijgen.
Zon, rust en goed» voeding waren de
aangewezen geneesmiddelen, al moest mörï
daarnaast wel eens bepaald» verschijnse
len zelfstandig behandelen.
Zoo geleek het in den vooroorlogschca
tijd een afgerond' ge hooi, waarop men zich
geheel had ingesteld'. Wel raakte men es
langzamerhand meor van doordrongen, dal
de beginnend» topcatarrh op b.v. 16-jari?
gen leeftijd toch niet hot eerste begin «ka?
ziekte was. Men raakte er mede vertrouwd),
dat dit schijnbaar eerste optreden varmoo-
delijk oen opflikkering was van oen pro*
ces, dat rood» in de kinderjaren begonnen;
was en toen meer of minder onopgemerkt
tot rust was gekomen! Maar dat deed' ver
der niets veranderen aan het algemeen!
Iiehandelingssehema. Do longpalient kuuiv
de; men trachtte hem, vooral door melk
en papvoeding een sterk toegenomen'
lichaamsgewicht te bezorgen en van noes®
het doel bereikt was, ging d» patiënt lang
zamerhand weer opstaan en wandelen,
Daarna kwam hij terug in de maatschap;;
pij; men wenschto hem goed succes, hioldl
licm misschien af en too nog eens ondeü -
controle maar beschouwde hem niet moe$]
als patiënt. i
We zullen in oen volgenden brief vdr? j
nemqn, hoe heel deze naar het schdqqy
onloochenbare beschcwwingswijizo in dijt i
laatste twintig jaren geheel onderstboven! i
is gekeerd, nieuw» begrippen oud» waaijd,
heden hebben weggevaagd! en tot valeric®
nieuwe mogelijkheden aanleiding gogemh, j
P. N. N.
De winst, op de levering van water ge
maakt bedroeg in 1932 f72.000; in 1933
£98 500; in 1934 f 90.500; iu 1935 (ge
raamd) f82.000 en in 1936 (geraamd)
f 88.000 of f13.000 minder dan in 1930.
Maar nu het gas!
In 1930 was de winst f196000; in 1931
£178.000; in 1932 f201.000; in 1933
f 230.0C0; in 1934 f184 000; in 1935 (ge
raamd) f119 000 en in 1936 (geraamd)...
f 57.800, derhalve f140.000 minder dan in
1930 en zelfs f2<00.000 minder dan in
1933!
Door de vier oorzaken, zooaren ge
noemd en thans nader toegelicht, ziet
de begroeting 1936 er niet zoo gunstig
uit en is spr. ook voor de komende jaren,
wat de financien dm gemeente betreft,
somber gestemd, ten/ij do omstandighe ten
moeiden verbeteren.
De belaslingbijdrage.
Omdat wij de begrooting niet sluitend
konden krijgen, moest daarop oen belas
lingbijdrage wonden gebradit. Bij Kon. be
sluit werd in Maart j.l. mogelijk gemaakt,
dat do gemeenten, die sterk door werk
loosheid geteisterd worden cn wier be
lastinggebied is ingeperkt, op de begroo
ting een bijdrage van het rijk konden
ramen, die hoogstens gelijk mag zijn aan
betgecn door inperking van liet belasting
gebied voor dc gemeente aan inkomsten
verloren is gegaan.
Dat bedrag ligt tussehen de f2SO.OOO
en f290.000, zoodat de berekening van
den heer Kavelaars juist was.
Tot dat bedrag mag dus maximaal een
post op de - begrooting worden gebracht
als belastingbijdrage van hot rijk.
Zou het verleenen van eeu dergelijke
bijdrage van invloed zijn op de houding
van de regeering tegenover de gemeente
of bij de beoordeeling van de financieel»
gestes van de gem-cento?
Mevr, Benthem heeft eenige aandacht
willen besteden aan -oen betoog, dat spr.
kort geleden buiten dezen raad beeft ge
houden; voor die belangstelling brengt j
spr. mevr. Benthem dank! J
Maar spr. heeft niet, zooals mevrouw;
Benthem meent, gezegd, dat het aanvaar-
den van een betastingbijdrago ook een
nauwlettender toezicht op de handelingen
van de gemeente meebrengt. Wie voor
de werkloozenzorg meer dan 90 pCt. der
uitgaven ontvangt, moet voor wat de be
grooting betreft, aan zekere ciscben vol
doen. Voor het ontvangen van die 9 pCt.
extra, zijn am Schiedam wel degelijk
cischcn van versobering enz. gestold. Als
echter aan die eischen is voldaan, wor
den voor het ontvangen van een belasting
bijdrage echter geen nieuwe eischen ge
steld cn wordt dus ook geen nauwletten
der loe/.icht ingevoerd.
Er zijn opmerkingen gemaakt over het
uitgeoefend toezicht.
Mevr. Bentbom cn do lieer Kedde heb
ben zich bepaald tot de kwestie van de
5 pCt. loonsverlaging voor het gemeente-
personeel. D» lieer Hoogendam heeft ge
vraagd: Waarom spreken B. en W. zich
niet uit over de kwestie van de herziening
der loonschalen of krijgen we die her
ziening tegelijk met de mededecli'ng, dat
allo salarissen en loonen verminderd
moeten worden?
Die twee kwestie's houden mot elkaar
verband. D» zaak is lor hand' genomen.
De C.A P.A. is gereed met de behandeling.
B. en W. bestudeeren de kwestie en- bin
nenkort komt zij ia het Georganiseerd
Overleg, een instelling, die veel te zeg-4
gen "heeft in deze aangelegenheid!
Mevr. Benthemde Wilde (s.d.).f'
Wat gelukkig isl p
De heer Slavenburg (c.h.)i Bd
kwestie van de herziening der schalen!
houdt ten nauwste verband met do vraag
of het voorstel zoo uit de bus komi,*alsf'
het in eersten opzet luidt. Als reels sterk
gekort wordt, zal dan nog een verlaging,
van 5 pCt. verlangd worden.?
Spr. wil niet ontkennen, dat het rijk
in deze zaak een woordje mee zal spran
ken. Er is immers zelfs een bureau inj?
gesteld, dat studie maakt van de loonen,'
en salarissen. Men ziet het aan Rotter
dam I Maai' hier zijn we nog zoo auto
nome, dat we, na overleg met dc rogeering^
een voorstel in den raad kunnen brengen)
en men de meening van B. en W. on!
van den raad kan leeroa kennen-
Spr. verzoekt hier zijn rede te mogetat
afbreken. jj
De Voorzitter schorst de vergade
ring, die zal worden voortgezet Maandag./
9 December, 's middags 2 uur.
ICiarast en WetessscSaap
Mieu FaassenBraakensick gehuldigd.
Een volle en enthousiaste Schouwburg-,,
zaal te Amsterdam toi de aanwezigen!
behoorde onze grijze tragédienne wovrC
Theo .MannBouwmeester heeft gister
avond een warme hu'de gebracht aan me-
vratuv AHen Faassen Braakensick, die
nu veertig jaar op de planken* staat.
Althans volgens de -offioeele inededoe»
ling, want in werkelijkheid tomen er nog
wel een paar jaartjes bij, een feit, dat ib'ij
deze huldiging niet verzwegen is. In wer
kelijkheid gaat zij al 53 jaar mee