W aar nemingen in het Vogelleven OVERSTE SAXON, Rads©ps*©giramraia5$ FS4 Twee paren nachtegalen in het Sterrebosch. Verwilderde katten. De spechten beitelden een nest. Late terugkomers. twee meter hoog iti eea klimroos dicht bij een tuinhuisje. Den volgenden avond zon ik het komen lotografeeren. Helaas was het odder niet meer noodig, want twee der jongen lagen mot afgebeten kop in het tuinpad en vader en moeder lijster waren met de twee anderen het bosch ingetrokken. Het lijkt mij dan ook hoog tijd1, dat er eens opruiming onder deze roevers wordt gehouden. Op zich zdf mo gen het nultigo dieren zijn, doch in een bosch hooren ze eenmaal niet thuis. Op do nieuwe begraafplaats is het al.net een der. Waren alle vogels nu maar holen- broeders, zooals de spechten, dan zouden er minder jongen ten prooi vallen aan kat ten en andere belangstellenden met egoïs tische neigingen. Het aantal koeren, dat men mij gevraagd heeft of ik het nest van den specht al gezien heb, is legio. Het is een bewijs, dol de specht zijn nest niet een hoekje gemaakt hooit Dikwijls zag men tiental len menschen bij den nestboom staan, die vol bewondering het doen en laten van de familie aanschouwden. Het is inderdaad ook oen aardig gezicht de vogels in en uit te zien vliegen. Als nummer één or uit ging, gliple de ander naar binnen. Dat de vogels elkaar zoo trouw aflosten, vindt naar allo waarschijnlijkheid zijn reden in het feit, dat ze andore liefhebbers voor hun veilige woning er builen wenschen te houden. Ik denk, dat ze speciaal het oog hadden op do spreeuwen, die werkelijk verzot zijn op spechtennesten. Ik weet tenminste tal van spechtengaten van vorige jaren, die nu door een spreeuwenfaniilie worden bewoond. Nu is dal, wat betreft de nesten van vorige jaren, heelemaal niet erg, want de specht maakt ieder jaar oen nieuwe wo ning voor zijn gezin; naar de oude kijkt hij niet meer om. Heel dicht bij de nieuwste bezienswaar digheid van Schiedam bevindt zich zoo'n oude woning, waarin reeds een stel jonge spreeuwen zit te schreeuwen. Uit bovenstaande zal men begrepen heb ben, dat de spechten reeds gedurende een aantal jaren in het Sterrebosch hebben ge broed. Als bizonderheid zij tenslotte ver meld, dat het wijfje in hoofdzaak het nest heeft gebeiteld! en dat zij er ongeveer veer tien dagen voor noodig heeft gehad Intusschen zrjn,d'o laatste terugtrekkers weer in het vaderland gearriveerd. In volg orde van aankomst noemen we de tortel duif, tuinfluiter. fluiter, gierzwaluw, boeren zwaluw, huiszwaluw, koekoek, spotvogel, grasmusch en de grauwe vliegenvanger. Van sommige is de tijd van aankomst wat laat, andere zijn evenwel tamelijk op tijd, vergeleken bij andere jaren. Vooral de koekoek heeft lang op zich laten wach ten. Hij verscheen eerst op 5 Mei, terwijl hij in andere jaren doorgaans een dag of tien vroeger verscheen. Ook het drukke spotvogeltjo heeft zich wat verlaat, docli we zullen er maar niet te veel van zoggen, want ze zijn in be hoorlijk aantal verschenen. Ongeveer half Mei hebben we geduren de ongeveer een week een paartje buiten gewoon fraaie vogeltjes in het bosch te logeeren gehad, n 1. een familielid van de bovengenoemde grauwe vliegenvanger, de zwartgrauwe vliegenvanger. Het waren bui tengewoon levendige diertjes, geien oogen blik zaten ze stil en hebben menig vlieg je of mugje onschadelijk gemaakt. In hoofd zaak waren ze zwaTt en wit gekleurd1, net miniatuur ekstertjes. Ik heb zo nooit eer der hier ontmoet en vind het jammer, dat De teieJewaal ontbreekt. Het is zux. iaug/amerliand een publiek geheim geworden, dat ons bosch de hcego eer gemot een tweetal paren nachtegalen huisvesting te mogen verkenen. Enkele belangstellenden hebben hiervan mede- deehr.g aan de redactie gedaan mot ver zoek een en ander te publiceexen. Na ge pleegd overleg hebben wij echter gemeend met do publicatie te moeien wachten tot liet verschijnen van dit artikel in het laatst van deze maand. Den schrijvers wordt dank gebracht voer hun attentie; zij zullen ongetwijfeld reeds genoten hels ben van den voortxeffelijken zang van deze koningen der zangers. Van onze eigen ervaringen met de nachtegalen zullen we eenige bizonder- hedeu vertellen. Den 2lsten April hebben wij voor het eerst een paartje ontmoet, waarvan het mannetje reeds aardig zat te zingen. In het begin was hij nog niet geheel op dreef, doch na een paar dagen zong hij, zooals een nachtegaal behoort te zingen. „U zegt, dat U hem in April reeds gezien hebt Waarom liebt U dan in het artikel van die maand niet reeds melding gemaakt van zijn aanwezigheid?" zal men misschien opmerken. Dit is met opzet nagelalen in het belang van de vogels zelf. Zoctals men weet hebben we verleden jaar en het jaar daarvoor eveneens nachtegalen in bet bosch kunnen bewonderen, doch helaas bleek die bewondering en belangstelling voor do vogels wat al te groot te zijn geweest, zoodat ze na zeer korten tijd liet bosch vaarwel zeiden. Aangezien ze nu reeds zoover zijn, dat ze ongetwijfeld jongen hebben, is do kans van stertrekken minder groot, zoodat we nu met een ge rust geweten van hun aanwezigheid mel ding kunnen maken, voor zoover het nog niet bekend zou zijn. Een dag of vier na de aankomst van het eerste paartje, hoorden we bij de z.g. driehoek nummer twee zingen en een weefe later zelfs een derde exemplaar niet ver van den Maaskant. Deze laatste is echter weer verdwenen, doch de twee anderen schijnen wel stand te zullen houden. Velen denten, dat ze alleen in den laten avond of in den nacht van den zang van de nachtegaal kunnen genieten. Niets is editor minder waar. Ze zingen om zoo te zeggen dag en nacht; alleen do middag uren houden ze om uit te rusten en voed sel te zoeken, 't ïs haast niet te gelooven, dat de vogels het zoo lang kunnen vol houden. Het is derhalve geen wonder, dat ze ongeveer half Juni Teeds voel min der zingen en spoedig daarna is het heele maal afgeloopen. Daarvoor zullen trou wens ook de jongen wel zorgen, die. zoo als alle andere vogeljongen, aanhoudend om voedsel roepen. Zouden ze hier dan broeden, zult ge vragen? Inderdaad. Van een weet ik het nestje te liggen, waarvan met den bouw in de eerste dagen van deze maand was begonnen. U vindt zeker wel goed, dat ik dit geheimpje voor mezelf bewaar, het geen me ook wel in het belang van do vogels lijkt. Als nu de half of geheel verwilderde katten de jongen met rust laten, kunneia we binnenkort misschien wel een heel rijtje nachtegalen te zien krijgen. Het is met die katten wel wat al te erg. Voor een pilar weken werd ik door iemand uit- genoodigd eens te komen kijken naar een nest jonge zanglijsters, die op het punt stonden uit te vliegen. Het nest lag stellig ze weer verdwenen zijn, maar dat heb je van doortrekkers to wachten Wat is hot nu heerlijk in ons bosch. Do heesters en planten staan voor het meerendcel in vollen bloei en hot jonge blad staal zoo) frisch en overal ruikt men de Mei, de bloeiende Mei. De vogels zingen vim den vroegen morgen tot dein laten avond, terwij 1 de wijfjes bezig zijn met neslbonw en andere brood aangelegen heden. Wij wenschen hen van harte een voor- spoedigen broedtijd, voorspocdigcn groei der jongen en daarbij, dat zo onvindbaar mogen zijn voor katten, kraaien en jongens. Zooals men ziet, hebben we verzuimd onder de laatste trekkers ook de wiele waal te noemen, doch helaas is dit geen vergissing, althans niet van ons. Neon, deze fraaie vogels hebben ons dit jaar in don steek gelaten, iets wat sedert jaren niet is voorgekomen. Hun fijn gefluit zullen we dit jaar moeten missen en ik zou wel eens willen welen, wat daarvan de reden kan zijn. Ik kan me toch nauwelijks voor stellen, dat hun broedsel het vorige jaar verstoord! zou zijn, want hun nest zit meest al zoo hoog, dat het wel zoo goed als zeker is, dat het veilig zit. In de Kralinger nout zijn ze wel gearriveerd', evenals in een klein boschjo ergens in die weilanden bij Vlaardmgcr-Ambacht. Zou er misschien hier of daar in hot buitenland een op ruiming onder deze vogels gehouden zijn, waarbij ook onze broedvogels als slacht offer gevallen zijn? In ieder geval is het jammer en wie weet hoe lang het duurt, voordat we kun nen zeggen, dat de gele wiewouw of goud merel weer in het Sterrebosch aanwezig is*. DE JONG. We hadden reeds allo hoop opgegeven, maar te elfdcr ure heeft zich toch nog een paartje wielewalen zijn inlrek in het Ster rebosch genomen. Gistermorgen hebben we ze tot onze vreugde voor het eerst tehoord Gemengd Nieuws Historische Avonturenroman, door G. P. BAKKER. 19) Saxon trad achteruit, de meester be scheen hem even met de lantaarn. „Over ste," sprak hij, „dat was mannenwerk." Hij drukte hem de hand. „Dat kleeft," zet hij. Hy nam Saxon nauwkeurig op, zoo goed als de zwakke kaars het toe- het. „Geen schram. Maar het was een bloed bad." Edzke stond! er verwonderd brj. „Over ste," zei hij. „Willem... overste." „Overste," sprak Edzke. „Weet je wat we moeten doen? We moeten de zakken met modder vullen en een dam maken, als hij een dijkbreuk." „De kwajongen heeft gelijk," stemde de meester toe. „Vóór we vertrekken sluiten we den dam af." Weldra waren de zakken vol .aarde, do ruimten met modder aangevuld, behalve een paar schietgaten aan den kant, waar door het vuur weer geopend werd. Het antwoord Weef niet uit, maar de vijan delijke kogels beven steken in de barri cade. Het gevecht werd voortgezet, tot de vijand' het vuur niet meer beantwoordde. „Terugtrekken," klonk toen het bevel van den overste. Om den hoek van dtweede bocht werden de lantaarns weer aangesto ken en weldra hadden de schatgravers de plank over den afgrond' bereikt. Een jonge man vloog er over als een kat en snelde de trap op „Pas op de vierde trede," waarschuwde Saxon, maar to laat. Hij viel, doch kon nog juist de ijzeren stang grijpen. Langzaam volgden de andere bondgenoo- ten. Saxon begon ijverig naar de veer van de verborgen deur 1e zoeken, vond' die eindelijk, drukte er met zijn dolk op, maar er bewoog zich niets. Hij probeerde en probeerde. Zijn moeite werd niet be loond. „Vernageld," zeidc hij tenslotte. „Wc zit ten in den val." De anderen stonden zwij gend om hem heen. „Een gedeelte van den muur moet van hout zijn," zei Saxon. Hij tikte met zijn dolk tegen de steenen, maar nergens klonk het hol. „Ik begrijp er niets van, zouden ze den doorgang dicht gemetseld hebben?" „Een der mannen trad! vooruit. „Waar meent u, dat de houten deur zat?" vroeg hij. „Onder, in den linkerhoek," antwoordde do overste, „maar ik vinct overal steenen. Er is geen verschil. Ziet u zelf." „Weet u, hoe dik die deur was?" „Natuurlijk, even dik als de muur, mis schien een voet." „Juist, maar dan kan het geen houten deur geweest zijn. Neemt u mij niet kwa lijk, maar ik ben gildemeester van do timmerlieden." „Ik hoorde toch indertijd' een rat knab belen aan het hout." Drama te Amsterdam. Vrouw, die overlast had van radio muziek, alt buurman met broodmes aan. Gistermorgen heeft te Amsterdam in de Eerste Oosferparkstruat voor perceel 39 een drama plaats gehad Ilier woont een 41-jarige man, die, toen hij te ongeveer half tien zijn woning verliet, en ean bij zijn huis gelegen steegje inliep, werd op gewacht door een m een hoogst opge wonden toestand verhoerende 46-jarige vrouw. Voor de man eenige afwerende beweging kon maken, sprong de vrouw, gewapend met een groot broodmes op hem toe en bracht hem een drietal ste ken toe, welke hern ro=;p troffen in den linkerarm, het a'cMerhooM en waarschijn lijk in den mond, aangezien zijn lip een bloedende snede vertoonde en hij boven dien enkele tanden had verloren, terwijl de man luidkeels om hulp riep, tenge volge waarvan oorbrjgangers toeschoten. De vrouw ging op de vlucht, doch zij werd kort daarop door een agent aangehouden en naar het politiebureau aan de Lin- naeusstraat overgebracht. De man, die he vig bloedde, is naar het Wilhelmjinagast- huis vervoerd, vanwaar hij zich, na daar verbonden te zijn, naar huis kon bege ven. Bij haar verhoor heeft de vrouw, die alleen op de eerste étage van perceel Eersté 'Oosterparkstraat 43 woont, medegedeeld, dat zij het voornemen heeft gehad den man te dooJen, omdat zij reeds geruimen tijd emstigen overlast ondervond van de ten huize van den man aanwezige radio, zoodat zij zich verplicht had gezien, naar een andere woning om te kijken. De arrestante, die een nogal vecht!usti- gen, maar ook hoogst nerveuzen induik maakte, zal wegens poging' tot moord ter beschikking van de justitie worden ge steld. „Een rat kan tussehen steen en hout zitten. Wilt u even aangeven waar u meent dat do doorgang was?" Saxon wees met zijn dolk den omtrek aan. De bouwmeester sloeg met een ijzeren beitel en een hamer de kalk weg, drukte tegen den steen. Een gat viel in den muur. „Gelukkig, dat ik mijn gereedschappen mee genomen heb." zei hij. „Toen ik van de onderneming hoorde, dacht ik: Misschien moeten we een uitweg zoeken." „Gelukkig ook, dat er twee kelders tus sehen liggen," antwoordde Saxon. „An ders zouden de schildwachten het zeker ge hóórd hebben." Heel voorzichtig werkte de timmerman verder, tot eindelijk het gat groot genoeg was om do houten deur achter de half steens muur te verwijderen. Eindelijk was de doorgang zoo groot geworden, dat Saxon er zich door heen Icon wringen. Hij scheurde zijn kleeren, maar dat deerde niet, ze hingen toch reeds als bloederige flarden om zijn lijf. Hij ging op een steen staan, liet vat draaide, de weg was vrije. Nu bleef nog de zware ijzeren deur over, die denderden en den tweeden kelder scheidde en voor het eerst Lau den ze dien avond' geluk. De sleutel stak nog aan de binnenzijde in het slot. Do schatgraveis schoven daarna voorzichtig den grendel terug, openden behoedzaam de deur en keken vol spanning naar bui ten, zich dekkend! achter de zijmuren. „Ginds staan d'o hellebaardiers te pra ten," fluisterde de overste. „Dan niet aarzelen, als één man er Zware brand te Oldebroek. Vier geziuncn daldoos, Omstreeks \ijf uur ontstond' gistermid dag waarschijnlijk doordat kinderen met lucifers spoelden, bui ml in oen hooiberg, slaande bij de woning van den landbou wer II. Doeve, gelegen aaai den Zuiderzee straatweg bij Oldebrook on eigendom van den heer K, Oonruewoerd llzn. to Olde broek In oen ommo/ion sloegen de vlammen, aangewakkerd! door een matigen noord oosten wind, over op de woning, wtslko door do beide gezinnen Boove en Doou'iio- woerd werd bewoond, terwijl even later ook de naastgelegen woningen van de .ge zinnen van <tetn landbouwer II. GrooLkur- zijn en den landarbeider G. Bergliorst vuur vatton. Beide huizen, resp. eigendom van Dooir- newoerd! on B. van der Veen Wan. te Olde broek, alsmede een drietal hooibergen en twee schuren gingen geheel verloren. Van do inboedels van Boeve, Doorne- weerd cn Grootkaizijn, welke wel ver zekerd waren, kon slechts weinig worden gered'. Alleen de inboedel van Berghoret, welke met verzekerd was, kon grootondeels in veiligheid worden gebracht. Do beide huizen zelf waren wol verze kerd. Mede gingen enkele landbouwwerk tuigen on gereedschappen in do vlammen verloren. liet vee bevond zich gelukkig in de weide. Do motoibrandspuit van de gemeente Oldebroek nas spoedig op liet terrein van den brand aanwezig cn nam het blus- sclnngswcik met kracht tor hand'. De be lendende porcoelen werden nat gehouden om verdere uitbreiding van het vuur te voorkomen. Door dozen brand zijn vier gezinnen dakloos geworden. Het vorkoor over den Zuiderzeestraat weg moest cenigen tijd! worden, stilgelegd, teneinde ongehinderd het vuur te kun nen bestrijden. Do belangstelling van, de zijde van het publiek was zoer groot. Een „spookhuis" te Nijmegen. Nieuwsgierige menigte door de politic uiteengejaagd. Gisteravond hadden zich honderden men schen in de van Santstraat te Nijmegen opgesteld, waar in de woning van de fa milic Lammerinks zich spookverschijnse- len zouden hebben voorgedaan on waar van herhaling werd verwacht. Het gezin schijnt de „zwarte kunst" te beoefenen en veroorzaakt daardoor Veel opschudding. De politie heeft gisteravond herhaaldelijk charges uitgevoerd, om de opdringende menigte uit de straat te verwijderen, waar bij gebruik werd gemaakt van den gummi stok Eerst om half elf keerde do rast m do wijk terug. BV» roofoverval hij Alphen aan. dcu Rijn lu den nacht van Dinsdag op Woens dag is de politie van Nieuwkoop er in ge slaagd de beide daders van den roofover val bij Alphen aan den Rijn op den chauffeur W. P. van Lieshout, te arre steeren. Het zijn de Dnitschers E. B. en W. S, 22 en 27 jaar oud, uit Celle, bij Han nover. Brand in een volkswijk cischt slachtoffers. De volkswijk van de stad Visgorod (Sov jet-Rusland) is door een reusaebtigen brand geheel vernield. Verschillende bewoners zijn in de vlammen omgekomen, andere hebben verwondingen opgeloopen. Het vuur dreigt naar andere wijken over to slaan. Botsing tussehen twee goederentreinen. Op hot Littausche station Janava, veer tig kilometer van Kowno, zijn twee goe derentreinen in botsing gekomen. Zeven tien wagons, die voor een deel mot vco geladen waren, werden geheel vernield. Het vee is gered. Hel ongeluk met de veerpont. Uit Piaag wordt gemeld; Bjj hol bergingswerk op do Thuya zijn nog twee lijken van verdronken school kinderen gevonden. Gisteravond werden nog 22 kindeion vermist. De bergingswerk zaamheden worden ononderbroken voort gezet. Uit de gehcele republiek komen bij do gemeente Rakvitz en de sobool-auto- ritoiten betuigingen van deelneming bin nen VRIJDAG, 29 Mei 1936. Hilversum I, 1875 M. Algemeen Progiamma verzorgd) door den KRO. 89.15 en 10 Gramofoon. 11.3012 Voor zieken en ouden van dagen.. 12.15 KllO-orkost on Gramofoon. 3.15 Gramoi- fooi!. 4.15 Viooirceital en Gramofoon. 5.10 De KRO-Boys. G Land1- en* tuinbouw- causerie. 6.20 KRO-Beys. G45 Causerie o.d. nieuwe Waalbrug 7 Berichten 7,15 Folkloristische causerie. 7.35 Cramotfooto. 7.45 Voordracht S Berichten. 8.03 Kon. 's-Ilertogen bosch Mannenkoor. 8.25 Pia norecital, 8.40 K ooiromioort. 9 KUO- Symphoiiie-orkest. 9.30 Bcnatzky-proe gramma uil Born. 10.35 Benachten. 10.40 KRO-Syinphonie-orkest. 11.1512 Dans muziek. Hilversum IJ, 301 M. 8 VARA. 12 AVRO. 4 VARA. 8 VPRO. 11 VARA. 8 Gramofoon. 10 Morgenwijding VPRO. 10.15 Gramof. 10.45 Voordracht. 11.06 Gramofoon. 12 Kovacs Lajos' orkest en gramofoon. (Om 12.30 Report, v. dl, „Queen Mary"). 2 Modepraatje. 2.25 Om roeporkest en pianorecital. 4 Variatie- concert. 5 Kinderuiu'tje. 5.30 Gramo foon. 6.30 Orgelspel. 7 Religieus-socialis tische lezing. 7.20 Gramofoon. 7 50 Be richten. 7.57 Gramofoon. 8 Berichten. 8.05 Bijbelsche causerie. 8.30 Gooisoh Strijkkwartet. 9 Dr. H. Th. Fischer: De Gencsis-mylhcn bij andere volken. 9.30 Vervolg concert. 10.15 „Do Meer-Werk- Actie ïn Amsterdam." 10,30 Gramofoon. 10.45 Berichten 1112 Gramofoon. Droitwich, 1500 M. 11.2011.50 (hgelspel. 12.10 Gramo foon. 12.50 BBC-Dansorkest. 1.35 2.20 Trioconcert. 3.203.50 Vrijflagmiddag- prautje. 4.15 E. Colombo's orkest. 5.0Ö Gramofoon 5.35 Het Walker Octet en zang. 6.20 en G 45 Berichten. G.50 Com- balorccilal. 7.10 Voor luinliefhebbörs. 7.30 Muzikale dialoog. 7 50 Dansmuziek. 8.35 Relais van de „Qucen Alary", in vollo zee. 9.20 Pianorecital. 9 45 Cau serie „I protest". 9.50 Berichten. 10 20 Causerie over kano-toerisme. 10.40 BBC- orkest, koor en tenor. 11.3512.20 Dans muziek, Radio-Paris, 1648 M. 7.20. §.35 en 1135 Gramofoan. 1236 Nat. Orkest. 2.50 Gramofoon. 4.20 Trio- concert. 5.50 Orkestconcert. 8 20 Zang. 8.50 Opera-uitzending. 11,351.C6 Or* kestconoort. Keulen, 456 AI. 6.50 OrkesteonoerL 12.20 Dito. 1.35 Weragkamerorkest. 4.20 Populair con- eert. 5.50 Zangoollo en piano. 6.20 Om roeporkest. 8,30 Voor oudstrijders. 9 30 Gramofoon. 10 50 Literair-muzikaal pro gramma 11.20—12.20 Dansmuziek. Brussel, 322 cn 484 M. 322 M.: -32.20 Gramofoan. 12.50 Om roeporkest. 1.502.20 GTamafoon. 6.20 Gramofoon. 8.20 Klein-orkest. 10 30 11.20 Gramofoon. 484 Al.: 12.20 Gramofoan. 1250 Saloax- orkest. 1.50—2.20 Gramofoon. 5.20 Zang 5.35 Gramofoon. G 50 Pianorecital. 7.35 Gramofoon. 8.20 Voor oudistrijüers. 9.35, Concert. 10.3011.20 Gramofoon Dcntschlandsciulcr, 1571 AI. 8.30 Skagerrak-hordenking. 9.30 Beet hoven concert. 10.20 Berichten. 1050. Ilarpkwinlotconoort. 1105 Weekbericht), 11.2012.20 Gramofoon. uit, verspreiden," „Loopen," klonk kort het bevel en als een zwerm ratten vlogen zo den kekier uit de straat op in verschillende richtin gen en vóór de hellebaardiers onraad be speurd hadden, waren ze door de duisternis opgenomen. Saxon snelde naar de Elbe, Edzke volg de hem op de hielen. „Kan jo zwemmen?'1'" „Als een snoek." „Dan het water in. Wacht even, ik zal die bedorven kleeren uittrekken en in de rivier laten zinken." „Klaar? De Elbe af naar het solrip." Ze keken om, maar niemand! had hen gevolgd. „Af," zei Ed'/.ke. Ze sprongen en zwom men met forsche slagen stroomafwaarts. Aan de buitenzijde van liet schip lag de boot. Zo hesdhen zirih er in, klommen aan boord', lieten zich m het vooronder zakken. Edze sloop wog, kwam terug met een kruik en twee grooto glazen: „Niets zoo goed als een flinke, oude klare," luidde zijn. advies. „Heb je nu vannacht avonturen genoeg gehad?" vroeg Saxon,. nadat hij zijn glas in één teug geledigd' liad'. „Dat zou ik meenen, overste. liet was prachtig." „Willemi," verbeterde Saxon. En nu wel te rusten." Hoofdstuk XIII. De beide Ilbllandsdie schippers traden do havenkroeg binnen, een vrij groot huis met punlgevcl cn broed'e luifel. Ze waren gelijk gekleed' in hun beste plunje, zwarte kniebroek en kousen, donkerblauw gebreide wollen trui en muts. Aan den gordel hing een kortjan. De oudste en grootste lwJ een door zee en wind' gebruind gelaat met zwart schippersbaardje cn klein snor retje. Van den jongste viel dadelijk het bolwangige vroolijke gelaat op. In de gelagkamer stonden een zestal bouten tafels met stoelen. Twee mooie blonde meisjes waren druk bezig achter de tapkast. Ze schonken, in en bedienden do gasten. Aan een dor tafels zaten con paar vissohers, aan een andere oen drie tal soldeniers. Voor een dor ramen waren een vijftal keizerlijke ruiters in druk ge- spiek. Zr) zagen er-op een afstand door liun kleurrijke Weeding, hun groote hoeden met voeren, hun gele, hooge, gespoorde laarzen en hun lange zwaarden met ezels- hoeven, als edellieden uit. Een der ruiters, een lange, magere man met een klein hoofd, wit gezicht en groote oogen, die door zijn kameraden den mecl- worrn genoemd werd; sloeg met de kruik op de tafel en schreeuwde: „Nog een kruik, Leen. vVe hebben een zwaren rit achter den rug. Maar nu zijn de paarden ge stald en het ijzer is afgelegd. Het Is me anders het ritje wol van Wolmerstadt naar hier." „Generaal Von Papponheim is ook op weg naar het Noorden," zei een ander. „Nu zal de Zweed ook wel in beweging komen." „Ik zou alles uitblaffen, Gustaaf," sprak een derde, oen man met een sluw gelaat en, stekenden blik. Wordt vervolgd). y gg vï1 r /ï- 1 «r i%-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1936 | | pagina 6