W aar nemingen in het Vogelleven
OVERSTE SAXON,
Rads©ps*©giramraia5$
FS4
Twee paren nachtegalen in het Sterrebosch.
Verwilderde katten. De spechten beitelden een
nest. Late terugkomers.
twee meter hoog iti eea klimroos dicht
bij een tuinhuisje. Den volgenden avond
zon ik het komen lotografeeren. Helaas
was het odder niet meer noodig, want
twee der jongen lagen mot afgebeten kop
in het tuinpad en vader en moeder lijster
waren met de twee anderen het bosch
ingetrokken. Het lijkt mij dan ook hoog
tijd1, dat er eens opruiming onder deze
roevers wordt gehouden. Op zich zdf mo
gen het nultigo dieren zijn, doch in een
bosch hooren ze eenmaal niet thuis. Op
do nieuwe begraafplaats is het al.net een
der. Waren alle vogels nu maar holen-
broeders, zooals de spechten, dan zouden
er minder jongen ten prooi vallen aan kat
ten en andere belangstellenden met egoïs
tische neigingen.
Het aantal koeren, dat men mij gevraagd
heeft of ik het nest van den specht al
gezien heb, is legio. Het is een bewijs,
dol de specht zijn nest niet een hoekje
gemaakt hooit Dikwijls zag men tiental
len menschen bij den nestboom staan, die
vol bewondering het doen en laten van de
familie aanschouwden. Het is inderdaad
ook oen aardig gezicht de vogels in en
uit te zien vliegen. Als nummer één or
uit ging, gliple de ander naar binnen.
Dat de vogels elkaar zoo trouw aflosten,
vindt naar allo waarschijnlijkheid zijn reden
in het feit, dat ze andore liefhebbers voor
hun veilige woning er builen wenschen te
houden. Ik denk, dat ze speciaal het oog
hadden op do spreeuwen, die werkelijk
verzot zijn op spechtennesten. Ik weet
tenminste tal van spechtengaten van vorige
jaren, die nu door een spreeuwenfaniilie
worden bewoond.
Nu is dal, wat betreft de nesten van
vorige jaren, heelemaal niet erg, want de
specht maakt ieder jaar oen nieuwe wo
ning voor zijn gezin; naar de oude kijkt
hij niet meer om.
Heel dicht bij de nieuwste bezienswaar
digheid van Schiedam bevindt zich zoo'n
oude woning, waarin reeds een stel jonge
spreeuwen zit te schreeuwen.
Uit bovenstaande zal men begrepen heb
ben, dat de spechten reeds gedurende een
aantal jaren in het Sterrebosch hebben ge
broed. Als bizonderheid zij tenslotte ver
meld, dat het wijfje in hoofdzaak het nest
heeft gebeiteld! en dat zij er ongeveer veer
tien dagen voor noodig heeft gehad
Intusschen zrjn,d'o laatste terugtrekkers
weer in het vaderland gearriveerd. In volg
orde van aankomst noemen we de tortel
duif, tuinfluiter. fluiter, gierzwaluw, boeren
zwaluw, huiszwaluw, koekoek, spotvogel,
grasmusch en de grauwe vliegenvanger.
Van sommige is de tijd van aankomst
wat laat, andere zijn evenwel tamelijk op
tijd, vergeleken bij andere jaren. Vooral
de koekoek heeft lang op zich laten wach
ten. Hij verscheen eerst op 5 Mei, terwijl
hij in andere jaren doorgaans een dag of
tien vroeger verscheen.
Ook het drukke spotvogeltjo heeft zich
wat verlaat, docli we zullen er maar niet
te veel van zoggen, want ze zijn in be
hoorlijk aantal verschenen.
Ongeveer half Mei hebben we geduren
de ongeveer een week een paartje buiten
gewoon fraaie vogeltjes in het bosch te
logeeren gehad, n 1. een familielid van de
bovengenoemde grauwe vliegenvanger, de
zwartgrauwe vliegenvanger. Het waren bui
tengewoon levendige diertjes, geien oogen
blik zaten ze stil en hebben menig vlieg
je of mugje onschadelijk gemaakt. In hoofd
zaak waren ze zwaTt en wit gekleurd1, net
miniatuur ekstertjes. Ik heb zo nooit eer
der hier ontmoet en vind het jammer, dat
De teieJewaal ontbreekt.
Het is zux. iaug/amerliand een publiek
geheim geworden, dat ons bosch de hcego
eer gemot een tweetal paren nachtegalen
huisvesting te mogen verkenen. Enkele
belangstellenden hebben hiervan mede-
deehr.g aan de redactie gedaan mot ver
zoek een en ander te publiceexen. Na ge
pleegd overleg hebben wij echter gemeend
met do publicatie te moeien wachten tot
liet verschijnen van dit artikel in het
laatst van deze maand. Den schrijvers
wordt dank gebracht voer hun attentie;
zij zullen ongetwijfeld reeds genoten hels
ben van den voortxeffelijken zang van deze
koningen der zangers.
Van onze eigen ervaringen met de
nachtegalen zullen we eenige bizonder-
hedeu vertellen.
Den 2lsten April hebben wij voor het
eerst een paartje ontmoet, waarvan het
mannetje reeds aardig zat te zingen. In
het begin was hij nog niet geheel op dreef,
doch na een paar dagen zong hij, zooals
een nachtegaal behoort te zingen. „U zegt,
dat U hem in April reeds gezien hebt
Waarom liebt U dan in het artikel van
die maand niet reeds melding gemaakt
van zijn aanwezigheid?" zal men misschien
opmerken. Dit is met opzet nagelalen in
het belang van de vogels zelf. Zoctals men
weet hebben we verleden jaar en het jaar
daarvoor eveneens nachtegalen in bet
bosch kunnen bewonderen, doch helaas
bleek die bewondering en belangstelling
voor do vogels wat al te groot te zijn
geweest, zoodat ze na zeer korten tijd liet
bosch vaarwel zeiden. Aangezien ze nu
reeds zoover zijn, dat ze ongetwijfeld
jongen hebben, is do kans van stertrekken
minder groot, zoodat we nu met een ge
rust geweten van hun aanwezigheid mel
ding kunnen maken, voor zoover het nog
niet bekend zou zijn.
Een dag of vier na de aankomst van
het eerste paartje, hoorden we bij de z.g.
driehoek nummer twee zingen en een weefe
later zelfs een derde exemplaar niet ver
van den Maaskant. Deze laatste is echter
weer verdwenen, doch de twee anderen
schijnen wel stand te zullen houden.
Velen denten, dat ze alleen in den
laten avond of in den nacht van den zang
van de nachtegaal kunnen genieten. Niets
is editor minder waar. Ze zingen om zoo
te zeggen dag en nacht; alleen do middag
uren houden ze om uit te rusten en voed
sel te zoeken, 't ïs haast niet te gelooven,
dat de vogels het zoo lang kunnen vol
houden. Het is derhalve geen wonder,
dat ze ongeveer half Juni Teeds voel min
der zingen en spoedig daarna is het heele
maal afgeloopen. Daarvoor zullen trou
wens ook de jongen wel zorgen, die. zoo
als alle andere vogeljongen, aanhoudend
om voedsel roepen.
Zouden ze hier dan broeden, zult ge
vragen? Inderdaad. Van een weet ik het
nestje te liggen, waarvan met den bouw
in de eerste dagen van deze maand was
begonnen. U vindt zeker wel goed, dat
ik dit geheimpje voor mezelf bewaar, het
geen me ook wel in het belang van do
vogels lijkt.
Als nu de half of geheel verwilderde
katten de jongen met rust laten, kunneia
we binnenkort misschien wel een heel
rijtje nachtegalen te zien krijgen. Het is
met die katten wel wat al te erg. Voor
een pilar weken werd ik door iemand uit-
genoodigd eens te komen kijken naar een
nest jonge zanglijsters, die op het punt
stonden uit te vliegen. Het nest lag stellig
ze weer verdwenen zijn, maar dat heb
je van doortrekkers to wachten
Wat is hot nu heerlijk in ons bosch.
Do heesters en planten staan voor het
meerendcel in vollen bloei en hot jonge
blad staal zoo) frisch en overal ruikt men
de Mei, de bloeiende Mei. De vogels
zingen vim den vroegen morgen tot dein
laten avond, terwij 1 de wijfjes bezig zijn
met neslbonw en andere brood aangelegen
heden.
Wij wenschen hen van harte een voor-
spoedigen broedtijd, voorspocdigcn groei
der jongen en daarbij, dat zo onvindbaar
mogen zijn voor katten, kraaien en jongens.
Zooals men ziet, hebben we verzuimd
onder de laatste trekkers ook de wiele
waal te noemen, doch helaas is dit geen
vergissing, althans niet van ons. Neon, deze
fraaie vogels hebben ons dit jaar in don
steek gelaten, iets wat sedert jaren niet
is voorgekomen. Hun fijn gefluit zullen
we dit jaar moeten missen en ik zou wel
eens willen welen, wat daarvan de reden
kan zijn. Ik kan me toch nauwelijks voor
stellen, dat hun broedsel het vorige jaar
verstoord! zou zijn, want hun nest zit meest
al zoo hoog, dat het wel zoo goed als
zeker is, dat het veilig zit. In de Kralinger
nout zijn ze wel gearriveerd', evenals in
een klein boschjo ergens in die weilanden
bij Vlaardmgcr-Ambacht. Zou er misschien
hier of daar in hot buitenland een op
ruiming onder deze vogels gehouden zijn,
waarbij ook onze broedvogels als slacht
offer gevallen zijn?
In ieder geval is het jammer en wie
weet hoe lang het duurt, voordat we kun
nen zeggen, dat de gele wiewouw of goud
merel weer in het Sterrebosch aanwezig
is*.
DE JONG.
We hadden reeds allo hoop opgegeven,
maar te elfdcr ure heeft zich toch nog een
paartje wielewalen zijn inlrek in het Ster
rebosch genomen. Gistermorgen hebben we
ze tot onze vreugde voor het eerst tehoord
Gemengd Nieuws
Historische Avonturenroman,
door G. P. BAKKER.
19)
Saxon trad achteruit, de meester be
scheen hem even met de lantaarn. „Over
ste," sprak hij, „dat was mannenwerk."
Hij drukte hem de hand. „Dat kleeft,"
zet hij. Hy nam Saxon nauwkeurig op,
zoo goed als de zwakke kaars het toe-
het.
„Geen schram. Maar het was een bloed
bad."
Edzke stond! er verwonderd brj. „Over
ste," zei hij. „Willem... overste."
„Overste," sprak Edzke. „Weet je wat
we moeten doen? We moeten de zakken
met modder vullen en een dam maken,
als hij een dijkbreuk."
„De kwajongen heeft gelijk," stemde de
meester toe. „Vóór we vertrekken sluiten
we den dam af."
Weldra waren de zakken vol .aarde, do
ruimten met modder aangevuld, behalve
een paar schietgaten aan den kant, waar
door het vuur weer geopend werd. Het
antwoord Weef niet uit, maar de vijan
delijke kogels beven steken in de barri
cade.
Het gevecht werd voortgezet, tot de vijand'
het vuur niet meer beantwoordde.
„Terugtrekken," klonk toen het bevel van
den overste. Om den hoek van dtweede
bocht werden de lantaarns weer aangesto
ken en weldra hadden de schatgravers
de plank over den afgrond' bereikt.
Een jonge man vloog er over als een
kat en snelde de trap op
„Pas op de vierde trede," waarschuwde
Saxon, maar to laat. Hij viel, doch kon
nog juist de ijzeren stang grijpen.
Langzaam volgden de andere bondgenoo-
ten. Saxon begon ijverig naar de veer
van de verborgen deur 1e zoeken, vond'
die eindelijk, drukte er met zijn dolk op,
maar er bewoog zich niets. Hij probeerde
en probeerde. Zijn moeite werd niet be
loond.
„Vernageld," zeidc hij tenslotte. „Wc zit
ten in den val." De anderen stonden zwij
gend om hem heen.
„Een gedeelte van den muur moet van
hout zijn," zei Saxon. Hij tikte met zijn
dolk tegen de steenen, maar nergens klonk
het hol.
„Ik begrijp er niets van, zouden ze
den doorgang dicht gemetseld hebben?"
„Een der mannen trad! vooruit. „Waar
meent u, dat de houten deur zat?" vroeg
hij.
„Onder, in den linkerhoek," antwoordde
do overste, „maar ik vinct overal steenen.
Er is geen verschil. Ziet u zelf."
„Weet u, hoe dik die deur was?"
„Natuurlijk, even dik als de muur, mis
schien een voet."
„Juist, maar dan kan het geen houten
deur geweest zijn. Neemt u mij niet kwa
lijk, maar ik ben gildemeester van do
timmerlieden."
„Ik hoorde toch indertijd' een rat knab
belen aan het hout."
Drama te Amsterdam.
Vrouw, die overlast had van
radio muziek, alt buurman
met broodmes aan.
Gistermorgen heeft te Amsterdam in de
Eerste Oosferparkstruat voor perceel 39
een drama plaats gehad Ilier woont een
41-jarige man, die, toen hij te ongeveer
half tien zijn woning verliet, en ean bij
zijn huis gelegen steegje inliep, werd op
gewacht door een m een hoogst opge
wonden toestand verhoerende 46-jarige
vrouw. Voor de man eenige afwerende
beweging kon maken, sprong de vrouw,
gewapend met een groot broodmes op
hem toe en bracht hem een drietal ste
ken toe, welke hern ro=;p troffen in den
linkerarm, het a'cMerhooM en waarschijn
lijk in den mond, aangezien zijn lip een
bloedende snede vertoonde en hij boven
dien enkele tanden had verloren, terwijl
de man luidkeels om hulp riep, tenge
volge waarvan oorbrjgangers toeschoten.
De vrouw ging op de vlucht, doch zij werd
kort daarop door een agent aangehouden
en naar het politiebureau aan de Lin-
naeusstraat overgebracht. De man, die he
vig bloedde, is naar het Wilhelmjinagast-
huis vervoerd, vanwaar hij zich, na daar
verbonden te zijn, naar huis kon bege
ven.
Bij haar verhoor heeft de vrouw, die
alleen op de eerste étage van perceel Eersté
'Oosterparkstraat 43 woont, medegedeeld,
dat zij het voornemen heeft gehad den
man te dooJen, omdat zij reeds geruimen
tijd emstigen overlast ondervond van de
ten huize van den man aanwezige radio,
zoodat zij zich verplicht had gezien, naar
een andere woning om te kijken.
De arrestante, die een nogal vecht!usti-
gen, maar ook hoogst nerveuzen induik
maakte, zal wegens poging' tot moord ter
beschikking van de justitie worden ge
steld.
„Een rat kan tussehen steen en hout
zitten. Wilt u even aangeven waar u
meent dat do doorgang was?"
Saxon wees met zijn dolk den omtrek
aan.
De bouwmeester sloeg met een ijzeren
beitel en een hamer de kalk weg, drukte
tegen den steen. Een gat viel in den muur.
„Gelukkig, dat ik mijn gereedschappen mee
genomen heb." zei hij. „Toen ik van de
onderneming hoorde, dacht ik: Misschien
moeten we een uitweg zoeken."
„Gelukkig ook, dat er twee kelders tus
sehen liggen," antwoordde Saxon. „An
ders zouden de schildwachten het zeker ge
hóórd hebben."
Heel voorzichtig werkte de timmerman
verder, tot eindelijk het gat groot genoeg
was om do houten deur achter de half
steens muur te verwijderen.
Eindelijk was de doorgang zoo groot
geworden, dat Saxon er zich door heen
Icon wringen. Hij scheurde zijn kleeren,
maar dat deerde niet, ze hingen toch reeds
als bloederige flarden om zijn lijf.
Hij ging op een steen staan, liet vat
draaide, de weg was vrije.
Nu bleef nog de zware ijzeren deur
over, die denderden en den tweeden
kelder scheidde en voor het eerst Lau
den ze dien avond' geluk. De sleutel stak
nog aan de binnenzijde in het slot. Do
schatgraveis schoven daarna voorzichtig
den grendel terug, openden behoedzaam
de deur en keken vol spanning naar bui
ten, zich dekkend! achter de zijmuren.
„Ginds staan d'o hellebaardiers te pra
ten," fluisterde de overste.
„Dan niet aarzelen, als één man er
Zware brand te Oldebroek.
Vier geziuncn daldoos,
Omstreeks \ijf uur ontstond' gistermid
dag waarschijnlijk doordat kinderen met
lucifers spoelden, bui ml in oen hooiberg,
slaande bij de woning van den landbou
wer II. Doeve, gelegen aaai den Zuiderzee
straatweg bij Oldebrook on eigendom van
den heer K, Oonruewoerd llzn. to Olde
broek
In oen ommo/ion sloegen de vlammen,
aangewakkerd! door een matigen noord
oosten wind, over op de woning, wtslko
door do beide gezinnen Boove en Doou'iio-
woerd werd bewoond, terwijl even later
ook de naastgelegen woningen van de .ge
zinnen van <tetn landbouwer II. GrooLkur-
zijn en den landarbeider G. Bergliorst vuur
vatton.
Beide huizen, resp. eigendom van Dooir-
newoerd! on B. van der Veen Wan. te Olde
broek, alsmede een drietal hooibergen en
twee schuren gingen geheel verloren.
Van do inboedels van Boeve, Doorne-
weerd cn Grootkaizijn, welke wel ver
zekerd waren, kon slechts weinig worden
gered'.
Alleen de inboedel van Berghoret, welke
met verzekerd was, kon grootondeels in
veiligheid worden gebracht.
Do beide huizen zelf waren wol verze
kerd. Mede gingen enkele landbouwwerk
tuigen on gereedschappen in do vlammen
verloren. liet vee bevond zich gelukkig
in de weide.
Do motoibrandspuit van de gemeente
Oldebroek nas spoedig op liet terrein van
den brand aanwezig cn nam het blus-
sclnngswcik met kracht tor hand'. De be
lendende porcoelen werden nat gehouden
om verdere uitbreiding van het vuur te
voorkomen. Door dozen brand zijn vier
gezinnen dakloos geworden.
Het vorkoor over den Zuiderzeestraat
weg moest cenigen tijd! worden, stilgelegd,
teneinde ongehinderd het vuur te kun
nen bestrijden. Do belangstelling van, de
zijde van het publiek was zoer groot.
Een „spookhuis" te Nijmegen.
Nieuwsgierige menigte door de
politic uiteengejaagd.
Gisteravond hadden zich honderden men
schen in de van Santstraat te Nijmegen
opgesteld, waar in de woning van de fa
milic Lammerinks zich spookverschijnse-
len zouden hebben voorgedaan on waar
van herhaling werd verwacht. Het gezin
schijnt de „zwarte kunst" te beoefenen
en veroorzaakt daardoor Veel opschudding.
De politie heeft gisteravond herhaaldelijk
charges uitgevoerd, om de opdringende
menigte uit de straat te verwijderen, waar
bij gebruik werd gemaakt van den gummi
stok Eerst om half elf keerde do rast
m do wijk terug.
BV» roofoverval hij Alphen aan. dcu Rijn
lu den nacht van Dinsdag op Woens
dag is de politie van Nieuwkoop er in ge
slaagd de beide daders van den roofover
val bij Alphen aan den Rijn op den
chauffeur W. P. van Lieshout, te arre
steeren.
Het zijn de Dnitschers E. B. en W. S,
22 en 27 jaar oud, uit Celle, bij Han
nover.
Brand in een volkswijk cischt slachtoffers.
De volkswijk van de stad Visgorod (Sov
jet-Rusland) is door een reusaebtigen brand
geheel vernield. Verschillende bewoners
zijn in de vlammen omgekomen, andere
hebben verwondingen opgeloopen. Het
vuur dreigt naar andere wijken over to
slaan.
Botsing tussehen twee goederentreinen.
Op hot Littausche station Janava, veer
tig kilometer van Kowno, zijn twee goe
derentreinen in botsing gekomen. Zeven
tien wagons, die voor een deel mot vco
geladen waren, werden geheel vernield.
Het vee is gered.
Hel ongeluk met de veerpont.
Uit Piaag wordt gemeld;
Bjj hol bergingswerk op do Thuya zijn
nog twee lijken van verdronken school
kinderen gevonden. Gisteravond werden
nog 22 kindeion vermist. De bergingswerk
zaamheden worden ononderbroken voort
gezet. Uit de gehcele republiek komen bij
do gemeente Rakvitz en de sobool-auto-
ritoiten betuigingen van deelneming bin
nen
VRIJDAG, 29 Mei 1936.
Hilversum I, 1875 M.
Algemeen Progiamma verzorgd) door
den KRO.
89.15 en 10 Gramofoon. 11.3012
Voor zieken en ouden van dagen.. 12.15
KllO-orkost on Gramofoon. 3.15 Gramoi-
fooi!. 4.15 Viooirceital en Gramofoon.
5.10 De KRO-Boys. G Land1- en* tuinbouw-
causerie. 6.20 KRO-Beys. G45 Causerie
o.d. nieuwe Waalbrug 7 Berichten 7,15
Folkloristische causerie. 7.35 Cramotfooto.
7.45 Voordracht S Berichten. 8.03 Kon.
's-Ilertogen bosch Mannenkoor. 8.25 Pia
norecital, 8.40 K ooiromioort. 9 KUO-
Symphoiiie-orkest. 9.30 Bcnatzky-proe
gramma uil Born. 10.35 Benachten. 10.40
KRO-Syinphonie-orkest. 11.1512 Dans
muziek.
Hilversum IJ, 301 M.
8 VARA. 12 AVRO. 4 VARA.
8 VPRO. 11 VARA.
8 Gramofoon. 10 Morgenwijding VPRO.
10.15 Gramof. 10.45 Voordracht. 11.06
Gramofoon. 12 Kovacs Lajos' orkest en
gramofoon. (Om 12.30 Report, v. dl,
„Queen Mary"). 2 Modepraatje. 2.25 Om
roeporkest en pianorecital. 4 Variatie-
concert. 5 Kinderuiu'tje. 5.30 Gramo
foon. 6.30 Orgelspel. 7 Religieus-socialis
tische lezing. 7.20 Gramofoon. 7 50 Be
richten. 7.57 Gramofoon. 8 Berichten.
8.05 Bijbelsche causerie. 8.30 Gooisoh
Strijkkwartet. 9 Dr. H. Th. Fischer: De
Gencsis-mylhcn bij andere volken. 9.30
Vervolg concert. 10.15 „Do Meer-Werk-
Actie ïn Amsterdam." 10,30 Gramofoon.
10.45 Berichten 1112 Gramofoon.
Droitwich, 1500 M.
11.2011.50 (hgelspel. 12.10 Gramo
foon. 12.50 BBC-Dansorkest. 1.35 2.20
Trioconcert. 3.203.50 Vrijflagmiddag-
prautje. 4.15 E. Colombo's orkest. 5.0Ö
Gramofoon 5.35 Het Walker Octet en
zang. 6.20 en G 45 Berichten. G.50 Com-
balorccilal. 7.10 Voor luinliefhebbörs.
7.30 Muzikale dialoog. 7 50 Dansmuziek.
8.35 Relais van de „Qucen Alary", in
vollo zee. 9.20 Pianorecital. 9 45 Cau
serie „I protest". 9.50 Berichten. 10 20
Causerie over kano-toerisme. 10.40 BBC-
orkest, koor en tenor. 11.3512.20 Dans
muziek,
Radio-Paris, 1648 M.
7.20. §.35 en 1135 Gramofoan. 1236
Nat. Orkest. 2.50 Gramofoon. 4.20 Trio-
concert. 5.50 Orkestconcert. 8 20 Zang.
8.50 Opera-uitzending. 11,351.C6 Or*
kestconoort.
Keulen, 456 AI.
6.50 OrkesteonoerL 12.20 Dito. 1.35
Weragkamerorkest. 4.20 Populair con-
eert. 5.50 Zangoollo en piano. 6.20 Om
roeporkest. 8,30 Voor oudstrijders. 9 30
Gramofoon. 10 50 Literair-muzikaal pro
gramma 11.20—12.20 Dansmuziek.
Brussel, 322 cn 484 M.
322 M.: -32.20 Gramofoan. 12.50 Om
roeporkest. 1.502.20 GTamafoon. 6.20
Gramofoon. 8.20 Klein-orkest. 10 30
11.20 Gramofoon.
484 Al.: 12.20 Gramofoan. 1250 Saloax-
orkest. 1.50—2.20 Gramofoon. 5.20 Zang
5.35 Gramofoon. G 50 Pianorecital. 7.35
Gramofoon. 8.20 Voor oudistrijüers. 9.35,
Concert. 10.3011.20 Gramofoon
Dcntschlandsciulcr, 1571 AI.
8.30 Skagerrak-hordenking. 9.30 Beet
hoven concert. 10.20 Berichten. 1050.
Ilarpkwinlotconoort. 1105 Weekbericht),
11.2012.20 Gramofoon.
uit, verspreiden,"
„Loopen," klonk kort het bevel en als
een zwerm ratten vlogen zo den kekier
uit de straat op in verschillende richtin
gen en vóór de hellebaardiers onraad be
speurd hadden, waren ze door de duisternis
opgenomen.
Saxon snelde naar de Elbe, Edzke volg
de hem op de hielen.
„Kan jo zwemmen?'1'"
„Als een snoek."
„Dan het water in. Wacht even, ik zal
die bedorven kleeren uittrekken en in de
rivier laten zinken."
„Klaar? De Elbe af naar het solrip."
Ze keken om, maar niemand! had hen
gevolgd.
„Af," zei Ed'/.ke. Ze sprongen en zwom
men met forsche slagen stroomafwaarts.
Aan de buitenzijde van liet schip lag de
boot. Zo hesdhen zirih er in, klommen
aan boord', lieten zich m het vooronder
zakken.
Edze sloop wog, kwam terug met een
kruik en twee grooto glazen:
„Niets zoo goed als een flinke, oude
klare," luidde zijn. advies.
„Heb je nu vannacht avonturen genoeg
gehad?" vroeg Saxon,. nadat hij zijn glas
in één teug geledigd' liad'.
„Dat zou ik meenen, overste. liet was
prachtig."
„Willemi," verbeterde Saxon. En nu wel
te rusten."
Hoofdstuk XIII.
De beide Ilbllandsdie schippers traden
do havenkroeg binnen, een vrij groot huis
met punlgevcl cn broed'e luifel. Ze waren
gelijk gekleed' in hun beste plunje, zwarte
kniebroek en kousen, donkerblauw gebreide
wollen trui en muts. Aan den gordel hing
een kortjan. De oudste en grootste lwJ
een door zee en wind' gebruind gelaat
met zwart schippersbaardje cn klein snor
retje. Van den jongste viel dadelijk het
bolwangige vroolijke gelaat op.
In de gelagkamer stonden een zestal
bouten tafels met stoelen. Twee mooie
blonde meisjes waren druk bezig achter
de tapkast. Ze schonken, in en bedienden
do gasten. Aan een dor tafels zaten con
paar vissohers, aan een andere oen drie
tal soldeniers. Voor een dor ramen waren
een vijftal keizerlijke ruiters in druk ge-
spiek. Zr) zagen er-op een afstand door
liun kleurrijke Weeding, hun groote hoeden
met voeren, hun gele, hooge, gespoorde
laarzen en hun lange zwaarden met ezels-
hoeven, als edellieden uit.
Een der ruiters, een lange, magere man
met een klein hoofd, wit gezicht en groote
oogen, die door zijn kameraden den mecl-
worrn genoemd werd; sloeg met de kruik
op de tafel en schreeuwde: „Nog een kruik,
Leen. vVe hebben een zwaren rit achter
den rug. Maar nu zijn de paarden ge
stald en het ijzer is afgelegd. Het Is me
anders het ritje wol van Wolmerstadt naar
hier."
„Generaal Von Papponheim is ook op
weg naar het Noorden," zei een ander.
„Nu zal de Zweed ook wel in beweging
komen."
„Ik zou alles uitblaffen, Gustaaf," sprak
een derde, oen man met een sluw gelaat
en, stekenden blik.
Wordt vervolgd).
y gg vï1
r
/ï- 1
«r i%-