fc DE GOUDEN RAT Waarnemingen in de vogelwereld De Vlaamsche gaaien. Prachtige vogels met slechte manieren. Zilver- en mantelmeeuwen. Temidden van een Joelende kolonie. Waterhoentjes en eenden. Een f ijne iocht. Sedert eenige woken bevinden /ich in het Sterreboscli eenige niet alledaagscho be zoekers. Op zichzelf zijn de/e lijdelijke be woners van ons bosch allerminst zeld zaamheden, doch hier vertoon en ze zich zoo goed als nooit. Veel lezers zullen zo ongetwijfeld reenis geiioord of gezien hob- hen, want erg geheimzinnig doen de Vlaam- scho gaaien over het algemeen niet en als zo zich eens con keer rusiig bonden, zorgen merels en vinken wel, dat wij op hun aanwezigheid worden attent gemsakt Aanvankelijk dacht ik, dat hot paarfje gaaien, dat ik de oer had te ontmoeten, nit een of andere volière losgelaten of ontsnapt was, doch toen er later zelfs vier exemplaren waren, heb ik deze gedachte wel moeten laten varen, liet moest waar schijnlijk is, dat zij op den trek zijn en to zijner tijd wol vorder zullen gaan; voor al omdat hiei zoo goed ais geen eikels te vinden zijn, die eigenlijk hun hoofd- seholel vormen. Vandaar dat do Duitschers hen Eiehelhabcr noemen. In verschillende deelen van ons land heeft men allerlei na men voor hen uil gedacht, waarvan de naam meerkol wol cle moest bekende is. .Voorts heeien zij: Eikelaakster, Spamscbe ekster, Iloutekster, Ilannebroek en \fark- looper. Aan den naam ekster /ouden we kunnen afleiden, dat zij familie zijn v.rn de ekster, hoewel dat niet altijd opgaat. Men denke slechts aan de scholekster, die heelemaal geen ekster is, ofschoon zij in groolo mate de allures heeft Onze Vlaamsche gaai dan heli oor 1 even als de ekster tot do familie der kraaien en m.i. had hij nooit heter ondergebracht kun nen worden dan in deze emruchto fa milie. Zij kan zelfs nog ...mier schreeu wen en afschuwelijker kr.jschen dan haar geachte familieleden. Het kauwtje maakt' alleen een gunstige uitzondering, hetgeen overigens meer een gevolg is van zijn kleine afmetingen dan vanwege zijn groote bescheidenheid. De 'onbehoorlijke gaaien. De gaaien kunnen zich valk zeer onbe hoorlijk gedragen. Meermalen heb ik b.v. in een bosch een of anderen vogel of een stroopenden viervoeter gevolgd en door gaans als je net dacht je doel te berei ken, komt er opeens een gaai roet in het eten gooien. Haar waarschuwend „schraak- schraak" klinkt hard en schel in de in tense stilte van het bosch en de bewuste vogel of viervoeter kiest natuurlijk zoo snel mogelijk het hazenpad. En wat het ergs te is, de leelïjkerd zit je daarna n - uit te lachen en uit te jouwen bovendien. Je begrijpt niet, dat een vogel met een dergelijk geluid zoo'n mooi vcerenkleed kan bezitten. Grooter tegenstelling is nauwe lijks denkbaar. In hoofdzaak is hij wijn- xood, heeft een grijs met zwarte kuif en een helder blauwen rand aan de vleugels, die ook wel spiegel genaamd wordt. Laatst zag ik een exemplaar op de Rot- terdamsche vogelmarkt. Dik in elkaar ge doken zat hij,in een hoek gedrukt van oen oude maizenakist met gaas ervoor. Geheel in tegenstelling met haar levendige natuur. Neen, dan zie ik ze honderd maal lie ver buiten in het eikenbosch en neem dan gaarne hun onwelluidend geschreeuw en hun schelmerijen op den koop ioe. Alleen in den broedtijd1 zou je ze ik weef niet waar wenschen, want voer onze zang vogels zijn ze in dien tijd een ware plaag, aangezien ze zoowel hun eieren als hun jongen rooven. Oude wintergaslea gearriveerd. Intusschen zijn onze wintergasten, de naar het Engeisch van PAUL TRENT, door J SCHOUTEN. meeuwen, weer gearriveerd. Zooals van ouds in liet Juüanapark de kokmeeuwen en bij do vuilnisbelt de grootere sooit, de zilvermeeuwen en af en toe hen enkele mantelmeeuw. Verleden jaar hebben we al eens uit voerig stilgestaan bij de meeuwen, zoodat wo deze alleseters en allesverslinders, nu maar rustig hun gang zullen laten gaan. Alleen van de rnanlclmeouwen wil ik liet een en ander verleden. Er beslaan twee soorten mantel i.u-s, n.l. do gewone en do kleine of Rrilsclie man telmeeuw. Do eerstgenoemde -uilen we in hot binnenland tevergeefs zoeken: am het strand komen zo in den winter to midden van zilvers en hun kleinere soortgenooton regelmatig voor. Hun broedgebied vindt men o.a. op de rotsachtige kusten van Engeland; in ons land komen ze niet broe dend voor. De kleine evenwel, die overi gens zoo groot is als de zilvermeeuw, broedt sedert een tiental jaren in ons land in enkele kleine kolonies. Dezen zomer heb ik voor het eerst hun nesten met eieren en jongen gezien en wel op het eiland Tersehednig. Dit was bij mijn weten do grootste kolonie van ons land en be stond welgeteld uit veertien nesten. Aanvallende- zilvermeeuwen. In den meest oostelijkcn en bijna on- bereikbaren boek van dit eiland, de Bosch plaat genaamd, bevindt zich oen enorme kolonie zilvermeeuwen, waarlussüieu de kleine mantel meeuwen ook hun nesten hebben gemaakt. Volgens de bewakers werd het aantal nesten geschat op onge veer 5600 en tusschen deze massa nesten moest hier en daar een mantel meeuw en- nest liggen, zooals gezegd in totaal veer tien stuks. Nu dl het geval, dal nesten en eieren van de mantel- en zilvermeeuwen niet van elkaar te onderscheiden zijn, zoo dat we alleen zekerheid hadden, wanneer wo den vogel op net nest zagen. Het ver schil in kleur der vleugels vergemakke lijk to onze waarnemingen belangrijk, aan gezien, zooals man weet, een volwassen mantelaar donkergrauwe, eigenlijk bijna zihcr blauwe vleugels heeft en eon dito mantelaar, eigenlijk bijna zwarte. Mot behulp van den kijker kwamen we ex gelukkig spoedig achter, waar zich en kele nesten van mantelmeeuwen bevon den en begeleid door een krijschand© ban de zilvers, die dikwijls gevaarlijke aan vallen op onze onschuldige hoofden on dernamen, kwamen we op de plaats, waar een mantelmeeuwenpaar zijn nest moest hebben. Kwaardaardig klonken de uitroe pen „hauw-hauw" en af en toe leek bet er wel op of zo op ons wilden inhouwen. Als afweermiddel had ondergeteekande een stok boven zijn hoofd gestoken, terwijl zijn metgezel het statief van mijn foto toestel als luchtafweergeschut gebruikte. Eerst werd het statief in ingeschoven toe stand boven hel hoofd gehouden, doch na de eerste de beste uitval van een nij dig exemplaar werden de pooten een beetje uitgetrokken en na nog enkel© aan vallen stak do driepoot in zijn volle leng te de lucht in. Ilij bleek echter nog te kort te zijn, want het leek wel of cle nij- digerds het juist op mijn metgezel ge munt hadden, di© werkelijk, ondanks het lange statief, benauwde oogenblikken had door te maken. Tusschen de uitroepen der zilvers boor den wo eindelijk een boel ander geluid, dat ongeveer klonk als bet kakelen van een kip, die een ei gelegd beeft. Dat moest wel een mantelmeeuw zijn. En waarlijk, tusschen de bendo krijscliende meeuwen ontdekten we twee /.wartgevlerkte e\em- plaren, de mantelmeeuwen dus. Zoo goed en zoo kwaad het ging hebban we ons op oenigon afstand ©enigszins verdekt op gesteld en spoedig zagen we het tweetal dalen, een eindje over don grond ioopen, totdat tenslotte een der dieren op een nest plaafs nam. \jr© hielden liet bewuste nest goed in hot oog en stapten er op af en nu konden wo constatoeron, wat we alleen nog maar uit do boeken wisten, dat er werkelijk geen verschil bostaat tus schen do eieren van zilver- en mantel- meeuwen. Op dezelfde wijze als bij onze entree werden wo uitgeleid© gedaan door oen joelende ©n schreeuwende wolk meen won, dio zich in hun kwaadaardigheid niet ont zagen om onze kleedij met do bekend witte ui troep teek ens to versieren, on ik weet zeker, dal mijn metgezel eau zucht van verlichting geslaakt liceft, toen we do gcvaailijke zóne achter don rug had den, al moet ik er bij zoggen, dat ik het niet gehoord heb. Desalniettemin was lwl een fijne tocht, waai aan wc nog dikwijls met genoegen terugdenken. Behalve de gaaien en de meeuwen heb ben we als wintergasten ook een aantal waterhoentjes en wel in het Juüanapark, Evenals vorige jaren zijn er weer oen twin tigtal van deze elegante watervogels te vinden. Met uitzondering van de twee of drie paren, die hier gebroed hebbon, mot bun jongen, zijn liet bewoners van andere streken. Als de winter niet al to streng lyordf, kunnen we zo don gelieelen winter door bewonderen en hun fraaie kleuren en hun gracieuze bewegingen zijn die be- wondering over waard. Nu we. het toch over bel Julianapnrk hebben, moeten we tegelijk de verschil lende soorten eenden eens bekijken, die deels reeds in bun voorjaarskleed sdiit- teigcn. Een lust voor het oog. Bovendien kunnen we dan het nuttige met hot aan gename vereenigen door wat brood voor do dieren in het water te strooien. Weliswaar worden ze op vaste lijden gevoederd, doch de schrokkerige kok meeuwen zorgen wel, dat er nog voldoende ruimte in hun maag overblijf!. Langzamerhand wordt het ook tijd om aan de voederbakken voor onze kleinere vogels (o denken, doch daarover een vol genden keer. DE JONG. Gemersgd Nieuws Autobo(sinc; ap snsnrwegovcrgang. Gistermorgen legen elf uur bedt np don spoorwogovenveg le Cteleon (L.) een bot sing tusschen twee o's plaat* gehad, welke nog goed is aigcloope-i De h«w Olislngers, uit Docnrade, \vm me1 zijn ante in botsing gekomen mef een wagon van den gemeonlereirngrnguberr-t ut Ge leen. De botsing geschiolde jni-t' op don overweg. De somwachter hooft, daar de trom van olf uur verwacht werd, hef signaal direct op onveilig gezet. Het trein verkeer heeft ongeveer twintig minuten vertraging gehad. Do ante van den ivoor Ölislaeors werd geheel vernield De heer 0. zelf kreeg verwondingen aan gelaat en handen. De auto van den reinigingsdienst werd licht beschadigd. De bestuurder kwam met den schrik vrij. j De tranen drongen haar naar de oogen en er viel er oen op zijn wang. „Maak je niet bezorgd over mij Ik zal niet klagen. Ik west, dal het met mij 'gedaan is," fluisterde hij hmsch Fr werd op de denr geklopt en de andere matroos, dien Bill bad uitgezonden om te zien of er nog moer overlevenden waren, kwam binnen om te waarschuwen, dat het lichaam van een der pas meiers aan wal gespoeld was. „Het is die buitenlandsche mijnheer Ik geloof, dat u hem den groot hertog noemde, of zoo iets." Grafton had gehoord wat hij zei en glimlachte zwakjes. „Jane, ik za! gaan zien, of hij nog te redden te," riep Bill en rende de hut uit Jane haalde een stoel en ging naast het bed zitten. Grafton bewoog zijn band in haar richting en zij nam "deze m de hare en drukte haar zachtjes „Ik weet niet, of je me begrijpen zult. als ik zeg, dat het zoo goed is Ik ben nooit bang geweest voor den dood en ik zou alleen voor jou willen leven. Maar jij zult mij nooit toebebooren, dus is hot maar beter zoo." „TI moet niet zooveel praten," zei zrj, Wielrijder aangereden. Gisteravond is een wielrijder van mid delbaren leeftijd in de Bilderdifeiraaf bij de Jacob van Lennepkade, le Amsterdam, doordat hij een verkeersfout maakte, van achteren door een personenauto aangere den. Ilij viel op den radiator on sloeg daarna tegen den grond. Door den genees kundigen dienst is de man, die con rib gebroken bleek te hebben, 'naar'het Wil- belmïna Gasthuis en vervolgens naar zijn woning vervoerd. Aanvaring. Het Duits che s s. Portia, op weg van Amsterdam naar Hamburg, is in het bin- nentoeleidingskanaal nabij de middensiuis te IJrnuiden, met de sleepboot Johanna 2 in botsing gekomen. De sleepboot bekwam lichte schade. Beide schepen hebben de reis voortgezet. want zij zag hoeveel mceito hot hem kostte „\Vat doet het er toe? Ik heb toch niet lang meer te leven en liet is beter dat ik eerst zeg, wat ik op lief hart hel). Mijn laatste gedachten zullen jou geilden, lieve Jane," besloot hij. Een poosje daarna kwam Biil terug; hollen orn te vertellen, dat de Shrike een boot had uitgezet, die het ©'land trarhtle' te bereiken „Voor zoover ik zien kan, zijn Ralph en nog een officier aan boord, waarschijn lijk de dokter. Zij zijn niet wijs mn liet er nu al op to wagen. Over een paar uur zou de zee al boel wat gekal meerd zijn." „Hoe is het met don groot-hertog reeg Jane. met een blik op" Peggy, die in een stoel van uitputting in slaap was ge- vallei!. „Ilij i> dood," fluisterde Bill. „Wat is er met den groot-hertog?" vroeg Peggy en ging rechtop zitten Jane stond op en ging vlug naar baar toe „Er is slecht nieuws, Peggy, llet is hem niet gelukt aan land te komen. Ilij is verdronken Peggy sprak geen woord. Haar gezicht verstrakte zich en haar boezem ging snel op en neer. Al bad zij hem nu niet meer lief, zoo was zij toch jaren lang zijn gezellin geweest en hij hacl haar ai- tijd met achting behandeld en zich zeer edelmoedig tegenover haar gedragen. Maar Na den storm. Do „BaUiash" behouden binnen gebracht. Fo „Oostzee." van L. Smit en Co.'a in ternationale sleepdienst is er gisteravond in geslaagd liet Russische >s.s. „Bnlhaslh" van do Beltic Spades Steamship Line, welk schip Dinsdagavond omstreeks half acht een radiografisch verzoek om as- sisten' ic verzond, behouden binnen te brengen. Do „Balhasli" is thans gemeerd aan boei 14 op de Nieuwe Maas, dwars voor de Llojdkade le Rotterdam. De „Balhasli" die in ballast onderweg was van Portishead naar Leningrad, was op 27 November van ©ers!genoemde plaats vertrokken en bet was niet ito bedoeling te Rotterdam binnen le vallen. Hol sloepen is vlot verloopen, om tien over half drie is die sleep oftieieel in den Kieuwen Waterweg als binnengekomen gerapporteerd, waarna de „Oostzee" liet schip naar Rotterdam heelt gebracht, waar eenige havensleepbooten de „Balhasli" aan boei 14 hebben gemeerd. Het schip zal te Rotterdam gerepareerd sworden. Dn Dtienscbc schoener behoefde geen hulp. Deenselie schoener, die gistermorgen bij den Spijkcrplaat le Breskens aan den grond is geloopen, blijkt te zijn dc „Fuglen" en niet de „Sigrid", zooais oorspronkelijk gemekt was. De reddingsboot uit Vlissin- gen beeft geen hulp behoeven te vorleenon en is in den namiddag teruggekeerd. De „Fuglen" liceft heide ankers ver speeld. Hoewel de slcephoolen gistermiddag ver binding hebben kunnen krijgen, verwacht men tocli niet, dal liet schip vlot zal komen. Dc „O. A. Kmnlsen" te Am sterdam. De Noorschc tankbooï „0. A. Knudsen", is gisteravond om negun uur in de Amster dams he haven aangekomen, waar hef door do N -.brlandsche Dokmaatscihnppij gerepa- iwid /al worden. Dc hij Nordcrney gestrande kotter. Het lJmuidcnsche visscliersvaarluig dat in den nacht van Maandag op Dinsdag bij Noidcrney op een nf is geloopen, blijkt te zijn de kolter „Tmcojo", IJM 201. De vier opvarenden zijn zooals be kend door do reddingboot „Bremen" gered. Het scheepje is als verloren te be schouwen. Tien opvarenden der „Elsa" verdrenken. Het slaat thans vast, dat 10 van do 12 leden der bemanning van het Duitsclio stoomschip „Elsa", dat lijdens zwaren storm op de Noordzee is vergaan, in do golven zijn omgekomen. Vier woningen afgebrand. Dertien runderen en een paard in de vlammen omgekomen. in den afgeloopen nacht is door onbe kende oorzaak brand ontstaan in oen blok van vier tuinderswoningen, genaamd „Ro- zenstein", ie Pieterbiersum, gem. Barra- deel. Het vuur, dat niet direct ontdekt werd, breidde zich snel uiit, zoodat het de brand weer van Barradeel niet mogelijk was de huizen te behouden. Allo bewoners konden in veiligheid wor den gebracht. Een zieke vrouw moest naar buiten worden gedragen. Met een krui wagen werd deze vrouw naar d© huren gebracht, bij wie zij is opgenomen. Per soonlijke ongelukken kwamen niet voor. Dertien runderen en oen paard .rijn in de vlammen omgekomen. De vier woningen zijn totaal afgebrand. .Ilandige dief aangehouden. Door de centrale recherche is te Utrecht een 45-jarige kleermaker aangehouden, die oa. te Amsterdam aan verscheidene adres sen goederen heeft gehaald, voorgeven de, dat hij van een stooinwassclierij' kwam .- De goederen kwamen noch gewasschcn, zij kon geen verdriet veinzen, dat zij mot gevoelde Grafton, had blijkbaar verstaan wat er gezegd was, want hij riep Peggy bij zich, die eenigszins verbaasd naar Item loc kwam. Zijn stem klonk zoo zwak, dat zij zich over hem heen moest buigen om zijn woorden op t© vangen „Ik waardeer uw houding, miss Fayr- field De mcesto vrouwen zouden in tra nen uitgebarsten, zijn. U bent tenminste eerlijk. Wij weten natuurlijk allemaal in welke verhouding u lot hem gestaan heelt en u htud ons aller sympathie. U was zijn vrouw en toch niet zijn vrouw en ik feiici.teer u met uw herwonnen vrij heid," zei hij, met een sardonisch lachje. Peggy werd vuurrood, want zij wist dat deze man, die blijkbaar aan den rand van liet graf stond, de waarheid sprak. Jane had gehoord, wat Grafton gezegd had en begreep Peggy's gevoelens vol komen. „Lef niet op zijn woorden. Hij weet niet goed meer, wat hij zegt," fluisterde zij, terwijl zij Grafton een verwijtenden blik toewierp. Zij begaf zich naar het venster en keek naar do langzaam vorderende sloep van de Shrike. De golven waren niet meer zoo hoog als zij geweest waren, maar toch indrukwekkend genoeg. Als alles goed ging, zouden zij spoedig don oever bereiken, dus verliet zij de hut, na bij de dour Graf ton nog even toegewuifd t© hebben, en begaf zich naar den waterkant. Spoeuig geraakte de sloep in dó branding, li-'" noch ongosvasschen ooit bij hun oil a'f rerng. Do kleermaker verkocht ze enh- ft op deze wijze een groot aantalMiooL. te- delingon op ernstige wijze benadeeld. Belgisch sleepschip gezonken. Hel schip met uitstaande anker ketting in aanraking gekomen en door midden gebroken. in den afgeloopen nacht is op de Wes- tcrsclicldc, ten Oosten van llanswcett, een Belgisch sleepschip gezonken. Ilot sleepschip „Vreedenburgh", schipper L. Pauwels, was op weg van do thihi st aar Gent met 460 ton cokes. Hot schip wo'"" getrokken door do sleepboot „Bas- tiaan Naar vorluidl, moet liet schip in aan raking zijn gekomen met een uitstaande au -rketting van een voor ankor liggende zceboofc. De „Vreedenburgh" is toon door midden gebroken, en vrijwel onmiddellijk gezonken. De opvarenden, t. w. de schip per, diens vrouw en een kindje van zeven maanden, konden zich aan boord van de begeleidende sleepboot in veiligheid stel len. Ter plaatse, waar de „Vroi nburgh" gezonken is, staat zeer voel water, zoodat bergen vermoedelijk niet mogelijk zal zijn." Do sleepboot „Bastiaan" is te llans'wrt biunengeloopen. VRIJDAG, 4 December 1930. Tlilversum I, 1875 31. Algemeen programma, verzorgd door de NCRV. 8 Schriftlezing. 8.159.30 Gramofoon. 10,30 Morgendienst. 1112 Piano ein giamofoon. 12.15 Gramofooin. 12 30 En semble uu gramofooin. 2 Gramofooin. 2.30 Chr. Lectuur. 33.45 Zang en piano. 4 Orgelspel. 5 Do Gooilanders eiri Gra- mofoon. 6.30 Tuinbouwpraatjo. 7 Be richten. 7.15 Litciair halfuur. 7.45 Re portage. S Berichten. 815 NCR V-Orkest m. m. v. solisten. 8.50 Medische cause rie 9.20 Concert. (Om 10 Berichten) 10.30-rll.30 Gramofoon. Hierna: Schrift lezing, nilvcrsum II, 301 31. 8 VARA. 12 AVRO. 4 VARA. 7.30 VPRO. 9 VARA. b Gramofoon. 10 Morgenwijding VPRO. 10,20 Voordracht. 10.40 Gramofoon. 11.15 Voordracht. 11.30 Gramofoon. 12 Gra mofoon. 12,30 Do Palladians. 130 Ko- vacs Lajos. 2 Strijkkwartet en Declama tie. 3.15 AVRO-Dansorkcst 4 Gramo foon: 4.30 Orgel. 5 Kinderuurtjo 5.30 Gramofoon. 5 50 De Ramblers. G 35 Po litiek radiojournaal. G.50 Gramofoon. 7 Causerie. 7.20 Gramofoon. 7 30 Nieuws berichten VGP. 7.35 Causerie. 8. Het Ilaagsdie Trio. 8.30 „IloPondscho kin deren in Indid", causerie. 9 Gramofoon. 9.30 VARA-O" est. 9 50 The Blue Rhythm Singers. 10 Concert. 10 30 Berichten. 10.-10 Avondwijding. 11 Jazzmuziek (gr. pi) 11.3012 Gramofoon. Broitwich, 1500 31. 11.40—11.50 Piano. 1210 Orgel. 12 50 Dansorkest. 1.402.20 Strijkorkest. 4,20 Orkest. 5.35 Sextet m. m. v. soliste. G.45 Orgel. 7.40 Zang ©nriool. 10 Piano. 11.30 Harry Roy's Band. 11.5012.20 Dansmuziek. Radio-Paris, 1648 31. 7.20 ©n 8.20 Gramofoon. 11 20 en 12.35 Gramofoon.- 1.35 Zang. 1.50, 2.50 en 4.20 Gramofoon. 5.50 Poulet Kameror kest. 8.20 Cello. 9.05 „La Péricholo", operette. 11.201.05 Orkest. Brussel, 322 en 484 31. 322 M. (Vlaamsdi programma): 12.20 Gramofoon. 12.50 Kleinorkest. 1.30 Sa- lonoTkest. 1.502.20 Gramofooin. 5.20 Salon-orkest. 8.23 Symphomie-orkest. 10.30—11.20 St. Nicoiaas-programma. 484 31. (Fransch programma): 12.20 Gra mofoon. 12.50 Salon-orkest. 1.30 Klein orkest. 1.50 Zang. 2—2 20 Gramofoon. 5.20 Piano. 6.10 en G 35 Gramofoon. 6 50 Piano. 7.35 Klarinet. 8.20 Kleinorkest m. m. v. solist. 10.30 Gramofoon 10.45 11.20 Harmonica. Dcutschlandscndcr, 1571 M. 7.30 Kwartet. 9.50 'Cembalo. 10.20— 11.20 Amusementsorkest. zat aan het roer en de mannen, klaar om te roeien, wachtten op zijn bevelen Toen kwam er een hoog© golf aanrollen en toen deze cle boot genaderd was, tro ken de roeiers nit all© macht aan de rie men. De boot werd door den golf opge heven en bereikte veilig den oever. Do mannen sprongen er snel uit en sleepten haar op de rotsen. Desbrook en do dokter stapten er nit en Bill nam don dokter onmiddellijk mee naar de hut. Ralph nam Jane in zijn armen, maar het duurde ©enigen tijd voor zij kon spre ken, daar zij in snikken was uitgebarsten De spanning van de laatste uren was zoo groot geweest, dat zij niet do kracht vond om zich to beheerschen. Ralph klem de haar vast in zijn armen en fluisterde haar troostwoordjes in. Eindelijk was zij in staat om hem te vertellen, wat er allemaal gebeurd was en zij liet niet na, Gralton's moed hoog te prijzen. Zij ver telde hem ook, dat do groot-hertog ver dronken was. Bij deze mededoeling ont snapte Ralph een uitroep van verbazing. „Wel verduiveld," zei hij, half luid, waarna hij hardop togen Jane zei: „La ten wo nu maar naar de hut gaan. Ik zou dat nieuws graag aan dc Shrike seinen." „Waarom?" vroeg Jane nieuwsgierig. „Heb je niet gemerkt, dat Cami there dol-verliefd is op Peggy Fayrfield? Hij is gek van angst geweest over haar en ik lieb de grootte «"y'v gehad om hom „Ik vind het eigenlijk met noodig om> het hem dadelijk te vertellen. Er is tocli geen haast hij. En ik vind het met kosoh, dat nu dadelijk to doen, terwijl er zoo veel andere dingen zijn, die onze aan dacht opeiselien." „Je hebt geiijk, liefste. Maar sedert ik weet, hoe die geschiedenis in elkaar zit, sta ik geheel aan de zijde van Garrulhers en niet aan die van den groot-hertog. Om het maar eens ronduit te zeggen, zijn dood is eigenlijk een opluchting, m daal ik Carruthers gevoelens icon, wilde ik het hem natuurlijk zoo gauw mogelijk laten weten. 3Iaar je hebt gelijk, wij moeien nu in de eerete plaats om Grafton den ken, Wat moet er met hem gebeur „Daar hoef je jo geen zorgen i. te maken, denk ik," atitvoordde law, op ernstigen toon. „Hij liceft niet tang meer te leven. Ilij is ten dootte opgeschreven. „Dat spijt mij ontzeiiond. Ik ben hemi grooien dank verschuldigd voor wat luj voor jou gedaan heeft, Jane, maar juts- schien is deze oploss'ng lo-di noj> wel dó beste, want ik geloof niet, dat ik net over mijn hart zou hobbc.i kunnen \er- knjgen om hem, na alles wat hij gedaan heeft, nog aan de „Witten" nit te le veren.'Laten wo naar de hut gaan en zien wat de dok-ter te zeggen heeft." Zij klommen hand in hand naar boven en er werd niet meer gespreken, voordat zij do hut bereikten. De dokter bjeex Maar te zijn met zijn onderzoek en Ralph wenxtet hem buiten ie komen, XVortll verrnlgu). -v; so Id c\.„ ,s - p«jKS»J}'-iCVa«A-£| V h*" |i SKI PC 4W' «rO i- i w'kteT"-; v'Vc 7 V?' 5 A&gWi

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1936 | | pagina 6