fc
DE GOUDEN RAT
Waarnemingen in de vogelwereld
De Vlaamsche gaaien. Prachtige vogels met slechte
manieren. Zilver- en mantelmeeuwen. Temidden van
een Joelende kolonie. Waterhoentjes en eenden.
Een f ijne iocht.
Sedert eenige woken bevinden /ich in het
Sterreboscli eenige niet alledaagscho be
zoekers. Op zichzelf zijn de/e lijdelijke be
woners van ons bosch allerminst zeld
zaamheden, doch hier vertoon en ze zich
zoo goed als nooit. Veel lezers zullen zo
ongetwijfeld reenis geiioord of gezien hob-
hen, want erg geheimzinnig doen de Vlaam-
scho gaaien over het algemeen niet en
als zo zich eens con keer rusiig bonden,
zorgen merels en vinken wel, dat wij op
hun aanwezigheid worden attent gemsakt
Aanvankelijk dacht ik, dat hot paarfje
gaaien, dat ik de oer had te ontmoeten,
nit een of andere volière losgelaten of
ontsnapt was, doch toen er later zelfs vier
exemplaren waren, heb ik deze gedachte
wel moeten laten varen, liet moest waar
schijnlijk is, dat zij op den trek zijn en
to zijner tijd wol vorder zullen gaan; voor
al omdat hiei zoo goed ais geen eikels
te vinden zijn, die eigenlijk hun hoofd-
seholel vormen. Vandaar dat do Duitschers
hen Eiehelhabcr noemen. In verschillende
deelen van ons land heeft men allerlei na
men voor hen uil gedacht, waarvan de
naam meerkol wol cle moest bekende is.
.Voorts heeien zij: Eikelaakster, Spamscbe
ekster, Iloutekster, Ilannebroek en \fark-
looper. Aan den naam ekster /ouden we
kunnen afleiden, dat zij familie zijn v.rn
de ekster, hoewel dat niet altijd opgaat.
Men denke slechts aan de scholekster,
die heelemaal geen ekster is, ofschoon
zij in groolo mate de allures heeft
Onze Vlaamsche gaai dan heli oor 1 even
als de ekster tot do familie der kraaien en
m.i. had hij nooit heter ondergebracht kun
nen worden dan in deze emruchto fa
milie. Zij kan zelfs nog ...mier schreeu
wen en afschuwelijker kr.jschen dan haar
geachte familieleden. Het kauwtje maakt'
alleen een gunstige uitzondering, hetgeen
overigens meer een gevolg is van zijn
kleine afmetingen dan vanwege zijn groote
bescheidenheid.
De 'onbehoorlijke gaaien.
De gaaien kunnen zich valk zeer onbe
hoorlijk gedragen. Meermalen heb ik b.v.
in een bosch een of anderen vogel of een
stroopenden viervoeter gevolgd en door
gaans als je net dacht je doel te berei
ken, komt er opeens een gaai roet in het
eten gooien. Haar waarschuwend „schraak-
schraak" klinkt hard en schel in de in
tense stilte van het bosch en de bewuste
vogel of viervoeter kiest natuurlijk zoo
snel mogelijk het hazenpad. En wat het
ergs te is, de leelïjkerd zit je daarna n -
uit te lachen en uit te jouwen bovendien.
Je begrijpt niet, dat een vogel met een
dergelijk geluid zoo'n mooi vcerenkleed kan
bezitten. Grooter tegenstelling is nauwe
lijks denkbaar. In hoofdzaak is hij wijn-
xood, heeft een grijs met zwarte kuif en
een helder blauwen rand aan de vleugels,
die ook wel spiegel genaamd wordt.
Laatst zag ik een exemplaar op de Rot-
terdamsche vogelmarkt. Dik in elkaar ge
doken zat hij,in een hoek gedrukt van
oen oude maizenakist met gaas ervoor.
Geheel in tegenstelling met haar levendige
natuur.
Neen, dan zie ik ze honderd maal lie
ver buiten in het eikenbosch en neem dan
gaarne hun onwelluidend geschreeuw en
hun schelmerijen op den koop ioe. Alleen
in den broedtijd1 zou je ze ik weef niet
waar wenschen, want voer onze zang
vogels zijn ze in dien tijd een ware plaag,
aangezien ze zoowel hun eieren als hun
jongen rooven.
Oude wintergaslea gearriveerd.
Intusschen zijn onze wintergasten, de
naar het Engeisch van PAUL TRENT,
door J SCHOUTEN.
meeuwen, weer gearriveerd. Zooals van
ouds in liet Juüanapark de kokmeeuwen
en bij do vuilnisbelt de grootere sooit, de
zilvermeeuwen en af en toe hen enkele
mantelmeeuw.
Verleden jaar hebben we al eens uit
voerig stilgestaan bij de meeuwen, zoodat
wo deze alleseters en allesverslinders, nu
maar rustig hun gang zullen laten gaan.
Alleen van de rnanlclmeouwen wil ik liet
een en ander verleden.
Er beslaan twee soorten mantel i.u-s, n.l.
do gewone en do kleine of Rrilsclie man
telmeeuw. Do eerstgenoemde -uilen we in
hot binnenland tevergeefs zoeken: am het
strand komen zo in den winter to midden
van zilvers en hun kleinere soortgenooton
regelmatig voor. Hun broedgebied vindt
men o.a. op de rotsachtige kusten van
Engeland; in ons land komen ze niet broe
dend voor. De kleine evenwel, die overi
gens zoo groot is als de zilvermeeuw,
broedt sedert een tiental jaren in ons land
in enkele kleine kolonies. Dezen zomer
heb ik voor het eerst hun nesten met
eieren en jongen gezien en wel op het
eiland Tersehednig. Dit was bij mijn weten
do grootste kolonie van ons land en be
stond welgeteld uit veertien nesten.
Aanvallende- zilvermeeuwen.
In den meest oostelijkcn en bijna on-
bereikbaren boek van dit eiland, de Bosch
plaat genaamd, bevindt zich oen enorme
kolonie zilvermeeuwen, waarlussüieu de
kleine mantel meeuwen ook hun nesten
hebben gemaakt. Volgens de bewakers
werd het aantal nesten geschat op onge
veer 5600 en tusschen deze massa nesten
moest hier en daar een mantel meeuw en-
nest liggen, zooals gezegd in totaal veer
tien stuks. Nu dl het geval, dal nesten
en eieren van de mantel- en zilvermeeuwen
niet van elkaar te onderscheiden zijn, zoo
dat we alleen zekerheid hadden, wanneer
wo den vogel op net nest zagen. Het ver
schil in kleur der vleugels vergemakke
lijk to onze waarnemingen belangrijk, aan
gezien, zooals man weet, een volwassen
mantelaar donkergrauwe, eigenlijk bijna
zihcr blauwe vleugels heeft en eon dito
mantelaar, eigenlijk bijna zwarte.
Mot behulp van den kijker kwamen we
ex gelukkig spoedig achter, waar zich en
kele nesten van mantelmeeuwen bevon
den en begeleid door een krijschand© ban
de zilvers, die dikwijls gevaarlijke aan
vallen op onze onschuldige hoofden on
dernamen, kwamen we op de plaats, waar
een mantelmeeuwenpaar zijn nest moest
hebben. Kwaardaardig klonken de uitroe
pen „hauw-hauw" en af en toe leek bet
er wel op of zo op ons wilden inhouwen.
Als afweermiddel had ondergeteekande een
stok boven zijn hoofd gestoken, terwijl
zijn metgezel het statief van mijn foto
toestel als luchtafweergeschut gebruikte.
Eerst werd het statief in ingeschoven toe
stand boven hel hoofd gehouden, doch
na de eerste de beste uitval van een nij
dig exemplaar werden de pooten een
beetje uitgetrokken en na nog enkel© aan
vallen stak do driepoot in zijn volle leng
te de lucht in. Ilij bleek echter nog te
kort te zijn, want het leek wel of cle nij-
digerds het juist op mijn metgezel ge
munt hadden, di© werkelijk, ondanks het
lange statief, benauwde oogenblikken had
door te maken.
Tusschen de uitroepen der zilvers boor
den wo eindelijk een boel ander geluid,
dat ongeveer klonk als bet kakelen van
een kip, die een ei gelegd beeft. Dat moest
wel een mantelmeeuw zijn. En waarlijk,
tusschen de bendo krijscliende meeuwen
ontdekten we twee /.wartgevlerkte e\em-
plaren, de mantelmeeuwen dus. Zoo goed
en zoo kwaad het ging hebban we ons
op oenigon afstand ©enigszins verdekt op
gesteld en spoedig zagen we het tweetal
dalen, een eindje over don grond ioopen,
totdat tenslotte een der dieren op een
nest plaafs nam. \jr© hielden liet bewuste
nest goed in hot oog en stapten er op af
en nu konden wo constatoeron, wat we
alleen nog maar uit do boeken wisten,
dat er werkelijk geen verschil bostaat tus
schen do eieren van zilver- en mantel-
meeuwen.
Op dezelfde wijze als bij onze entree
werden wo uitgeleid© gedaan door oen
joelende ©n schreeuwende wolk meen won,
dio zich in hun kwaadaardigheid niet ont
zagen om onze kleedij met do bekend
witte ui troep teek ens to versieren, on ik
weet zeker, dal mijn metgezel eau zucht
van verlichting geslaakt liceft, toen we
do gcvaailijke zóne achter don rug had
den, al moet ik er bij zoggen, dat ik het
niet gehoord heb. Desalniettemin was lwl
een fijne tocht, waai aan wc nog dikwijls
met genoegen terugdenken.
Behalve de gaaien en de meeuwen heb
ben we als wintergasten ook een aantal
waterhoentjes en wel in het Juüanapark,
Evenals vorige jaren zijn er weer oen twin
tigtal van deze elegante watervogels te
vinden. Met uitzondering van de twee of
drie paren, die hier gebroed hebbon, mot
bun jongen, zijn liet bewoners van andere
streken. Als de winter niet al to streng
lyordf, kunnen we zo don gelieelen winter
door bewonderen en hun fraaie kleuren
en hun gracieuze bewegingen zijn die be-
wondering over waard.
Nu we. het toch over bel Julianapnrk
hebben, moeten we tegelijk de verschil
lende soorten eenden eens bekijken, die
deels reeds in bun voorjaarskleed sdiit-
teigcn. Een lust voor het oog. Bovendien
kunnen we dan het nuttige met hot aan
gename vereenigen door wat brood voor
do dieren in het water te strooien.
Weliswaar worden ze op vaste lijden
gevoederd, doch de schrokkerige kok
meeuwen zorgen wel, dat er nog voldoende
ruimte in hun maag overblijf!.
Langzamerhand wordt het ook tijd om
aan de voederbakken voor onze kleinere
vogels (o denken, doch daarover een vol
genden keer.
DE JONG.
Gemersgd Nieuws
Autobo(sinc; ap snsnrwegovcrgang.
Gistermorgen legen elf uur bedt np don
spoorwogovenveg le Cteleon (L.) een bot
sing tusschen twee o's plaat* gehad,
welke nog goed is aigcloope-i De h«w
Olislngers, uit Docnrade, \vm me1 zijn
ante in botsing gekomen mef een wagon
van den gemeonlereirngrnguberr-t ut Ge
leen. De botsing geschiolde jni-t' op don
overweg. De somwachter hooft, daar de
trom van olf uur verwacht werd, hef
signaal direct op onveilig gezet. Het trein
verkeer heeft ongeveer twintig minuten
vertraging gehad. Do ante van den ivoor
Ölislaeors werd geheel vernield De heer
0. zelf kreeg verwondingen aan gelaat en
handen. De auto van den reinigingsdienst
werd licht beschadigd. De bestuurder kwam
met den schrik vrij. j
De tranen drongen haar naar de oogen
en er viel er oen op zijn wang.
„Maak je niet bezorgd over mij Ik
zal niet klagen. Ik west, dal het met mij
'gedaan is," fluisterde hij hmsch
Fr werd op de denr geklopt en de
andere matroos, dien Bill bad uitgezonden
om te zien of er nog moer overlevenden
waren, kwam binnen om te waarschuwen,
dat het lichaam van een der pas meiers
aan wal gespoeld was.
„Het is die buitenlandsche mijnheer Ik
geloof, dat u hem den groot hertog noemde,
of zoo iets."
Grafton had gehoord wat hij zei en
glimlachte zwakjes.
„Jane, ik za! gaan zien, of hij nog te
redden te," riep Bill en rende de hut
uit
Jane haalde een stoel en ging naast
het bed zitten. Grafton bewoog zijn band
in haar richting en zij nam "deze m de
hare en drukte haar zachtjes
„Ik weet niet, of je me begrijpen zult.
als ik zeg, dat het zoo goed is Ik ben
nooit bang geweest voor den dood en ik
zou alleen voor jou willen leven. Maar jij
zult mij nooit toebebooren, dus is hot
maar beter zoo."
„TI moet niet zooveel praten," zei zrj,
Wielrijder aangereden.
Gisteravond is een wielrijder van mid
delbaren leeftijd in de Bilderdifeiraaf bij
de Jacob van Lennepkade, le Amsterdam,
doordat hij een verkeersfout maakte, van
achteren door een personenauto aangere
den. Ilij viel op den radiator on sloeg
daarna tegen den grond. Door den genees
kundigen dienst is de man, die con rib
gebroken bleek te hebben, 'naar'het Wil-
belmïna Gasthuis en vervolgens naar zijn
woning vervoerd.
Aanvaring.
Het Duits che s s. Portia, op weg van
Amsterdam naar Hamburg, is in het bin-
nentoeleidingskanaal nabij de middensiuis
te IJrnuiden, met de sleepboot Johanna 2
in botsing gekomen.
De sleepboot bekwam lichte schade.
Beide schepen hebben de reis voortgezet.
want zij zag hoeveel mceito hot hem
kostte
„\Vat doet het er toe? Ik heb toch
niet lang meer te leven en liet is beter
dat ik eerst zeg, wat ik op lief hart hel).
Mijn laatste gedachten zullen jou geilden,
lieve Jane," besloot hij.
Een poosje daarna kwam Biil terug;
hollen orn te vertellen, dat de Shrike een
boot had uitgezet, die het ©'land trarhtle'
te bereiken
„Voor zoover ik zien kan, zijn Ralph en
nog een officier aan boord, waarschijn
lijk de dokter. Zij zijn niet wijs mn
liet er nu al op to wagen. Over een
paar uur zou de zee al boel wat gekal
meerd zijn."
„Hoe is het met don groot-hertog reeg
Jane. met een blik op" Peggy, die in een
stoel van uitputting in slaap was ge-
vallei!.
„Ilij i> dood," fluisterde Bill.
„Wat is er met den groot-hertog?" vroeg
Peggy en ging rechtop zitten
Jane stond op en ging vlug naar baar
toe
„Er is slecht nieuws, Peggy, llet is
hem niet gelukt aan land te komen. Ilij
is verdronken
Peggy sprak geen woord. Haar gezicht
verstrakte zich en haar boezem ging snel
op en neer. Al bad zij hem nu niet
meer lief, zoo was zij toch jaren lang
zijn gezellin geweest en hij hacl haar ai-
tijd met achting behandeld en zich zeer
edelmoedig tegenover haar gedragen. Maar
Na den storm.
Do „BaUiash" behouden binnen
gebracht.
Fo „Oostzee." van L. Smit en Co.'a in
ternationale sleepdienst is er gisteravond
in geslaagd liet Russische >s.s. „Bnlhaslh"
van do Beltic Spades Steamship Line,
welk schip Dinsdagavond omstreeks half
acht een radiografisch verzoek om as-
sisten' ic verzond, behouden binnen te
brengen.
Do „Balhasli" is thans gemeerd aan
boei 14 op de Nieuwe Maas, dwars voor
de Llojdkade le Rotterdam.
De „Balhasli" die in ballast onderweg
was van Portishead naar Leningrad, was
op 27 November van ©ers!genoemde plaats
vertrokken en bet was niet ito bedoeling
te Rotterdam binnen le vallen.
Hol sloepen is vlot verloopen, om tien
over half drie is die sleep oftieieel in
den Kieuwen Waterweg als binnengekomen
gerapporteerd, waarna de „Oostzee" liet
schip naar Rotterdam heelt gebracht, waar
eenige havensleepbooten de „Balhasli" aan
boei 14 hebben gemeerd.
Het schip zal te Rotterdam gerepareerd
sworden.
Dn Dtienscbc schoener behoefde
geen hulp.
Deenselie schoener, die gistermorgen
bij den Spijkcrplaat le Breskens aan den
grond is geloopen, blijkt te zijn dc „Fuglen"
en niet de „Sigrid", zooais oorspronkelijk
gemekt was. De reddingsboot uit Vlissin-
gen beeft geen hulp behoeven te vorleenon
en is in den namiddag teruggekeerd.
De „Fuglen" liceft heide ankers ver
speeld.
Hoewel de slcephoolen gistermiddag ver
binding hebben kunnen krijgen, verwacht
men tocli niet, dal liet schip vlot zal
komen.
Dc „O. A. Kmnlsen" te Am
sterdam.
De Noorschc tankbooï „0. A. Knudsen",
is gisteravond om negun uur in de Amster
dams he haven aangekomen, waar hef door
do N -.brlandsche Dokmaatscihnppij gerepa-
iwid /al worden.
Dc hij Nordcrney gestrande
kotter.
Het lJmuidcnsche visscliersvaarluig dat
in den nacht van Maandag op Dinsdag
bij Noidcrney op een nf is geloopen, blijkt
te zijn de kolter „Tmcojo", IJM 201.
De vier opvarenden zijn zooals be
kend door do reddingboot „Bremen"
gered.
Het scheepje is als verloren te be
schouwen.
Tien opvarenden der „Elsa"
verdrenken.
Het slaat thans vast, dat 10 van do 12
leden der bemanning van het Duitsclio
stoomschip „Elsa", dat lijdens zwaren
storm op de Noordzee is vergaan, in do
golven zijn omgekomen.
Vier woningen afgebrand.
Dertien runderen en een paard
in de vlammen omgekomen.
in den afgeloopen nacht is door onbe
kende oorzaak brand ontstaan in oen blok
van vier tuinderswoningen, genaamd „Ro-
zenstein", ie Pieterbiersum, gem. Barra-
deel.
Het vuur, dat niet direct ontdekt werd,
breidde zich snel uiit, zoodat het de brand
weer van Barradeel niet mogelijk was de
huizen te behouden.
Allo bewoners konden in veiligheid wor
den gebracht. Een zieke vrouw moest naar
buiten worden gedragen. Met een krui
wagen werd deze vrouw naar d© huren
gebracht, bij wie zij is opgenomen. Per
soonlijke ongelukken kwamen niet voor.
Dertien runderen en oen paard .rijn in
de vlammen omgekomen.
De vier woningen zijn totaal afgebrand.
.Ilandige dief aangehouden.
Door de centrale recherche is te Utrecht
een 45-jarige kleermaker aangehouden, die
oa. te Amsterdam aan verscheidene adres
sen goederen heeft gehaald, voorgeven
de, dat hij van een stooinwassclierij' kwam
.- De goederen kwamen noch gewasschcn,
zij kon geen verdriet veinzen, dat zij mot
gevoelde
Grafton, had blijkbaar verstaan wat er
gezegd was, want hij riep Peggy bij zich,
die eenigszins verbaasd naar Item loc
kwam. Zijn stem klonk zoo zwak, dat zij
zich over hem heen moest buigen om
zijn woorden op t© vangen
„Ik waardeer uw houding, miss Fayr-
field De mcesto vrouwen zouden in tra
nen uitgebarsten, zijn. U bent tenminste
eerlijk. Wij weten natuurlijk allemaal in
welke verhouding u lot hem gestaan heelt
en u htud ons aller sympathie. U was
zijn vrouw en toch niet zijn vrouw en
ik feiici.teer u met uw herwonnen vrij
heid," zei hij, met een sardonisch lachje.
Peggy werd vuurrood, want zij wist
dat deze man, die blijkbaar aan den rand
van liet graf stond, de waarheid sprak.
Jane had gehoord, wat Grafton gezegd
had en begreep Peggy's gevoelens vol
komen.
„Lef niet op zijn woorden. Hij weet
niet goed meer, wat hij zegt," fluisterde
zij, terwijl zij Grafton een verwijtenden
blik toewierp.
Zij begaf zich naar het venster en keek
naar do langzaam vorderende sloep van
de Shrike. De golven waren niet meer zoo
hoog als zij geweest waren, maar toch
indrukwekkend genoeg. Als alles goed ging,
zouden zij spoedig don oever bereiken, dus
verliet zij de hut, na bij de dour Graf
ton nog even toegewuifd t© hebben, en
begaf zich naar den waterkant. Spoeuig
geraakte de sloep in dó branding, li-'"
noch ongosvasschen ooit bij hun oil a'f
rerng. Do kleermaker verkocht ze enh- ft
op deze wijze een groot aantalMiooL. te-
delingon op ernstige wijze benadeeld.
Belgisch sleepschip gezonken.
Hel schip met uitstaande anker
ketting in aanraking gekomen
en door midden gebroken.
in den afgeloopen nacht is op de Wes-
tcrsclicldc, ten Oosten van llanswcett, een
Belgisch sleepschip gezonken.
Ilot sleepschip „Vreedenburgh", schipper
L. Pauwels, was op weg van do thihi
st aar Gent met 460 ton cokes. Hot schip
wo'"" getrokken door do sleepboot „Bas-
tiaan
Naar vorluidl, moet liet schip in aan
raking zijn gekomen met een uitstaande
au -rketting van een voor ankor liggende
zceboofc. De „Vreedenburgh" is toon door
midden gebroken, en vrijwel onmiddellijk
gezonken. De opvarenden, t. w. de schip
per, diens vrouw en een kindje van zeven
maanden, konden zich aan boord van de
begeleidende sleepboot in veiligheid stel
len. Ter plaatse, waar de „Vroi nburgh"
gezonken is, staat zeer voel water, zoodat
bergen vermoedelijk niet mogelijk zal zijn."
Do sleepboot „Bastiaan" is te llans'wrt
biunengeloopen.
VRIJDAG, 4 December 1930.
Tlilversum I, 1875 31.
Algemeen programma, verzorgd door
de NCRV.
8 Schriftlezing. 8.159.30 Gramofoon.
10,30 Morgendienst. 1112 Piano ein
giamofoon. 12.15 Gramofooin. 12 30 En
semble uu gramofooin. 2 Gramofooin. 2.30
Chr. Lectuur. 33.45 Zang en piano.
4 Orgelspel. 5 Do Gooilanders eiri Gra-
mofoon. 6.30 Tuinbouwpraatjo. 7 Be
richten. 7.15 Litciair halfuur. 7.45 Re
portage. S Berichten. 815 NCR V-Orkest
m. m. v. solisten. 8.50 Medische cause
rie 9.20 Concert. (Om 10 Berichten)
10.30-rll.30 Gramofoon. Hierna: Schrift
lezing,
nilvcrsum II, 301 31.
8 VARA. 12 AVRO. 4 VARA.
7.30 VPRO. 9 VARA.
b Gramofoon. 10 Morgenwijding VPRO.
10,20 Voordracht. 10.40 Gramofoon. 11.15
Voordracht. 11.30 Gramofoon. 12 Gra
mofoon. 12,30 Do Palladians. 130 Ko-
vacs Lajos. 2 Strijkkwartet en Declama
tie. 3.15 AVRO-Dansorkcst 4 Gramo
foon: 4.30 Orgel. 5 Kinderuurtjo 5.30
Gramofoon. 5 50 De Ramblers. G 35 Po
litiek radiojournaal. G.50 Gramofoon. 7
Causerie. 7.20 Gramofoon. 7 30 Nieuws
berichten VGP. 7.35 Causerie. 8. Het
Ilaagsdie Trio. 8.30 „IloPondscho kin
deren in Indid", causerie. 9 Gramofoon.
9.30 VARA-O" est. 9 50 The Blue Rhythm
Singers. 10 Concert. 10 30 Berichten.
10.-10 Avondwijding. 11 Jazzmuziek (gr.
pi) 11.3012 Gramofoon.
Broitwich, 1500 31.
11.40—11.50 Piano. 1210 Orgel. 12 50
Dansorkest. 1.402.20 Strijkorkest. 4,20
Orkest. 5.35 Sextet m. m. v. soliste.
G.45 Orgel. 7.40 Zang ©nriool. 10 Piano.
11.30 Harry Roy's Band. 11.5012.20
Dansmuziek.
Radio-Paris, 1648 31.
7.20 ©n 8.20 Gramofoon. 11 20 en 12.35
Gramofoon.- 1.35 Zang. 1.50, 2.50 en
4.20 Gramofoon. 5.50 Poulet Kameror
kest. 8.20 Cello. 9.05 „La Péricholo",
operette. 11.201.05 Orkest.
Brussel, 322 en 484 31.
322 M. (Vlaamsdi programma): 12.20
Gramofoon. 12.50 Kleinorkest. 1.30 Sa-
lonoTkest. 1.502.20 Gramofooin. 5.20
Salon-orkest. 8.23 Symphomie-orkest.
10.30—11.20 St. Nicoiaas-programma.
484 31. (Fransch programma): 12.20 Gra
mofoon. 12.50 Salon-orkest. 1.30 Klein
orkest. 1.50 Zang. 2—2 20 Gramofoon.
5.20 Piano. 6.10 en G 35 Gramofoon. 6 50
Piano. 7.35 Klarinet. 8.20 Kleinorkest
m. m. v. solist. 10.30 Gramofoon 10.45
11.20 Harmonica.
Dcutschlandscndcr, 1571 M.
7.30 Kwartet. 9.50 'Cembalo. 10.20—
11.20 Amusementsorkest.
zat aan het roer en de mannen, klaar
om te roeien, wachtten op zijn bevelen
Toen kwam er een hoog© golf aanrollen
en toen deze cle boot genaderd was, tro
ken de roeiers nit all© macht aan de rie
men. De boot werd door den golf opge
heven en bereikte veilig den oever. Do
mannen sprongen er snel uit en sleepten
haar op de rotsen.
Desbrook en do dokter stapten er nit
en Bill nam don dokter onmiddellijk mee
naar de hut.
Ralph nam Jane in zijn armen, maar
het duurde ©enigen tijd voor zij kon spre
ken, daar zij in snikken was uitgebarsten
De spanning van de laatste uren was
zoo groot geweest, dat zij niet do kracht
vond om zich to beheerschen. Ralph klem
de haar vast in zijn armen en fluisterde
haar troostwoordjes in. Eindelijk was zij
in staat om hem te vertellen, wat er
allemaal gebeurd was en zij liet niet na,
Gralton's moed hoog te prijzen. Zij ver
telde hem ook, dat do groot-hertog ver
dronken was. Bij deze mededoeling ont
snapte Ralph een uitroep van verbazing.
„Wel verduiveld," zei hij, half luid,
waarna hij hardop togen Jane zei: „La
ten wo nu maar naar de hut gaan. Ik
zou dat nieuws graag aan dc Shrike
seinen."
„Waarom?" vroeg Jane nieuwsgierig.
„Heb je niet gemerkt, dat Cami there
dol-verliefd is op Peggy Fayrfield? Hij
is gek van angst geweest over haar en
ik lieb de grootte «"y'v gehad om hom
„Ik vind het eigenlijk met noodig om>
het hem dadelijk te vertellen. Er is tocli
geen haast hij. En ik vind het met kosoh,
dat nu dadelijk to doen, terwijl er zoo
veel andere dingen zijn, die onze aan
dacht opeiselien."
„Je hebt geiijk, liefste. Maar sedert ik
weet, hoe die geschiedenis in elkaar zit,
sta ik geheel aan de zijde van Garrulhers
en niet aan die van den groot-hertog.
Om het maar eens ronduit te zeggen, zijn
dood is eigenlijk een opluchting, m daal
ik Carruthers gevoelens icon, wilde ik het
hem natuurlijk zoo gauw mogelijk laten
weten. 3Iaar je hebt gelijk, wij moeien
nu in de eerete plaats om Grafton den
ken, Wat moet er met hem gebeur
„Daar hoef je jo geen zorgen i. te
maken, denk ik," atitvoordde law, op
ernstigen toon. „Hij liceft niet tang meer
te leven. Ilij is ten dootte opgeschreven.
„Dat spijt mij ontzeiiond. Ik ben hemi
grooien dank verschuldigd voor wat luj
voor jou gedaan heeft, Jane, maar juts-
schien is deze oploss'ng lo-di noj> wel dó
beste, want ik geloof niet, dat ik net
over mijn hart zou hobbc.i kunnen \er-
knjgen om hem, na alles wat hij gedaan
heeft, nog aan de „Witten" nit te le
veren.'Laten wo naar de hut gaan en zien
wat de dok-ter te zeggen heeft."
Zij klommen hand in hand naar boven
en er werd niet meer gespreken, voordat
zij do hut bereikten. De dokter bjeex Maar
te zijn met zijn onderzoek en Ralph wenxtet
hem buiten ie komen,
XVortll verrnlgu).
-v;
so
Id
c\.„
,s
- p«jKS»J}'-iCVa«A-£|
V
h*"
|i
SKI
PC
4W'
«rO i- i
w'kteT"-;
v'Vc 7 V?'
5 A&gWi