HET PO LI Tl EDEBAT De burgemeester zet zijn rede voort. De vrijheidsberoving. De beieidsgrieven. Het ontslag van leden van het personeel. Straffen. et huis der mysteries Radioprogramma's) VernUtp rmi {(en Gemeenteraad De rapporten spreken Be„ idylle 1 rui het eendje'. Do Yoüuiltor, nvr. dr. F. L. J. van Baarea, vervolgt Er s hior -een medede-eling gedaan over hei yvegbremgea niet de politioaufo van een eendje. Als de zaak niet zoo ernstig was, zon men van deze eend kunnen spreken al? van een echtencanard. (Gelach). Spr. leest 't rapport voor van een in specteur van poli lie, waarin dit geval wordt behandeld. Daarin wordt medegedeeld, dat in den nacht van 12 op 13 Januari 1937 een soort eend in den politiepost Buitenhaven- weg werd aangebracht, die op de Koemarkt aangetroffen was. De eend zou den volgenden dag naar den v.]ver aan de Galvaaistraat worden gebiacht, de moeilijkheid was echter noe dat moest geschieden. De chauffeur van de politic-auto, die toch naar Rottoidam moest, htx.fi toen voorgesteld de eend oven mee ito nemen en in den vijver aan den Swammerdaxnsingel fe deponee- ren. Als het geval hier in den raad bleef, /Ou het niet erg zijn, als om deze historie gelachen werd. Maar als het wordt uitge buit om te betoogen, dat de overvalwagen te pas en. te onpas uitrukt, wordt aan het gezag van de politie ernstige schade toegebracht Ook als de zaak tot haar ware proporties wordt teruggebracht, wordt het gestichte kwaad niet uitgewiseht; er blijlt altijd wel iets van hangen. Ook met een tegenspraak zal men nooit het kwaad dat veroorzaakt werd, geheel teniet kunnen Joen. De vrijheidsberdoi lag. Er is bier gesproken van roekeloos han delen, waardoor iemand eenigon tijd van zijn vrijheid werd beroofd. Hoe kan iemand, die niets van de stuk ken weet etu niet ook do andere partij heeft gehoord, zoo lichtvaardig oordeelen? liet betreft hier een justitioneel geval. Spr. wil aan de justitie vragen om ia co- mite-generaal de gigeven te mog-m voo le- -1 en ,-lan zallilijke', dat hier geen sprake is geweest van machtsmisbruik. Er is ge handeld op verzoek van dea officier van justitie. B'ij deze aangelegenheid was in de eer ste plaats betrokken een agent, die reeds hu vu Lekend slaat als eén van de meest trvadign'^ lokn n het corns iBewi >onai De heer Collé (comm.) op betwijfelen- den toon: Nou, non!! De hen Van f) u i n h o v n (sd): Hij (de heer Oollé) voelt nog de slagen, die hiij vroeger eens van dien agent heeft ge kregen U (Vrootijkheid). De Voorzitter: Na persoonlijke in formatie bij de autoriteilen te Rotterdam, hebben deze mij gemachtigd mee te deelen, dat van machtsmisbruik hier geen sprake is geweest. Maar toch wordt hior in de raad ge sproken van: een ergerlijk geval van machtsmisbruik. Als men meent de politie zóó te moeten UIT HET ENGELSCH DOOR H. A. C. S. neerzetten, zal men naar spr. aanneemt, ook nel de waarde van het oordeel naar waard o aanslaan. De beieidsgrieven. Thans komt spr. lot do tweedo categorie vragen; Do inwendige verantwoordelijkheid dus do beieidsgrieven, die bij de behande ling van de begrooling in het geding zijn gebracht. Het geldt hier grieven mot betrekking tot feiten, handelingen en daden door iemand verricht met vele jaren ervaring op politioneel gebied; met een uitsteken den staat van dienst en belast met een zeer verantwoordelijke taak. Anderzijds heeft men hier te doen met een beoordeel in g of veroordeel ing van een zijde, die op dit gebied geen ingewijde is, die buiten dea kring slaat, waarin men kan beoordeelen wat wenschelïjk en noodig is teir verzekering van de orde en rust in de gemeente en de bescherming van ieders persoon en have en die ver staat van den inwendigen dienst bij de politie en geen enkele verantwoordelijkheid te dragen heeft Er zijn geen gewone vrageu gesteld of opmerkingen of zakelijke beschouwingen gehouden, maar men' gaat zeer positief zijn afkeuring over het politiebeleid uit spreken en daarover suggestieve vragen, stellen, zonder dat deze steunon op feiten. De voorstelling van zaken, zooals die is gegeven, is ten eenenmale onjuist. Dat kan spr. aantoonen. De grieven kunnen alleen op deze wijze in het passende licht gesteld worden. De ontslagen leden van het politiecorps. De eerste vraag van deze categorie luidt: Aan hoeveel leden van het po'itie- corps is, onder het beleid van den te- genwoordigen commissaris, ontslag ver leend? Die vraag is in de II. v A. beantwoord De gemeenteraad voteert de gelden en er was geen bezwaar tegen het juiste aan tal mee te deelen. Mevr. Benthem heeft uit het verslag van den toestand der gemeente Schiedam geciteerd: „Het politic-personeel deel over het algemeen zijn plicht en vervulde met opgewektheid zijn dienst". Maar wat dit citaat te maken heeft met het ontslag van 55-jarigen bij de P.TT., is spr. niet duidelijk. Hebben de ambtena ren bij den P.T.T.-dienst ook een z.g. slij tende betrekking? Is de vergelijking van bet werk van een PT.T.-ambtenaar met dat van een agent van politie wel juist? Een politieman is dag en nacht buiten en van diens uithoudingsvermogen worlt meerma len veel gevergd. Is, ais men daarop let, de gemaakte vergelijking juist en geeft dat het recht om te concludeeren, dat het ont slag van 55-jarige politieagenten onbillijk is Mevr. Benthem heeft als argument aan gevoerd, dat een van de 55-jarige agen ten, die ontslagen is, een man is, zoo groot a Is een hoorn. Maar het uiterlijk kan geen maatstaf zijn in dit geval De heer Collé (comm.)Daarmee ben ik het eens! Do Voorzitter: liet kan voorkomen, dal iemand er perfect uitziet, maar ga nvt hem naar den Keimngsraad en ...men zal hem beklagen. Niet elke kwaal uil zich zóó, dat men haar bestaan op iemands gericht kan lezen! Zelfs de Algenieeuo liond van Politie- peisoneel, bij mevr. Benhem toch wel be kend, heeft actie gevoerd voor oen wet telijke bepaling, waardoor vervroegd pen sioen voor do politie mogelijk zou wor den. Herinnert mevr. Benthem zich niet, dat vroeger, toen er voorstellen tot uitbreiding van de politie aan de ordo waren, aaa burgemeester Slulemeyer en commissaris Ellenberger is gezegd: Tracht hot aantal politiemannen zooveel mogelijk to beper ken, maar voer de hoedanigheid van het corps zelf zooveel mogelijk op! Daarop wordt nu gewerkt en daarbij' is het ontslag aan 55-jarigen één dei' maat regelen. Mevr, Benthem zegt: De ontslagenen zijn onbillijk beoordeeld! Hoe kan men dat zeggen, als do politie leiding de wet naast zich heeft, die hem tot het nemen van de getroffen maatrege len in slaat stelt! Elk geval is bovendien nog afzonderlijk bekeken. Bij de ontslage nen zijn mensclien van. GO jaar, 59 jaar, 57 jaar en 58 jaar. In het schrijven Yan 17 Maart 193G aan den raad over de reorganisatie van de politie wordt o.a. gezegd, dat alleen als de bekwaamheid van het corps wordt op gevoerd en het aantal agenten met 12 wordt uitgebreid, er een redelijke kans bestaat, dat aan de te stellen eiscben zal kunnen worden voldaan. Het aantal rechercheurs. Er wordt in do vragen van de soc. democraten gesproken van 12 recher cheurs. Er waren vroeger 6 rechercheurs en er zijn au nog 6 rechercheurs. Dat zrjin per sonen, die uitsluitend justitioneelen dienst doen. Bij de reorganisatie van do politie is echter het staat in de stukken gewezen op de noodzakelijkheid een af- deeling le stichten, belast met het toe zicht op de naleving van speciale wet ten, die o.a. conüijle zou hebben uit te oefenen op het houden van straatcollec- te's, loterijen, tombola's, enz. Die afdea- iing is tot stand gekomen; zij, die daar bij geplaatst zijn, zijn gespecialiseerd en enkele van hen ziet men nog al eens in burger. Er is beweerd, dat er een vloed van agenten m burger diesast doet. Als men niet met de zaken betreffende de politie op do boogie is, kan dat den raadsleden niet kwalijk genomen wordan, maar laat men, als men belang in de zaak stelt, dan te bevoegder plaatse even inlichtin gen vragen en niet iets beweren wat on juist isl De drieledige straf. Er zou aan een agent oen drieledige straf zijn opgelegd; mevr. Benthem heeft zich de oogen uitgewreven, toen zij daar over iets vernam. Spr. zal op deze kwestie niet ingaan en ook de aangelegenheid van de terug stelling om redenen, van persoonlijken aard niet behandelen. Maar de feiten, zooals deze' hier gesteld zijn, waren niet juist! De betrokkene heeft de gelegenheid gehad zich te wenden tot een instantie, die de billijkheid van de straf zou moeten be oordeelen, maar liij heeft daarvan geen gebruik gemaakt. De man is teruggesteld, maar dat moet niet beschouwd worden als een straf... Mevr. B o u t h c md e Wilde (s.d1.) verbaasd: Gos«ie Do V oo r/. i 11 e r Laat de bctio'ckenc het als ecu straf aanmerken, maar dit was liet niet on hot gaat hier over het meer ledige van de straf. Art, <10 van de ambtenarcn-i11sl.i|Tlie zegt echter nadrukkelijk, d.it do g nioeijje voorgaande straffen ook gecombineerd op gelogd kunnen worden. Deze bopuimg uit do instructie gold ook ouder wijion bur gemeester Stulerueijor! In den regel woidt echter van deze bevoegdheid' geen ge bruik gemaakt. Trouwens in art. 80 van het gewone Ambtenarenreglement wordt combinatie van straf ook toegestaan. Er wordt beweerd, dat de betrokkene co straf is opgelegd, die 6 maanden zou du ren. Daar is geen sprake van! 1'rivé-schuldcn. Mevr.. Benthem heeft zich do oogen uit gewreven, maar ook spr. heeft dat ged.ian. toen hij de vraag las, of liet waar was, dat iemand wegens het hebben van privó- schulden zou zijn gestraft, want zij, die do vraag stelden, bleken slecht op de hoogte te zijn van do reglementonl Spr. zal nie^ pecios gaan uitmeten, waarom straf moest worden opgelegd; het rapport ligt voor do raadsleden ter inzage. Maar dit wil spr. er nog wel van zeggen, dat privé-schulden onder meer een reilen was om in te grijpen. In art, 42 van de oude instructie werd1 reeds bepaald, dat het maken van schul den een grond kan zijn voor ontslag en die bepaling is in do nieuwe instructie overgenomen. Die bepaling gold dus ook, toen spr. moest ingrijpen. Spr. heeft den betrokkene echter niet ontslagen maar liet in een andere richting gezocht. Neemt Schiedam dan misschien een zoo uitzonderlijke positie in, dat hier perso neel der gemeente ontslagen kan worden wegens privéschulden? Spr. her innert ter beantwoording van deze vraag aan een uitspraak van den Cenlnlen Raad van Beroep van Februari 1936, die iemand ongeschikt verklaarde voor het langer vervullen van zijn functie in gemeente dienst hot was geen politieman we gens het maken van schulden en hem des wege uit het ambtenarencorps zette. Et is dus geen sprake van, dat hier ten onrechte straf zou zijn opgelegd of dat onwettig zou zijn gehandeld. Spr, heeft naar aanleiding van de opge legde straf iemand bij zich gehad', die het geval heel erg vond. Maar er was niets aan te doen. Er waren 6 weken verloopen en de straf liep over 3 maanden. Een ge deelte van de straf is nog kwijtgescholden. Do voorwaarden waren intusschen door den betrokkene uitgevoerd. De „zenuwzieke". „Do man is volkomen zenuwziek ge worden" is hier beweerd. Spr. heeft de bewijzen, dat de ongesteld heid van den belrokkeno met zenuwziekte niets te maken heeft gehad. Maar als de buitenstaander de mededeelmg van de soc.- democraten in de krant leest, wordt als feit aangenomen, dat de commissaris, met den burgemeester aan hot hoofd, oorzaak is dat een agent zenuwziek is geworden! Als de betrokken beambte daar geen be zwaar tegen heeft, zal spr. in comité gene raal eventueel de zaak volledig belichten. Op eere-woord kan spr. echter hier wel verklaren, dat van oneerlijkheid geen sprake is. (Wordt venolgd). 8) Hi; was niet dronken, daar was ik zeker van. Maar hij keek en bewoog zich. alsof hij slechts half bij kennis was. liet was, alsof zijn geest weg was en alleen zijn lichaam bewoog, in een soort van zinsverbijstering. Wat was hij aan het doen, terwijl hij in dien toestand rond sloop, midden in den nacht, terwijl de rest van het huis al urenlang in slaap ver zonken was? liet is misschien onnoodig te vertellen, dat ik dien nacht niet tot slapen kwam. Toen liet licht werd, zat ik nog, in één spanning, op den rand van de clnise longue, die ik buiten de dchtstreep, die uit de badkamer kwam, had' geschoven, tenvijl ik gelijktijdig mijn oogen op de deur en op liet raam gericht hield wat, daar rij vlak tegenover elkaar waren, een beetje onbegrijpelijk klinkt, maar, onder dieorn- stnndigheden, heel. eenvoudig was. Om streeks" drie uur hield de regen op, wat een verademing was: ik werd jnoe van het probeeren de geluiden te ondersehei- :den op het balcon, terwijl de regen zacht ruischte. Toen de zon opkwam, had ik twee din gen vastgesteld: ten eerste, dat Bavard Thatcher zeer waarschijnlijk het slacht offer geweest was vari een moorddadi- gen aanval en waarschijnlijk nog meer slachtoffer zou worden; ten tweede, dat ik mijn verpleging opeens in den steek zou laten. Ik liet mijn verpleging niet in den steek; ik heb nooit een verpleging in den steek gelaten, ofschoon de tijd kwam, waarop ik bitter berouw had, dat ik niet bij de eerste aanduiding van iets onge woons, mijn biezen gepakt had. Toen de koele morgenlucht zachtjes de kamer binnendrong en de zon de toppen der iepen aanraakte, stond1 ik op, rekte mijn stijf geworden ledematen uit en ging het licht in de badkamer uitdoen. Toen ik terug kwam, oewoog mijn pa tient zijn gewonde arm, was onrustig en mompelde iets. Ik kwam bij het bed, men nend, dat hij mij geroepen had' Hij was nog in slaap. Maar, toen ik mij over hem heen hoog, zei hij heel duidelijk: „Je kunt naar do maan loopen, Allen Carick," en daarna voegde hij er met moeite aan toe: „N it a's graf." Ik ben er zeker van, dat hij dat zei; ik heb er daarna voortdurend' over nage dacht. Het is waar, dat hij sprak, alsof hij de woorden er pas na groote inspan ning uit kreeg, maar zoo praten mensehen altijd in hun slaap, en, zocals ik zeg, de woorden waren zeer duidelijk. Daarna stierven de woorden in gemom pel weg, hij bewoog zich weer, opende Wat Uw snelheidsmeter f U niet vertelt' IRNfeiJAH Februari 1937, Hilversum I, 1875 NI, AVRO Uitzending. 11 11,30 vm 'öi 6.807 RVU. S Gramofonn. 10 Moigruiwijding, 10.15) Gramofoon, 10.30 Ensemble 11 Lezing 11.30 Ensemble. 12 30 Orgel, t Kovacs Lajos. 2 Oikesl. 3 Knipcursus. 4 Piano. 4.30 Kinderkoor. 5 Kinderbal!uur. 5.80 Oikcsl. 6.30 Psychologische causorio. 7, Voor do kinderen, 7.05 AVRO-Dansoïb leest. 7.30 Pngcischc les, 8 Berichten', 8.10 Bonte D'insdagavondtrcm. 9 30 Vo caal concert. 10 Gnimofoon. 1.0,30 Schaak) los, 11 Berichten. Hierna AVRO Dansoft kost. 11,40— 12 Gramofoon. Hilversum II, 301 M. KRO-Ui trending. 89.15 on 10 Gramofoon. 11.30 GodscI', halfuur. 12 Berichten. 12.15 KllO-mv kest en Gramofoon. 2 Vrouwenuur. 3 Modccursus. 4.05 Gramofoon. 4.10 Or gel cn-Gramofoon. 6.20 Gramofoon, 5.45 Fdiciintiebezoek. G De KRO-Mdodiston en solist. 6.40 Esperanto. 7 Berichten, 7.15 Economische causerie. 7.35 Sport hal fuur. 8 Berichten. 8.10 Vastenavond- programma m. m. v. KRO-orkesten eni solisten. 10.30 Berichten. 10.40 Orkest. 11.2012 Gramofoon. Droilwich, 1500 M. 11.05 'Causerie. 11.20—11..50 Orgel. 12.10 Orkest. 12.45 Reportage. 1.10 Or kest en solist. 1.50—2.20 Gramofoon', 4.20 Actuoelë causerie. 4.40 Zigeuner orkest, 5.10 Gramofoon, 5.35 Orkest 6.20 Tijdsein, Berichten. 6.45 Orkest, 7.50 Discussie. 8.35 Revueprogramma. 9.20 Berichten. 9.40 Causerie. 10 Orgel. 10,20 Radiotooneel. 11.35 Maurice Win- nick en zijn Band. 11.5012.20 Dans muziek. j Radio Paris, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gramofoon. 11.20 Sym- phonieconcert 1.35 Zang, 1.50 Vervolg concert. 1.50 Gramofoon. 4,50 en 5 50 Gramofoon. 6.05 Zang. 6.50 Gramofoon, 7.05 Zang. 7.20 Gramofoon. 9 05 Orkest. 11.201.20 Dansoricest. Keulen, 456 M. 5.50 Orkest. 6.30 Gramofoon, 7 50 Or kest. 11.20 Orkest. 12.35 Orkest en. dansorkest. 1,35 Gramofoon. 3.20 Orkest. 5.20 Kamerorkest. 7.30—12.20 Gar na valsprogramma. Brussel, 322 en 484 M. 322 M. (Vlaamsch) 12.20 Gramofoon. 12.50 Kloinorkest. 1 30 Salonorkest. 1 50 2.20 Gramofoon. 5.20 Orkest. 6 50 en 7,20 Gramofoon. 8.20 Symphonieorkest cn soliste, 10.30—11.20 Gramofooi. 484 M. (Fransch) 12.20 Gramotoo® 12.50 Salonorkest. 1.30 Kloinorkest. 1 50 2.20 Gramofoon. 5.30 Orgel. 6 35 Re portage. 7.05 en 7.35 Gramofoon. 8 20 Kloinorkest en radiotooneel. 9.35 Klem orkest. 10.3011.15 Gramofoon. SCHIEDAMSCHE RADIO CENTRALE Dinsdag 9 Februari. Programma 3. 8—8.50 en 9.05—10 20 Keulen. 11.20 Dannmrks Radio. Uurslag cn orkest. 1220 Brussel (Vlaamsch). 2.20 Pauze of gramofoon. 2 50 Radio Paris. 3 20 Keu len. 5.20 Brussel (Vlaamsch). 7.05 Bus sel (Fransch). 7.20 Keulen. Programma 4, 8 Brussel (Vlaamsch). 9.20 Pauze of gramofoon. \0.35 Regional. Godsdienst, orkest en diversen. 1.35 Droitwich. 25 Regional Dansmuziek en orkesten. 150 Droilwich. 6.20 D.versen. 6.45 IJ >it- wich 7.50 Regional. 8,35 Droitwich 9.40 Weenen. Gramofoon. 10.20 Brussel (VI.). 10 30 Brussel (Fransch). 10.45 Regte al. Orkest. Programma 5. 12 35 Keulen. 1.30 Brussel Vlaams„hj. 220 Diversen, 3.05 Deutschland sender. 420 Diversen. 6.20 Regional. 7.50 Brus sel (Vlaamsch). 11.20 Diversen. zijn oogen en kook mij aan, met oen ver legenheid, die sterk geleek op angst. „Wat wie ter wereld Zijn gelaat klaarde op. „O, u bent de zuster, natuur lijk. U lijkt op een Walkure met dat han gende haar, bezorgde mij een soort van schok Ik was aan het droomen." „Wat droomde u?" Ik ging mijn muts en haarspelden zoeken. „Wat? 0, iets geks. Het regende van nacht, niet?" „Ja, het regende." Ik maakte vóór den spiegel 'mijn haaT op en zette mijn witte muts op. Daarna ging ik naar het balconraam. De door den regen doorweekte tuin zag er schoon en helder en vroolijk uit, alsof hij juist zijn gezicht had gewassclien en er schik in had; hier en daar zag ik de schittering van de regendruppels op het teere groen. Het grasveld was heldergroen, een dik roodborstje voelde zioh geluk kig met liet happen naar wormen, en er gens in de hoornen zat een Vlaamsohe gaai, in een ongewone vriendelijke -stem ming, en liet zijn zaclit-klinkende geluidjes hooren. Reeds begon, de schrik, dien ik 's nachts gehad had, op een droom te gelijken en te verzwakken. Ik keek naar het balcon. De ligstoel stond ongevouwen tegen den muur. En er waxen onomstootelijke bewij zen, dat de man, die op het balcon had staan loeren, werkelijkheid en geen geest geweest was en geen product van mijn verbeelding. Het eene was een klein klod dertje modder: het zag er uit, pf liet een voetstap geweest was, maar was heelemaal niet als een voetstap te herken- non. Maar den vorigen dag was de vloer van het balcon volmaakt schoon ge weest. liet andere bewijs was een natte wille envelop, die vlak onder den een beetje vooruilstekenden rand van het raam ge vallen was. Hetgeen mij later het meest bezig hield, was bet feit, dat de ligstoel netjes opge vouwen tegen den muur stond. Ik had hem opengeslagen achtergelaten en nie mand was sinds dien van de kamer op het balcon gegaan. Zooals ieder weet, is een ligstoel een buitengewoon onhandig ding om op te vouwen en lastig en grillig en gewoon allerlei verwikkelingen te be zorgen. Geen gewone landloopcr of dief zou de moeite nomen om hem op te vouwen en hem tegen den regen te be schermen. Daarop ..bukte ik mij, on raap te de envelop op. Er stond' geen adres op en zij was niet dicht geplakt. Ik open- do haar Hoofdstuk III „Wat is dat?" vroeg Bayard' scherp. .Wat is dat?" Ik had het papier al-in do envelop ge daan. Het was oen gewoon blad' schrijf papier, opgevouwen in do envelop gesto ken Maar het vreémde er van was, dat het heelemaal onbeschreven was. Ik zou er misschien een grrjntje van begrepen hebben, als er iets op geschreven was, maar zooals het nu was, was ik heele maal in de war gebiacht. „Geef aan mij," beval Bayard Thatcher, kort en krachtig. „Het is voor mij be doeld Wat beteekent dat, om het open te maken en te lezen?" „Hot is niet aan u of aan iemand an ders geadresseerd," zei ik energ.e'c ,,'iier is het. En het is een gewoon stuk reit papier." ilij pakte het ongeduldig vast, De rek het met een scherpen blik en keek mij boos aan. „Er was iets binnen in. U nam hel er uil." „Dat heb ik niet gedaan." Misschien overtu.gde hem mijn gerecht vaardigde veiontwaardigmg In ieder geval bleef hij dreigend naar het papier staren. Plotseling glimlachte hij, alsof Lij iets be grepen had, „Gooi liet in de prnllemnncl, miss Keate," zei hij. „Het is alleen hot teeirea van 'een nieuwe poging om mij heet te nernen." En hij lag daar, glimlachend, te kijken naar het mahoniehouten voeteneinde. Hot was toen, geloof ik, dal mij 'te gedachte door mijn hoofd ging, dat dogeen, die zoo beslist Bayard Thatcher's einde wou ver haasten, daar misschien een goede en geldige reden voor zou hebben :lel feit was niet te loochenen, dat er soms cal blik in zijn geelgrijze oogen was, dia mij een rilling over mijn rug nezorgdo. En hoewel iemand, die voor zijn 'even vreest, een beetje zenuwachtig Kan zijn, stond mij de manier, waarop hij tegen mij sprak, niet aan. (Wordt vervolgd). Als uw snelheid verdubbelt, wordt de remweg (afstand, waarbinnen u stopt) viermaal zoo groot; die wetenschap is méér waard dan het besef, dat u 60 of 70 km per uur rijdt! Denkt daar eens aan voor u den snelheidsmeter II te hoog laat oploopen1 NlrtjW

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1937 | | pagina 6