HET PO LI Tl EDEBAT
De burgemeester zet zijn rede voort. De
vrijheidsberoving. De beieidsgrieven. Het
ontslag van leden van het personeel.
Straffen.
et huis der
mysteries
Radioprogramma's)
VernUtp rmi {(en Gemeenteraad
De rapporten spreken
Be„ idylle 1 rui het eendje'.
Do Yoüuiltor, nvr. dr. F. L. J.
van Baarea, vervolgt
Er s hior -een medede-eling gedaan over
hei yvegbremgea niet de politioaufo van
een eendje.
Als de zaak niet zoo ernstig was, zon
men van deze eend kunnen spreken al?
van een echtencanard. (Gelach).
Spr. leest 't rapport voor van een in
specteur van poli lie, waarin dit geval wordt
behandeld.
Daarin wordt medegedeeld, dat in den
nacht van 12 op 13 Januari 1937 een
soort eend in den politiepost Buitenhaven-
weg werd aangebracht, die op de Koemarkt
aangetroffen was.
De eend zou den volgenden dag naar
den v.]ver aan de Galvaaistraat worden
gebiacht, de moeilijkheid was echter noe
dat moest geschieden. De chauffeur van de
politic-auto, die toch naar Rottoidam
moest, htx.fi toen voorgesteld de eend
oven mee ito nemen en in den vijver
aan den Swammerdaxnsingel fe deponee-
ren.
Als het geval hier in den raad bleef,
/Ou het niet erg zijn, als om deze historie
gelachen werd. Maar als het wordt uitge
buit om te betoogen, dat de overvalwagen
te pas en. te onpas uitrukt, wordt aan
het gezag van de politie ernstige schade
toegebracht Ook als de zaak tot haar
ware proporties wordt teruggebracht, wordt
het gestichte kwaad niet uitgewiseht; er
blijlt altijd wel iets van hangen. Ook met
een tegenspraak zal men nooit het kwaad
dat veroorzaakt werd, geheel teniet kunnen
Joen.
De vrijheidsberdoi lag.
Er is bier gesproken van roekeloos han
delen, waardoor iemand eenigon tijd van
zijn vrijheid werd beroofd.
Hoe kan iemand, die niets van de stuk
ken weet etu niet ook do andere partij
heeft gehoord, zoo lichtvaardig oordeelen?
liet betreft hier een justitioneel geval.
Spr. wil aan de justitie vragen om ia co-
mite-generaal de gigeven te mog-m voo le-
-1 en ,-lan zallilijke', dat hier geen sprake
is geweest van machtsmisbruik. Er is ge
handeld op verzoek van dea officier van
justitie.
B'ij deze aangelegenheid was in de eer
ste plaats betrokken een agent, die reeds
hu vu Lekend slaat als eén van de meest
trvadign'^ lokn n het corns iBewi >onai
De heer Collé (comm.) op betwijfelen-
den toon: Nou, non!!
De hen Van f) u i n h o v n (sd):
Hij (de heer Oollé) voelt nog de slagen, die
hiij vroeger eens van dien agent heeft ge
kregen U (Vrootijkheid).
De Voorzitter: Na persoonlijke in
formatie bij de autoriteilen te Rotterdam,
hebben deze mij gemachtigd mee te deelen,
dat van machtsmisbruik hier geen sprake
is geweest.
Maar toch wordt hior in de raad ge
sproken van: een ergerlijk geval van
machtsmisbruik.
Als men meent de politie zóó te moeten
UIT HET ENGELSCH DOOR H. A. C. S.
neerzetten, zal men naar spr. aanneemt,
ook nel de waarde van het oordeel naar
waard o aanslaan.
De beieidsgrieven.
Thans komt spr. lot do tweedo categorie
vragen; Do inwendige verantwoordelijkheid
dus do beieidsgrieven, die bij de behande
ling van de begrooling in het geding zijn
gebracht.
Het geldt hier grieven mot betrekking
tot feiten, handelingen en daden door
iemand verricht met vele jaren ervaring
op politioneel gebied; met een uitsteken
den staat van dienst en belast met een
zeer verantwoordelijke taak.
Anderzijds heeft men hier te doen met
een beoordeel in g of veroordeel ing van een
zijde, die op dit gebied geen ingewijde is,
die buiten dea kring slaat, waarin men kan
beoordeelen wat wenschelïjk en noodig is
teir verzekering van de orde en rust in
de gemeente en de bescherming van ieders
persoon en have en die ver staat van den
inwendigen dienst bij de politie en geen
enkele verantwoordelijkheid te dragen heeft
Er zijn geen gewone vrageu gesteld of
opmerkingen of zakelijke beschouwingen
gehouden, maar men' gaat zeer positief
zijn afkeuring over het politiebeleid uit
spreken en daarover suggestieve vragen,
stellen, zonder dat deze steunon op feiten.
De voorstelling van zaken, zooals die
is gegeven, is ten eenenmale onjuist. Dat
kan spr. aantoonen. De grieven kunnen
alleen op deze wijze in het passende licht
gesteld worden.
De ontslagen leden van het
politiecorps.
De eerste vraag van deze categorie
luidt: Aan hoeveel leden van het po'itie-
corps is, onder het beleid van den te-
genwoordigen commissaris, ontslag ver
leend?
Die vraag is in de II. v A. beantwoord
De gemeenteraad voteert de gelden en er
was geen bezwaar tegen het juiste aan
tal mee te deelen.
Mevr. Benthem heeft uit het verslag
van den toestand der gemeente Schiedam
geciteerd: „Het politic-personeel deel over
het algemeen zijn plicht en vervulde met
opgewektheid zijn dienst".
Maar wat dit citaat te maken heeft met
het ontslag van 55-jarigen bij de P.TT.,
is spr. niet duidelijk. Hebben de ambtena
ren bij den P.T.T.-dienst ook een z.g. slij
tende betrekking? Is de vergelijking van
bet werk van een PT.T.-ambtenaar met dat
van een agent van politie wel juist? Een
politieman is dag en nacht buiten en van
diens uithoudingsvermogen worlt meerma
len veel gevergd. Is, ais men daarop let,
de gemaakte vergelijking juist en geeft dat
het recht om te concludeeren, dat het ont
slag van 55-jarige politieagenten onbillijk
is
Mevr. Benthem heeft als argument aan
gevoerd, dat een van de 55-jarige agen
ten, die ontslagen is, een man is, zoo
groot a Is een hoorn. Maar het uiterlijk kan
geen maatstaf zijn in dit geval
De heer Collé (comm.)Daarmee ben
ik het eens!
Do Voorzitter: liet kan voorkomen,
dal iemand er perfect uitziet, maar ga
nvt hem naar den Keimngsraad en ...men
zal hem beklagen. Niet elke kwaal uil zich
zóó, dat men haar bestaan op iemands
gericht kan lezen!
Zelfs de Algenieeuo liond van Politie-
peisoneel, bij mevr. Benhem toch wel be
kend, heeft actie gevoerd voor oen wet
telijke bepaling, waardoor vervroegd pen
sioen voor do politie mogelijk zou wor
den.
Herinnert mevr. Benthem zich niet, dat
vroeger, toen er voorstellen tot uitbreiding
van de politie aan de ordo waren, aaa
burgemeester Slulemeyer en commissaris
Ellenberger is gezegd: Tracht hot aantal
politiemannen zooveel mogelijk to beper
ken, maar voer de hoedanigheid van het
corps zelf zooveel mogelijk op!
Daarop wordt nu gewerkt en daarbij' is
het ontslag aan 55-jarigen één dei' maat
regelen.
Mevr, Benthem zegt: De ontslagenen
zijn onbillijk beoordeeld!
Hoe kan men dat zeggen, als do politie
leiding de wet naast zich heeft, die hem
tot het nemen van de getroffen maatrege
len in slaat stelt! Elk geval is bovendien
nog afzonderlijk bekeken. Bij de ontslage
nen zijn mensclien van. GO jaar, 59 jaar,
57 jaar en 58 jaar.
In het schrijven Yan 17 Maart 193G aan
den raad over de reorganisatie van de
politie wordt o.a. gezegd, dat alleen als
de bekwaamheid van het corps wordt op
gevoerd en het aantal agenten met 12
wordt uitgebreid, er een redelijke kans
bestaat, dat aan de te stellen eiscben
zal kunnen worden voldaan.
Het aantal rechercheurs.
Er wordt in do vragen van de soc.
democraten gesproken van 12 recher
cheurs.
Er waren vroeger 6 rechercheurs en
er zijn au nog 6 rechercheurs. Dat zrjin per
sonen, die uitsluitend justitioneelen dienst
doen. Bij de reorganisatie van do politie
is echter het staat in de stukken
gewezen op de noodzakelijkheid een af-
deeling le stichten, belast met het toe
zicht op de naleving van speciale wet
ten, die o.a. conüijle zou hebben uit te
oefenen op het houden van straatcollec-
te's, loterijen, tombola's, enz. Die afdea-
iing is tot stand gekomen; zij, die daar
bij geplaatst zijn, zijn gespecialiseerd en
enkele van hen ziet men nog al eens in
burger.
Er is beweerd, dat er een vloed van
agenten m burger diesast doet. Als men
niet met de zaken betreffende de politie
op do boogie is, kan dat den raadsleden
niet kwalijk genomen wordan, maar laat
men, als men belang in de zaak stelt,
dan te bevoegder plaatse even inlichtin
gen vragen en niet iets beweren wat on
juist isl
De drieledige straf.
Er zou aan een agent oen drieledige
straf zijn opgelegd; mevr. Benthem heeft
zich de oogen uitgewreven, toen zij daar
over iets vernam.
Spr. zal op deze kwestie niet ingaan
en ook de aangelegenheid van de terug
stelling om redenen, van persoonlijken aard
niet behandelen. Maar de feiten, zooals
deze' hier gesteld zijn, waren niet juist!
De betrokkene heeft de gelegenheid gehad
zich te wenden tot een instantie, die de
billijkheid van de straf zou moeten be
oordeelen, maar liij heeft daarvan geen
gebruik gemaakt.
De man is teruggesteld, maar dat moet
niet beschouwd worden als een straf...
Mevr. B o u t h c md e Wilde (s.d1.)
verbaasd: Gos«ie
Do V oo r/. i 11 e r Laat de bctio'ckenc
het als ecu straf aanmerken, maar dit was
liet niet on hot gaat hier over het meer
ledige van de straf.
Art, <10 van de ambtenarcn-i11sl.i|Tlie
zegt echter nadrukkelijk, d.it do g nioeijje
voorgaande straffen ook gecombineerd op
gelogd kunnen worden. Deze bopuimg uit
do instructie gold ook ouder wijion bur
gemeester Stulerueijor! In den regel woidt
echter van deze bevoegdheid' geen ge
bruik gemaakt.
Trouwens in art. 80 van het gewone
Ambtenarenreglement wordt combinatie
van straf ook toegestaan.
Er wordt beweerd, dat de betrokkene co
straf is opgelegd, die 6 maanden zou du
ren. Daar is geen sprake van!
1'rivé-schuldcn.
Mevr.. Benthem heeft zich do oogen uit
gewreven, maar ook spr. heeft dat ged.ian.
toen hij de vraag las, of liet waar was,
dat iemand wegens het hebben van privó-
schulden zou zijn gestraft, want zij, die
do vraag stelden, bleken slecht op de
hoogte te zijn van do reglementonl
Spr. zal nie^ pecios gaan uitmeten,
waarom straf moest worden opgelegd; het
rapport ligt voor do raadsleden ter inzage.
Maar dit wil spr. er nog wel van zeggen,
dat privé-schulden onder meer een reilen
was om in te grijpen.
In art, 42 van de oude instructie werd1
reeds bepaald, dat het maken van schul
den een grond kan zijn voor ontslag en
die bepaling is in do nieuwe instructie
overgenomen. Die bepaling gold dus ook,
toen spr. moest ingrijpen. Spr. heeft den
betrokkene echter niet ontslagen maar liet
in een andere richting gezocht.
Neemt Schiedam dan misschien een zoo
uitzonderlijke positie in, dat hier perso
neel der gemeente ontslagen kan
worden wegens privéschulden? Spr. her
innert ter beantwoording van deze vraag
aan een uitspraak van den Cenlnlen Raad
van Beroep van Februari 1936, die iemand
ongeschikt verklaarde voor het langer
vervullen van zijn functie in gemeente
dienst hot was geen politieman we
gens het maken van schulden en hem des
wege uit het ambtenarencorps zette.
Et is dus geen sprake van, dat hier ten
onrechte straf zou zijn opgelegd of
dat onwettig zou zijn gehandeld.
Spr, heeft naar aanleiding van de opge
legde straf iemand bij zich gehad', die het
geval heel erg vond. Maar er was niets
aan te doen. Er waren 6 weken verloopen
en de straf liep over 3 maanden. Een ge
deelte van de straf is nog kwijtgescholden.
Do voorwaarden waren intusschen door
den betrokkene uitgevoerd.
De „zenuwzieke".
„Do man is volkomen zenuwziek ge
worden" is hier beweerd.
Spr. heeft de bewijzen, dat de ongesteld
heid van den belrokkeno met zenuwziekte
niets te maken heeft gehad. Maar als de
buitenstaander de mededeelmg van de soc.-
democraten in de krant leest, wordt als feit
aangenomen, dat de commissaris, met den
burgemeester aan hot hoofd, oorzaak is dat
een agent zenuwziek is geworden!
Als de betrokken beambte daar geen be
zwaar tegen heeft, zal spr. in comité gene
raal eventueel de zaak volledig belichten.
Op eere-woord kan spr. echter hier wel
verklaren, dat van oneerlijkheid geen
sprake is.
(Wordt venolgd).
8)
Hi; was niet dronken, daar was ik
zeker van. Maar hij keek en bewoog zich.
alsof hij slechts half bij kennis was.
liet was, alsof zijn geest weg was en
alleen zijn lichaam bewoog, in een soort
van zinsverbijstering. Wat was hij aan
het doen, terwijl hij in dien toestand rond
sloop, midden in den nacht, terwijl de rest
van het huis al urenlang in slaap ver
zonken was?
liet is misschien onnoodig te vertellen,
dat ik dien nacht niet tot slapen kwam.
Toen liet licht werd, zat ik nog, in één
spanning, op den rand van de clnise
longue, die ik buiten de dchtstreep, die uit
de badkamer kwam, had' geschoven, tenvijl
ik gelijktijdig mijn oogen op de deur en
op liet raam gericht hield wat, daar rij
vlak tegenover elkaar waren, een beetje
onbegrijpelijk klinkt, maar, onder dieorn-
stnndigheden, heel. eenvoudig was. Om
streeks" drie uur hield de regen op, wat
een verademing was: ik werd jnoe van
het probeeren de geluiden te ondersehei-
:den op het balcon, terwijl de regen zacht
ruischte.
Toen de zon opkwam, had ik twee din
gen vastgesteld: ten eerste, dat Bavard
Thatcher zeer waarschijnlijk het slacht
offer geweest was vari een moorddadi-
gen aanval en waarschijnlijk nog meer
slachtoffer zou worden; ten tweede, dat
ik mijn verpleging opeens in den steek
zou laten.
Ik liet mijn verpleging niet in den
steek; ik heb nooit een verpleging in
den steek gelaten, ofschoon de tijd kwam,
waarop ik bitter berouw had, dat ik niet
bij de eerste aanduiding van iets onge
woons, mijn biezen gepakt had.
Toen de koele morgenlucht zachtjes de
kamer binnendrong en de zon de toppen
der iepen aanraakte, stond1 ik op, rekte
mijn stijf geworden ledematen uit en
ging het licht in de badkamer uitdoen.
Toen ik terug kwam, oewoog mijn pa
tient zijn gewonde arm, was onrustig en
mompelde iets. Ik kwam bij het bed, men
nend, dat hij mij geroepen had' Hij was
nog in slaap. Maar, toen ik mij over
hem heen hoog, zei hij heel duidelijk:
„Je kunt naar do maan loopen, Allen
Carick," en daarna voegde hij er met
moeite aan toe: „N it a's graf."
Ik ben er zeker van, dat hij dat zei;
ik heb er daarna voortdurend' over nage
dacht. Het is waar, dat hij sprak, alsof
hij de woorden er pas na groote inspan
ning uit kreeg, maar zoo praten mensehen
altijd in hun slaap, en, zocals ik zeg,
de woorden waren zeer duidelijk.
Daarna stierven de woorden in gemom
pel weg, hij bewoog zich weer, opende
Wat Uw snelheidsmeter f
U niet vertelt'
IRNfeiJAH Februari 1937,
Hilversum I, 1875 NI,
AVRO Uitzending. 11 11,30 vm 'öi
6.807 RVU.
S Gramofonn. 10 Moigruiwijding, 10.15)
Gramofoon, 10.30 Ensemble 11 Lezing
11.30 Ensemble. 12 30 Orgel, t Kovacs
Lajos. 2 Oikesl. 3 Knipcursus. 4 Piano.
4.30 Kinderkoor. 5 Kinderbal!uur. 5.80
Oikcsl. 6.30 Psychologische causorio. 7,
Voor do kinderen, 7.05 AVRO-Dansoïb
leest. 7.30 Pngcischc les, 8 Berichten',
8.10 Bonte D'insdagavondtrcm. 9 30 Vo
caal concert. 10 Gnimofoon. 1.0,30 Schaak)
los, 11 Berichten. Hierna AVRO Dansoft
kost. 11,40— 12 Gramofoon.
Hilversum II, 301 M.
KRO-Ui trending.
89.15 on 10 Gramofoon. 11.30 GodscI',
halfuur. 12 Berichten. 12.15 KllO-mv
kest en Gramofoon. 2 Vrouwenuur. 3
Modccursus. 4.05 Gramofoon. 4.10 Or
gel cn-Gramofoon. 6.20 Gramofoon, 5.45
Fdiciintiebezoek. G De KRO-Mdodiston
en solist. 6.40 Esperanto. 7 Berichten,
7.15 Economische causerie. 7.35 Sport
hal fuur. 8 Berichten. 8.10 Vastenavond-
programma m. m. v. KRO-orkesten eni
solisten. 10.30 Berichten. 10.40 Orkest.
11.2012 Gramofoon.
Droilwich, 1500 M.
11.05 'Causerie. 11.20—11..50 Orgel.
12.10 Orkest. 12.45 Reportage. 1.10 Or
kest en solist. 1.50—2.20 Gramofoon',
4.20 Actuoelë causerie. 4.40 Zigeuner
orkest, 5.10 Gramofoon, 5.35 Orkest
6.20 Tijdsein, Berichten. 6.45 Orkest,
7.50 Discussie. 8.35 Revueprogramma.
9.20 Berichten. 9.40 Causerie. 10 Orgel.
10,20 Radiotooneel. 11.35 Maurice Win-
nick en zijn Band. 11.5012.20 Dans
muziek. j
Radio Paris, 1648 M.
7.20 en 8.20 Gramofoon. 11.20 Sym-
phonieconcert 1.35 Zang, 1.50 Vervolg
concert. 1.50 Gramofoon. 4,50 en 5 50
Gramofoon. 6.05 Zang. 6.50 Gramofoon,
7.05 Zang. 7.20 Gramofoon. 9 05 Orkest.
11.201.20 Dansoricest.
Keulen, 456 M.
5.50 Orkest. 6.30 Gramofoon, 7 50 Or
kest. 11.20 Orkest. 12.35 Orkest en.
dansorkest. 1,35 Gramofoon. 3.20 Orkest.
5.20 Kamerorkest. 7.30—12.20 Gar na
valsprogramma.
Brussel, 322 en 484 M.
322 M. (Vlaamsch) 12.20 Gramofoon.
12.50 Kloinorkest. 1 30 Salonorkest. 1 50
2.20 Gramofoon. 5.20 Orkest. 6 50 en
7,20 Gramofoon. 8.20 Symphonieorkest
cn soliste, 10.30—11.20 Gramofooi.
484 M. (Fransch) 12.20 Gramotoo®
12.50 Salonorkest. 1.30 Kloinorkest. 1 50
2.20 Gramofoon. 5.30 Orgel. 6 35 Re
portage. 7.05 en 7.35 Gramofoon. 8 20
Kloinorkest en radiotooneel. 9.35 Klem
orkest. 10.3011.15 Gramofoon.
SCHIEDAMSCHE RADIO CENTRALE
Dinsdag 9 Februari.
Programma 3.
8—8.50 en 9.05—10 20 Keulen. 11.20
Dannmrks Radio. Uurslag cn orkest.
1220 Brussel (Vlaamsch). 2.20 Pauze of
gramofoon. 2 50 Radio Paris. 3 20 Keu
len. 5.20 Brussel (Vlaamsch). 7.05 Bus
sel (Fransch). 7.20 Keulen.
Programma 4,
8 Brussel (Vlaamsch). 9.20 Pauze of
gramofoon. \0.35 Regional. Godsdienst,
orkest en diversen. 1.35 Droitwich. 25
Regional Dansmuziek en orkesten. 150
Droilwich. 6.20 D.versen. 6.45 IJ >it-
wich 7.50 Regional. 8,35 Droitwich 9.40
Weenen. Gramofoon. 10.20 Brussel (VI.).
10 30 Brussel (Fransch). 10.45 Regte al.
Orkest.
Programma 5.
12 35 Keulen. 1.30 Brussel Vlaams„hj.
220 Diversen, 3.05 Deutschland sender.
420 Diversen. 6.20 Regional. 7.50 Brus
sel (Vlaamsch). 11.20 Diversen.
zijn oogen en kook mij aan, met oen ver
legenheid, die sterk geleek op angst.
„Wat wie ter wereld Zijn gelaat
klaarde op. „O, u bent de zuster, natuur
lijk. U lijkt op een Walkure met dat han
gende haar, bezorgde mij een soort van
schok Ik was aan het droomen."
„Wat droomde u?" Ik ging mijn muts
en haarspelden zoeken.
„Wat? 0, iets geks. Het regende van
nacht, niet?"
„Ja, het regende."
Ik maakte vóór den spiegel 'mijn haaT
op en zette mijn witte muts op.
Daarna ging ik naar het balconraam.
De door den regen doorweekte tuin zag
er schoon en helder en vroolijk uit, alsof
hij juist zijn gezicht had gewassclien en
er schik in had; hier en daar zag ik de
schittering van de regendruppels op het
teere groen. Het grasveld was heldergroen,
een dik roodborstje voelde zioh geluk
kig met liet happen naar wormen, en er
gens in de hoornen zat een Vlaamsohe
gaai, in een ongewone vriendelijke -stem
ming, en liet zijn zaclit-klinkende geluidjes
hooren.
Reeds begon, de schrik, dien ik 's nachts
gehad had, op een droom te gelijken en
te verzwakken. Ik keek naar het balcon.
De ligstoel stond ongevouwen tegen den
muur. En er waxen onomstootelijke bewij
zen, dat de man, die op het balcon had
staan loeren, werkelijkheid en geen geest
geweest was en geen product van mijn
verbeelding. Het eene was een klein klod
dertje modder: het zag er uit, pf liet
een voetstap geweest was, maar was
heelemaal niet als een voetstap te herken-
non. Maar den vorigen dag was de vloer
van het balcon volmaakt schoon ge
weest.
liet andere bewijs was een natte wille
envelop, die vlak onder den een beetje
vooruilstekenden rand van het raam ge
vallen was.
Hetgeen mij later het meest bezig hield,
was bet feit, dat de ligstoel netjes opge
vouwen tegen den muur stond. Ik had
hem opengeslagen achtergelaten en nie
mand was sinds dien van de kamer op
het balcon gegaan. Zooals ieder weet, is
een ligstoel een buitengewoon onhandig
ding om op te vouwen en lastig en grillig
en gewoon allerlei verwikkelingen te be
zorgen. Geen gewone landloopcr of dief
zou de moeite nomen om hem op te
vouwen en hem tegen den regen te be
schermen. Daarop ..bukte ik mij, on raap
te de envelop op. Er stond' geen adres
op en zij was niet dicht geplakt. Ik open-
do haar
Hoofdstuk III
„Wat is dat?" vroeg Bayard' scherp.
.Wat is dat?"
Ik had het papier al-in do envelop ge
daan. Het was oen gewoon blad' schrijf
papier, opgevouwen in do envelop gesto
ken Maar het vreémde er van was, dat
het heelemaal onbeschreven was. Ik zou
er misschien een grrjntje van begrepen
hebben, als er iets op geschreven was,
maar zooals het nu was, was ik heele
maal in de war gebiacht.
„Geef aan mij," beval Bayard Thatcher,
kort en krachtig. „Het is voor mij be
doeld Wat beteekent dat, om het open
te maken en te lezen?"
„Hot is niet aan u of aan iemand an
ders geadresseerd," zei ik energ.e'c ,,'iier
is het. En het is een gewoon stuk reit
papier."
ilij pakte het ongeduldig vast, De rek
het met een scherpen blik en keek mij
boos aan.
„Er was iets binnen in. U nam hel er
uil."
„Dat heb ik niet gedaan."
Misschien overtu.gde hem mijn gerecht
vaardigde veiontwaardigmg In ieder geval
bleef hij dreigend naar het papier staren.
Plotseling glimlachte hij, alsof Lij iets be
grepen had,
„Gooi liet in de prnllemnncl, miss
Keate," zei hij. „Het is alleen hot teeirea
van 'een nieuwe poging om mij heet te
nernen."
En hij lag daar, glimlachend, te kijken
naar het mahoniehouten voeteneinde. Hot
was toen, geloof ik, dal mij 'te gedachte
door mijn hoofd ging, dat dogeen, die zoo
beslist Bayard Thatcher's einde wou ver
haasten, daar misschien een goede en
geldige reden voor zou hebben :lel feit
was niet te loochenen, dat er soms cal
blik in zijn geelgrijze oogen was, dia
mij een rilling over mijn rug nezorgdo.
En hoewel iemand, die voor zijn 'even
vreest, een beetje zenuwachtig Kan zijn,
stond mij de manier, waarop hij tegen mij
sprak, niet aan.
(Wordt vervolgd).
Als uw snelheid verdubbelt, wordt de
remweg (afstand, waarbinnen u stopt)
viermaal zoo groot; die wetenschap
is méér waard dan het besef, dat u
60 of 70 km per uur rijdt! Denkt daar
eens aan voor u den snelheidsmeter
II te hoog laat oploopen1
NlrtjW