Mijn vriend Gasimir
L
I
Steenkool
Interessante proeven
EEN AARDIGE RAN©
m
I
dlL3
KNIPPRENT j ROBINSON CRUSOË
M
Jullie, kent hem toch
allemaal nog wel, mijn
vriend Casimir? Ik heb
juli ie. al eens iets over
hem verteld. Casimir,
mijn vriend, is een
man met een. hart van
goud, tenminste., dat
denkt hjj zelf. „Eigen
roem stinkt", zegt een
spreekwoord, maar daar
trekt Casimir zichzelf
niets van aan.
„Nu ben ik geen goed
mens?" vroeg hij mij,
toen ik hem laatst te
genkwam.
„Hm", antwoordde ik.
Toen vatte Casimir
vlam. „Hm, zeg je, wat
wil dat zeggen: Hm!. Twijfel je. soms aan ken. Ach, vrienden, dat jullie dat niet hebt
4
me? Alsjeblieft, ik zal je er hiér onmid
dellijk een bewijs van geven!"
Hij liep naar een blinde bedelaar en
drukte hem'een stuiver in dé hand.
,„Nu?" vroeg hij, terwijl hij me onderzoe
kend aankeek. „Wat zeg je daar wel van?
Ben ik een goed mens of niet?"
„Ik zal je eens wat zeggen, Casimir", be
gon ik, „Wie goed doet, behoeft daar niet
over opgehemeld te worden, maar
„Ophemelen? Ophemelen? Wie doet dat?
Ik misschien? Wel stommeling", ging hij
verder, doch daarmede bedoelde hij niet
mij, maar een kleine jongen, die, onder het
spelen tegen hem aangelopen was. „Stom
meling! Kun je niet beter uit je ogen kij
ken?" En klits-klats, gaf hij den jongen op
elke wang een flinke, harde klap.
„Waarom sla, je er dadelijk op los?" vroeg
ik verbluft. „De jongen heeft je toch niet
opzettelijk aangeraakt?"
„Bemoei je alsjeblieft met je eigen za
ken en niet met de mijne, ik weet heus
wel, waf goed is." v'-
Drie minuten later botste Casimir al pra
tende tegeii een grote, dikke man aarifb-v-
„Zeg, kan jé niet uit je doppen kijken?"
brulde de vreemdeling tegen mijn Hfriend.
1 - f f i v
Casimir verbleekte. Maar ofschoon het
zijn schuld was, dat hij, tegen den map
was. aangelopen, hield zijn onbeschaamd
heid de overhand. „Hou je mond!" zei hij
er wilde doorlopen...
Maar de andere greep hem bij de arm.
„Jij brutale rekel, wil je'wel eens gauw je
verontschuldiging aanbieden." f
„Ik? Waarom?"
Floep! Casimir had al een klap te pak-
meegcmaakt. Eerst werd Casimir rood van
woede, toen doodsbleek van angst en van
louter schrik kon hij er geen woord uit
brengen. De reus vertrok op het zien hier-
van zijn gezicht, grijnsde en ging verder.
Pas toen de andere uit,het gezicht was,
vond Casimir zijn spraak 'terug. „Wat een
brutale kerel! Politie! Ik laat! den man ar
resteeren! Onv onschuldige mensen te
slaan! Politie!"
„Casimir" 2ei ik, als.jé in-je recht stond,
waarom heb je de man'dan geen klap te
rug gegeven?"
„Dat had ik ook willen doen, maar je
hebt zélf gezien, hoe de rriarite keer ging.
Maar wacht maar, die kom ik nog wel eens
tegen."
„Dan maak je zeker een omweg om hem
heen, anders
„Je denkt zelcer, dat ik bang voor hem
was. Ha, angsti. Het bestaat niet dat er
iemand is, waar ik bang voor ben!"
Op datzelfde ogenblik dook de man, die
Casimir een klap gegeven had, weer op.
Hij had waarschijnlijk in de buurt een
boodschap gedaan en keerde nu terug.
„O, lieve help!" stamelde Casimir, „dat
is waar ook, ik bedenk juist, dat ik een
afspraak heb. Tot weerziens!"
Hij zette het op. een lopen en was spoe
dig verdwenen.
En wil misschien iemand zeggen, dat Ca
simir een lafaard is? O/, vrienden, Casimir
is geen lafaard. Hij is' de moedigste mens
die ik ken. Hoezo? Dat zal ik vertellen.
Drie dagen later trof ik hem namelijk
weer.
„Herinner je je nog", begon hij, „dat ik
een paar dagen geleden tegen den man
aanliep? Welnu, toen.de,man weer te voor
schijn kwam, werd ik opeens zo vreselijk
kwaad, dat ik hem het liefst doodgeslagen
zou hebben. Maar verstandig als ik nu
eenmaal gelukkig ben; viel'het mij nog op
tijd in, dat ik mijzelf daardoor ongelukkig
zou maken. Daarom vond; iH het beter me
om te draaien en weg t.e ifcan. Maar dat
kan jé van mij geloven, als /ik mijzelf niet
zo had beheerst, dan zouf-ik den man ze
ker een ongeluk geslagen?hebben!
En ongeluk! O vrienden; zo is Casimir!
Een edeimens, een moedig mens, eéri mens
zonder angst!
.Tenminste waar het kleine jongens be
treft; "of klopt ;,dat!soms„iet?
HET TEKENEN VAN EEN KONIJNTJE.
Zoals jullie hier op het voorbeeld kunt
zien, is het tekenen van Langoor zó'gemak
kelijk, dat zelfs de kleintjes onder jullie 't
maar eens moeten proberen. En als het niet
dadelijk lukt, doe het dan nog eens een
keertje over. Veel plezier er mee, hoor!
1. Hoe groot is de lichtsterkte van de
electrische gloeilamp Nu zal je zeggen, dat
het niét moeilijk is deze vraag te beant
woorden,'want dat kan men op het bolle
tje lezen. Door een eenvoudige proef kan
men dit zelf ook vaststellen. Achter een
recht staafje plaatst men een vel wit. pa
pier, zoals onze tekening laat zien en daar:
achter een-brandende kaars. Het ingescha
kelde gloeilampje wordt heen en weer ge
schoven,'zó, dat de schaduwen van beide
lichtbronnen van gelijke kracht zijn. Nu is
de lichtsterkte van de lamp omgekeerd,
evenredig aan het kwadraat van de af
stand. Door een eenvoudige berekening
wordt de lichtsterkte van de lamp dus
aangegeven.
Hier is een aardige rand afgebeeld om
met de kruissteek op stramien te borduren,
bijv. voor een theekleed of iets dergelijks.
Het is natuurlijk wel een bewerkelijke
rand, maar er zijn meisjes, die daar juist
v/el van houden en niet altijd het allereen
voudigste uitzoeken.
Als de rand langs één kant af is, zorg
dan, dat je zó uitkomt, dat het Andreas:
kruis op de hoekzit, dat is dus van de
tekening de beide uiteinden, maar als een
kruis tegen elkaar, je kunt dan het mid
denmotief weer gewoon~op de volgende
rand verder borduren.
Óm voor een dergelijk handwerk kleuren
aan te geven is heel moeilijk, omdat het
kleed bij de kleuren in de kamer moet pas
sen. Zoek die daarom zelf uit, of houdt
de hele rand in één kieur, wat ook heel
mooi kan zijn.
2. Dé warmte-uitzetting van metaal kan
men duidelijk aantonen, indien men uit
blik een'-spiraal snijdt, zoals afb. 2 te zien
geeft. Houden wij de spiraal boven een,
brandende kaars, dan is de uitzetting dui
delijk te zien. Bij koude trekt de spiraal
weer samen.
3. Hoe krijgt men een naald door een ko
peren munt? Wanneer je een naald met
een hamer door een munt wilt slaan, zul
je weinig succes hebben, als je het ten
minste zonder voorbereiding doet. Neem
een gewoon stuk kurk, waar de naald eerst
doorheen is geslagen en zet deze kurk op
de koperen munt, die weer op een plankje
ligt, dan kan men gemakkelijk bewijzen,
dat men een naainaald door een koperen
munt kan slaan. Geef een flinke klap met
de hamer op de kurk en de naald is door
do munt heengeslagen.
4. Hoe kan men twee glazen op elkander
zetten? Men neemt twee glazen, wier ope
ning even groot is, zet in het ene glas een
brandende kaars en zet het andere er pre
cies bovenop. De kaars verbruikt de zuur
stof en doet een ruimte ontstaan, waarin de
lucht verdund';is, zodat de druk van bui
ten op 'dé glazen deze vast op elkandér
perst.
5. Gewoon schrijfpapier brandt niet,-wan
neer men hét boven een kaarsvlam houdt.
Het geheim ■hiérvan1'is,•■dat' 'men'op "de
plaats waar de vlarri is, boven op het pa
pier een stukje zilverpapier legt (zoals om
chocoladerepen' Zit). Het zilverpapier neemt
de grootste hitte tot zich, waardoor de
warmte' van het papier verminderd wordt
én dit gaat nu eerst na lange tijd van Ver
hitting branden.
6. Een suikerklontje brandt pas, als men
er een beetje sigarettenas op strooit. Zon
der deze catalytise werking van de as
smelt de suiker alleen, als men het klontje
boven de kaarsvlam houdt.
m
van
'Jullie "hebt' natuurlijk, allemaal wel eens. r prent, .die .iets laat zien. uit het leven' van 1 die-op het eiland wórdt achtergelaten. uit en probeer dan maar; eens met veel ge-
Robinson géhoord. Hier is een knip „'Robinson, namelijk,rdat "hij .Vrijdag redt, j Knip de stukken-netjes langs. de. randen
duld.de plaat 'in elkaar te leggen.
Als wij zo in de winter onze kachel vul
len met antraciet dan gaan onze gedach
ten soms naar de kolenmijnen en-naar do
mijnwerkers, doch velen van ons zullen
toch niet beseffen, wat voor een nuttig
voortbrengsel de steenkool eigenlijk is. We
tenschappelijk is' uitgemaakt, 'dat de steen
kool eigenlijk eeri: overblijfsel is'; van oer
bossen uit dé'oudheid, die versteend zijn.
In de mijnen, diep onder de grond wordt
de steenkool in grote brokken losgehakt en
met lorries naar de oppervlakte getrans
porteerd. Doch niet alleen brandstof bezit
men nu, maar al heel spoedig zag men
kans het lichtgas er als een zelfstandig iels
uit te haïen. Daarna leerde men de; kool-
teer kennen en het zwartsel. Uit koolteer,
die in grote hoeveelheden uit de steenkool
wordt gehaald, maakt men naftaline. Vele
jaren later ontdekte men, dat er ook kleur
stoffen in de steenkool voorkwamen, n.l.
de anniline (jullie, kent wel allemaal de
ar '""-«--inkt, die zo mooi. paars schrijft
u. ..en opdroogt). Een geneeskundig pre
paraat, het salicylzuur, waar b.v. asperine,
van gemaakt wordt, is een teerproduct, ter
wijl sacharine,een vervangmiddel voor
suiker, eveneens een teerproduct'is. Cokes
en kalk-samengevoegd; in-een electrische
qyéri brengt carbid voort.. -
Ook reukwerk heeft men getracht uit
steenkool tè'vervaardigen: Nitrobenzol ook
een product, dat uit steenkool wordt ge
wonnen, ruikt naar amandelolie, terwijl ro
zenolie uit', tëérprodüctènen plantaardige
extracten is samengesteld. Ook maakt men
uit teer nog parafine, terwijl schoensmeei
eveneens een overbekend zwartselproduct
is-Als je dus wéér eens op', een koude ^win
terdag' de kachel voi gooit mét dit won-
dergoedje, wéét ik; zekér, dat jé-,het;met
heel andere ogen zult bekijken/