HET AVONTUUR BEGINT
zelfstandig in de wind kan bewegen. Alle
andere zeilen No. 2, het topzeil No. 3, de
fok No. 4 en het buitenzeil No. 5 zijn vast
gemaakt en kunnen ongeveer zeven maal
zo groot worden uitgeknipt als de teke
ning ze aangeeft.
Het is absoluut over
dreven, als men zegt, «Kteafg»,,
dat de verhalen, die de
jag.-rs doen, allemaal -
gelogen zijn. Hoor maar
eens wat deze oude
eendenjager ons te ver- "Jj
tellen heeft en denk
je, dat ze waar ge- 0= $1
beurd zijn?
m fc
Hij ontmoette laatst
zjjn vriend Goedhart
en begon zjjn gesprek:
„Ja, en nu zou je denken, dat een eend
niet anders doet dan vissen en slapen, des
noods ook nog zwemmen, maar dat is
toch niet waar. De vorige week was ik op
de eendenjapht en schoot een mooie, vette
eend. Even later hoorde ik het geweeklaag
van een andere eend, die naar zijn geval
len makker ging, en dikke tranen huilde.
Met zijn vleugel veegde hij de tranen uit
zijn ogen. O, ik werd er bepaald wee van.
Enfin, ik neem de dode eend en stop die
in, mijn weitas en kijk nog even naar de
andere eend. Die waggelde nu'naar de wa
terkant en begon daar een grote hoeveel
heid kleine steentjes op te eten. Ik was
natuurlijk stom verbaasd, want ik had nog
nooit gezien, dat een eend stenen at. Even
«1'VlsjiK,
Hoe hij aan een
kwam.
paar rolschaatsen
later .strompelde het dier iaar het water
toe en liet zich er in glijd* i, doch kwam
niet, zoals anders altijd het geval is, weer
naar boven. Dat bevreemdde mij,: ik ging
dus naar de kant en zag het dier in'het
heldere water op" de bodem zitten, alsof
hij sliep. Ik haalde hem op, maar hij was
dood, de stenen waren zo zwaar, dat hij
verdronken was."
„Waarom zou het dier dat gedaan heb
ben?" vroeg Goedhart.
„Nu, dat is gemakkelijk te raden", zei
orize verteller, „hij had natuurlijk zo'n ver
driet omdat zijn vriendje dood. was."
„Ja, dat is een vreemd verhaal", ant
woordde Goedhart, „maar ik heb laatst
ook iets eigenaardigs beleefd. Op zekere
dag, de vijvers waren dichtgevroren, ging
ik naar buiten en zag ten eend, die met
zijn staart in het water was vastgevroren.
Ik sneed het dier zijn staart af en nam hem
mee naar huis, waar wij er heerlijk van
hebben gesmuld. Een paar dagen later ga
ik in gedachten weer die kant uit en zie
tot mijn verbazing weer iets op het water
bewegen."
„Wat?" vraagt de toehoorder, „was er
weer een eend vastgevroren?"
„Weineen, hoe kom je er bij", zegt mijn
heer Goedhart, „de staart was weer aange
groeid tot een eend!"
VIOLETTE CARR,
's Middags als de tenten van de markt
verdwenen zijn, is het heerlijk om daar te
gaan rolschaatsen. Wij hebben dadelijk
begrepen, dat de markt, ver van het ge
woel en de stadsdrukte, een heerlijke speel
plaats was. De gladde, gelijke klein? steen
tjes nodigen ons zelf uit om wedstrijden in
hardrijden te houden en zo kwamen er da
gelijks meer jongens en meisjes met rol-;
schaatsen uit de omliggende straten hier
spelen. Onder de kinderen waren een
broertje en zusje, Dick en Nellie, die bui
tengewoon goed konden rijden, en dit ook
graag aan ons lieten zien. Zij waren er
niet weinig trots op, dat zij het tot zo'n
meesterschap hadden gebracht.
keertje er mee rijden. Moeder heeft geen
geld om een paar rolschaatsen voor me te
kopen, en daarom kwam ik nooit, want toe
kijken vind ik vreselijk"
„O," antwoordde Willie nadenkend, „had
me dat nu maar eerder gezegd, want ik
heb vorige week een paar nieuwe rol
schaatsen gekregen, kijk maar, mijn oude
kan jij wel krijgen, als mijn moeder het
goed vindt."
De overige jongens waren teruggekomen
en Dick zag zijn schaatsen weer liggen.
„O, daar zijn ze", riep hij verheugd, „ik
heb daar straks zeker niet goed gekeken."
Niemand gaf hem antwoord en even Ia-
ter rolde hij weer weg. Willie en Hennie
liepen naar Willie's moeder, die natuurlijk
goed vond, dat Hennie de oude rolschaatsen
kreeg.
Nu, dat Hennie blij v/as en erg zijn best
deed om zo goed mogeliik te Ieren rijden,
dat behoef ik jullie zeker wel niet te ver
tellen.
Tegelijkertijd ontstond er in een van de
andere zijstraten 'n oploop, en nieuwsgie
rig als de meeste kinderen, deden zrj gauw
hun rolschaatsen af, legden ze in een por
tiek en holden naar de mensenmenigte om
te zien, wat er aan de hand was.
Het duurde niet lang, of de kinderen
kwamen weer terug, maar wat was dat?
De rolschaatsen van Dick waren verdwe
nen. Nu, dat was ook wat moois en de jon
gens gingen nu in de verschillende zijstra
ten naar den dader zoeken. Willie, het
EINDELIJK IN DE TREIN NAAR OPA EN OMA,
HOE MAKEN WIJ
EEN ZEILSCHIP?
Op zekere middag, dat wij weer alle
maal druk aan het oefenen waren, kwam
er een meneer van de courant met een fo
totoestel voorbij, die Dick en Nellie zag
rijden, hen riep en zei dat hij een foto van
hen wilde maken. Nu, dat vonden zij heel
gewichtig en toen wij de. volgende keer
in de courant keken, zagen wij tot onze
verbazing de beide kinderen er in staan,
met het onderschrift: „de twee kleine rol-
schaatsenrijders van de markt".
Dagenlang liepen zij met de courant in
hun tas en iedereen of hij wilde of niet,
moest de foto zien.
Zij lieten de courant ook aan Hennie
zien, een van de jongens van onze school,
die wij allemaal graag mochten, maar die,
hoewel hij bij alle andere spelletjes steeds
een der aanvoerders was, zich nooit op de
markt vertoonde, ais er rolschaatsen werd
gereden.
Hennie bekeek de courant en zei: „Ach,
zeg, dat zijn jullie, die is goed, dat zie ik
nu pas."
Hé, wat zou hij ook graag als een uit
stekend rolschaatsenrijder in de courant
willen staan, maar
„Zeg, waarom kom jij toch nooit?" vroeg
Dick.
„Ach", antwoordde Hennie, „ik zou het
toch nooit zo ver brengen."
Hoe de jongens het hem ook vroegen,
hij kwam niet, tothij het op zekere
middag niet meer uit kon houden en even
vanuit een zijstraat naar het genoeglijke
spel stond te kijken.
Een van zijn vriendjes had hem echter
gezien, en reed al roepende naar hem toe.
De tekening, waarop, de
niet zichtbare lijnen mét cij
fers zijn aangegeven, geeft
reeds menig waardevolle vin-
gerwijzing, hoe men een zeil-
schip zelf kan maken, maar
ik zal proberen, het jullie
even uit te leggen. I
De ongeveer 35 c.M. lange
romp wordt uit zacht linden-
hout gesneden: De midden-
doorsnede staat rechts bo- yf
venaan afgebeeld, verder kan
men de vorm op de teke- s -^1* B
ning goed zien. Ik raad jul-
lie aan de romp niet uit te -
hollen, dat is een tijdrovend ^==ËÈk
werkje en geheel overbodig,
Wel kan men dunne houten plankjes, "b.v.
van een sigarenkistje aan de zijkanten aan
de romp bevestigen, die' dan de railing
moeten verbeelden en met kleine spijker
tjes aan de romp kunnen worden vastge-
timmerd. Aan de kiel moet een tamelijk
zwaar stuk lood worden vastgemaakt, zo
dat de boot niet kan omslaan.
Mochten er scheuren in het hout zitten,
dan moeten deze met stopverf worden
dichtgestopt, waarna de boot enkele malen
met olieverf moet wordengeschilderd, zo
dat het hout niet meer poreus is en geen
water meer kan opzuigen?
De verhouding van de bodem tot de
mast is 1:3. Deze mast A draagt de bij H
en J door middel van dun ijzerdraad te
bevestigen stang D met de topvlag of een
wimpel. Alle masten moeten rond zijn in
verschillende dikten. De mast B is tame
lijk stevig, wat van groot gewicht is, .om
dat hij zich beweegt met een aan de gaffel
C vastgemaakt zeii (No. 1), dat zowel van
boven als vin beneden tegen de mast aan
zit en heen en weer kan draaien. Dat zeil
wordt met haken aan de mast vastgemaakt,
wat op de tekening-onder de doorsnede der
boot duidelijk te zien is, daardoor kan het
grote zeil steeds met de wind meedraaien.
Het touw K onderaan de punt van het
schip vastgemaakt, verhindert, dat het zeil
te ver omslaat. Aan het eind van het zeil
zit een kleine ring waar een ijzerdraad
doorloopt dat van bakboord naar stuur
boord loopt. Van de juiste bevestiging van
de zeilen hangt het af of het schip zich
Hier zien jullie een landschapje, dat bui
tengewoon geschikt is om na te tekenen en
eventueel te .kleuren. Om een schilderijtje
voor je kamertje te maken behoef je, als
de tekening klaar en droog is, alleen een
stukje karton te nemen, dat precies zo
groot is als de tekening en een stukje glas
vriendje van'Hennie, zag deze juist met de
rolschaatsen van Dick aankomen en ver
telde, dat Dick zijn eigendommen aan het
zoeken was. Vlug deed Hennie ze af en
legde ze weer op dezelfde plaats neer,
waar hij ze gevonden had. Zuchtend 2ei
,hij: „O, ik wilde toch zo graag eens één
en dit rondom met papier of band vast te
plakken. Eerst maak je in het karton aan
de achterkant een lusje, eveneens van
band, en. je schilderijtje is'klaar om opge
hangen te worden, als tenminste de lijm
goed droog is, dat begrijpen jullie natuur
lijk vanzelf wel.
Zijn handen en gezicht vol slik,
Daar komt een auto aan, o schrik.
Frits het kan niet, cjf fiets gaat glijen,
Frans valt op de harde keien.
Frits wil op het zadel staan,
Frans hangt angstig achteraan,
Kunsten maken op de fiets,
Dat is voor de jongens nietsl
lus jongens, spelen is uitstekend, maar.
liet op deze manier, met levensgevaar.