Eóen vreselijlie middag én» té Een anecdote van Schiller Een waterdichte zakdoek Vliegers oplaten, een oude uitvinding EEN LELIJKE VERGISSING Jm DE SCHOK PLANT ZICH VOORT. een scheepje dat van zelf :rr.-' ri.l- door let Hoogers." Het was een warme middag. De jongens wit het kleine Engelse stadje D. dat aan een meer lag, waren dadelijk na schooltijd gaan zwemmen. Ze doken, ze hielden swemwedstrijden en stoeiden in het heer lijke koele water alsof ze er in thuis hoor-; den. Ook Jack Cordon was er die middag wat,niet. vaak gebeurde. Jack was een magere bleke jongen, die altijd door de anderen werd geplaagd, omdat hij niet mee kon doen. Hij was niet sterk, werd gauw moe, hij kon niet zwemmen, niet voetbal len, hy klom nooit in bomen, want dan kon Mi zijn kleren wel eens scheuren. Geen van de jongens had zich ooit afgevraagd, waarom en waardoor Jack zo anders was dan zij. Hy was nu eenmaal zo en daarom moest hij geplaagd en uitgelachen worden. ,De meesten wisten wel, dat Jack geen va der meer. had, dat zijn moeder arm was, dat Jack na schooltijd probeerde om er wat bij te verdienen door boodschappen te - dat hij daarom geen zwemlessen kon men, geen lid kon zijn van de voetbalclub, en voorzichtig moest zijn met zijn kieren' dat kwam niet bij hen op. Jack bleef in het ondiepe water vlak bij de kant en plaste alleen wat in het water rond. Hij was er ailang aan gewend dat niemand zich met hem bemoeide, liever was hij alleen dan door de jongens- ge plaagd en bespot te worden Toen hij zich aangekleed had en op het punt stond om weg te gaan, kwamen een paar van zijn klasgenoten eraan en bleven bij hem staan. Peter Harris, de zoon van den dokter, was er bij en die vond er altijd een bijzonder genoegen in om Jack te plagen. „Hei, dooie ^diender, wat voer jij hier eigenlijk uit?" riep Peter hem toe, „Je kunt toch niet zwemmen?" Jack antwoordde niet, maar wilde .weggaan „Blijf maar weg in t vervolg, anders moeten we jou op een keer nog uit het water halen ook, als je verdrinkt," ging Peter voort. Jack voelde zich boos worden. „Jullie weten .best dat het niet mijn schuld is", zei hü half-huilend „Ik heb geen tijd om te leren zwemmen en geen geld, ik moet immers voor mijn zusjes zorgen!" „Ja, zo kun je je er wel uit praten" spotte Peter. „Maar je bent bang. Je durft niet eens in een boom te klimmen. En wat voer je s avonds altijd uit in dat schuurtje van jullie? Daar zit je nog laat met een peiro leumlamp, ik heb het wel gezien.." „Ik... ik.stotterde Jack opgewonden, „ik maak r." Wat maak je?" Een para chute..," Een daverend gelach volgdé. Jack wil vliegen. Dat is iets voor hem. 'k Heb altijd wel gezegd dat die niet helemaal wijs was. „En toch maak ik ëen parachute," zei Jack nog eens, zijn stem klonk nu vast en ,in zijn: ogen lag een eigenaardige glans ,;Sk zei'jullie-tonen dat ik niet bang ben. Van die rots daarginds zal ik afsprin gen." „Van die rots? Maak dat een ander wijs" riepen de jongens; Maar Jack verze-, kerde nogwiaals: „Morgen zal ik springen, kom maar kijken." Hij draaide zich om en ging naar huis. De jongens haalden de schouders op en keken elkaar eens aan. Ze geloofden er niets van. De volgende middag waren zo goed als alle jongens bij elkaar op de rots. Jack was er nog niet en ze dachten al dat hij hen gisteren voor de gek had gehouden, toen ze hem naar boven zagen komen. In een trek- kar lag een groot grijzig pak, dat was de parachute. Zwijgend begon Jack hem op de grond uit te spreiden. Hij had zijn pa- ïachute gemaakt van een oude tuinparasol, waar hij repen goed aangenaaid had. Van de rand van het scherm liepen een groot aantal touwtjes naar beneden en kwamen bij elkaar in een soort handvat. Ook de jongens zeiden niets, zelfs Peter zweeg; ze waren onder de, indruk van de ernst, waar mee Jack te werk ging en verschillenden hadden spijt dat ze hem zo hadden ge plaagd dat hij tot dit besluit was gekomen. Als het nu eens niet goed afliep? Maar'wat moesten ze doen? Zeggen dat hij niet moest springen en dat ze het niet hadden' ge meend? Zeggen dat ze er spijt van had- den? Maar dat ging toch niet! Wat zouden de anderen daarvan zeggen. Jack was intussen vlak bij de rand goan staan; hij had het handvat in zijn hand en de parachute zelf sleepte achter hem aan. Zouden ze nu nog? Maar Jack haalde al diep adem en., daar sprong hij. Een kreet van de jongens weerklonk. Alles was nog zo snel en onverwacht gegaan, ze konden het zelf nog niet geloven. Maar nu gebeurde er iels waarop Jack niet had gerekend: De touwen van het scherm dat over de grond sleepte bleef hangen aan een vooruitspringend rotspunt. Jack hing tussen hemel en aarde. De jon gens schoten toe om hem vast te houden en weer terug te trekken, maar het was al te laat. De touwen, die vast zalen knapten, en Jack viel met een schok naar omlaag. Gelukkig kwam de wind onder het scherm en daar zweefde de jongën langs de rotswand. Maar door het breken van de touwen was de parachute scheef geworden en in plaats van naar het land zweefde Jack nu boven het meer. Nog enkele ogenblikken., een plons. de jongens zagen hem verdwijnen in het water. „Hij kan niet zwemmen." Peter was de eerste die het riep. Hij kan niet zwem men" herhaalde de anderen in grote senrik Ze renden langs het pad de berg af, naar het meer toe. Sommigen sprongen met kleren en al in het water en zwommen naar de plaats waar Jack spartelde, ver ward in de touwen Anderen holden langs de oever van het meer om een roeiboot te halen. De zwemmers kwamen al dichterbij, maar hoe zouden ze den jongen los maken en op het land krijgen. Gelukkig van de andere kant naderden de anderen met een boot en roeiden uit alle macht. Toen ze bij Jack aankwamen, was hij al gezonken. Fred sprong uit de boot en dook naar den drenkeling Het enige wat hij boven bracht v,as het zware doek van de parachute, maar aan de touwen hield Jack.zich. nog krampachtig vast. Geen minuut later lag hij in de boot en -roeiden de jongens zo hard ze konden naar land. Geen teken van leven gaf jack meer. Maar Fred en Peter, die hun reddingsdiploma hadden, begon nen onmiddellijk met. kunstmatige adem haling en een paar anderen reden vliegens vlug naar de stad om den dokter en een auto te halen. Meer dan een uur waren ze met Jack bezig, bange verschrikkelijke ogenblikken voor de jongens Toen slóeg hij een moment de ogen op: hij leefde. Dagenlang zweefde JackGordon tussen leven en dood. Hij had een ernstige long ontsteking gekregen en hoge koortsen ver zwakten hem. Veertien dagen later mochten voor het eerst een paar jongens even bij hem ko men Peter was de eerste die vroeg of hy mocht gaan. Zijn vader, die alles van hem had gehoord, begreep dat zijn jongen wat l.ad goed te maken en stemde toe. Met z'n drieen mochten ze even bij hem.'Verlegen stonden de jongens voor zich te kijken. Jack s gezicht was nog veel magerder en bleker dan ze het kenden en het was of ze ieder-in hun 'hakt een 'stem hoorden die zei: „Jouw schuld." Maar Peter begreep dat hy v/at moest .zeggen en aarzelend kwam er uit. „Zeg., eh.. Jack, we zijn gemeen tegen je geweest.. Wil je het ons verge ven.. eh.. zullen we voortaan kameraden zijn?" Een lachje kwam op het gezicht van den zieken jongen. Hij strekte langzaam zijn smalle'hand uit. „Natuurlijk vergeten we alles. We zullen kameraden zijn, goede kameraden," hè, voor altijd!" De drie 'jóngens drukten de uitgestoken hand. Het vriendschapsverbond was geslo ten. - - ■- Do grote Duitse dichter Schiller hie'd bijzonder veel van appels. Hy .kocht ze dikwijls zelf in omdat hij zei'dat hij.dan de beste uit kon kiezen. Behalve dichter was hij ook professor in de geschiedenis en hij schreef geschiedkundige boeken. Een daarvan ging over de opstand van Neder land en heette „Do afvalligheid der Neder landen". Toen dit werk juist verschenen was en hij dus pas zyn studie over de Nederlandse geschiedenis had voltooid, liep hij eens op de markt om zelf appels te 'Vi i Als je beweert dat je.in je zakdoek wa ter van de ene kamer naar de andere kunt dragen, zal niemand,je geloven Toch is het mogelijk als je eerst die zakdoek inwrijft met een bepaald soort poeder, lijcopodium poedersgehotem Het, is eigenlijk het stuif meel van een plant de wolfsklauw, die in het Oosten van ons .land voorkomt. Je kunt het bij een drogist halen. Het is een póe der dat weinig of- geen vocht'opneemt en door een stóf ermee in te wrijven kun je hem-:— tijdelijk meestal waterdicht maken. Leg een niet te klein aantal geldstukken ongeveer zeven of acht op een rij, zodat de munten tegen elkaar aan liggen zonder tussenruimte. Nu leg je nog een geldstuk in dezelfde rij, maar zo ongeveer twee centimeter van de buitenste munt af. Als je dit geldstuk nu met een vaart over de tafel laat schuiven zodat het tegen het buitenste geldstuk van de rij aanstoot,; dan zal de schok zich voortplanten Vdoor falie munten heen en het laatste geldstuk zal uit de rij-losraken en een eindje opschie ten. Nog merkwaardiger is het kunstje als e.twee geldstukken tegelijk tegen de bui tenste-aanstoot, want dan zullen zich ook aan het andere einde twee munten ver- plaatseri. f kopen Een koopvrouw zei dat ze bijzondér fijne appels had, maar .Schiller vond dat ze er niet erg fris uitzagen eri dat zei hij °ok. „Ja, meneer", zei het vrouwtje, „dat kan ook wel. U moet weten dat deze appels helemaal uit Holland komen. Ik heb daar een zuster wonen eri'diè stuurt ze mij altijd, en door de lange reis zién'ze er riièt zo mooi uit. Maar de smaak is buitenge woon fijn,'"'meneer,•••r en'"ik ben de enige op de markt die appels uit Nederland ver koopt. „Nee," zei Schiller, dank jé wel, ik zal ze niet nemen." „Maar meneer, mijn zuster stuurt ze me uit Nederland!" riep de vrouw nogmaals. „Ja, daaromjuist" lachte Schiller, „ik weet dan genoeg van „Nederland's afval!" Een Chinese generaal moet. - de vlieger hebben uitgevonden, geeft nauwkeurige aanwijzingen, hoe de grote vlieger stijf gemaakt moet worden en hoe de verschillende banen het meest doelmatig bevestigd worden. Dan wordt daarin aangeraden om vier of zes vliegers aan elkaar vast te maken, en tegelijk de lucht in te laten gaan, „zoals de.'jonge vogels met de oude vliegen". Om oningo- wijden het geheim van de, vlieger niet te laten begrijpen, stélt de schrijver van het stuk voor dat.een knecht, die het touw' moet vast houden, zich zal verstoppen, zo- dat het lijkt; of de -vlieger alleen iri de lucht gaat, te meer omdat voor hen'die het niet weten het touw onzichtbaar is. In gedrukte vorm verschijnt het eerste vliegerbericht" pas in 15G0: „Hoe men een „vliegenden draak" de lucht in moet laten gaan". Een nauwkeurige verhandeling over de vlieger geeft twee jaar later dan het boek „Bergpostila" van een zekere Johan nes Mathesius In de 18e eeuw wordt de vlieger een hulpmiddel voor de wetenschap want toen was het dat de natuurkundige A.- Wilson in 1749 voor het eerst de vlieger gebruikte om de temperaturen van hogere luchtlagen te berekenen. Met behulp van zijn vlieger liet Wilson thermometers opstijgen. Door _de touwtjes in brand te steken vielen de speciaal daarvoor gemaakte instrumenten naar beneden. De meest bekende proeven waren die van Benjamin Franklin, die o.a, met een vlieger in 1572 de electriciteit in de lucht aantoondeDeze, proevenleidden tot. de uitvinding van de bliksemafleider. Op merkwaardige wijze werkte de En- g.elsnj?n. Pocock het denkbeeldvan de vlieger, uit. Hij. vroeg in 1826 patent op'een wagen, waar vliegers „voorgespannen" werden.. In Amerika ging men er in 1834 toe over om het touw van-de .vlieger te vervangen door een dunne draad, waardoor hij veel. hoger kwam. Duizend meter heeft men op die manier gehaald. Juist zestig jaar later maakte W. A. Eddy de zogenaam de Maleise vlieger. Dat was een vlieger zonder staart, die op een speciale wijze was gebouwd en waarmee metereolo- gische apparaten op grote hoogten konden worden gebracht En nog twee jaar later verscheen weer een ander model, dat gebouwd was door Hargrave. Door R I. Vliegers zijn al sedert overoude tijden bekend. Meer dan'tweeduizend jaar gele den al kénden vdé Chinezen ze. Volgens de Cliinesé verhaïen eri geschiedenis stariimen de eerste - vlfegérs reeds uit de", fijd' om- streeks 260 voor Chr. en is de' uitvinder een Chinése.'generaal,••Hau-si'geriaamd. In een museum-! in 'Napels woirdt 'een vaas bewaard, waarop figuren' staangeschilderd die aantonen; dat ook de oude Romeinen zich' al bèzig'Tiièlden" mèt"hetoplaten' jian vliegers. Het, stéltleen meisje voor; dat 'n omhoogstij gende driehoekige vlieger aan een touw -houdt. Een zeer oud handschrift, dat in een oude bibliotheek in Weenen werd gevonden geeft een duidelijke be schrijving: „Hoe men èen vlieger kunstig moet maken en besturen". Hét handschrift BEWEEGT. Wanneer we kleine scheepjes maken van papièr of van hout en deze laten drijven in eeri teil, zou het aardig zijn als die scheep jes van zelf konden bewegen, zónder dat je er telkenseeri 'duwtje tegen hoeft te. geven, vind je niet? Dat, kun je heel gemak- kelijk klaar krijgen. Je hoeft niet anders te doen dan wat kamfer op een van de -; beide kanten van het scheepje te -leggen. Het zal dan van zelf heen en weer gaan varen, net zolang tot de kamfervoorraad uitgeput is; ~f~- ,Wat zie ik voor een mormel daar? Bh op de 1- Zeg, lelyk beest, ga je er af? Daar mag ik ook niet op, waf, waf. Zeg, ben j'een beetje doof misschien? Dat zullen we dan toch eens zien! Pang! Knal! Het hele beest is stuk, Be schrik me haast eeri ongeluk. WETENSWAARDIGHEDEN. .Vliegtuig-modellen voor -Kin- deren en volwassenen. Het Wetenschappelijk Museum te New York geeft' speciale cursussen, waar kin deren en volwassen mensen kosteloos on derricht kunnen krijgen in het bouwen van vliegtuigmodellen. SOM - jaar /geleden ook al- sta* 'j'.T^Kmgen^^ -'VypC Uit .Egyptische, graf inscripties kan men lezeru.datjreeds„.,.inVm^ bouwen van een koningsgraf de arbeiders oen staking ..begonnen cn pas weer door gingen met het wérk; toen hun vragen in gewilligd waren. Zilvervossen in Noorwegen. Toen er onlangs een overzicht, werd ger maakt van het kweken wan pelsdieren in •Noorwegen, bleek het dat in datland on geveer 17000 zilvervossen-fokkerijen zijn en dat daar jaarlijks nietminder dan 300.000 zilvervossen worden geteeld.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1937 | | pagina 10