bi Gt Ornaat van Sint Nicolaas. wat zal ik ze geven Nadruk zonder schriftelijke toestemming verboden. Auteurswet 1912 BESTELNUMMER 19384, V%pir ode n°etdoor» cknAiri beloond .n daarom Natuurlijk dacht hij dat de Zwarte Hand hier vóór hem stond. „Handen op", commandeerde de detective, terwijl hij een straal motten uit zijn revol ver schoot. „Ik heb jullie eens willen ver rassen. Het spijt me voor jullie, maar be neden staan zestig politie-agenten op jullie te wachten". En het had inaar weinig gescheeld of dien avond waren Sint Nicolaas en Zwarte Piet Ln de gevangenis terecht gekomen. Het was maar een geluk dat ze allebei een pas- niet eronder, zooals dat tegenwoordig in het dageljjksche leven gebruikelijk is. 11. De bekende staf. Een vermcldens'-< waardige bijzonderheid hiervan is, dat deze door Sint Nicolaas gedragen moet worden' met de krul naar buiten gekeerd, dus niet naar binnen. Van oudsher beteekent dit, dat de macht van Sint Nicolaas als bisschop een macht „naar buiten" was, namelijk over zijn bisdom of machtsgebied. De krul naar bin nen wordt door abten gedragen, d.w.z. door oversten van abdijen wier macht „naar bin nen gekeerd" werd beschouwd. terwijl hij de canapé door de kamer slin gerde. „Stil", mompelde een van zijn handlan gers, „wat moeten de benedenburen ervan denken". „Dat geeft niks", brulde de Zwarte Hand, „maling aan de buren. Ze zullen denken dat Sint Nicolaas boven loopt te'stampen. Komaan jongens, niet langer zeuren, we gaan de brandkast openmaken. We kunnen niet langer wachten, want ik heb koude voe ten gekregen". „Hoe moeten we dat ding nu open krij gen brulde deZwarte Hand, „heeft cr iemand een sleuteltje bij zich Niemand had een sleutel. „Ga er dan beneden eentje halen", bul derde de leider. Een der mannen ging en keerde weldra terug met het sleuteltje van een sardine blikje. Het sleuteltje verdween Ln het sleutelgat. De Zwarte Hand trachtte het er weer uit te peuteren, maar dat ging niet Hij tilde de brandkast op en schudde haar heen en weer. Opeen liet de Zwarte Hand de brandkast op zijn teenen vallen. „Auriep hij, „mijn teen". De heele bende begon zachtjes le lachen. Dat maakte hem nog veel woester. „Zwijg", bulderde hij, „geef me de pook". Een der mannen reikte hem de pook over. De Zwarte Hand stak hem in het slot en rukte eraan zoo hard hij kon. Daar het zeil echter pas gewreven was, gleed de Zwarte Hand achterover en kwam "met zijn hoofd in de goudvisschenkom terecht. „Haaa, baaaa, haaa t"« lachte de heele bende. „Nu is het genoeg", riep de leider uit. Mannen.... moeten wij ons nog langer laten koejeneeren. Alle mannen riepen „Neen...." „Kom dan maar mee", hernam de Zwarte Hand. „We gaan allemaal naar beneden en dan tracteer ik op gerookte Pietermannen". Alle Pietermannen daaidén de trap weer af net als ze gekomen waren. Maar nauwelijks waren zij de kamer uit of in het kantoor van den detective had er een zonderlinge gebeurtenis plaats. Uit de zwarte schoorsteen kwamen geruis chloos twee gedaanten voor den dag, die bij nader onderzoekniemand anders bleken te zijn dan Sint Nicolaas en zijn knecht, de echte Zwarte Piet. Sint Nicolaas wees op .de brandkast. „Doe open", zei hij tegen zijn knecht, „dan leggen we daar. een cadeautje neer voor Kobus Knap. f En'nu bleek dat de deur heelemaal niet op slot was geweest. Zonder moeite trok Pieterman de zware deur van de brandkast open. 'M v Maar nu opeens.daar stapte iemand uit de kast naar buiten. <s) 'v .Dit was niemand anders dan Kobus Knap. Bentveld. Beesterzwaag. Heelsum. Purmercnd. Prinsenhage. Lisse. Kesteren de belde letters, die te Kes- teren werden ontvangen, waren ES. Hoe luidt het telegram Guus Betlem Jr, Wat zal ik ze geven? zoo luidt er vandaag In duizend gezinnen de eendere vraag, Nu 't feest van den Sint is gekomen, En 't maantje weer schijnt door de boomen. De stoomboot uit Spanje de haven inglijdt, En ginds op de daken, de schimmel weer [rijdt, De winkels weer strélen van 't licht En wij, van ons éérste gedicht! Wat zal ik ze geven? m'n ouders, m'n broer. M'n zuster, m'n vrienden? nou, Jt is maar Lgeen toer, Orh steeds weer wat nieuws te bedenken, Zoo tfilioos ook zijn de geschenken Wat zal ik ze geven....? 'kBezit niet [zoo veel, En 'k had toch zoo graag voor een ieder z'n - [deel, Iets waar-ie eens écht wat aan heeft, Wat langer plezier van beleeft....? v Wel.geef ze een blij en een zonnig gezicht! En geeft ze wat méér, dan je zuiverste plicht! Je kricht in hun moeilijkste dagen, Je steun nog aléér ze die vragen! V Een lach die oprecht is een woord [welgemeend, Wat warmte, een band, die ze met je vereent. Geef iets van. jezèlf, en ik denk Dat is wel hun móóiste geschenk! je kunt ons verwachten om een uur of"zeven. Zorg dat je kostjuffrouw je tafel heëft'gedekt. j Zwarte Piet. alias de Zwarte Hand". -Toen detective Knap dit briefje gelezen had, verscheen er een glimlach op zijn glad geschoren gelaat. „Ahaa...,", mompelde hij, „dachten ze mij te hebben?,Nee nee.... dan moeten ze toch vroeger opstaan". Hij liep eenige malen de kamer op en neer en dacht ernstig na. Zeven uur.... Vóór dien tijd moest hij iets gevonden heb ben. Er restten hem nog vijf minuten U 03p ipinj Sutssoido o<j De fluit van dc gasfabriek had juist zeven uur geblazen toen de Zwarte Hand niet zijn mannetjes de trap opkroop. Ze hadden gummi-zolen onder hun schoenen laten slaan, om geen geluid te maken; want ze hoopten detective Knap te verrassen. Toen ze de deur bereikt hadden, drukte de beruchte bendeleider de kruk omlaag en trad binnen. De kamer was leeg.- De Zwarte Hand slaakte, een kreet van teleurstelling. „Zoo", riep, hij uit, '„dus de vogel i* gê- vlogen", - v „Maar .we zullen- op hem wachten. Man nen maak het je gemakkelijk".V;.5 „Doe of je thuis bent", zei de" Zwarte Hand, „en smijt de boeJ maar op de piano neer" V, ■hiai. t/rttMÈ&n •Ctn OAydan^ tuo<na Vpm> •uajjaojfrajoq ua usddoui 'sjodde hq jaaarg •uMfoowq ituosf puéf suo seciijjaiuts srv snqai Sutssofdo

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1937 | | pagina 7