DRIE ZOEKENDEN
Laline
Lester's
oman
Verhaal 'uit het Morgenland
liet is een oud verhaal; de meesten.
hennen liet uit andere, soberder .woor
den dan waarin het hier wordt medege
deeld. Doch het is het verhaal der eeuwen,
die steeds zoekende zijn.
Drie magiërs, uit verre en ver van elkaar
verwijderde landen te zamen gekomen,
erkenden, dat één en dezelfde ster hen
plotseling naar één gemeenschappelijk doel
leidde. liet doel, dat zij bereiken wilden,
heette Gerechtigheid.
En zij zeiden:
„Wij worden heftig gedrongen, naar haar
to zoeken.
Dus moet zij ergens te vinden zijn. Er
moet een mensch in de wereld zijn geko
men, die de Gerechtigheid in zijn hand
houdt. Deze mensch is een Koning en Zijn
rijk zal van het eene uiterste der aarde
naar het andere gaan. Hij moet te vinden
zijn m de stad, die men van oudsher „het
licht der Gerechtigheid" noemt. Daarheen
zullen.wij gaan om Hem te zoeken en Hem
te eeren en Hem luide uit te roepen."
Zoo spraken de drie magiërs en zij maak
ten zich op en volgden hnn ster.
Nadat zij reeds vele dagreizen lang op
hun kamelen waren voortgetrokken,
kwamen zij over gebergten en vlakten op
een langen, eindeloos schijnenden weg. En
die in den gelen mantel sprak: „Hoe goed
voelde ik mij temoede, toen ik in de woes
tijn leefde en mijn hart nog vrij en on
gebonden was! Doch het leven van hem,
die gekluisterd is aan den plicht, is zwaar."
Die in den rooden mantel zeide: „Hoe
sterk voelde ik mij in mijn bergen, toen ik1 ieder hunner dacht bij zich zelf„Een
allo moeilijkheden moest overwinnen. Ik
zou terugwenschen naar strijd en gevaar.
Zwaar is het leven voor hem, die niet
heeft te worstelen ,met moeilijkheden."
Die raet den blauwen mantel zuchtte:
„De weg, waarvan men het doel niet ziet
en dien men evenmin kan teruggaan, is
de moeilijkste, die er bestaat. Men noemt
dien Geduld. Hij eischt moed en volhar
ding. Het is de weg der voleinding en
steeds schijnt het doel het moeilijkst te
bereiken, wanneer men er het dichtst bij
is. Van verre lijkt het gemakkelijker." Al
dus zuchtte die in den blauwen mantel.
zoovsr het oog reikt. Eenige struiken, en
kele dieren, kleine waterstroompjes. Die
in den gelen mantel wordt opgewekt van
zin. „Hier", zegt hij, leven dieren; zij vin
den hier hun weg en liun holen." En in den
duisteren nacht trekken de magiërs voort,
altijd maar voort. Het sterrebeeld van den
Centaur staat nog hoog boven hen, terwijl
in het Oosten Orion zijn knots reeds lang
zaam laat zinken. De kameelen zijn moe.
De ruiters stijgen af; de dieren worden bij
een bron gedrenkt. De geduldige spreekt*.
„Het kan niet meer ver zijn. Ik snuif al
de vochtige lucht op van de zee. Maar
vóór dc zee komt nog eerst de stad. 'Wan
neer men nog verder kijkt dan het doel,
schijnt het dichterbij." Zoo rijden zij ver
der, gesterkt door de woorden van den
geduldige. Zij trekken door kleine dalen,
over heuvels en bergruggen. Dan, op den
derdon morgen, de stad, hoog en met witte
muren, stralen in het licht der zon. Voor
bij is de vermoeidheid; voorbij de zware
taak van het zoeken; voorbij de pijnlijke
rit van vele dagreizen. „Nu hebben wij ge
vonden, wat wij zochten", zeggen de rei
zigers.
Groot was hun verwachting. In de stad
gaan zij naar hooge regeerders, naar groote
geleerden en vragen blijde:
"„Waar is de jonggeboren Koning der
Gerechtigheid, opdat wij hem kunnen hul
digen en zijn lof verkondigen? Zijn ster
heeft ons geleid." Doch de .Oversten en
Geleerden en de vorsten waren bij die
vraag niet verheugd. Zij zeiden: „Wat gaan
deze vreemde mannen ons aan!" En een
hart had gezocht over bergen en vlakten
heen in een moeizamen tocht van vele, vele
dagreizen. Voor zijn kleine voeten spreid
den zij hunne gaven uit.
Die met den gelen mantel gaf hem goud.
Hij sprak:
„Blijf steeds U zelf, laat U door memand
gebieden hoe Gij zijn moet. Dan zult Gij
de onafhankelijke zijn."
Die met den rooden mantel gaf hem
wierook en zeide:
,„Heb moed; doorzie den Jislige, die eens
anders recht belaagt en verhef den dee
moedige, die wacht, totdat Gij recht over
hem spreekt. Dan zult Gij onovenvinlijk
zijn."
Die met den blauwen mantel gaf hem
myrrhe en sprak:
„Wees getrouw. Ook zoo allen U moch
ten verachten, zult Gij al Uwe vijanden
overwinnen en* aller Koning zijn."
Zoo spraken de drie wijzen tot den jong
geborene.
Doch tot de moeder zeiden zij deze
woorden:
„Deze zal het zijn, die over alle tegen
standers zal zegevieren, over armoede en
dood, over valschhcid en hoosaardigheid,
over 'voordeel en nadeel. Eerst wanneer
hem a 1 onrecht zal zijn aangedaan, dat
mogelijk is, zal hij schitteren in den glans
van zijn onsterfelijk koningschap."
De moeder hoorde deze woorden en be
waarde die in haar hart. Doch de magiërs
reisden terug om den Messias te verkondig-
gen, den Messias, tot wien een groote ster
hen had geleid.
Martinit - Olympia
Het elftal der Schiedammers.
Op Tweeden Kerstdag speelt Martinit 1
een zeer belangrijken wedstrijd tegen
Olympia 1. De wedstrijd wordt om twee
uur op het Ilermes-DVS-veld* gespeeld.
Dat deze wedstrijd van groot belang voor
Marlmit is, moge blijken uit omderstaan-
den stand:
floelp.
gesp gew. gel eri.pt, v.—t.
Marlinii 8 6 2 12 28—18
Olympia 9 6 1 2 13 28-17
Laakkwartier 9 6 1 2 13 29 2G
Martinit brengt het volgende elftal in
het veld
J. Troost.
a. Vermaat, J v. d Bout.
m. Pieterse, Mackay, Stehouwer.
v. v, d Wilt, Brag, 0. II. v. d. Bout,
Noord ijk, Reijngoudt.
Ursus I's-Gravcndeel.
Tweeden Kerstdag speelt Ursus I op
haar terrein in het Mathenesseai Sportpark
een belangrijke wedstrijd tegen 's Graven
deel, welke vereeniging momenteel de eer
ste plaats op de ranglijst bezet met 4 pun
ten voorsprong op Ursus.
Vanzelfsprekend zal Ursus or alles op
zetten om dozen wedstrijd tot eon goed
einde to brengen, waarop zij mede door
dat zij versterkt uitkomt, zeker een goede
kans heeft
Sport
En de magiërs reden verder en zij had
den hunne „schatten „bij -zich.- Doch de_-weg
werd lang, eindeloos, eindeloos. Hij ging
tussehen kale rotsen; boom, bloem noch
plant groeiden er. En het scheen voort
durend hetzelfde gesteente, dezelfde om
geving. Slechts nu en dan een vogel, stee-
nen, die naar beneden rolden, zand, en
wederom hetzelfde als tevoren.
„De weg der Gerechtigheid is lang",
zeiden de wijzen,
Eensklaps doemen huizen op, licht gloeit
in de verte. Huizen, of iets, wat er op
gelijkt, muren, donkere muren, met kleine
lichtstrepen. Het kan een stad zijn, „de"
stad, de heilige stad, de „Stad der recht
vaardigen", de stad, waar de Koning
woont.
Maar het is de stad nog niet. Het is een
herberg, een zeer eenzame herberg: een
paar fakkels smeulen bij den ingang; op
het binnenplein brandt een vuur. De ge
duldige zegt: „Hier kunnen we even af
zadelen en ons verkwikken." Maar de roode
antwoordt: „De vuren, door menschen ont
stoken, zijn voor ons van geen nut. Hier
te rusten zou tijdsverspilling zijn." En zoo
trekken zij verder. Zij worden gedreven
naar de Gerechtigheid.
Nu wordt het terrein vlak. Er zijn geen
bergen meer. De vlakte strekt zich uit,
Koning der Gerechtigheid? Wie kan dat
zijn? Waartoe is die noodig? Zoo hij boven
mij moet staan, moet hij weg. Voor hem
is er geen plaats boven mij, noch naast
mij." Maar in oude boeken en oorkonden
vonden zij, dat de beloofde Koning in een
klein vlak buiten de stad der Gerechtigheid
zou worden geboren. Dit meldden zij in
vriendelijke woorden den wijzen en ver
zochten mededeeling van do plek, waar
dezen hem zouden vinden. „Want zoo
luidde hun woord ook wij willen gaarne
der Gerechtigheid hulde brengen
'Doch de magiërs overlegden met elkaar:
„Hoe kunnen, dezen 'mannen der G e-
r e o-h-t i-g h-e i d-zijn, zij, die niet cent;-be
speurd hebben, hoe nabij de Koning der
Gerechtigheid is? En zij meenden, dat
allen die zij over zijn geboorte geraad
pleegd hadden, niet behoefden te weten,
waar de Messias te vinden-zou zijn.
Aldus "denkende verlieten zij de stad en
kwamen m een dorp, waarheen, de verbor
gen drang der Gerechtigheid hen had ge
bracht. Toen zij bij een huis kwamen, dat
Voetbal
Xerxes - Hermes-D.V.S.
De wedstrijd gaat door op
Tweeden Kerstdag.
Hoewel de KN.VB. in zijn officieele
fro gramma bekend had gemaakt, dat de
wedstrijd XerxesHermes DVS uitgesteld
werd', heeft de secretaris van Xerxes
Woensdag ©en telegram gehat, waann be
kend werd gemaakt, dal deze wedstrijd
op Tweeden Kerstdag toch doorgang zou
vinden, öp grond van concurrentie door
den wedstrijd Rolterdamsch elftal—3udr
fok werd door Xerxes uitstel gevraagd,
doch op het laatste moment herinnerde
de Bond zich, dat luer van concurrentie
geen sprake kon zijn, aangezien de Rot
terdammers indertijd reels een recede ©111
vangen hadden. Hermes DVS voelde er
oi. terecht niets voor om op bersten
Kerstdag in het veld to komen, /oodit
de blauw-wit'en thans Zondagmiddag voor
de tweede maal tegen Xerxes /uiten strij-
dien - v
De elftalcommissie van Hennes D\rS
heeft na. den.. minder goeden „wedstrijd
vat> Zondag *j.I. "h-el elftal radicaal gewij
zigd. De ploeg ziet er thans nis volgt
uit:
Beun.
Klein, T. Janse.
Fromberg, Bos, Brei toer
I v. d Tuyn, A. v d Tuyn,
Bergkotte, Lex Janse, Borrani.
Loket, die j.l. Zondag vrij zsvak '/peel
de, is thans vervangen door Klem liet-
Handbal
Siedenwedstrijd UtrechtRotterdam.
Wanneer Zondag, 2en Kerstdag, hot
Rotterdamsche handbalelftal tegen het
Utoechlseibo speelt, zal dit met de eerste
maal zijn, dat beide vertegenwoordigende
sledenielftallen tegenover lelkaai staan.
Reeds tweemaal ontmoette 11 beide elf
tallen elkaar. De eerste keer in Schie
dam met Paschen en het Homes-terrein
aan de IXimlaan. Deze wedstrijd eindigde
m een verdiende overwinning voor Utrecht
met 52.
Den tweeden keer was het ter gelegen
heid van het door do afdeehng Den Haag
georganiseerde handbal tournooi ïn het
V.U.O.-stadion
Rotterdam bleef toen in de minderheid
met 87 Een gelijk spel was echter de
juiste uitslag geweest
Voor as Zondag zijn m het elftal geen
•wijzigingen aangebracht. Wij zijn echter
van raecBing, dat hier niet het sterkste
elftal is samengesteld. liet is een open
vraag of een zoodanige samenwerking lus
sclien de spelers zal worden gevonden om
het den Utrechtenaren lastig te maken.
Mijmeringen
Uit het Engelsch door W. A. C.
Daar
ter zijde van den weg lag, stegen zij af van wej een versterking van de verdedi
emg beteekent. De linkshalfplaats hg Bos
niet. en bet is fdus te begrijpen, dat
men hem weer als spil heeft opgesteld,
op welke plaats hij verscheidene briljante
partijen gespeeld Tieeft. Breitner is na
talrijke omzwervingen weer op zijn links
halfplaats teruggekomen.
ïn de voorhoede wordt geëxperimen
teerd met Bergkotte op de rechtsbuiten
plaats Of hij de vereischte snelheid hier
voor heeft, is de, vraag, die wel tijdens
den wedstrijd beantwoord zal worden. Naast
hem staat Is v. Tuyn, die met Lex
Janse een gevaarlijk duo zal vormen voor
do Rotterdamsche 'verdediging. De Imker-
v'eugel bestaat thans wear uit twee be
proefde spelers, A v. <1 Tuyn en Borram,
die tezamen reeds menigmaal den grondslag
voor een overwinning hebban gelegd. Moge
"nor, hun op Tweeden Kerstdag ook geluk
ken 1
hunne dieren en traden bmnen
zagen zij niemand anders dan een moeder
met een slapend kindeke in haar schoot.
Toen de moeder de mannen zag, legde zij
een vinger op de lippen en gaf een teeken,
dat zij moesten wachten. En de magiërs
zeiden tot elkander: „Een uitverkorene
hoven allen, waai om zou deze geen kind
kunnen zijn, dat zich zelf nog niet bewust
is, de uitverkorene te wezen?" En zwijgend
en eerbiedig wachtten zij aan de deur op
wat er veider gebeuren zou, ter~yl zij in
hun hart hoopten op een teeken, dat hen
gegeven zou worden.
Toen ontwaakten het kind; liet vestigde
zijn blik op de wijze mannen en strekte
de armpjes naar hen uit. Hunne oogen
werden geopend en zij knielden neder voor
den Koning der Gerechtigheid, dien hun
In, dit doodsche jaargetijde, waann alles
ons van dood en vergankelijkheid wil spre
ken, komt Kerstmis tot -ons mot een onver
gankelijke levenstijding. Nu het om ons
heen duister wordt, ïederen dag meer, ont
steekt Kerstmis het licht uit 's werelds duis
tere wolken. Dit is do onvergelijkelijk© waar
de van het feest van Jezus' geboorte.
Zoo spreekt het oude, vriendelijke Kerst
verhaal in liet Evangelie van den macht,
waarin oen groot licht aan den hemel- ver
scheen en de klaarheid des Hemels <to her
ders op den velde deed vei schrikken.
Zoo hebben alliö geslachten van allo
tijden en volkan, waar de tijding vain Jezus'
geboorte doordrong, liet gezien en zij heb
ben wat zij zagen vastgelegd' in lichtende
Kerstliederen en sdhoome foklorisiische ge
bruiken, die m zidhtbaren vorm moesten
uitbeelden, wat daar omgmg m de harten.
En ook wij, na zooveel eeuwen, slaan
guamo met onze beide voeten op den hei
ligen grond', waai* het Kerstfeest is, omdat
alles van Kerstmis ons spreekt van leven
en van. licht
Het is ook waarlijk geen wonder, dat
de kringen, welke dit feest vieren, ieder
jaar in wijdte toenemen. Hoe donkerder
2e lag nog, met haar goudblonde noofd
gebogen, voor het altaar geknield.
„La'ine," zei .hij, terwijl zijn stem van
gevoel beefde, „de eerwaarde vader is
heengegaan om onzen weg voor ie be
reiden indien we moeten stervem Maar
alles is ons nu onverschillig behaive
dat we elkaar bezitten. Zeg me, dat ,je
tevreden bent."
Een hemels-che glans kwam er m La-
line's oogen.
„Darid," fluisterde ze met onstuimigen
hans tocht, „ik zou liever hier met jou
willen sterven, dan elders, met welken
man ook, leven. Ik heb je Hef cn be
hoor je toe."
„Mijn engel," was alles wat hij ant
woordde en sloot haar in zijn armen.
Hoofdstak XIV.
Gedurende eenige «ogenblikken van
extase hield David Laline vast tegen zich
aangesloten; daarna zorgde hij er voor,
dat ze ging rusten, terwijl hij in het
nevenvertrek den priester begroef, lip
voelde zich niet verdrietig door den dood
van den armen, ouden man; diens laak
was volbracht on hij verdiende zijn rust
Zijn geliefde kruisbeeld zou hij op zijn
graf leggen.
Toen de laatste schop aarde op het
diep begraven lijk was geworpen eu het
kruisbeeld eerbiedig op het graf was ge
legd, ging David weer naai' Lahne; ze
sliep.
Hij verwijderde de neergeslolrc aarde
uit het vertrek en ging toen eens na
over welken voorraad zij beschikten.
Drie dozijn kaarsen m een doos in de
kast en nog zeven in den altaarkande
laar waarvan er slechts één brandde;
het pak chocolade, dat zij in net café
hadden gekocht totaal acht plakken
en voorts een groote kruik -water.
Hij ging aan het rekenen.
Indien' zij eiken dag een plak opaten,
zou er voor vier dogen chocolade zijn' en
er waren zeker wel vier glazen water per
hoofd in de kruik als het niet meer
was. Zij hadden genoeg kaarsen om ge
durende dien tijd! voortdurend licht te la
ten branden en dan had hij nog zijn
eleclriscbe zaklantaarn. Zijn luciferdoos was
ook vol.
Toen stak liij zijn hand in zijn zak en
tastte naar zijn kleine revolver voor zes
patronen. Ja, zo was geladen.
Op den vijfden dag zou hij, indien, hij
geen uitweg hadi kunnen vinden, en er
van buiten geen hulp was gekomen, La
line doodschieten en clan zelfmoord' ple
gen. Tot dan was ex vreugde en
arbeid. Maar do gedachte aan vreugde
dreef fc-oven, want hij hoorde zijn vrouwtje
zich bewegen en met reuzenschreden
ging hij naar haar toe.
In volkomen duisternis is er geen ver
schil tussehen dag en nacht, maar toen
zij den volgenden ochtend, nog in eikaars
armen liggende, wakker werden, was het
op David's horloge zeven uur. De tweede
van zijn zes dagen vacanti© was begon
nen.
Hoewel beiden wisten, dat een waar
schijnlijke dood hun voor de boeg stond,
waren hun gedachten bij het ontwaken
v ol vrede.
Vol leedeiheid en liefde ontwaakten zij
op hun slrooleger met het harde kussen,
terwijl het armoedige kleed als dek over
hen lag maar zij waren geweldig hon
gerig, want hun avondeten had voor ieder
bestaan uit een plak chocolade met
een klein glaasje water als feestdrank.
David had behalve de kruik water en
de kaarsen nog andere dingen gevonden
een opgevouwen déken en een sehoone
kussensloop. Ddt schenen kostbare huwe
lijk scadeaux. waarover zij, toen zij hun
bed opmaakten, hartelijk lachten. Laline
was lief en opgewekt en zei, dat ze, net
als kinderen, huishoudentje spoelden.
De eerste dag van hun huwelijk moest
aan arbeid worden besteed Ijverig
graven.
Veel tijd aan hun toilet konden ze niet
besteden, want zij hadden noch een bad;
noch borstels David bezat slechts een
zakkam. Hi| stond er op, Latino's kame-
zijn
hier le zijd en haar! goudblonde" krullen
Kerstmis.
het wordt in do wereld, hoe meer de scha
duw des doods zich legt over de mensch'-
hcid1, des te mmger wordt de behoefte arta
licht en aan leven Daar kunt ge vast
op aan. j i t
Immers de leegte, die diepet worJl, vraagt
te meer naar datgene, wat die leegte weder
vullen kan. i
Zoo- is het in het stoffelijke leven, niet
anders in liet geestelijke En het is inder
daad gear wonder, dat in onze tijden de re
ligieus© behoefte steeds meer wordt, om
dat vrij door de vermateriahscerrag van
het loven vastgeloopcn zijn in de resulta
ten van ons eigen denken en kunnen
Wat is alles -onder den hemel ingewik
kelder geworden. Wij behoeven daarvan
niet veel te zeggen. Wij ondervinden het
aan den lijve iederen dag Het leven der
gemeenschap, bet leven van den enfclehng,
dat, oppervlakkig gezien, toch zoo eenvou
dig lijkt, is met eenvoudig. Integendeel, het
is zoo jngewfklkeld1, dat het legendarische
labyrinth op Creta daarvan wel het beeld
mag 1-melen. En terwijl wij zoo omsponnen
zitten m al die Ingewikkeldheid, komt het
klare, zoo eenvoudige verbaal van Kerst
mis tol ons en het vertelt het verhaal van
groote dingen zoo heel eenvoudig en het
brengt ons in den kring van heel eenvou
dige menschen en nu wordt dat ingewikkel
de d enken even op non-activiteit gezet en
het zwaarwichtige doen wordt even terzijde
geschoven Eenvoud' daalt m het hart en
doet vragen verstommen voor Own grooten
eenvoud', welke het kenmerk i \an bel
waie, ook \an de eeuwige, d g»Mta!i|iro
dingen
Rij de kribbo van liet Kind van Bethle
hem komt men als de kinderen. Die miniem
aanvaarden zonder ctommentaar. Die ui Din
gen op Kerstmis hun groote blijdschap. Een
afschaduwing van de vreugde, welke in den
Kerstnacht de Engel des Hemels verkondig
de aan do herders, welke ook naar het
Kerstverbaal zegt niet hebben gevraagd
■of getwijfeld', maar die elibben auivaard
in kinderlijk- geloof en zich op het bun ge
geven bevel gespoed' hebben naar Reilde»-
hem om daar al'es te vinden, gelijk1 bet hun
gezegd' was en daarom zich ook' in de gico-
to vreugde konden verblijden.
Hier treft dat weer: het onvoorwaaide-
hjk1, kinderlijk aanvaarden van licht en
leven, alsof het zoo vanzelf sprak'
Als een voorbeeld staan die eenvoudigen
uit het Kerstverhaal voor ous, die geleerd
hebben te vragen raar oorzaak en ge\ olg
die hot ontleedmes ter hand nemen ön er
mede werken, totdat het leven vlood. Daai-
iOm is de vreugde weg cn ligt de sdhaduw
des doods over ons heele zijn.
.Tezus is geboren/..... dat zegt Kerstmis
Wij, van allerlei stand' en leeftijd, karakter
en ontwikkeling-, als wij h-ooren d'ie bood
schap en wij aanvaarden haar en wij heb
ben oen 'kerstlied'. Straks als het kind oen
man geworden* i s, zullen onze wegen uiteen
gaan, maar nu gaan wij samen op naar
Beftildhem, gelijk verschillende religies op
gaan naar de Geboortekerk' nu m do klam
ste onder de steden van Jnda
Waarom zijn wij nu één? Omdat liet le
ven ons allen hetzelfde leerde en omdat
wij van den Jonggoboome de oplossing
wdlen weten. En later hooien wij wat hij -je
zeggen heeft en iedter past dat toe op zijn
leven. Maar wij zetten het niet door, omdat
Kerstdagen Zondagen zijn en het'leven uit
werkdagen bestaat. Dat is: omdat wij In
de realiteit van het leven het eenvoudige
lidht van den Kerstnacht niet laten stralen.
Want indien wrj ons licht aamslalken aan
het licht van Bethlehem en hot brandende
hielden ook op do werkdagen, dan zouden
wij grijpen do werkelijkheid van de bood
schap in den Kerstnacht der wereld ge
bracht dl» verkondiging van do groote
vreugdo welke ieder leven It'an iloov-
stroomen,
,T. Nagel.
uit te Kammen Dit vonden zij bizondei
amusant.
„Feeengoud", noemde hij de glinste
rende krullen, waarin hij zijn gezicht be
groef
„Mijn snoezig vrouwtje, wat bon je toch
mooi. Wat was ik op die vervelende boot
toch krankzinnig on blind, om niet te
lieseffen, dat je mij toebehoorde en om
met dadelijk beslag op je te leggen."
„Niels dan aanmatiging. Ik wist van
het eerste oogenblik af, dat je van mij
was."
Je was dus al besloten, me 1e seal-
peoren, kleine ludiaansche."
„Ja, aanvankelijk was dat mijn plan,
maar spoedig o, zoo spoedig, David
had ik je liefgekregcn en hoe ont
zaglijk ik je nu liefheb, kan ik je niet
zeggen.';
„Foei eens," zei hij, haar zachte hand
palmen op zijn gezicht drukkende. „Hot
zal, geloof ik,heel wat liefde van je
eischen om -mij te blijven liefhebben. Hoe
zou zoo'n lieveling als jij bent, kunnen
houden van een zwarten, ongeschoren
bruto als ik."
„Daar houd ik van," eu ze wreef mei
een fijn. vingertje over zijn rüwo ge
zicht; het ziet er zoo sterk uit."
„Veel te sterk," lachte hij. „Vanaf mor
gen zal ik er als een echte roover uit
zien..."
„Het kan me niets schelen, lioc je ei
uitziet zoolang we niet verlost zijn,
kan het me ook niet scholen of je een
afschuwelijke baard laat slaan. Je henl
mijn David en do rost is me onver
schillig."
Toon David en Laline geheel gereed
waren, gingen ze „ontbijten" en met groot
ceremonieel verdeelde David hun dag-
rantsoenen in twee lielfton voor ieder*,
„Ontbijt en avondeten," zei hij vroohjk,
„Wc zullen net doen alsof we oen dieet
volgen en niet mogen lunchn.'
Laline keek hem bedroefd aan ca hij
sloeg zijn arm om haar hoon;i de sofa
hadden zij bij do tafel geplaatst.
„Je bent het dapperste, liefste, UemO
Vrouwtje, dat er beslaat," en laj i uslo
haar. „Mijn schal wo moeien üachten
cr maar niet aan te deuken. Zoodra. je
dat stukje chocolade op liobl, moet je
me komen helpen."
In weerwil van. zich zelf had zo hanen
in haar oogen gekregen, maar ze ver
mande zich.
„Natuurlijk, zal ik dat doen
Vaal beraden gingen zo aan het werk in
do (richting, waar David w.st, dat'Me trap,
was. Hij zou graven en zij* de losse aarde
wegscheppen, op zij van het graf van den
priesicr.
Maar na een uur meende David, omdat
ze zoo stil was, dat zo erg moe weid; zo
was zoo ongewoon aan welken arbeid ook.
Bovendien zonk hem het hait in do
schoenen, want hoe harder hij'«roef, des
te meer los geraakte aarde stoille cr
van boven in en het scheen, of hij niet
opschoot.
„Lieveling, nu moet je gaan i aston,"
zei hij, vol teedorheid. „Ik moet eeniga
opmelingen doen en zal' je Mater weer
wekken..."
QVoidt vervolgd
r a f
•oq