Mr. Goseling en de Ossche kwestie
De rede van den minister getoetst
aan de feiten.
Het raadsel vast de noodzaalc
om de kwestie zoo fiaastig af
te doen nog steeds niet
opgelost.
TWEEDE BLAD
SCHIEDAMSCHE COURANT
Handigheidjes en
Oii juistheden.
Sport
Paardensport
Fraai succes van luit. de Bruine
te Nice
Gemengd Nieuws
Poging tot doodslag
Schaken
la Do Telegraaf komt een uitvoerig ar
tikel voor, waarin nader ingegaan wonlt
op do rede van minister Goseling in de
Tweede Kamer in antwoord op de inter
pellatie-Drop over de maatregelen, welke
ten aanzien van do marechaussee-brigade
te Oss zijn getroffen.
Het blad wijst er in de eerste plaats
op, dat tot nog toe de minister ia
gebreke is gebleven de baast te ver
klaren, waarmede deze bekende maat
regelen. tegen do brigade Oss zijn ge
nomen.
Een nauwgezetonderzoek is nooit in
gesteld'. Dat is bet tweede zwakke pmit
van den minister.
De minister heeft de geliecle brigade
veroordeeld uitsluitend op verklaring
van den procureur-generaal, die gedu
rende de jaren van zijn ambtsvervul
ling nagenoeg op voet van oorlog met
de marechaussee slaat.
Dozo verklaring is opgesteld na een
„verhoor" van aebt uur lang van één der
leden der brigade, waarbij de officier van
justitie aanwezig was, „wiens herinnerings
vermogen daalde, naarmate do verbolgen-
beid van den procureur-generaal steeg".
De negen andere leden der brigade zijn
niet gehoord'. En toch wordt hun, op
grond van deze „afgeperste" verklaring,
de bevoegdheid tot opsporing ontnomen.
"Waarom werd inzake de- Or-
ganou-affaire aangifte bij de
marechaussee gedaan?
liet blad bespreekt vervolgens een aantal
punten uit de rede van den minister en
begint met de zedendelicten bij de Or-
gainotn. De minister zegt daarvan:
„Het is niet zoo, dat de mogelijkheid
van deze vervolging te danken is aan den
speurzin van de brigade. Door dit te zeggen,
doe ik de brigade niet te kort, maar men
moet iemand niet beladen met of verheer
lijken wegens dingen, die liij niet gedaan
beeft"„Het was ook mogelijk geweest
dat zjj (de klaagster) bij een andere politic-
instantie, de gemeente-politje, terechtgeko
men was".
De Tel. neemt dit in flagraufeu strijd'
met de waarheid. De toestanden hij Or-
gauoa waren reeds lang bekend en over
de wijze waarop de marechaussee het on
derzoek instelde heeft do dircciie openlijk
haar erkentelijkheid betuigt.
Een der slachtoffers kwam niet toe
vallig bij de marechaussee terecht,
maar zij.kwam er terecht, omdat zij
wist, dat deze politiemannen een be
langstelling voor deze zaak hadden, die
de gemeente-politic nimmer vertoonde.
Het vervoer van een ar
restant per motor-zijspan.
De arrestatie van don „bankier", die
per motor-zijspan naar de kazerne werd ver
voerd', is bet hoofdargument van den mi-
jnister. Dat dit zooveel opzien gebaard
beeft, noemt het blad onwaar. De voorbij
gangers zagen daarin niets bizonders. Bo
vendien heeft de „bankier" de marechaus
see herhaaldelijk dank betuigd voor de
kiesche en correcte wijze, waarop hij is
behandeld.
Hoe is dit te rijmen met de voorstelling
van zaken, door den minister gegeven?
Het is niet waar, dat de officier van
justitie van d'e huiszoeking en de ar
restatie van den bankier niet op de
noogte was. Deze officier zal zich toch
nog wel berinneren, dat bij een week
lo oit-n reeds tot arrestatie wilde
overgaan? Hij beeft daarvan afgezien
op aanraden van de marechaussee.
Toen de man in vrijheid' moest worden
gesteld, heeft de rechter-canimissaris daar
van waarschijnlijk weinig begrepen en, om
zich te dekken, ap liet bevel tot invrij
heidstelling uitdrukkelijk geschreven, dat
dit geschiedde, omdat de officier van ju
stitie van verdere vervolging afzag, doch
niet, omdat de recliter-commissaris goen
bewijs van schuld zag.
Het blad vraagt zich dan af, of hieruit
wel de conclusie getrokken mag worden,
dat do marechaussee uit haar evenwicht
was
„Weet de minister, dat, toen den be
ambten het opsporingsrecht reeds was
ontnomen^ zich een man bij de ka
zerne vervoegde, die een zeer ernstige
klacht tegfn den bankier had? Dezen
man mochten zij niet meer liooren.
Mc-n ziet: ook in het belang van de
betrokkenen is het niet goed, dat men
zulke zaken eenvoudig niet vervolgt.
Er blij\ en allerlei geruchten bestaan en
een gevoel van algemeene ontevreden
heid".
De zaak van de beide geestelijken.
De Tel. begint de zaak' van do beide
geestelijken mei de verklaring, dat anti
papisme hier niets mee te maken heeft.
Het onderzoek, dat ingesteld werd toen
allerlei pxaaljes de rondo deden, werd ge
daan „in liet algemeen belang", zooals
de wachtmeester Let uitdrukt.
In de hoofden van de marechaussee leef
de sterk de gedachte: Als Oss op den
duur gezond zal moeten worden, dan moet
de geestelijke overheid zoowel als de we
reldlijke worden uitgeoefend door zeer
hoogstaande menschen. Deze gedachten-
gang was een gevolg van de opdracht aan
de marechaussee gegeven. Nu liepen er
over een der pastoors, die de moeilijkste
parochie had, uitermate vreemde geruch
ten.
Is het de marechaussee nu kwalijk te
nemen, dat zij hiernaar een onderzoek
instelde? Men moet de zaak goed be
grijpen; het gaat hij ons niet om de
vraag, of de geestelijken al dan niet
schuldig zijn. Het gaat hier uitslui
tend en alleen' over de kwestie, of.de
1 "onderzoekingen door 'de maréchaussee
ingesteld, zoodanig Waren, dat deze
daarom moest worden overgeplaatst.
Daarvan is ook. hier weer geen sprake.
Twee verklaringen tegenover
elkaar.
De officier van justitie was van dit
onderzoek volkomen op de boogie.
Hoe is deze zaak legen den pastoor
afgeloopen? De wachtmeester zegt daarvan
„op gronden aan het algemeen belang
ontleend", is de verdachte met medeweten
van den beer officier van justitie niet
geboord eu is het onderzoek in dezen
gestaakt. Dit houdt dus in, dat een vol
ledig overleg met den officier is gepleegd.
De officier herinnert zich zulks niet meer.
doch de wachtmeester zegt, dat de officier
van alles geweten heeft en dat de officier
hem mededeelde de zaak niet te willen ver
volgen, omdat hij de affaire wel met den
bisschop zou regelen.
II?ei zijn dus twee verklaringen, die
Ijjnreeht tegenover elkaar staan. De mi
ni',ter neemt voetstoots die van den offi
cier aan, beschuldigt en passant den wacht
meester van een valsch proces-verbaal en
heeft weer een argument tegen de mare
chaussee. Wij hebben echter, aldus hel
blad, bij den officier al enkele malen een
zwak herinneringsvermogen opgemerkt, en
wij betwijfelen, of bij een onderzoek zijn
mcJedeelingen wel steekhoudend zullen blij
ken.
Een oratorisch slimmigheidje.
De minister komt hier weer voor den
dag met een aantal mededeelingen, die
van A. tot Z. onjuist zijn. Hij spreekt
over den kroongetuige en zegt, dat deze
ook volgens den wachtmeester zelf een
beestachtig individu was. Hij haalt het
verhaal van den wachtmeester aan on dit
maakt diepen indruk in de Kamer. Doch
dit succes verkreeg de minister zeer goed
koop, n.l. door een handigheid. Wij zullen
dit verhaal ook aanhalen. Er staat in:
„Het onderzoek in 1931 is ook door mij
verricht en betrof toen o.a. feilen in 1928
en 1924. Dit onderzoek heeft toen tot^een
resultaat geleid'. Do eenige die bezwa
rende verklaringen aflegde tegen den pas-
tooi' was X. Het is mij bekend, dat dit
een der gevaarlijkste en beruchtste indi
viduen van 'Oss is, die zich ook op zedelijk
gebied heestachtig beeft misdragen."
Een mmdighcid... het gaat hier om den
kroongetuige in 1931. Doch dit is geens
zins de kroongetuige van thans. Dit is
een man, die geen veroordeehng achter den
rug heeft en die zeer gedetaileerde ver
klaringen heeft afgelegd. Do vroegere kroon
getuige werd als gewoon getuige gehoord.
De minister verwart d'e situatie." liet is
nipt waar, dat een verhoor, waarop de
minister doelt, in het bijzijn van enkele
marechausseesheeft plaats gehad. Ook al
weer een kleine onjuistheid', een kleine
handigheid, waarmede Zijne Excellentie de
zaken vertroebelt.
Do minister is nu zoo verontwaar
digd, dal het „beestachtig individu"
is gehoord. Doch weet Zijne Excel
lentie wel, dat deze man in enkele
andere zaken op verzoek van Justitie
zelf, handlangcrsdiensten verrieht heeft
en toen a raisou van £100 bepaalde
getuigenissen heeft afgelegd?
Toen het legen de össche onderwereld
ging, was hij als getuige bruikbaar ge
noeg. Men voelt: hier" wordt voortdurend
met" twee malen gemeten en dat is het,
wat de geheele zaak zoo ergerlijk maakt.
De toestand bij de jengdwerk-
loozenzorg.
Een volgend argument giet de minister
in den volgenden vorm:
„Ondanks mededeeling van het hoofd van
politie van Oss, dat hem bij onderzoek ge
bleken was, dat het hier geen strafbaar
feit betrof, overgegaan tot arrestatie van
twee jonge menschen, welke hij voorgelei
ding na 4 dagen door den officier van
justitie werden in vrijheid gesteld. Indien
van cenig strafbaar feit sprake zou zijn ge
weest, had dit geen hoogere waarde kunnen
betreffen, dan ongeveer tien gulden. Veel
ruchtbaarheid, waardoor gemeentelijke ge
zagsdragers volkomen ten onrechte in een
kwaad' daglicht werden gesteld".
Onwaar, aldus het blad: Zijne Excel
lentie kent de feiten niet. Hij geeft dit min
of meer toe, door te zeggen, dat hij deze
kwestie slechts 8 dagen voor zijn rede
va'n zeer nabij kende. Wij kennen de kwes
tie langer. Er zijn wel degelijk strafbare
feilen gepleegd, alleen zij vielen niet te
bewijzen en het is de vraag, of men met
de gearresteerden inderdaad de daders lo
pakken had. Dit bleek niet vast te staan en
daarop zijn de jongens vrijgelaten door
den officier, die van de geheele zaak al
weer op de hoogte was.
Bij het -.ral in Oss zeer teere welk
voor do jeugdige werkloozen lieerschen
toestanden, die ten hemel schreien. Wij
liehben destijds, naar de'Tel. schrijft, onge
veer 17 jongens gesproken en wat wij
hoorden was meer dan erg. Het beginsel
van contra-prestatie werd ei toegepast op
een wijze, zooals niemand dat gaarne
wenscht.
De minister zegt: „Onverwijld ingrijpen
was te meer geboden, omdat do wijze waar
op het onderzoek in do zaak der jengd-
werklo-ozenzorg had plaats gevonden, den
officier van justitie berejd's aanleid'ng had
gegeven om op 15 November 1937 de bri
gade Koninklijke marechaussee te verbieden
onderzoeken in te stellen, in zaken, waarbij
organen der gemeente Qss waren betrok
ken,-hetgeen -voor .de brfgade der .Konink
lijke marechaussee-een ernstige waarschu
wing moet zijn geweest".
"Waarom mag een opsporingsambtenaar,
die aan de wet alleen zijn bevoegdheid ont
leent, zich niet bezighouden met misdaden
door gemeentelijke organen en haar func'io-
Tiarissen bedreven? Hoe kan de offïc'er van
justitie zooiets verbieden en hoe kan de
minister dit dekken?
Do zaak is zoo: Bij do jeugdwerk-
loozenzorg is zondc-r twijfel geknoeid,
do marechaussee stond deze maand op
het punt een streng onderzoek in te
stellen naar onregelmatigheden, die
zouden bestaan bij een andere gemeen
te-instelling. Dit onderzoek is thans
stopgezet. Dit onderzoek was den ge
meentelijkon autoriteiten hoogst onwel
gevallig.
Mishandeling?
Tenslotte kouit dc minister op de kwestie
als zou een man mishandeld zijn in de
marechaussee-kazerne.
Hierover wil het blad geen oordeel uit
spreken, omdat do zaak nog in onderzoek
is. Het'is evenwel verbazingwekkend, dat
dit onderzoek is opgedragen aan de ge
meente-politic, die niet eens de bevoegd
heid heeft do marechaussee te liooren.
Na een betoog over de toestanden bij
do gemeentepolitie komt bet blad tot de
conclusie, dal de rede van den minister
wel bij uitstek slap is.
Wat blijft er nu over van hetgeen de
minister aan den procureur-generaal tele
grafeerde, toen hij dezen opdroog de op
sporingsbevoegdheid aan de marechaussee
to benemen? Dat telegram luidde aldus:
„Uit verhalen en rapporten blijkt mij,
dat do brigade Koninklijke marechaussee
te Oss naast liaar u bekende activiteit in
'een aanhangige belangrijke strafzaak bij
haar opsporingsonderzoek in andere ge
vallen den laats ton tijd een methode toe
past, dio zoo ernstige bedenking heeft, dat
ik aanleiding vind u op te dragen den be
trokken divisiecommandant namens mij
mede te doelen, dat do brigade tot nader
order zich, behoudens uw uitdrukkelijken
last, te onthouden heeft van ieder opspo
ringsonderzoek. Aangiften, bij de brigade
inkomende, zijn door te geven aan gemeen
tepolitie."
Er is door do brigade Oss geen an
dere methode toegepast dan die zij on
der goedkeuring van het hoogste justi-
tiecle gezag reeds jaren toepaste en
waarom zij Koninklijk onderscheiden is.
Dc minister heeft met. geen woord en
met geen feit waar kunnen maken,
waarom hij een zoo krassen maatregel
tegen de marechaussee trof en waar-
om deze zoo haastig en waarschijnlijk
met een onwettig middel moest wor
den doorgevoerd.
SïïSSS£S
w
Minister mr. C. M. J. F. Goseling bracht gisteren een bezoek aan het St. vin een -
tinsgesticht te Harreveld. De minister begeeft zicli door een haag van jongen»
naar het gebouw.
Aan de lunch tijdens het 12de Binnenscheepvaartcongres te Nijmegen. - ln het
midden achter de tafel minister mr. dr. ir. J. A. M. van Buuren m gesprek met
jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude, voorzitter
Ilij heeft stoutweg enkele dingen gedebu
teerd, dio den toets van het simpel onder
zoek zells niet kunnen doorslaan. Van
een simpel onderzoek want wij beschik
ken niet over de mogelijkheden van een
minister van justitie te dezen opzichte.
De minister van justitie heeft den leden
van de brigade nog eens uitdrukkelijk den
zwijgplicht, dien zij als militairen hebben,
ingegiift. Wij meen en in dit stuk aange
toond te hebben, dat de minister daarin
van zijn standpunt gelijk had. Ër moest
hier niet alleen gezwegen, er moest
hier ook verzwegen worden.
Winnaar van den prijs van
Monaco.
liet internationaal concours hippique te
Nice is gisteren onder grooto belangstel
ling voortgezet mot do wedstrijden om den
prijs van Monaco en om den prijs van
het Belgische leger. De Nederlandsche rui
ter, luit. J. A. de Bruine, heeft met zijn
eigen paard „Mvlord" een uitstekende
prestatie verricht, door in den zwaren
wedstrijd om den prijs van Monaco, waar
hij zes dubbelsprongem tot een hoogte van
1.G0 mettr moesten worden genomen,
slechts drie fouten te maken eu daarmede
de overwinning 1e behalen.
Do Nederlandsche ruiters en vooral de
paarden, licbhcn zich thans grootendeels
aan het klimaat van Nice aangepast.
In de voorgaande dagen was dit nog niet
zoo het geval en de behaalde resultaten
wezen daar dan ook op, maar do conditie
van de Nederlandsche equipe wordt steeds
beter en het thans behaalde fraaie succes
wekt hoopvolle verwachtingen voor de vol
gende dagen.
Op de tweede plaats kwam do Portn-
geesche luit. Bellrao, die op „Biscuit" 4
fouten maakte. Derde werd do Roemeen-
sche luit. Tudoran; luit. Gnippeiaar maak
te op „Peter Pan" S fouten en plaatste
zich hierdoor als negende, terwijl rit
meester baron Sirtema van Grovestins op
„Godard" met IC fouten en luit. Greter
op „Juno" met 22 fouten builen de prij
zen vielen.
Pre ink i reserve tournooi A:
Rossoümo (Griekenland) Van So
le v s 1—0;
Premier reserve tournooi R:
Dewing (Engeland) Landau 01;
P i i n s Collins (Engeland) 10;
Premier reserve -tournooi B:
Van Doesburg Soltnanis (Lob-
lanu'' 10;
Mcver (Engeland) S c h c 1 f h ou t, af
gebroken.
Vrouw ging haar man met vork
en mes te lijf.
De marechaussee te Stadskanaal hoeft
voor den officier van justitie te Assen gel-
leid Elsiena B. vrouw van A. S. te Gas-
seltemijveenscbemond, wegens poging tot
doodslag op haar man. Met. vork en mes
zou zij haar man bij een huiselijke twist
te lijf zijn gegaan.
Na verhoor is de vrouw in arrest ge
steld1.
Het internationaal srhaakiournooi ie
Margate begonnen.
Gisteren is liet jaaiÜjksche internatio
nale Paasch-schaaktoiu'iiooi te Margate be
gonnen.
De uitslagen ran de partijen, welke in
deze eerste ronde gespeeld zijn, luiden
als volgt:
Hoohltournooi
Spiehnann mrs, Stevenson Mcnchik
1-0;
Book Alexander 1—0;
Aljechin Milner Barrv, afgebroken in
hetere stelling voor Aljechin;
Serg-ant Sir G. A. Thomas i/2J/a;
Pelrov Golombek 10;
Nieuwbonw Instituut Scheevers".
Gistermiddag om 3 uur werd door don
directeur-oprichter, don heer A. A. Schoo-
vors, de \lag geheschen op het nieuwe
schoolgebouw aan de Mathenesserlaan 145
to Rotterdam, ten teeken, dat thans do
laatste en hoogste balklaag is gelegd en
het pand waterdicht is gemaakt, zoadat
nu met spoel aan het binnenwerk wordt
begonnen. Do directie hoopt dan ook over
enkele maanden de school in gebruik te
nemen.
Zestien doodeu bij auto-ongeluk.
Bij Trebizonde (Turkije) is een vracht
auto waarop 26 menschen hadden plaats
genomen, tengevolge van een defect aan
de stuurinrichting, door de leuning van
een brug gereden en in een rivier geval
len. Zestien menschen kwamen om het
leven, tien personen werden ernstig ge
wond. I
Mijnongeluk eischt vier doodeu.
In een mijn te Craigbatik (Zuid-Vest
Schotland) is gistermiddag het verbindings
touw van zes transportwagentjes gebro
ken, waardoor deze in de diepte stortten
en een aantal mijnwerkers troffen. Vier
hiervan waren op slag dood, terwijl 22
gedeeltelijk zwaar gewond werden.
Groote brand in warenhuis.
Het belangrijkste eenheidsprijzen maga
zijn te Moravska Ostrava (Xsj c'io Slowa
kije) is vannacht in de asch gelegd. On
danks de pogingen van twintig groepen
brandwacht, tachtig politie-agenten cn
twee afdecü'ngen militairen, heeft de brand
het geheele gebouw verwoest. De schade
bedraagt eeüiige millioenen kronen.
DER
DONDERDAG 21 APRIL 193S. No. 21S43.