Het minderhedenvraagstuk in s echo - Slowakije AHWEZIGEN Uit veelbesproken landen Het komt er op aan met wien men spreekt. Wat de Tsjechen vertellen. Henlein wacht op orders uit Berlijn. Kunnen er uit de Sudeten- Duitschers betrouwbare ambtenaren komen Luchtvaart ONDER DE 10 Uit het Engelsch van Arthur Somers Roche Boschbranden per vliegtuig gesignaleerd INGEZONDEN Burgerlijke Stand ip. Ik weet liet niet, of u veel van geschie denis heelt gehouden herinner ik inij hei gansch liefde- en ook nog vaak gedach ten loos opdreunen van al de Dirken uit het Holiandsche huis dan zal deze lief de waarschijnlijk niet onvermengd zijn, en derhalve zal ik u dan ook met alteveel geschiedenis niet vervelen. Maar toch is het goed, om eens even vluchtig de histo rie door te nemen en dan natuurlijk stil to staan bij de cardo questionis" de „spit waar alles om draait" de natio nale vraag Dtze vraag is niet moeilijk door de getallen en cijfers, maar vooral door do politieke en economische facet ten die dil probleem vertoont. Laat ik het met nujn gestorven collega Vergilius hou den, die destijds boven een gedicht schreef Summa sequar fastïgia remm: ik zal en kel ear alleen der dingen hoofdzaken be- Iiandelen. En dil verstandige standpunt in nemend, wijs ik erop, dat hier dan sprake is van de beide grootste minderheden, to weten de Duitsche in de historische Bo- heemsehe landen en de Hongaarsche in Slowakije en Karpalhen-Rusland. Verreweg het belangrijkste zijn de ongeveer drie en een half millioen Daitschers een op zeer hoog cultureel en intellectueel niveau staande minderLeid en daarbij van een zeer sterk ontwikkeld nationaal bewust zijn. Zij nemen in Tsj echo Slowakije een plaats in, die van dezelve der nationale minderheden in andere landen ten zeer ste afwijkt In den beginne moesten zij van den Tsjechisch en Staat heelemaal niets hebben en streelden zij naar een aanslui ting bij het nieuwe voormalige Oos tenrijk. Dat in Jrze verhouding een wen ding ten goede intrad is niet alleen to dan ken geweest aan de bezonnenheid der Tsje chen, maar ztvr zeker niet minder aan de hexuding en aan het inzicht der voor naamste Duitsche leiders. Zij namen actief deel aan de ontwikkeling van den jongen Staat, waarvan zij nu eenmaal deel uit maakten en trachtten het Engelsche spreek woord tot waarheid te maken, dat ons leert dat men probeeren moet ergens het beste van te maken. Twee minister traden in de regecring en de wagen bleef in het spoor, al was de weg dan ook niet altijd even glad en gebaand. Maar ook met de Hongaren had de Tsje chische Staat het noodige te stellen, en het viel dezen heeren niet gemakkelijk het verteden te vergeten, toen zij nog de heer schappij in Slowakije uitoefenden. Wie de verhalen hoort hoe de Hongaren zich des tijds daar hebber gedragen, voelt een hui vering van ontzetting over het lichaam loepen en toen men mij dit vertelde zou den mij hadde ik nog over een voldoend aantal beschikt de haren ten berge zijn gerezen. Doch ook ander hen is een ken tering ingetreden en ofschoon zij nog steeds nh-t voldoende van de zegeningen van het Tsjechische bewind schijnen door drongen te zijn de ontevredenheid van I werd opgenomen in ons extra nummer van 14 April j.l. verscheen. eertijds is vooi een groot gedeelte dan tos.li verdwenen. Au komt het er natuurlijk maai- op aan, me: w i e n men spreekt. Iedere zaak, be halve een die rond is, heeft op zijn minst tuee kanten on de Tsjechen laten 11 bij voorkeur en met voorliefde d-e schoonste zien. Om het wcei goed te maken, doen do Duitschers en Hongaren het net an ders om en men dient buitengemeen voor zichtig te wezen. Daarbij komt nog in mijri geval dat ik uit een iaad kom, waar men met name op politiek gebied zooveel verbluf Rui de successen heeft behaald, dat ik tegen over al deze Duitsche klachten em die zijn niet gering wel een beetje sceptisch sta. Deze politieke successen zijn hoe zou het ook anders kunnen? gezien wij allemaal menschen zijn en niets men- sckelijks ons vreemd is den Duitscher een tikkeltje naar het hoofd gestegen cn dan mag men ook niet vergeten, dat \an de verte uit de toestand in het Derde Rijk er latc-n we nu maar eens heel erg n -u- traa] zijn mooier lijkt, dan ze in werke lijkheid is. Do Duitschers klagen er o.a. over, dat zij in verhouding tot hun getalsterkte te weinig posten in verschillende meer of minder belangrijke functies van het openbare leien bekieeden en daarop heeft president Renesj in zijn bekende Reichm- berger rede van Augustus 1936 geantwoord, dat het hier vooral een quaestie van ver trouwen betreft. Men moet zich dal zei Benesj er weliswaar niet bij, maar dat zeg ik eerst dat vertrouwen waardig toonen en zoover schijnt het na nog al tijd ni-et te zijn. „Hef is begrijpelijk zoo vervolgde Benesj het is begrijpelijk, dat een democratische staat zijn administratie niet wenscht toe te vertrouwen aan be ambten met fascistische totaütcitsprinei- pes of communistische ideeën en opvat tingen. Dat geldt, besloot hij, evengoed voor d!e Duitschers als ook voor de Tsje chen, maar en dat was voorzichtig uil- gedrukt naar het zich momenteel Iaat aanzien is dat gevaar grooter in het Duitsche dan in het Tsjechische kamp"... En nu laat ik het woord' aan een Tsje chisehen zegsman. Ik vertaal niet wat hij zeide, doch men zal het wel in het Duitsch begrijpen. Hieruit volgt derhalve, „das der Radi- kalismus, der als idielle Emanation des Reichsdeutschen Nazismus totalitare Me thoden in die Republik einführen mocht' Duitsche kinderen 417000 in Duitsche scho len door Duitse he onderwijzers worden on derwezen, moeilijk kan worden volgehou den, dat liet Tsjeehisch-Slowaakscho school systeem een zoogenaamde „Entnationalisie- rungspolitiek" voert. Ook op het gebied1 der hoogere en middelbare scholen heeft men don Duitschers gegeven wat men meent, dat hun toekomt en tegenover de bewe ring dor Sudeten-Duitschers, met wie ik morgen hoop to zullen spreken en die mij dan wel en ook waarschijnlijk met cij fers zullen trachten aan to toonen, dat de Tsjechen er naast zijn, staat de opvat ting van mijn Tsjechische zegslieden, die aldus luidt: waar intusschen ook niet, niettegenstaande de altijd wem- gehoorde bewering, dat men nergens vrijer loeft dan in het Derde Rijk Het program van Henlein noemt men in Tsjechische kringen „nevelachtig"-vaag cm lijnd'. Etn een buitenlander, die hier lange jaren woont, zei mij, dat het er ten slotte van afhangt wat uit Berlijn wordt gedecre teerd: Hij zei het nog een beetje duideiij ker: Henlein en de zijnen wachten tot in de Duitsche hoofdstad op een knop wordt gedrukt. De geschiedenis ontbeert zelden of nooit een element der ironie cn een element der ironie is toch zeker wel het feil dat, naar zij, die het weten kunnen, mij ver telden, Henlein is omgeven door de zoo genaamde „Kameradschaftsbund", een bond van menschen, die leerlingen of aan hangers zijn van den in Weencïi gearros- den Standenstaat. leerden professor Spahn den man van Morgen ga ik naar het land der Sudeten Daitschers en ben benieuwd wat men mij daar vertellen zal. Wedden dat al de Tsjechen, die ik tot dusver gesproken heb, mij averechts ver keerd hebben ingelicht? VAN SW. Maar Jeanne had mij gezet op de lijst van hen, die hadden aangenomen. Dit moc=t de reden zijn, dat mijn naam zich hierop bevond. Het beteekende een bood schap van haar aan mij. De hemel ze- gene haar. De tranen verblindden mijn oogen zoo, dat ik haar beeld niet langer kon zien. Jeanne, mijn eigen Jeanne, die nog ge noeg om mij gaf om mij een boodschap te zenden, in de hoop, dat ik d,e zou zien, in de hoop, dat ik die zou beant woorden. 0, als ik maar kon. Ik veegde steels met mijn hand' over de oogen, ho pend, dat niemand het zou bemerken. Mijn schamel koffiemaal duwde ik weg. Voor vandaag had ik geen eetlust meer. Delioedzaam vouwde <k de courant op, er a jar zorg dragend, haar beeld niet te verkreukelen. Vanavond, wanneer ik op mijn kamer zou zijn gekomen, zou ik het uitknippen en zorgvuld.g opplakken. Mijn droom en over haar vervaagden gelijk de zon, die door de wolken-doordringt, de schaduwen vervaagt. Alleen was hel hier mof dc zon, of iets, dat zoo stralend en Dit staat als oen paal boven waler: „Um das Recht der Schule, urn die Sicherung der Crundvoraussetzungen für die Jugeuderziehuag in der Mutterspraclie muss koine Miaderkeit in der Tsjeckoslo- wakei am a fier w enigsten d i c Deutsche einen Kampf führui..." En verder vertellen de Tsjechen, dat do Duitschers eenvoudig verzwijgen, dat zij het bestuur van hun schoolwezen In dezen Staat voor het grootste deel in eigen hand hebben. Of dat waar is, is 'niet na te gaan; ik neet wel, dat er in Duitschland veel verzwegen wordt wat nu eenmaal boter wordt geoordeeld, niet bekend te zijn... „Freiheit der völkisehen Erziehung" wenscht Herr Henlein, Daar behoeven wij niet meer over te prata.r, zeggen dc Tsje chen, die is er. En de Nederlandsclxe jour nalist, die èn van Tsjechische 'n van Duit sche zijde even vriendelijk en voorkomend wordt ontvangen, denkt onwillekeurig aan het woord van wijlen rijkskanselier Mi- chaelis, die hot diplomatieke woord de de wereld inzond: „Wie ich es auffasso..." Nu heeft de Tsjechische regeering, zoo als men zal weten, .besloten tot het geven van het Miaderhedenstatuut, een tegemoet komiiig, die den Duitschers weer niet ver genoeg gaat. Dit statuut is eigenlijk niets nieuws on wordt dan ook door hen, die er niet mee tevreden zijn, beschouwd als de ten onzent niet onbekende „dooie musch". Het komt hierop neer, dat het in de wet in een codex vastlegt de bepa lingen en verordeningen, welke in der ja ren loop in zake de minderheden zijn ge troffen. Het is derhalve oen zuiver for malistische geschiedenis. Men is er thans mee bezig; er is oen tijdperk van rust in getreden en een maand lang zullen geen politieke vergaderingen mogen worden ge- houden. Omdat men niet wenscht te ar- selbst der argste Schadling der Minderheil J beiden aan belangrijke vraagstukken on- ist, die einen ihr zukommenden Anted] der den invloed van de straat om het am Angestelltenkader der öffentlichen und Staatsverwaltung anstrebt. Nu is er nog een heele groote quaestie en die vinden wij op het gebied van school en cultuur. Ook op dit ge bied zijn de Duitschers ontevreden. Vol komen ton onrechte, zeggen de de Tsejchen en beiverea men moet een mensch vertrouwen zoolang tot u het tegendeel wordt bewezen, en dat bewijs zal mij maar eens op het poëtische af te zeggen... Wanneer men zoo met verschillend© men schen ook volkomen neutrale spreekt, dan ontkomt men niet aan den indruk, dat de in Sudeten-Duitsche kringen gemaakte propaganda zeer veel overeen komst vertoont met die, gelijk wij die uit het Derde Rijk kennen. Men vertelt van „dwang", van ondersteuning alleen wrun neer de menschen bij de Sudotcndeutscbe wel van de andere zijde geleverd worden! partij zijn aangesloten. Heelemaal waar zal dat, waaneer van een totaal van 433431 dit alles wel niet zijn... heelemaal opgewekt was. Het was bet grijnzend ge zicht van Pots Slavini. ilij stond naast mij aan mijn rechter kant en zijn oogen waren vo! triomf. „Kijk, kijk, alsof de zwerver ten leste niet door zijn liefhebbende vr,enden /ou worden gevonden. Als dat niet mijn oude toffe jongen is, Lacy Crand'aLL" Zijn rechterhand' hield hij uitgestrekt, maar ik merkte op, dat zijn. andere hand en Pots, dat wist ik, was zoo vaard g inet beide handen als wie ook in zijn jas/.ak was verschoten. Ik behoefde niet door het jasje heen te zien om te we ten, dat zijn vingers de haan van een automatische revolver omklemden. Slaviru had geen bizondere reden om l1 denken dat ik tot snel en hevig handelen ge neigd zou zijn, maar hij wilde geen ri sico's nemen. „Hoe heb je mij ontdekt?" vroeg ik. „Wel, dat is een mooi woord van wel kom, Lacy," zei hij. „Nadat ik er vier maaiiaen aan heb besteed om je te zoe ken." ,.Cn nu je me hebt gevonden wat moet er dan nu gebeuren?" vroeg ik. ..Zou je het niet prettig vinden ergens rustig ie gaan zitten, en over den ouden tijd te praten?" stelde bij voor. „Drink je hier dikwijls koffie? Het heeft niet veel van de Colony, hè?" Hij keek de goedkoop© lunchroom rond, plooide zijn neus in afkeer van de keuken luchtjes, die door de kamer gingen. „VYat wou je?" vroeg ik. De schijn van goed humeur viel van on- mtccwiphiut hem af. Zijn omfloerste oogen richtten zich op de mijne. „Ik ben heelemaal niet in een te beste stemming, Lacy," zei bij. „Ik zal je zeg gen wat ik nu wil, en ik zai het uit schreeuwen, wanneer je het persé op d'ie manier wilt hebben. 'Of wil je ergens naar toe gaan om alles eens prettig "en rustig te bepraten II. kende dc plotselinge buien van woede, die hem konden orervallen, vlagen .van gram-chap, die hem behoedzaamheid deden vergeten. Het was net iets voor hem, mij met luider stem aan te klagen, zich er niet om bekommerend, dal de aanklacht aldus zijn eigen ondergang be teekende. „Waar zullen wij naar toe gaan Ik heb een rustige kamer," zei ik. Vch Zijn woede verdween onmiddel lijk voor mijn toon van berusting. „Ik lieb dat gezien. Laatst zag ik het huis, waar je woonde. Nog al een degradatie, vergeleken brj de 55ste straat, mijn j on een.'" „Ik dacht, dat het een graadje beter was," zei ik. „Óver smaak valt niet te twisten," merkte hij op. „Best, laat ons daar naar toe gaan. Stel eens, d'at Blomfield en Co. je za! wegjagen, wanneer je je daar van middag niet vertoont?" „Je schijnt wet alles van me hf te welen," zei ik. „Genoeg althans om te weten, dat je gek bent," antwoordde hij. „Hé, waar gaan we naar toe?'' Geslaagde proefneming onder de gemeente Apeldoorn. Tusschen een uur en half vijf gister middag zijn, in samenwerking met de Ne- derlandsche Heidemaatschappij en de Ve- iuwsche boschhrandweer, op initial el van de vrijwillige organisatie van sportvlie gers (V.O.S.), onder de gemeente Apel doorn proeven genomen met het signalec- ren van boseh" en heidebranden op de i eluwe. Jaarlijks valt een gedeelte van dit kostbare natuurreservaat ten prooi aan branden, welke in vele gevallen door ach teloosheid veroorzaakt worden. Door de Veluwsche boschbrand'weer, waarvan de heer J. Westnk, burgemeester van Bame- veld', het hoofd is, woidt telken jare veel natuurschoon van een irissen ondergang gered. Door middel van brand torens, welke op tal van plaatsen in bosch en neide zijn opgericht, wordt dagelijks tijdens het zomerseizoen gespeurd' naar brandgevaar. Liet ove> brengen van het bericht naar de boschbrandweer vordert in deze moeilijk begaanbare terreinen echter nogal veel tijd en het was de V.O.S,, die het initiatief genomen heeft om door middel van vlieg tuigen een snellere berichtgeving mogelijk te maken De gisteren genomen proeven met 'wee sportvhegtuigen, werden o.rn. bijgewoond door den heer J. Westrik, burgemeester van FLrneveld; dr. ir. Houtzagers, ad junct-directeur der Nederlandsche Heide- maat-c'uappij, en d'en lieer Woiters, hoofd opzichter; voorts door den districUcotn- mmuUtit der rijks veidwacht, den heer P. C. Schmidt Crans en den heer \Tan, 't Hoff, houtvester van het staatsboschbe- heer. Om het half uur steeg* een vliegtuig op van het vliegveld' te Teuge, om de omgeving van Beekbergen, Hoenderloo en Loenen waar op een drietal plaatsen heide m brand gestoken was te ver kennen. Het voornemen is namelijk >m in perioden, waarin het brandgevaar uiter mate groot is, dagelijks een patrouille- dienst in te stellen met viiegtu.gen. Door middel van situatiekaartjes, waarop de brandhaarden door den vlieger worden aamrtuekend, en die vervolgens in een blikken bus worden gesloten, welke op een bepaalde plaats wordt uitgeworpen, wordt een snellere berichtgeving verkregen. De proeven hebben dit wel duidelijk aan getoond. Meen zullen de vnegers zich nog nebben te oefenen in het later: vallen van de kokers met het bericht op de aan gegeven piaa,s. Dit bleek enkele malen te mislukken en een der berichten kwana zelfs op een kilometer afstand van het met een witte lap gemarkeerd© terrein, terecht. Tevens is door dee entomologi- schen dienst van de Nederlandsche Heide maatschappij hot effect nagegaan - met behulp van groote hoeveelheden talkpceaer voor eventueele bestrijding van insecten plagen vanuit de lucht. Openbare Leeszaal Lange Haven. Mijnheer, de redacteur, Ir zender is lid van de Openbare Lees zaal en ruilt zijn boeken bij voorkeur op de mins» drukke uitleentijden, bijv. «irea 9 uur 's avonds. Komt het wel eens toot, dat hij dit tusschen 7 en 8 uur moet doen, dan is hij getuige, of beter nog mede-slachtoffer van d© foutieve „ver keersregeling" voor de boekonuitleening. liet is dan een dringen en glippen am aan de beurt, te komen, en juist als je denkt aan de beurt te zijn, schiet er een kleine snaak tusschen je beenen door en biedt met het onnoozelste gezicht Ier wereld zijn ild West romans precies een seconde eer der aan. Is het niet mogelijk, bijvoorbeeld door het plaatsen van een hekje wat orde te scheppen, waardoor ieder verzekerd Is preries op zijn beurt geholpen te worden? Önnoodig te zeggen dat bovenstaande geen kritiek wil zijn op de manier, waarop de damer van de Leeszaal boeken ver strekken, integendeel, deze trachten zoo veel mogelijk de eerst aan de beurt zijnde te helpen. C. RODENBERG. VLAAiiUiXGEX. G e b o r e n 13 April. Johannes, zoon vat G. Vroegh en N. van der Lee, Callenburgstraat 30. Lijntje, dochter van M. van dor Vel den en J. E. Storm, Heemraadstraat 20. Hendrik Aart, zoon van H. H. van Kooij en B. B. van Leeuwen, Rembrandt- slraat 2. 14 April. Martinus zoon van M. van der Pijl en J. van Diejen, Rijkestraat 7. 15 April. Ide, zoon van A. Rietveld en M. Koffeman, Dirk Schiiferstraat 15. Willem Barend Maarten, zoon van 11. Brons en F. d'e Jong, Dr. A. Knyper- straat 97. 16 April. Alida, dochter van G. Lang broek en S. van Toor, aan boord „Sa- wal". Hendrika Elizabeth, dochter van Ir. den Brecms en A. E. Hofman, De Ruijlerstraat 24. 17 April. Arie, zoon van P. Jleijndijk en E. G. Srneets, Aert van Nesstraat 5. -- Neeltje, dochter van A. Davidse en C. J. Baas, Boterstraat 8. Jan Kor- nelis, zoon van K. Bot en M. .T. Dal jou, Hurjsensstraat 40. IS" April. Liedeweij, dochter van J. de Goede en E. Hoogstad, 2e Van Legden Gaelrtraat B. S'itnon, zoon van S. J. Swaneveld en A. Hakker, Vetten oord straat 17. 19 April. Jansje, dochter van G. J. van der Slot en J. van Geld eren, Tromp straat 26 Getrouwd1: Adrianus van Nes, 24 jaren en Petronclia Maria Adriana Broeren, 22 jaren. Ger- rit Penning, 25 jaren eu Johanna Cor nelia Don, 23 jaren. Marinus Bongors, 2-1 jaren en Johanna Wapenaar, 25 jaren, Cornells Deegeling, 31 jaren en Maiga- relha van Dorp, 29 jaren^ Oom-slis Bioemendaal, 23 jaren en Cornelia 'He- man, 25 jaren. Dirk van Woiferen, 27 jaren en Pietertje Huizer, 25 jaren. Age Hartman, 27 jaren en Maria Adriana Eiizabc-tb Moerman, 24 jaren. Jacob Gerrit Kolkman, 25 jaren en Beligjc Jo- hanuna Loohuis, 22 jaren. Overle den; 15 April. Johanna Kal, 99 jaren. wed. van A. Bakker, Emmastraat 71. Adria nus de Goede, 47 jaren, echtgen, van T. van der Hoek, Oosterdwarsstraat 6. 16 April. Kornelia PetroaeUa v. Dorp, 57 jaren, wed', van G. Banjert, Eendracht- stXci<it 99 17 April. Willem Schouten, 67 jaren, wed', van G. J. Schreij, Binnensingel 8. Jannetje van Loon, 4 jaren, Hay dn- straat 25. Dagelijkschc indexcijfers Medegedeeld door het Centraal Bureau voor de Statistiek. 's-Gravenbagn, 21 April. Aandeelenkoersen88,9. Goederen groothandelsprijzen 71,0. c-wy-xvr*-*-*» <ae lumwActtmei Want, na mijn nota te hebben betaald en hem door de lunchroom te zijn voorge gaan, ging ik hem voor naar beneden, recht op de straat toe. „Ondergrondsche," antwoordde ik. Wel, kun je nog harder schreeuwen," riep hij uit. „Luister eens, Lacy, ik ben er den Iaatslen tijd niet zoo goed aan toe geweest, maar de prijs van een taxi kan ik nog altijd betalen... Nee, na jou," zei hij. Ik lachte inweudig otn zijn voorzichtig heid: ik zou immers, wanneer hij het eerst in den wagen stapte, de straat af kunnen rennen. Log stapte hij na mrj in. Ik gaf den chauffeur het adres op. „Lacy, vind je niet, dat je oen leelijk spelletje met ons speelde?" „Zoo, vind je dat," zei ik. „Zeker vind ik dat, en Jimmy en Andy vinden dat ook. Je hebt ons beetgenomen, niet? En ook dat lieve meisje.' „Laat baar er buiten," zei ik. „Dat zei je vroeger al, Lacy, zei hij, „En we lieten haar er buiten. Maar dat doen we nu niet meer. Een mooie ma nier, waarop je haar behandelde. Daar rtoud ze bij de Colony te ijsbeeren ja, ik was er kerel. De gérant kwam zeker wel vijf keer te voorschijn, om op mg, die in de hal zat, een steelschen blik te werpen, en ik wist niet beter of bij zou mij verzoeken een luchtje te scheppen, maar ik deed, alsof ik niet merkte, dal hij vlammende blikken op mij wierp. Het k-ont soms we! om dingen niet te we ten, hè?" HOXMHnEJJfert «CUKVi Nou, daar kwam je lieve dame binnen, stralend, opgewekt en zelfverzekerd. Zij scheen niet veel menschen te kennen, maar ik zag een paar menschen voor haar buigen, en zij kon hen nauwelijks zien, zoo opgewonden en gepreocupeerd was zij door die afspraak met jon." „Dit is nu eens en voor aP gezegd, Pots," waarschuwde ik hem, „maar als je haar van nu af aan nog eens ooit noemt..." „Kom? We zullen deze eene aangelegen heid ook verder bespreken," gaf hij vin nig ten antwoord. „Wel, het werd half twee, kwart voor twee, twee uur, en zy werd' aardig zenuwachtig. En ik ook, kerel ik ook. Maar zij hield zich kranig. Zij hield het uit tot tien minuten voor half drie..." „Maar ik heb haar geschreven,' riep ik uit. „Toch? Nou, misschien wachtte zij op iemand anders. Daar weet ik niet van. Maar mij heb je riet geschreven, Lacy. Mooie jongen. Kn- eide het uit, dat wy wei zouden denken, dat je je zeker aan je afspraak met je meisje zoudt honden en we er ons niet drak over zouden ma ken je in de gaten te houden dan nadat je haar had' gezien. Nu, hoe het zij, toen zij v. eg ging, ging ik weg, en stevende recht op je etage af. En je weet, wat ik daar te weten kwam. Dat is nn vier maanden geleden, Lacy. Maar dat is nu alles vergeven en vergeten. Hier zijn we, weer bereenigd' en zoo.' „Ja?" zei ik. (Wonlt verwind

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1938 | | pagina 6