Het minderhedenvraagstuk
in s echo - Slowakije
AHWEZIGEN
Uit veelbesproken
landen
Het komt er op aan met wien men spreekt.
Wat de Tsjechen vertellen. Henlein wacht op
orders uit Berlijn. Kunnen er uit de Sudeten-
Duitschers betrouwbare ambtenaren komen
Luchtvaart
ONDER DE
10
Uit het Engelsch van Arthur Somers Roche
Boschbranden per vliegtuig
gesignaleerd
INGEZONDEN
Burgerlijke Stand
ip.
Ik weet liet niet, of u veel van geschie
denis heelt gehouden herinner ik inij
hei gansch liefde- en ook nog vaak gedach
ten loos opdreunen van al de Dirken uit
het Holiandsche huis dan zal deze lief
de waarschijnlijk niet onvermengd zijn, en
derhalve zal ik u dan ook met alteveel
geschiedenis niet vervelen. Maar toch is
het goed, om eens even vluchtig de histo
rie door te nemen en dan natuurlijk stil
to staan bij de cardo questionis" de
„spit waar alles om draait" de natio
nale vraag Dtze vraag is niet moeilijk
door de getallen en cijfers, maar vooral
door do politieke en economische facet
ten die dil probleem vertoont. Laat ik het
met nujn gestorven collega Vergilius hou
den, die destijds boven een gedicht schreef
Summa sequar fastïgia remm: ik zal en
kel ear alleen der dingen hoofdzaken be-
Iiandelen. En dil verstandige standpunt in
nemend, wijs ik erop, dat hier dan sprake
is van de beide grootste minderheden,
to weten de Duitsche in de historische Bo-
heemsehe landen en de Hongaarsche in
Slowakije en Karpalhen-Rusland. Verreweg
het belangrijkste zijn de ongeveer drie en
een half millioen Daitschers een op
zeer hoog cultureel en intellectueel niveau
staande minderLeid en daarbij van een
zeer sterk ontwikkeld nationaal bewust
zijn. Zij nemen in Tsj echo Slowakije een
plaats in, die van dezelve der nationale
minderheden in andere landen ten zeer
ste afwijkt In den beginne moesten zij van
den Tsjechisch en Staat heelemaal niets
hebben en streelden zij naar een aanslui
ting bij het nieuwe voormalige Oos
tenrijk. Dat in Jrze verhouding een wen
ding ten goede intrad is niet alleen to dan
ken geweest aan de bezonnenheid der Tsje
chen, maar ztvr zeker niet minder aan de
hexuding en aan het inzicht der voor
naamste Duitsche leiders. Zij namen actief
deel aan de ontwikkeling van den jongen
Staat, waarvan zij nu eenmaal deel uit
maakten en trachtten het Engelsche spreek
woord tot waarheid te maken, dat ons
leert dat men probeeren moet ergens het
beste van te maken. Twee minister traden
in de regecring en de wagen bleef in het
spoor, al was de weg dan ook niet altijd
even glad en gebaand.
Maar ook met de Hongaren had de Tsje
chische Staat het noodige te stellen, en
het viel dezen heeren niet gemakkelijk het
verteden te vergeten, toen zij nog de heer
schappij in Slowakije uitoefenden. Wie de
verhalen hoort hoe de Hongaren zich des
tijds daar hebber gedragen, voelt een hui
vering van ontzetting over het lichaam
loepen en toen men mij dit vertelde zou
den mij hadde ik nog over een voldoend
aantal beschikt de haren ten berge zijn
gerezen. Doch ook ander hen is een ken
tering ingetreden en ofschoon zij nog
steeds nh-t voldoende van de zegeningen
van het Tsjechische bewind schijnen door
drongen te zijn de ontevredenheid van
I werd opgenomen in ons extra
nummer van 14 April j.l. verscheen.
eertijds is vooi een groot gedeelte dan
tos.li verdwenen.
Au komt het er natuurlijk maai- op aan,
me: w i e n men spreekt. Iedere zaak, be
halve een die rond is, heeft op zijn minst
tuee kanten on de Tsjechen laten 11 bij
voorkeur en met voorliefde d-e schoonste
zien. Om het wcei goed te maken, doen
do Duitschers en Hongaren het net an
ders om en men dient buitengemeen voor
zichtig te wezen.
Daarbij komt nog in mijri geval dat ik
uit een iaad kom, waar men met name
op politiek gebied zooveel verbluf Rui
de successen heeft behaald, dat ik tegen
over al deze Duitsche klachten em die
zijn niet gering wel een beetje sceptisch
sta. Deze politieke successen zijn hoe
zou het ook anders kunnen? gezien
wij allemaal menschen zijn en niets men-
sckelijks ons vreemd is den Duitscher
een tikkeltje naar het hoofd gestegen cn
dan mag men ook niet vergeten, dat \an
de verte uit de toestand in het Derde Rijk
er latc-n we nu maar eens heel erg n -u-
traa] zijn mooier lijkt, dan ze in werke
lijkheid is.
Do Duitschers klagen er o.a. over, dat
zij in verhouding tot hun getalsterkte
te weinig posten in verschillende meer
of minder belangrijke functies van het
openbare leien bekieeden en daarop heeft
president Renesj in zijn bekende Reichm-
berger rede van Augustus 1936 geantwoord,
dat het hier vooral een quaestie van ver
trouwen betreft. Men moet zich dal
zei Benesj er weliswaar niet bij, maar dat
zeg ik eerst dat vertrouwen waardig
toonen en zoover schijnt het na nog al
tijd ni-et te zijn. „Hef is begrijpelijk zoo
vervolgde Benesj het is begrijpelijk, dat
een democratische staat zijn administratie
niet wenscht toe te vertrouwen aan be
ambten met fascistische totaütcitsprinei-
pes of communistische ideeën en opvat
tingen. Dat geldt, besloot hij, evengoed
voor d!e Duitschers als ook voor de Tsje
chen, maar en dat was voorzichtig uil-
gedrukt naar het zich momenteel Iaat
aanzien is dat gevaar grooter in het
Duitsche dan in het Tsjechische kamp"...
En nu laat ik het woord' aan een Tsje
chisehen zegsman. Ik vertaal niet wat hij
zeide, doch men zal het wel in het Duitsch
begrijpen.
Hieruit volgt derhalve, „das der Radi-
kalismus, der als idielle Emanation des
Reichsdeutschen Nazismus totalitare Me
thoden in die Republik einführen mocht'
Duitsche kinderen 417000 in Duitsche scho
len door Duitse he onderwijzers worden on
derwezen, moeilijk kan worden volgehou
den, dat liet Tsjeehisch-Slowaakscho school
systeem een zoogenaamde „Entnationalisie-
rungspolitiek" voert. Ook op het gebied1 der
hoogere en middelbare scholen heeft men
don Duitschers gegeven wat men meent,
dat hun toekomt en tegenover de bewe
ring dor Sudeten-Duitschers, met wie ik
morgen hoop to zullen spreken en die mij
dan wel en ook waarschijnlijk met cij
fers zullen trachten aan to toonen, dat
de Tsjechen er naast zijn, staat de opvat
ting van mijn Tsjechische zegslieden, die
aldus luidt:
waar intusschen ook niet, niettegenstaande
de altijd wem- gehoorde bewering, dat men
nergens vrijer loeft dan in het Derde Rijk
Het program van Henlein noemt men in
Tsjechische kringen „nevelachtig"-vaag cm
lijnd'. Etn een buitenlander, die hier lange
jaren woont, zei mij, dat het er ten slotte
van afhangt wat uit Berlijn wordt gedecre
teerd: Hij zei het nog een beetje duideiij
ker: Henlein en de zijnen wachten tot in
de Duitsche hoofdstad op een knop wordt
gedrukt.
De geschiedenis ontbeert zelden of nooit
een element der ironie cn een element
der ironie is toch zeker wel het feil dat,
naar zij, die het weten kunnen, mij ver
telden, Henlein is omgeven door de zoo
genaamde „Kameradschaftsbund", een
bond van menschen, die leerlingen of aan
hangers zijn van den in Weencïi gearros-
den Standenstaat.
leerden professor Spahn den man van
Morgen ga ik naar het land der Sudeten
Daitschers en ben benieuwd wat men mij
daar vertellen zal.
Wedden dat al de Tsjechen, die ik tot
dusver gesproken heb, mij averechts ver
keerd hebben ingelicht? VAN SW.
Maar Jeanne had mij gezet op de lijst
van hen, die hadden aangenomen. Dit
moc=t de reden zijn, dat mijn naam zich
hierop bevond. Het beteekende een bood
schap van haar aan mij. De hemel ze-
gene haar. De tranen verblindden mijn
oogen zoo, dat ik haar beeld niet langer
kon zien.
Jeanne, mijn eigen Jeanne, die nog ge
noeg om mij gaf om mij een boodschap
te zenden, in de hoop, dat ik d,e zou
zien, in de hoop, dat ik die zou beant
woorden. 0, als ik maar kon. Ik veegde
steels met mijn hand' over de oogen, ho
pend, dat niemand het zou bemerken.
Mijn schamel koffiemaal duwde ik weg.
Voor vandaag had ik geen eetlust meer.
Delioedzaam vouwde <k de courant op,
er a jar zorg dragend, haar beeld niet te
verkreukelen. Vanavond, wanneer ik op
mijn kamer zou zijn gekomen, zou ik het
uitknippen en zorgvuld.g opplakken. Mijn
droom en over haar vervaagden gelijk de
zon, die door de wolken-doordringt, de
schaduwen vervaagt. Alleen was hel hier
mof dc zon, of iets, dat zoo stralend en
Dit staat als oen paal boven waler:
„Um das Recht der Schule, urn die
Sicherung der Crundvoraussetzungen für
die Jugeuderziehuag in der Mutterspraclie
muss koine Miaderkeit in der Tsjeckoslo-
wakei am a fier w enigsten d i c
Deutsche einen Kampf führui..."
En verder vertellen de Tsjechen, dat do
Duitschers eenvoudig verzwijgen, dat zij
het bestuur van hun schoolwezen In dezen
Staat voor het grootste deel in eigen hand
hebben. Of dat waar is, is 'niet na te gaan;
ik neet wel, dat er in Duitschland veel
verzwegen wordt wat nu eenmaal boter
wordt geoordeeld, niet bekend te zijn...
„Freiheit der völkisehen Erziehung"
wenscht Herr Henlein, Daar behoeven wij
niet meer over te prata.r, zeggen dc Tsje
chen, die is er. En de Nederlandsclxe jour
nalist, die èn van Tsjechische 'n van Duit
sche zijde even vriendelijk en voorkomend
wordt ontvangen, denkt onwillekeurig aan
het woord van wijlen rijkskanselier Mi-
chaelis, die hot diplomatieke woord de
de wereld inzond: „Wie ich es auffasso..."
Nu heeft de Tsjechische regeering, zoo
als men zal weten, .besloten tot het geven
van het Miaderhedenstatuut, een tegemoet
komiiig, die den Duitschers weer niet ver
genoeg gaat. Dit statuut is eigenlijk niets
nieuws on wordt dan ook door hen, die
er niet mee tevreden zijn, beschouwd als
de ten onzent niet onbekende „dooie
musch". Het komt hierop neer, dat het
in de wet in een codex vastlegt de bepa
lingen en verordeningen, welke in der ja
ren loop in zake de minderheden zijn ge
troffen. Het is derhalve oen zuiver for
malistische geschiedenis. Men is er thans
mee bezig; er is oen tijdperk van rust in
getreden en een maand lang zullen geen
politieke vergaderingen mogen worden ge-
houden. Omdat men niet wenscht te ar-
selbst der argste Schadling der Minderheil J beiden aan belangrijke vraagstukken on-
ist, die einen ihr zukommenden Anted] der den invloed van de straat om het
am Angestelltenkader der öffentlichen und
Staatsverwaltung anstrebt.
Nu is er nog een heele groote quaestie
en die vinden wij op het gebied van
school en cultuur. Ook op dit ge
bied zijn de Duitschers ontevreden. Vol
komen ton onrechte, zeggen de de Tsejchen
en beiverea men moet een mensch
vertrouwen zoolang tot u het tegendeel
wordt bewezen, en dat bewijs zal mij
maar eens op het poëtische af te zeggen...
Wanneer men zoo met verschillend© men
schen ook volkomen neutrale
spreekt, dan ontkomt men niet aan den
indruk, dat de in Sudeten-Duitsche kringen
gemaakte propaganda zeer veel overeen
komst vertoont met die, gelijk wij die uit
het Derde Rijk kennen. Men vertelt van
„dwang", van ondersteuning alleen wrun
neer de menschen bij de Sudotcndeutscbe
wel van de andere zijde geleverd worden! partij zijn aangesloten. Heelemaal waar zal
dat, waaneer van een totaal van 433431 dit alles wel niet zijn... heelemaal
opgewekt was. Het was bet grijnzend ge
zicht van Pots Slavini.
ilij stond naast mij aan mijn rechter
kant en zijn oogen waren vo! triomf.
„Kijk, kijk, alsof de zwerver ten leste
niet door zijn liefhebbende vr,enden /ou
worden gevonden. Als dat niet mijn oude
toffe jongen is, Lacy Crand'aLL"
Zijn rechterhand' hield hij uitgestrekt,
maar ik merkte op, dat zijn. andere hand
en Pots, dat wist ik, was zoo vaard g
inet beide handen als wie ook in zijn
jas/.ak was verschoten. Ik behoefde niet
door het jasje heen te zien om te we
ten, dat zijn vingers de haan van een
automatische revolver omklemden. Slaviru
had geen bizondere reden om l1 denken
dat ik tot snel en hevig handelen ge
neigd zou zijn, maar hij wilde geen ri
sico's nemen.
„Hoe heb je mij ontdekt?" vroeg ik.
„Wel, dat is een mooi woord van wel
kom, Lacy," zei hij. „Nadat ik er vier
maaiiaen aan heb besteed om je te zoe
ken."
,.Cn nu je me hebt gevonden wat
moet er dan nu gebeuren?" vroeg ik.
..Zou je het niet prettig vinden ergens
rustig ie gaan zitten, en over den ouden
tijd te praten?" stelde bij voor. „Drink
je hier dikwijls koffie? Het heeft niet
veel van de Colony, hè?"
Hij keek de goedkoop© lunchroom rond,
plooide zijn neus in afkeer van de keuken
luchtjes, die door de kamer gingen.
„VYat wou je?" vroeg ik.
De schijn van goed humeur viel van
on-
mtccwiphiut
hem af. Zijn omfloerste oogen richtten
zich op de mijne.
„Ik ben heelemaal niet in een te beste
stemming, Lacy," zei bij. „Ik zal je zeg
gen wat ik nu wil, en ik zai het uit
schreeuwen, wanneer je het persé op d'ie
manier wilt hebben. 'Of wil je ergens naar
toe gaan om alles eens prettig "en rustig
te bepraten
II. kende dc plotselinge buien van
woede, die hem konden orervallen, vlagen
.van gram-chap, die hem behoedzaamheid
deden vergeten. Het was net iets voor
hem, mij met luider stem aan te klagen,
zich er niet om bekommerend, dal de
aanklacht aldus zijn eigen ondergang be
teekende.
„Waar zullen wij naar toe gaan Ik
heb een rustige kamer," zei ik.
Vch Zijn woede verdween onmiddel
lijk voor mijn toon van berusting. „Ik
lieb dat gezien. Laatst zag ik het huis,
waar je woonde. Nog al een degradatie,
vergeleken brj de 55ste straat, mijn j on
een.'"
„Ik dacht, dat het een graadje beter
was," zei ik.
„Óver smaak valt niet te twisten,"
merkte hij op. „Best, laat ons daar naar
toe gaan. Stel eens, d'at Blomfield en Co.
je za! wegjagen, wanneer je je daar van
middag niet vertoont?"
„Je schijnt wet alles van me hf te
welen," zei ik.
„Genoeg althans om te weten, dat je
gek bent," antwoordde hij. „Hé, waar
gaan we naar toe?''
Geslaagde proefneming onder
de gemeente Apeldoorn.
Tusschen een uur en half vijf gister
middag zijn, in samenwerking met de Ne-
derlandsche Heidemaatschappij en de Ve-
iuwsche boschhrandweer, op initial el van
de vrijwillige organisatie van sportvlie
gers (V.O.S.), onder de gemeente Apel
doorn proeven genomen met het signalec-
ren van boseh" en heidebranden op de
i eluwe. Jaarlijks valt een gedeelte van
dit kostbare natuurreservaat ten prooi aan
branden, welke in vele gevallen door ach
teloosheid veroorzaakt worden. Door de
Veluwsche boschbrand'weer, waarvan de
heer J. Westnk, burgemeester van Bame-
veld', het hoofd is, woidt telken jare veel
natuurschoon van een irissen ondergang
gered. Door middel van brand torens, welke
op tal van plaatsen in bosch en neide
zijn opgericht, wordt dagelijks tijdens het
zomerseizoen gespeurd' naar brandgevaar.
Liet ove> brengen van het bericht naar de
boschbrandweer vordert in deze moeilijk
begaanbare terreinen echter nogal veel tijd
en het was de V.O.S,, die het initiatief
genomen heeft om door middel van vlieg
tuigen een snellere berichtgeving mogelijk
te maken
De gisteren genomen proeven met 'wee
sportvhegtuigen, werden o.rn. bijgewoond
door den heer J. Westrik, burgemeester
van FLrneveld; dr. ir. Houtzagers, ad
junct-directeur der Nederlandsche Heide-
maat-c'uappij, en d'en lieer Woiters, hoofd
opzichter; voorts door den districUcotn-
mmuUtit der rijks veidwacht, den heer P.
C. Schmidt Crans en den heer \Tan, 't
Hoff, houtvester van het staatsboschbe-
heer.
Om het half uur steeg* een vliegtuig
op van het vliegveld' te Teuge, om de
omgeving van Beekbergen, Hoenderloo en
Loenen waar op een drietal plaatsen
heide m brand gestoken was te ver
kennen. Het voornemen is namelijk >m
in perioden, waarin het brandgevaar uiter
mate groot is, dagelijks een patrouille-
dienst in te stellen met viiegtu.gen. Door
middel van situatiekaartjes, waarop de
brandhaarden door den vlieger worden
aamrtuekend, en die vervolgens in een
blikken bus worden gesloten, welke op
een bepaalde plaats wordt uitgeworpen,
wordt een snellere berichtgeving verkregen.
De proeven hebben dit wel duidelijk aan
getoond. Meen zullen de vnegers zich
nog nebben te oefenen in het later: vallen
van de kokers met het bericht op de aan
gegeven piaa,s. Dit bleek enkele malen te
mislukken en een der berichten kwana
zelfs op een kilometer afstand van het
met een witte lap gemarkeerd© terrein,
terecht. Tevens is door dee entomologi-
schen dienst van de Nederlandsche Heide
maatschappij hot effect nagegaan - met
behulp van groote hoeveelheden talkpceaer
voor eventueele bestrijding van insecten
plagen vanuit de lucht.
Openbare Leeszaal Lange Haven.
Mijnheer, de redacteur,
Ir zender is lid van de Openbare Lees
zaal en ruilt zijn boeken bij voorkeur op
de mins» drukke uitleentijden, bijv. «irea
9 uur 's avonds. Komt het wel eens toot,
dat hij dit tusschen 7 en 8 uur moet
doen, dan is hij getuige, of beter nog
mede-slachtoffer van d© foutieve „ver
keersregeling" voor de boekonuitleening.
liet is dan een dringen en glippen am aan
de beurt, te komen, en juist als je denkt
aan de beurt te zijn, schiet er een kleine
snaak tusschen je beenen door en biedt met
het onnoozelste gezicht Ier wereld zijn
ild West romans precies een seconde eer
der aan.
Is het niet mogelijk, bijvoorbeeld door
het plaatsen van een hekje wat orde te
scheppen, waardoor ieder verzekerd Is
preries op zijn beurt geholpen te worden?
Önnoodig te zeggen dat bovenstaande
geen kritiek wil zijn op de manier, waarop
de damer van de Leeszaal boeken ver
strekken, integendeel, deze trachten zoo
veel mogelijk de eerst aan de beurt zijnde
te helpen.
C. RODENBERG.
VLAAiiUiXGEX.
G e b o r e n
13 April. Johannes, zoon vat G. Vroegh
en N. van der Lee, Callenburgstraat 30.
Lijntje, dochter van M. van dor Vel
den en J. E. Storm, Heemraadstraat 20.
Hendrik Aart, zoon van H. H. van
Kooij en B. B. van Leeuwen, Rembrandt-
slraat 2.
14 April. Martinus zoon van M. van
der Pijl en J. van Diejen, Rijkestraat 7.
15 April. Ide, zoon van A. Rietveld
en M. Koffeman, Dirk Schiiferstraat 15.
Willem Barend Maarten, zoon van 11.
Brons en F. d'e Jong, Dr. A. Knyper-
straat 97.
16 April. Alida, dochter van G. Lang
broek en S. van Toor, aan boord „Sa-
wal". Hendrika Elizabeth, dochter van
Ir. den Brecms en A. E. Hofman, De
Ruijlerstraat 24.
17 April. Arie, zoon van P. Jleijndijk
en E. G. Srneets, Aert van Nesstraat 5.
-- Neeltje, dochter van A. Davidse en
C. J. Baas, Boterstraat 8. Jan Kor-
nelis, zoon van K. Bot en M. .T. Dal jou,
Hurjsensstraat 40.
IS" April. Liedeweij, dochter van J. de
Goede en E. Hoogstad, 2e Van Legden
Gaelrtraat B. S'itnon, zoon van S. J.
Swaneveld en A. Hakker, Vetten oord
straat 17.
19 April. Jansje, dochter van G. J.
van der Slot en J. van Geld eren, Tromp
straat 26
Getrouwd1:
Adrianus van Nes, 24 jaren en Petronclia
Maria Adriana Broeren, 22 jaren. Ger-
rit Penning, 25 jaren eu Johanna Cor
nelia Don, 23 jaren. Marinus Bongors,
2-1 jaren en Johanna Wapenaar, 25 jaren,
Cornells Deegeling, 31 jaren en Maiga-
relha van Dorp, 29 jaren^ Oom-slis
Bioemendaal, 23 jaren en Cornelia 'He-
man, 25 jaren. Dirk van Woiferen, 27
jaren en Pietertje Huizer, 25 jaren.
Age Hartman, 27 jaren en Maria Adriana
Eiizabc-tb Moerman, 24 jaren. Jacob
Gerrit Kolkman, 25 jaren en Beligjc Jo-
hanuna Loohuis, 22 jaren.
Overle den;
15 April. Johanna Kal, 99 jaren. wed.
van A. Bakker, Emmastraat 71. Adria
nus de Goede, 47 jaren, echtgen, van T.
van der Hoek, Oosterdwarsstraat 6.
16 April. Kornelia PetroaeUa v. Dorp,
57 jaren, wed', van G. Banjert, Eendracht-
stXci<it 99
17 April. Willem Schouten, 67 jaren,
wed', van G. J. Schreij, Binnensingel 8.
Jannetje van Loon, 4 jaren, Hay dn-
straat 25.
Dagelijkschc indexcijfers
Medegedeeld door het Centraal Bureau
voor de Statistiek.
's-Gravenbagn, 21 April.
Aandeelenkoersen88,9.
Goederen groothandelsprijzen 71,0.
c-wy-xvr*-*-*» <ae lumwActtmei
Want, na mijn nota te hebben betaald
en hem door de lunchroom te zijn voorge
gaan, ging ik hem voor naar beneden,
recht op de straat toe.
„Ondergrondsche," antwoordde ik.
Wel, kun je nog harder schreeuwen,"
riep hij uit. „Luister eens, Lacy, ik ben
er den Iaatslen tijd niet zoo goed aan
toe geweest, maar de prijs van een taxi
kan ik nog altijd betalen... Nee, na jou,"
zei hij.
Ik lachte inweudig otn zijn voorzichtig
heid: ik zou immers, wanneer hij het
eerst in den wagen stapte, de straat af
kunnen rennen. Log stapte hij na mrj
in. Ik gaf den chauffeur het adres op.
„Lacy, vind je niet, dat je oen leelijk
spelletje met ons speelde?"
„Zoo, vind je dat," zei ik.
„Zeker vind ik dat, en Jimmy en Andy
vinden dat ook. Je hebt ons beetgenomen,
niet? En ook dat lieve meisje.'
„Laat baar er buiten," zei ik.
„Dat zei je vroeger al, Lacy, zei hij,
„En we lieten haar er buiten. Maar dat
doen we nu niet meer. Een mooie ma
nier, waarop je haar behandelde. Daar
rtoud ze bij de Colony te ijsbeeren
ja, ik was er kerel. De gérant kwam zeker
wel vijf keer te voorschijn, om op mg,
die in de hal zat, een steelschen blik te
werpen, en ik wist niet beter of bij zou
mij verzoeken een luchtje te scheppen,
maar ik deed, alsof ik niet merkte, dal
hij vlammende blikken op mij wierp. Het
k-ont soms we! om dingen niet te we
ten, hè?"
HOXMHnEJJfert «CUKVi
Nou, daar kwam je lieve dame binnen,
stralend, opgewekt en zelfverzekerd. Zij
scheen niet veel menschen te kennen,
maar ik zag een paar menschen voor
haar buigen, en zij kon hen nauwelijks
zien, zoo opgewonden en gepreocupeerd
was zij door die afspraak met jon."
„Dit is nu eens en voor aP gezegd,
Pots," waarschuwde ik hem, „maar als
je haar van nu af aan nog eens ooit
noemt..."
„Kom? We zullen deze eene aangelegen
heid ook verder bespreken," gaf hij vin
nig ten antwoord. „Wel, het werd half
twee, kwart voor twee, twee uur, en zy
werd' aardig zenuwachtig. En ik ook,
kerel ik ook. Maar zij hield zich kranig.
Zij hield het uit tot tien minuten voor
half drie..."
„Maar ik heb haar geschreven,' riep
ik uit.
„Toch? Nou, misschien wachtte zij op
iemand anders. Daar weet ik niet van.
Maar mij heb je riet geschreven, Lacy.
Mooie jongen. Kn- eide het uit, dat wy
wei zouden denken, dat je je zeker aan
je afspraak met je meisje zoudt honden
en we er ons niet drak over zouden ma
ken je in de gaten te houden dan nadat
je haar had' gezien. Nu, hoe het zij, toen
zij v. eg ging, ging ik weg, en stevende
recht op je etage af. En je weet, wat
ik daar te weten kwam. Dat is nn vier
maanden geleden, Lacy. Maar dat is nu
alles vergeven en vergeten. Hier zijn we,
weer bereenigd' en zoo.'
„Ja?" zei ik. (Wonlt verwind