De dijken van den Noord-
Oostpolder
Dampo geneest alle verkoudheden
TWEEDE BLAD
SCHIEDAMSCHE COURANT
Dit jaar kwam het grootste deel klaar.
Schokland ligt achter den dijk.
TJrlz groeit naar den vasten
wal
Vredesgedicht
Gemengd Nieuws
m
Dit jaar komt de ringdijk van den
Noord Oostpolder voor hel grootste
gedeelte klaarStraks f ctls de wet k-
tuigen en kranen hun winterverblijf
opgezocht hebben, nadat ze eerst de
dijkslukken die vervaardigd werden,
goed tegen water en stormen beveilig
den, zal Urk nog slechts door een
smalle strook van 4 km van den Frie-
schcn wal gescheiden zijn. JIct is
dit jaar het einde van zijn eiland-
zijn wel zeer dicht genaderd.
Het lijkt verbijsterend en ongelooflijk
Op 29 April 1936 werd het allereerste werk,
het maken van een werkhaven met fun-
deeringsput, voor een gemaal en schutsluis
bij Urk aanbesteed. Thans, juist 21 jaar
later kunnen we, terugkomend van een
reeks van excursies naar de inpolderings-
werken vertellen, dat de gehccle dijk op
smalle doorvaartgeulen en de verbinding
RamspolVollenhove na, geheel gereed
gekomen is. Bijna 32 KAL zware dijk werd
in den tijd van li jaar rond het water, dat
eens Noord Oostpolder zal zijn, opgewor
pen. 24 Februari 1937 is het maken van vier
gedeelten in den moerdijk van den Noord
Oostpolder, resp. bij Lemmer en ter weers
zijden van Urk en bezuiden Schokland,
aanbesteed en aan het einde van het werk-
seizoen 193S kunnen de aannemers dit werk
opleveren!
Naar den dijk hij Schokland,
Onze „Schollevaer" van 't type Vogel
klasse, waarmee we naar 't dijkwerk be
zuiden Schokland zeilen, is een schuitje,
dat je doet betreuren, dat het hier weldra
uit zijn zal mot de vrije frissche vaart tus-
schen water en luchten. Wind holt de zeilen,
het LI ssehvater schiet-langs de boorden
borrelend naar achteren en we ervaren in
den zilten wind en de warme herfstzon, dat
het leven op het water goed is.
Rechts glijdt het Kampeereilarid voorhij
met groote en oude hofsteden, óók eens ge
bouwd in een aan zee en golven ontroofd
land. Links liggen de waarden, waarvan de
Vossenwaard overal waar u vandaag den
dag op de dijkwerken langs het IJsselmeer
komt, bizondere bekendheid gekregen heeft.
Want daar vertellen hooge stapels steenslag
en basalt, alsmede gigantische hoeveelheden
andere materialen, dat zich daar, evenals
op Urk en bij de Lemmer een overslagplaats
voor de Zuiderzeewerken bevindt. Hier
lossen Rijnaken, tjalken en kiipperschepen
den inhoud van haar ruimen. Sleepbooten
stoomen met groote bakken den Ketelmond
in en nemen de lading over om haar naar
de dijken te brengen. Het is er druk. Er
is lawaai als in een haven, en ook verschei
denheid als in een haven, want vele Euro-
peesche vlaggen kunt u hier voor de
Vossenwaard zien. Hakenkruis en het
zwart-geel-rood van België domineeren.
Juist als we den Ketelmond uitgaan,
glijdt ons een kustvaarder met een haken-
kruisvlag op de achterplecht voorbij. De
IJssel blijft internationaal vaarwater, al
zal het aspect van in zee mondende rivier
spoedig verleden zijn.
LEMMER.
KUINRÊ
BLANkTÊNfiAN?
BL0'<ZtJ&
iï
/PfVOLLENHOVE
ART5LUI5
SCHOKLAND
KAMP
Verdwenen eiland.
Tusschen de bazaltpieren van den Ketel
mond, waarop de meeuwenzwerm is als een
witte wolk met zwarte vlakken van echte
schollevaars, schuift onze Schollevaer de
dartele golven van het IJsselmeer op. En
zoo den Ketel uit ziet u de eerste verande
ring.
Het vrije uitzicht op Schokland
is verdwenen. Wanneer u vroeger
den Ketel uitkwam had u aan
stuurboord het prachtige gezicht
op het wijde zeewater, waarin
Schokland een streep met wat
hoornen erop was. Maar nu is dat
uitzicht voorgoed onderbroken
door de strenge, zij het blanke,
keilecmlijn van den dijk, die juist
bezuiden Schokland langs loopt.
We zijn hier geweest toen de eerste brok
ken keileem hoven water kwamen en we
hebben er toen trotsch de Nederlandsche
vlag op zien planten. Dat was in Augustus
1937.
Later in dat jaar kwamen we terug. Het
was October en we wandelden tot liet
paaltje waar 2000 meter op staat. Dat was
2 KAL dijk in een paar maanden tijds
Nu debarkeeren we aan het kleine steigertje
waai op melkbussen en margarinekisten
den komst van den parlevinker verbeiden
bij paal 2700 en we wandelen tot paal 4700
Daar wordt de grond pas week. Als u nog
200 meter verder gaat zakt u al we« in
versche keileem en andere grondspeciën,
waaruit het dijklichaam hier opgebouwd
wordt. Dat is de 5000 meter zóne. Die komt
met enkele weken ook kant en klaar tus
schen kranen en zuigers vandaan.
Hier staande ziet u in de richting van
het Kampereiland, dat al heel dichtbij lijkt,
een andere rug tusschen veel rook en stoom
uit het water verrijzen. Dat is de 6000
meter grens, waar de firma Zanen en Ver-
De situatie, zooats zij na IJ jaar rond den
tockomstigen Noord Oost-polder geworden is.
De zwarte lijnen geven aanhoever men dit
jaar met de dijken hoopt te komen. De stip
pellijn geeft de dijken aan, die het eerst onder
handen zullen worden genomen. Men begint
dan. tevens met de werken voor de gemalen bij
Urk, Lemmer en Vollenhove en de sluiswer-
ken. Hel langst open blijven, ten behoeve van
hel scheepvaartverkeer, dc twee open gelaten
vakken benoorden en beoosten Urk.
Een onjuistheid is, dat het dijhdccl Vollen
hoveBlokzijl als reeds klaar staal aangege
ven. Zoo ver is men daar nog niet. Vollenhove
is tol nu toe eindpunt.
stoep, die hier het dijkwerk maakt, ook
begonnen is aan den dijk. Vandaar werkt
men in de richting van oo 5000 meter. De
aansluiting za! do kwestie van enkele weken
zijn. Dan is hier zesduizend meter dijk ge
reed gekomen, overeenkomstig het bestek.
Wandelen in dc richfing Urk.
Met dat al is het u duidelijk geworden,
dat we hier al een aardige wandeling kun-
nen maken in de richting van Urk, dat als
een heuvel ginds boven den zeespiegel ver
rijst. Het is een wandeling, die behalve uit
houdingsvermogen 5000 M. loopen is
voor iemand, die immer fietst, een heelen
tippel ook stevige schoenen vraagt, want
de bonkige keileembrokken, die nog teza
men den dijk vormen zijn nu niet bepaald
een prettig plaveisel. Daar komt echter ook
verandering in. Op onze wandeling zien
we een drag-liner, dat is die kleine dap
pere kraan, die op z'n eentje de dijkhellingen
egaliseert en zich een vasten bodem schept,
door planken voor en achter zijn rupswielen
te leggen bestuurd door één enkelen man,
die in een kleine ruimte tusschen klei en
lucht een bosch van zeer uiteenloopende
handle's beheerscht, bezig met het stapelen
van een kleilaag over den harden keileem-
dam. Deze klei is van dezelfde substantie
als die in den toekomstigen polder. Zij wordt
in de omgeving van Urk gebaggerd en naar
de dijken gebracht, waar ze gebruikt wordt
als afdekking over het keileem, waarin
zelfs geen grassprietje groeien wil. In deze
goede klei zaait men straks gras en we hoor
den bovendien nog verluiden, dat men deze
kleilaag ook wil aanwenden voor den ver
bouw van verschillende gewassen, om zich
op die wijze een beeld te vormen van het
geen er in den polder straks groeien zal en
te zien hoe het er groeien wil. Op dezelfde
wijze dus, als men het bij de Wieringermeer
in den proefpolder Andijk deed. Volgend
jaar zal de dijk dus in ieder geval niet meer
een witte, doch waarschijnlijk een groene
streep zijn, tusschen water en lucht.
Wat verder ontmoeten we de steenzetters,
die al weer een nieuw soort steen inzetten
aan den voet van den dijk, om te probee-
ren. De directie der Zuiderzeewerken is n.l.
nog maar steeds aan het experimenteeren
met allerlei soorten steen,' van eenvoudige
klinkers af, tot zware basalt uit de Duitsche
bergen en zware betontegels uit Nederland-
sche fabrieken toe, die elk een kans krijgen
de duurzaamheid tegen stormen en zeewa
ter te bewijzen en die geen van alle nog een
voldoende antwoord gegeven schijnen te
hebben op de vraag wie nu wel de beste
waarborgen geeft voor de
standvastigheid van den dijk.
Die steenzetters zijn natuurlijk Sliedrcch-
ters. Zij maken daar een speciaal vak van,
zooals de Werkendammers van het twijg-
vlechten en de Genemuidcrs van het grond
werk. Deze Sliedreehters behooren tot de
jonge garde. Het zijn leerlingen, die hier
het vak loeren. Ze hadden geen betere plaats
kunnen uitkiezen.
Op de 4300 meter staat hier op den dijk
de directiekeet. Vorig jaar vonden we haar
op de 1600 M. Ze is dus verhuisd, toen het
gebied grooter werd. Teekenaars en op
zichters hebben er hun hoofdkwartier en
ze worden van tijd tot tijd kwistig van koffie
en thee voorzien door een jong meisje uit
Kampen, die men met een beetje zin voor
sensatie, de eerste vrouw op den dijk zou
kunnen noemen, als de dijk nog sensatio-
Feuwige vrede! Hemelgave!
Wanneer daalt ge op de aarde neer,
Geeft gij aan de menschenkind'ren
't Paradijsgeluk eens weer?
Wanneer zal de zelfzucht wijken,
Die een hel van d* aarde maakt?
Wanneer zal de ware liefde 1
In den ruensch weer zijn ontwaakt?
zyn.
In den aanvang van de tijden,
Toon de mcnsch nog kind kon
Was hij vrij nog van den hartstocht
En van al die smart en pijn,
Die de zelfzucht, de begeerte
Over d' aarde heeft gebracht,
Zoodat 't licht des vrede heenging.
Toen kwam... donk'rc lijdensnacht.
En de menschen gingen strijden;
Eerst met waap'nen, ruw en slecht,
Waarmee nu nog steeds de wilde
In de woeste wouden vecht.
En 't versland, de hemelgave,
Fond de wreede strijdbijl uit,
En de pijl met gif bestreken.
Slechts door 't harde schild gestuit.
En het veelden scheen iets edels.
Menschen dooden werd een eer.
Die de meeste lijken maalde
Was „een held", een „„machtig heer".
Zoo ontstonden koninkrijken,
Klein in d* aanving: laler groot;
En do hebzucht nrel de heer-chzucht
Spreidde alom ellende en dood.
Maar... er kwam een mcnsch op aarde,
Die de waarheid had verslaan
„Die het zwaard grijpt om te moorden
Zal door 't moordend zwaard vergaan".
Doch de „hrcne, vrome" nvmrhen
Gaven "L kruis hem tot een Iroon,
Noemden spottend lmm „een koning",
Ga\en hem een doornenkroon.
Toen hij sdeif de „man \an smaite".
Bleven onkelen hem getrouw;
En hot rijk van vrede en liefde
Werd' gegmnd als „Godsgebouw".
Maar d'e menschen in hun blindheid
Zongen liederen heat ter er,
Bouwden sclmone kathedralen.
Maar flc i;rijg%ou Meel" hun heer.
Sleeds nog hcersclit 't geweld op narde;
Sieeds nog heeft Je macht het recht.
En nog immer wonTen kwertie-.
Door het moordenu zwaari beslecht.
Maar, God1 dank i' Een kleine lichtstraal
Brak c-r door de neevTen heeu,
En d'e diciglng van een oorlog
Dreef met angst en vree/e heen.
Maar, al werd dt dreigende oorlog
Voor het beden afgewend,
Nieuwe kver-tic; zullen rijzen:
Nieuue kwelling zonder end.
Ais de voJk'renmccht op aarde
Niet naar liefdes roepstem hoort,
En 't voldoen aan eigen zelfzucht
Nog deu menscb het meest bekoort.
Vrede, is een vrucht der liefde;
Zelfverloochening voert alleen
Door een leven voor elkander
Naar het wa'ï Godsrijk heen.
Niet te heerrenen, maar te dienen,
Voert naar liefdes wereld heen,
Waar geen ooriog meer gevoerd wordt;
Waar de liefde heerscht alleen.
B.
bij groot en klein, snel en radicaal. Groote doos 30 ct. Bij Apothekers en Drogisten.
Kolonel Lindbergh temidden der genoodigden in liet „Ha-us der Flicger" le Berlijn
tijdens de ontvangst der deelnemers aan liet internationaal congres voor luchtvaart-
onderzoek.
,v vjy-ft.
/dw'ewSzi.v-
Sudetcn-Duitsrhers. ontslagen uit den Tsjechische» militairen dienst, worden bij
terugkomst in hun woonplaatsen hartelijk verwelkomd. Een groep bij aankomst te
Teplilz.
Urk, langzaam naar de Overijsselsche kust
kruipt. Zes en een halve kilometer is de arm,
die de firma Blankvoort daar aan het eiland
gezet heeft. Het is één arm. Aan den Noord
kant van het eiland ontstaat er nog één,
negen en een halve kilometer lang. Die reikt
in de richting van de Friesche kust. Zoo
breidt Urk armen uit naar het oude vaste
land en als het dat stevig gegrepen heeft,
zal uit die omarming een nieuwe jonge aarde
geboren worden. Het nieuwe land achter
de dijken.
veiligheid
en
neel was.
In de directiekeet hooren we, dat hier in
dit. werkseizoen van April tot nu, 260 men
schen aan den dijk gewerkt hebben. Arbei
ders, overal vandaan, maar voor een groot
gedeelte ver wegkomend en daardoor met
dezen arbeid vergroeid. Ze werken van
's morgens vroeg tot 's avonds laat en ze
blijven dan voor een groot deel op de kra
nen, do zuigers of de keten op Schokland,
waarin ze ondergebracht zijn. Ze vinden
het al lang niet eenzaam meer, dit bestaan.
Eenmaal in dc drie weken gaan ze van
Vrijdag tot Maandag naar huis.
In dien tusschentijd brengt de waeht-
boot ze 's Zondags nog wel eens naar Kam
pen, doch het grootste gedeelte van die
drieweeksehe periode zijn ze hier op liet
water en do smalle strook land, met als
afwisseling, het werk en een filmavond van
tijd tot tijd in het gebouwtje, dat Patromi-
nium op Schokland bouwde. Zoo hebben ze
aan de Wieringermeer en den Afsluitdijk
gewerkt, zoo zullen ze het straks weer doen
aan den Zuid Oostpolder hopenlijk. Ze vor
men de generatie, die de Zuiderzee temde
en nieuw land veroverde, metterdaad.
Dat over de arbeiders. En het werk?
In de directiekeet luidt het antwoord op
deze laatste vraag, dat het dit zomer al
heel voorspoedig ging. Grondverzakkingen,
als liet vorig jaar we! geschiedden, kwamen
dit jaar maar heel sporadisch voor. Dit en
de groote ondiepte, hebben de formidabele
snelheid mogelijk gemaakt. Meer praat men
cr hier niet over. Zes duizend meter spreken
voor zich zelf.
Urk komt nader.
Aan het einde van deze 5000 meter, of
heter aan het begin, want hier begon men
verleden jaar te werken, staat een licht-
opstand. Hier slaand, zien we heel in de
verte andere kranen tegen de lucht afsteken
het eind van den dijk, die van het eiland
1)ER
ZATERDAG 15 October 1938. No. 21993.
Lemmer en Vollenhove.
Het wordt een vrij eentonig werk, het
schrijven over de groeiende dijken van den
Noord-Oostpolder. Het is overal gelijk. Of
u ze nu in de Lemmer ziet, dan wel ze op
Urk of bezuiden Schokland bekijkt, overal
ziet u hetzelfde keileem, waaruit dezelfde
rechte streep in hetzelfde grauwe water
gebouwd is, door kranen en bakken, ge
huld in witten en zwarten rook, overal
eender.
De getallen arbeiders, die hier en elders
werken, loopen wat uiteen, de namen van
de aannemers zijn verschillend, maar de
arbeidsvoorwaarden zijn weer gelijk, de
ontspanning en de verblijven van de arbei
ders ook, het zijn overal Werkendammers,
die u op uw weg rond de dijkwerken aan
het rijsvlechten ziet en Sliedreehters, die
de steenen aan den dijkvoet plaatsen.
Variatie zit er dus weinig meer in en
van de grootschheid van het karwei zijn
we bereids overtuigd, evenals van zijn
nationale bcteekenis. Wij vertellen U nog,
dat men te de Lemmer dit jaar ook onge
veer 6 KAL in de richting van Urk op
schoot, dat de schepen straks niet, meer
aan de binnenzijde van den ringdijk naar
de Lemslcrhaven kunnen varen, omdat hot
200 meter breede gal, dat zich aan dien
kant voor den havenmond be\indt, voor
den winter wordt dichtgemaakt en voorts,
dat die schepen hun weg aan de buitenzijde
van den dijk zullen moeten kiezen, door de
daar gebaggerde geul, die binnenkort be-
bakend wordt. Op bijgaande kaart ziet men
de 4 KAL breede opening, die Urk nog van
den Friese hen wal scheidt en die juist voor
dit scheepvaartverkeer is opengelaten.
En wat Vollenhove betreft: Vollenhove
ligt heelemaal niet meer aan de open zee,
zooals in den voorzomer nog het geval was.
Als u dc haven van dat plaatsje nu uitvaart,
komt u niet in het open water, doch regel
recht in de ringvaart van den polder. Op
eenige tientallen meters voor den haven
ingang is n.l. ook een stuk dijk opgeworpen,
dat verder voor de lieele kust van de Voorst
langs loopt. Hier wordt ook de groote los-
sval in het water gebouwd, want Vollen
hove wordt een belangrijke overlaadplaats
straks.
Groote zuigers en zware molens stuwen
hun zwarte en witte rookpluimen naar de
wolken. Volgend jaar verrijzen er een ge
maal en een sluis voor de Voorst, waartoe
nu al de bouwputten gemaakt zijn.
En verder op, bij de Krieger, raakt de
drjk, die van het Zwolsche Diep komt, dat
hij eens heelemaal doorsnijden zal, zelfs al
het land. Hier is men bezig de oude zee
wering weg te breken. Die werd reeds totaal
overbodig.
Volgend jaar krijgt het Zwarte Water een
nieuwen mond, waarschijnlijk in zee uit
komend bezuiden Schokland en dan zal ook
het aspect rond Kraggenburg, het uiterste
puntje van het Zwolsche Diep, heelemaal
veranderd zijn. Waar nu nog bakens zijn,
vinden we dan wellicht wegwijzers. De
dijken hebben de zee doodgedrukt.
Als de Schollevaer ons dansend en sprin
gend terugvaart, denken we aan wat Jan
Engelman zong van den dijk:
Hij kan in grondzee onderduiken,
gekranst met lillend schuim
geen kracht kan déze kracht verbruiken;
hij staat er groot en ruim!
Trappers raakten elkaar.
Gistermiddag ongeveer 12 uur fietste te
De Krim drie jongens, die uit school kwa
men naast elkaar. Hierbij raakte een jon
gen, die aan den buitenkant reed, den
trapper van den middelsten, den 13-jarigen
.lo! dors ma. J. viel en kwam met zijn hoofd
onder het achterwiel van den juist pas-
scorende vrachtauto van den aardappelhan
delaar Hoogland uit Coevorden. De jongen
werd op slag gedood.
vcbb o C-rcm
'V-sSf-i'
CJP®
Een bloemenhulde voor kolonel Beek, den
Poolschen minister van builenlandsche za
ken, bij diens bezoek aan Tcsehen, dat
thans bij Polen is gevoegd. i