Anneke en het kal je i! DE VLIEGERWEDSTRIJD Een handige uitvinding ONS KNUTSELHOEKJE De beweegbare olifant f - Vacantieherinncrïngen of:-Toen meneer Helpgraag een autotochtje ging maken "v V door LIES HELGERS. Dat was een moeilijk geval! Moeder moest naar de stad om boodschappen te doen en vader wilde gaan hengelen. Waar moest kleine Alvo nu blijven? Op een mooie Septemberdag kwam boer Klaas Lutjes 's middags thujs van het land. „Anna", zei hij tegen zyn vrouw, „ons koren is gezaaid, maar ik heb weer zo'n pijn in mijn rug, dat ik bijna niet meer lopen kan.'' ,Je hebt natuurlijk weer al het zaad te gelijk in de zak gedaan en die omgehan gen. Dat is ook teveel voor je." „Nee", zei de boer, „dat is het niet. Gis teren heb ik in de regen gelopen en ben toen kletsnat geworden en je weet, als ik nat ben, doen al mijn botjes me pijn!'' „Je moet een warme doek om je rug mden, als je naar het veld gaat, dat doet Je vrouw van den molenaar ook en het helpt goed." „Nee, ik hou me bij mijn eigen genees middel. Buurman wrijft zijn arm altijd met brandnetels in tot hij er blaren van heeft! ïk ben al tevreden, als jij warme kamille thee voor me maakt en dan kruip ik vlug in bed. Ach nee, dat kan ik niet doen, want vanmiddag moeten de koeien naar buiten, want daar is nog genoeg te eten en we moeten zuinig zijn met ons hooi in de schuur voor van de Winter." „Nou", zei Anna, „dan ga ik met de koeien naar de wei. Of, nee, ik weet iets! Daar S'ij de linde spelen een paar kinderen en An neke, mijn naamgenoot» k is er ook bij. Ze is ai zo dikwijls met ons taar het veld gegaan tl ze is flink genoeg met haar titn jaar om Se koeien te kunnen hoeden. Dat vindt buur vrouw oei; vast wel ;oed." De boerin liep ar buiten en riep: „Anneke!" Daar kwam ze al aanlopen. Haar blonde .vlechten dansten om haar hoofd. „Hoor 4ens, Anneke", zei de boerin. „Mijn man heeft weer erge rugpijn en ik heb zelf ook nog veel te werken Wil jij met onze koeien fiaar de wei gaan?" „Natuurlijk wel, vrouw Lutjes", ant woordde Anneke. „Ik ga toch ook dikwijls met onze geiten naar de wei. Ik vind het iëlfs leuk!" Toen kroop de beer vlug in bed en An neke ging met de drie koeien op weg. De "oerin bracht haar een eindje weg, maar en zei Anneke: „Ga nu maar weer vlug naar huis, vrouw Lutjes, want ik kan de •freg heel goed alleen vinden. Ik ben al io vaak met u meegeweest." Die avond kwam Anneke zingende te- jpg en de drie koeien liepen met hun buik jes vol achter haar aan. „Het was zó heer lijk op de wei!" riep Anneke al van verre. JSans van boer Nije was er ook en kleine Tommie van den schoenmaker ook! We hebben een vuurtje gemaakt en daar aard appels in gebakken, zodat we ze konden O, vrouw Lutjes, mag ik morgen weer haar de wei?" „Zeker mag je dat, als moeder het goed vindt", zei de boerin „We zijn blij, dat we zo'n flink meisje hebben, dat ons wil hel den!" Anneke hielp nog mee de varkens de kalveren te voeren en holde toen aar huis „Moeder", riep ze, „Raad eens, waar ik geweest ben!" „Ik weet het al, herderinnetje" zei haar moeder. „Je bent met de koeien van buur- wouw naar de wei geweest!" „Ja, en mag ik er morgen weer heen, als Ik vrij heb?" „Dat is goed", zei haar moeder. „Vraag het maar eens aan vader." .Anneke's vader vond het ook meteen en zei: „Ja, zoveel koeien als buur- ,an moesten wij ook eigenlijk hebben." „Ik zou met één koe al tevreden zijn", Bei vrouw Boom. „En ik al met een kalfje", riep Anneke toen. „Vadertje, wilt u eens een kalfje voor me kopen?" „Kindje," zei hij, „daar heeft vader geen geld voor". „Maar wij zijn ook met onze twee geiten at tevreden", troostte zijn vrouw, en daar na praatten ze er niet meer over Van die dag af ging Anneke bijna elke tgag met de koeien van boer Lutjes naar de wei. Terwijl de dieren graasden, leerde ge haar lessen voor school en soms breide aan een kous. Maar het fijnste van alles ond ze toch om 's avonds in de stal rond te lopen en de kalfjes te aaien en te stoe ten. „Ach", zei ze op een keer. „Ik wou, dat vader ook zo'n lief kalfje voor me kon ko pen, maar hij heeft er nog geen geld voor." „Zeg, Anna", zei de boer die avond tegen ijn vrouw, „we hebben zelf geen kinderen voor te zorgen, hoe zou je het vinden, afa we Anneke eens een kalfje cadeau ga- i%n? Ik weet, dat ze over een maand jarig ie." „Dat vind ik een goed plan", zei de boer in. „En Anneke's ouders zullen er ook blij mep zyn." Toer het al kouder en kouder werd, en ite weidevelden nat waren, bleef Anneke filet haar koeien thuis. Toen hielp ze de #.«e;idelijke boerin in huis en in de stallen mèe. „Ja, Anneke", zei de boer op een keer. Su ben je over een week jarig en wat je nu, dat je van ons krijgt?" Anneke keek hem verbaasd aan en zei: Tan U?" De boer moest lachen om haar gelovig gezicht en zei toen: „Ja van óns!" „Ik weet niet", zei Anneke, „misschien paar appels of.... of chocola!" Nu bte de boer nog meer en zei: „Er zijn toch ook nog andere dingen?1' Anneke haalde verlegen haar schouders op en zei: „Ik.... ik weet niets meer!" „Dan moet je het maar afwachten, meis je", zei de boer vriendelijk. En toen Anneke op haar verjaardag langs het burenhuis liep, riep Loer Lutjes: „Anneke, kom je eens kijken, zat er voor cadeautje in onze stal staat?" A meke kreeg er een kleur van. „Een cadeaut e, in uw stal?" vroeg ze. Toen gaf de boer i aar een hand en r^ep de boer in er ook bi|. Met zijn drieën gingen ze! naar de stal r daar zag Anneke een kalfje i staan, met een lint om zijn hals en eer- kaartje eraan, waar op stond: „Voor ons lieve herderinnetje!" „Het is maar goed, dat het niet regent, want nu kan je het meteen mee naar huis nemen", zei de boerin. „Maar.... maar mag ik het dan mee naar huis nemen?" „Natuurlijk mag je het mee naar huis nemen. Ga maar gauw!" De boerin legde een warme deken over de rug van het kalfje en zo gingen ze naar het huis van Annekes ouders. «cV ^v Toen de nieuwe bewoner naast de geiten in de stal stond, vergaten die van verbazing zelfs te blaten. „Zc'n groot geschenk kunnen we heus niet aannemen," zei Anneke's moeder. Maar boer Lutjes weerde ai: „Welnee! Denk er aan, buurvrouw, dat je een ver jaarscadeau altijd aan moet nemen!" En vriendelijk groetend gingen boer en boer in Lutjes weer naar huis. Maar Anneke was niet uit de stal weg te slaan. Ze bleef bijna de hele dag bij haar kalfje en ze voelde ziel zo gelukkig, als ze zich nog nooit gevoeld had. Maar vader en moeder hadden al gauw een oplossing gevonden. De mensen in Amerika weten altijd overal raad op en zo werd nu ook besloten, dat Alvo maar met zijn vader mee moest gaar> Hij werd in een mandje gezet en dat mandje hing vader om zijn schouders. Zo was Alvo toch onder vei lige hoede, vader kon hengelen en moeder kon haar boodschappen gaan doen! Het is wél een gemakkelijke uitvinding! EEN ORGEL MET MEER DAN 5000 PIJPEN. Hei is algemeen bekend, dat ie stad Muenchen in Duitsland een bijzonder mooie stad is.. Er zijn heel veel schitterende kunstwerken te bewonderen en elk jaar komen er honderden toeristen naar deze stad om van dat alles en ook van de prach tige omgeving te genieten. In de grote feestzaal van het „Duits Museum" staat een heel* groot orgel, dat ook door alle be zoekers erg bewonderd wordt. Het heeft meer dan 5000 pijpen en som mige daarvan zijn 7.80 meter hoog. Dit orgel is een van de grootste, die er ooit zijn gebouwd Het spreekt vanzelf, dat er een bijzondere kunst voor nodig is om het te bespelen. In de warme bronnen op IJsland, Japan, Nieuw-Zeeland en Ncord-Amerika zijn planten'gevonden, die zó gewend zijn ge raakt aan het warme water, dat ze zelfs bij die-hoge temperatuur goed kunnen groeien! De jongens waren er al dagen lang mee bezig. Ieder deed zijn best om de prijs te winnen. Op hun vrije middagen werkten ze op hun kamers en timmerden en plak ten, dat het een lust was. Het viel heus nog niet mee om ,ien echt mooie vlieger te maken. Natuurlijk hadden ze allemaal wel eens een vlieger gemaakt, maar dat was iets anders. Nu was het een echte wed strijd, nu moesten ze héél erg hun best doen. Meneer had een prijs uitgeloofd voor den jongen, die de mooiste vlieger kon maken. Over twee weken moest het klaar zijn, dan zouden ze allemaal Zaterdagmiddag op het grote veld achter school komen en daar de vliegers oplaten. De jongens werkten er allemaal hard aan. Natuurlijk vertelden ze elkaar niet, hoe ze hun vlieger maakten. Dat zouden ze wel zien, als de wedstrijd begon. Ook Dik rende zo gauw hij uit school kwam naar de schuur en timmerde daar aan zijn vlieger. Hij wilde een hele grote maken. De grootste van allemaal, met een erg lange staart! Hij had een rol papier ge- kocht en maakte nu eerst het geraamte. De vlieger werd mooi, dat zag hij al wel Hoe zouden de andere'jongens hun vlieger maken? Ook zo groot en'ook'met een ge zicht? Hij kon bijna niet meer wachten tot .iet Zaterdag was en ze de wedstrijd zou- den houden, maar eindelijk was het dan toch zover. De hele morgen praatten de jongens er over. Ze keken allemaal even geheimzinnig, als iemand vroeg, hoe ze hun vlieger gemaakt hadden. Meneer be greep wel, dat de jongens niet met hun hoofd bij hun werk waren en hij zei er maar niet veel van. 's Middags was het hele veld vol met toeschouwers. De jongens lieten om de beurt hun vliegers opgaan en op het laatst waren ze alle 26 tegelijk in de lucht. Het was een erg leuk gezicht, Tom, die een prachtige vogel van zijn vlieger had gemaakt, kreeg tenslotte de eerste prijs en Dik kreeg de twede prijs, omdat die van hem de grootste was. Wat was hij trots! Kijk maar eens, hoe hij staat te lachen bij zijn reuzen vlieger. Er was eens een sigarenkistje. Het was een bijzonder mooi kistje en er zaten heel lekkere sigaren in Eerst stond het in de winkel, maar toen kwam er een meneer en die nam het mee naar huis. Hij zette het in een kast en zo nu en dan maakte hij het open en nam er een sigaar uit. Die meneer had een zoon van 11 jaar. Jan heette hij. Jan had al een paar maal naar het kistje gekeken en zei: „Vader, mag ik dat kistje hebben?" „Als het leeg is, jongen", antwoordde zijn vader. Jan kon bijna niet wachten tot het kistje leeg was. Elke keer, als zijn vader 's avonds op zijn kamer zat te werken, ging hij naar hem toe en zei: „Vader, is het kistje al leeg?" Op het laatst begon zijn vader te lachen en zei: „Nee, meneertje on geduld, het kistje is nog niet leeg, maar omdat je het zo erg graag wilt hebben, zal ik de sigaren, die er nog inzitten, maar in een andere doos doen." Zo ging het kistje toen naar de kamer van Jan. Jan bekeek het van alle kanten, nam een potlood en begon er op te teke nen. Hij tekende het figuurtje, dat jullie hier zien afgebeeld. De romp van een oli fant, maar zonder de stippellijntjes, die op de tekening staan. Daarna tekende hij de voor- en achterpoten en de oren. Toen zaagde hij alles uit. Met een vijl en met schuurpapier maakte hij de kanten hele maal glad. Daarna boorde hij gaten in de romp en in de poten, zoals jullie ook op de tekening kunnen zien. Toen verfde hij de verschillende delen met witte verf en liet ze goed drogen. Diezelfde dag werden de delen niet meer droog, maar de volgende dag ging hij eraan verder. Hij verfde de ogen in de kop en beschilderde het hele dier. Toen dat klaar was, schroefde hij met een paar schroefjes de poten aan de romp vast en draaide aan de achterkant nog een paar moertjes om de schroeven. Maar hij draaide de schroeven niet al te vast, want de poten en de staart moesten nog goed kunnen bewegen. Toen alles klaar was, maakte hij een staart van een koord en lijmde die aan de romp vast. De schroeven staken aan de achterkant een beetje ver uit en daarom kneep hij die stukken met een tang af. Zo was eindelijk uit het sigarenkistje de olifant gemaakt, die jullie op het plaatje zien staan. Het was een grappig c >er ge worden. Jan keek er trots naar. N aar hij was nog niet tevreden. Hij wilde nu ook nog een olifant hebben, die zijn kop kon bewegen. Alleen de staart, «ren en poten vond hij niet voldoende. Jullie moeten we ten, dat er een tentoonstelling op de school van Jan gehouden zou worden van alle maal dingen die de jongens en meisjes zelf gemaakt hadden. Jan had al een paar aardige dingen ge maakt en hij had nog een plannetje, maar hij wilde ook een paar voorwerpen instu ren, die hij met zijn figuurzaag gemaakt had. Daarom maakte hij nu nog een andere olifant. Hy' begon precies eender. Tekende de "V ■r V *K V VYy Y V V W olifant op een dun plankje, maar deze keer tekende hij de kop apart en dan in de vorm, die jullie zien afgebeeld en die de onderste stippellijn volgt. De romp maakte hij nu twee maal en liet die van voren langs het bovenste stippellijntje lo pen Nu kon hij de kop tussen de beide romphelften vastschroeven, met dezelfde schroef, die de poten vast hield. Daardoor kon de kop nu ook bewegen. Verder maak te hij deze olifant precies als de vorige. Hij gebruikte nu grijze emaillelak om te ver ven en beschilderde hem een beetje an ders. Maar iedereen kon toch wel zien, dat dt; olifanten broertjes waren! Toen ze allebei klaar waren, nam hij ze mee naar school en meneer zei, dat hij ze heel aardig vond en dat ze bij het andere werk van Jan kwamen te staan. KONIJNTJES OP SCHOOL, In Londen is een school, waar een klei ne dierentuin bij is, zodat de kinderen de dieren, die ze in de Natuurlijke Historieles bespreken ook in werkelijkheid kunnen zien Natuurlijk zijn er geen leeuwen en tijgers en ook geen olifanten, maar aardige kleine dieren zijn er toch wel. Niet alleen, uit Engeland, maar uit alle landen van de wereld worden dieren naar de school ge bracht. In de tuin staan banken m daar krijgen de kinderen les, zodat ze ae die ren van vlakbij kunnen zien. Hier zien jul lie een konijntje, dat heel kalm en tevre den op de bank van een-van de meisjes z en daar een lekker hapje krijgt. Je begrijpt, hoe 3e dieren verwend worden door aiie kinderen! WETENSWAARDIGHEDEN. In West-Indië leven kevers, die ongeveer 12 tot 18 cM, lang zijn. Dat is nog eens iets anders dan onze kevers! In Township 'in de Verenigde Staten re gende het een tijdlang zó erg, lat de ri vier overstroomde. Later, toen de overstro ming voorbij was, werd 200 pond aan vis gevonden Al die vissen waren op het land blijven liggen, toen het water terug stroomde.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1938 | | pagina 8