Van paarden en menschen
TWEEDE BLAD
SCHIEDAMSCHE COURANT
i
yk"--£r;-■<#<•'*£?
Gemengd Nieuws
Gehoorzaamheidsproeven
Sport
Schaken
Het A.V.R.O.-tournooi
Voetbal.
BINNENLAND
Overzicht Tweede Kamer
Doode werd weer levend
Ontploffing te Rotterdam
Daar kunnen, van die dagen zijn, dat
de omstandigheden ais speciaal voor je
eigen nut en genoegen geschapen wor
den. Alsof de schikgodinnen er pleizier
in hebben je het nu eens extra prettig te
maken. Dergelijke dagen moet je in dank
baarheid aanvaarden en dóórleven. Als we
op een morgen uitrijden ligt er een pro
gramma van gehoorzaamheidsproefjes votoi
ons klaar, mooier dan Je wuuifiigsie jury
het zou kunnen samenstellen.
Siegfried voelt zich weer monter en
opgewekt en toont dat door een paar
geitensprongen van louter viool ij kheïd. Hij
heeft opeens een sterk penchant voor een
weggetje, dat we meestal in het teruggaan
rijden en waar een droge greppel is. Ik'
beschouw zijn verzoek om nu eens dien
kant op te gaan als een verklaring van be
reidwilligheid ten aanzien ran dat grep
peltje en willig het in. De gelegenheid moet
je bij de haren weten te gigpen. Het is een
gewoon droog greppeltje, niets bizonders
aan, maar wel breed genoeg om een spron
getje te vragen. Hoewel er niemand in ons
gezelschap is, schiet ik hardop in den
lach bij Lot herdenken van een heel smal
en klein droog slootje, waar je gemakkelijk
overheen kon stappen en waarvoor de
schimmel pertinent weigerde-en bleef wei
geren. Het was in de duinen bij Waals-
dorp en het werd een obsessie. Wat we
ook verzonnen en probeerden, het was niet
gedaan te krijgen. Eindeloos laing lijkt dat
geleden. Nu doet hij zoo iets niet meer.
Wat je hem vraagt, weigert hij niet. Hij
strekt zijn hals, buigt het 'hoofd, ruikt even
aan den kant.
Goed gezien? Kom dan.
We gaan een paar passen achteruit. Hij
doet het netjes en nog steeds gedachtig
aan dat duinslootje, ben ik erg tevreden.
De eerste galop is een gedecideerde uiting
van vreugde over hervonden kracht. Dain
zwerven we wat rond en komen in een
hrcede laan, waar houthakkers aan "het
werk zijn. Een zware, dikke boomstam ligt
dwars o\ er den weg, geflankeerd door een
rijtje fietsen en stapels afgehouwen tak
ken.
We stoppon naderbij. Neen, je kunt er
niet onr heen, nergens Haar we mogen toch
wel passeeren, verzekeren de mannen vrien
delijk op mijn vraag en ze gaan wat op
zij. Het is een dikke stam, te dik om er
overheen te stappen.
Ja, toe maar.
Als de toevalligheden van het pad' het
vragen, doet de schimmel steeds braaf
wat zijn voet vindt om te doen.
Hij denkt er niet over om te argumen-
tceren. We gaan verder. Overal in het
bosch klinken bijlslagen, er is het geluid
van veel menschenstemmen. Dan steekt hij
de ooren vooruit en snuift bedenkelijk. Een
scherpe brandlucht dringt in onze neus
gaten. Daar waar voor een paar maanden
nog bosch was, ligt nu een groo'e open
plek en er vlammen knetterende vuren ©n
blauwe rookwolken drijven laag over het
veld. Siegfried is niet bang voor vuur. Hij
kijkt geïnteresseerd naar de hoog opschie
tende vlammen met hun spitse vurige ton
gen. Het windt hem op, het raakt een snaar
in zijn binnenste, het wekt in hem blijkbaar
dezelfde emoties als in mij. We gaan er
langs alsof we op parade moeten Siegfried
meent de omstandigheden eer aan te moe
ten doen door een plaatje van zich zelf
te maken. Als we het vuur voorbij zijn,
vraagt hij om een diaf, die hein moet
kalmeeren, want hij is door het geknetter
en gevlam en door den rook toch wel
opgewonden geraakt. In een hoorn fladde
ren een paar kijvende, krijschende vogels,
wat een goed excuus is voor een hevige
schrikdemonstralie. Ik zou onbillijk zijn
met daar aanmerking o-p te maken.
Nog een mooie galop, reeën in het bosch.
een haas, die wegschiet, een eekhoorn,, die
als een kleine bliksemflits zijn heil zoekt
in een boom. Dan komen we weer op een.
geciviliseerd pad, met een fietspad er naast.
Er rammelt lets en met hevig oorenbeweeg
beduidt Siegfried me, dat het griezelig is.
Een fietsende jongen met een rammelend
rijwiel en een reusachtige mand. Die mand
is het vooraf, die angst aanjaagt. De jon
gen is aardig. We zijn hem op dit punt al
eens meer tegen gekomen en toen is hij
afgestapt, omdat hij de angst van het
paard zag. Weer stopt hij uit eigen bewe
ging en nu vraag ik of de schimmel wel
eens even aan die mand mag ruiken.
De jongen vindt het best en voorzich
tig breng ik Siegfried er heen. Nu, als ifc
dan verzeker, dat er geen kwaad bij is
Hij heeft me nog nooit op een onwaarheid
betrapt, vooruit dan maar. Nu komt de
groote verrassing. De griezelige mand ruikt
lekker. De heerlijke geur van warm versch
brood stijgt er uit op. Siegfried ruikt en
snuffelt en overweegt, dat je dit blijkbaar
eten kunt. Hij probeert met zijn neus het
deksel iep te lichten. Dan likt hij aan
den bovenkant. Het is iets heel goeds, die
mand, beter dan hij ooit had gedaald. De
vrouw heeft alweer gelijk gehad. Zijn ver
trouwen is opnieuw versterkt. De jongen
geeft het paard een wortel, die uit zijn
zak komt, maar dat hindert niet. Alles is
in orde, hij zal nooit meer bang zijn voor
die mand.
Het breede zandpad op weg naar huis
vraagt om een paar oefeningetjes. Siegfried
weet precies wat er komt en hij vindt het
leuk. Vooruitgaan aan den teugel, halt
houden, o, hij weet het al lang; achteruit
gaan, zooals een musicus de aandacht
gespannen houdt op het teeken van den
dirigent, zoo is al zijn oplettendheid voor
het sein, waarop hij wacht. Achteruit, jai.
goed zoo. Nu even vooruit en dan
Dan komen in snellen galop een paar
ruiters het pad achter ons af, H0...0...0...
lio-hot
Hun paarden houden in, maar die hoefsla
gen, die stemmen, ze zijn voldoende om
Siegfried uit zijn aandachtige houding weg
te doen schieten als een steen uit een ca
tapult. Je kunt het hem niet eens kwalijk
nemen ook nog. klaar hij wéét het, dat lliet
niet in orde is en hij komt direct hij me
terug, als de schrik even is afgereageerd.
En waar waren we nu? Halt houden.
Achteruit. Voorwaarts. Halt nog eens. Zoo
braaf oaard.
Er volgt een klontje. En dat is zoo iets
overweldigend lekkers, dat hij uit eigen
beweging en in zijn mooiste houding gaat
traverseeren om er nog een te verdienen.
Bied daar nu eens weerstand aaint
TRIXIE.
Aijechin verliest van Botwinnik.
In „Krasnapotskv" te Amsterdam is gis
teravond t-e afgebroken partij Botwinnik
Aijechin uit de zevende ronde van het
A V' R.Q -schaaktoernooi voortgezet. Aije
chin wist inderdaad dte liopeloozo stelling
niet meer te houden en na den Sisten
zet van Botwinnik gaf Aijechin op.
De stand is thans:
1. Fine, 6 punten
2 Keres, 51/® punt.
3. en 4. Copablanca en Botwinnik, ieder
4Va punt.
5 en 6. Reshevsky en Aijechin, ieder
3 punten en 1 afgebroken partij.
7. Euwe, 21/? punt.
8. Flohr, 2 punten
MartinitV.O.C.
Morgen om 2 uur speelt Martinit I te
gen V.O.C. I op Boschtioek. Volgens den
stand is liet een eerste vereischle, dat deze
wedstrijd door Martinit wordt gewonnen
om in de running te blijven. Laakkwartier
heeft weliswaar 2 verliespunten minder,
maar dient toch eerst 'de 2 achterstallige
wedstrijden te winnen, om deze theorie
met de praktijk in overeenstemming te
brengen.
De stand is namelijk: 1
doelp.
gesp'.gew.gel.vrlpt. v.t.
Laakkwartier 6 4 1 1 9 2012
Fortuna 7 4 2
Martinit 8 5 1
V.F.C. 7 3 2
D.H.S. 7 3 2
O.V.V. 7 3
C.O.A.L 7 2 2
St. Volharden 7 13
St. Hooger 7 2 1
Olvmpia (5 2 1
V.Ö.C- 7 11
Het elftal is als volgt samengesteld: 1
dool: L. Troost;
achter: L. Vermaal en A. Verschoor;
midden: P. A. Pieterse, D. Maekay en
P. Steehouwer;
vooor: W. v. d. Wilt, C. H. v. d. Bout,
J. Sliedrecht, A, Nooïdijk en C. Reyngoudt.
PEE
ZATERDAG 19 November 1938. No. 22023
1 10 15—11
2 11 23—18
2 8 14—12
8 13—15
6 11—18
6 13—14
5 12—13
5 12—16
5 14—14
3 10—14
Bezoek van Duitsche Joden aan Java ver
boden.
Het (s.d!) Tweede Kamerlid Albarda heeft
aan den minister van koloniën de vol
gende vragen gesteld:
1. Is het waar, dat onlangs aan Duit
sche reizigers van Joodschen bloede, pas
sagiers op de Johan van Oldebarneveldt,
die Java wilden bezoeken, door ©en immi
gratieambtenaar te Bataviaverboden is
daar aan land te gaan, hoewel deze rei
zigers wel te Sabang en te Belawan aan
den wal waren geweest en zi] konden aan-
toonen, niet voornemens te zijn, zich in
Nederiandsch-Indië te vestigen, en dat door
dien ambtenaar van die reizigers is ver
langd, dat zij schriltelijk zouden verkla
ren, niet als „Ariërs" te kunnen wordeni
beschouwd'?
2. Indien de eerste vraag bevestigend
wordt beantwoord', wil de minister dan
mededeelen, om welke redenen dien rei
zigers is verboden te Batavia aan land
te gaan?
3. Wil da minister mededeelen, of hij
het beleid van den immigratieambtenaar te
Batavia goedkeurt en, indien hij dit niet
goedkeurt, welke maatregelen zijn ge
nomen, om te voorkomen, dat in den ver
volge ondeTschteid wordt gemaakt tusschen
Jood'sche en nïet-Joodsche reizigers?
De justitiebegrooting. Nogmaals
het vluchtelingenvraagstuk.
De Tweede Karn er heeft de begrooting
van het departement van justitie gisteren
afgehandeld. 1
Minister Goseling lieeft in het begin
van den middag de algemeene beschouwin
gen van de Kamer beantwoord. Daarbij
heeft hij verklaard den heer Rost van
T o n ni n g e in (N.S.B.), die toch geen Ver
trouwen in zijn woorden zegt te hebben,
niet te zullen antwoorden.
De voornaamste punten uit het betoog
van den minister waren de volgende. De
minister is voornemens, zoo zijn lijd het
toelaat, het ontwerp-Donner betreffende het
huwelijksvermogensrecht ter hand te ne
men. Aan het openhaar ministerie is inge
scherpt, dat streng moet worden toege
zien op do naleving van de bepalingen le
gen de beleediging van volksgroepen. De
minister meent daarenboven nog behoefte
te zullen hebben aan nieuwe wetsbepalin
gen, waarmee genoemde beleeJigingen k'un-
nen v orden tegengegaan, doch heeft nog
geen duidelijk omschreven denkbeeld van
de r. ij ze waarop hij deze zal inkleeden. De
minister herhaalde zijn toezegging een
wetsontwerp voor te bereiden op de admi
nistratieve rechtspraak1 op de basis van liet
rapport-Kooien. De zaak wa a me m e rij hij het
notariaat zal wettelijk worden geregeld,
maar die bij de advocatuur zal deur den
minister wel niet worden aangevat.
De minister kwam toen op het brandende
vluchtelingenvraagstuk en verwierp voor-
loopig het denkbeeld de heooirdeeling over
de toelating over te dragen aan een afzon
derlijke instantie. Het departement béhaln-
delfc dagelijks* 300 aanvragen. De minister
heeft lof voor het werk van zijn ambtena^
ren. De adviseerende instanties zijn thans
reeds de vluchtelingen comité's.
De minister zeide dat er geen mogelijk
heid mag zijn voor het oordeel, dat er een
controverse zou zijn tusschen de toezeg
gingen van dr. Oolijn en de uitvoering door
het departement van justitie.
De bedoeling is nooit anders geweest
dan lien, die onder den druk1 van direct
levensgevaar zich aan de g'rens k'wamen
melden, toe (c laten. 'De minister noemde
het natuurlijk dat met diegenen zonder
meer konden worden to'egelaten, die thans
nog niet bestaand levensgevaar voor de toe
komst vreesden. De kinderen die werkelijk
tegen de grens waren aangedrongen zijn
toegelaten, doch niet do kinderen die gis
teren per trein te Zevenaar zijn aangeko
men en die niet beantwoorden aan de
door de regeering gestelde voorwaarden.
Na Vrijdag zijn geen uitwijzingen meer
gelast, behalve de gevallen van Duitséhers,
die met auto's clandestien waren gehaald.
Indien de minister hun binnenkomst had
toegelaten, zou dit een bevoiordeeling heb
ben beteeken t van de nieer-gegoeleh.
Het contact met het buitenland heeft
niet veel uitzicht geopend op resultaten.
Verder deelde de minister mede dat het
brekende communiqué van. den regeerings-
persdienst noodig was geworden, omdat
in Duitschland de mare verspreid was
dat Nederland zijn grenzen onbeperkt had
opengesteld.
Intusschen is er met voortvarendheid
voortgewerkt. Gisteren te 8 uur is eeu af
sluitende conferentie gehouden met het
Joodsehe comité en met het comité voor
de kinderen, waarmede volledige over
eenstemming is bereikt. Het woord is tlians
aan de comités. De bedoeling is dat in
kampen zullen worden ondergebracht de
menschen van middelbaren leeftijd. Met
het oog op de gevaren voor gezondheid
en zedelijkheid zullen de kinderen voor
eerst niet bij gezinnen, doch in gestichten
worden ondergebracht. Bij de toelating van
kinderen, zal, met inachtneming van voor
zichtigheid ruimheid worden betracht.
De heer W en del aar (lib.) en de heer
Rost van Tonningen hebben nog
gerepliceerd, de minister niet, waarna de
Het stoffelijk overschot van den heer J. Duimclaar, gezagvoerder van het veron
gelukte K,L,M.-vliegtuig Ijsvogel", is gisteren te Heemstede (er aarde besteld. Een
1 overzicht tijdens de plechtigheid aan de groeve.
Het Nederlandsche s.s. „Walborg", dat, op weg van Gdynia naar Boyonne, ten
Noorden van de rivier de Adour is gestrand. Bij het reddingswerk is de scheeps
kok, de heer P. Yader, uit Amsterdam, verdronken.
algemeene beschouwingen over de justitie-
begrooting zijn gesloten en overgegaan
werd tot de behandeling van de begroo-
tingsafdeelingcn. Bij de afdeeling politie
heeft de minister op vragen van den beer
Van Dijken (a.r.) en mevr. Mack a y
Katz (clir. bist.) verklaard, dat bij niet
voornemens is de reorganisatie der rijks
politie bij de wet te doen geschieden,
daar deze aangelegenheid bij de Kroon
behoort
De justiliebegrooting is daarna zonder
hoofdelijke stemming aangenomen met aan-
teelcening dat de N.S B. tegenstemde
De heer K. Bijlsma tot Tweede
Kamerlid benoemd.
Het centraal stembureau heeft in de va
cature, ontstaan door de ontslagaanvrage
van mr. P. J. Oud benoemd tot lid van
de Tweede Kamer, de heer K, Bijlsma te
Franeker. J
Ook de Jordaan te Amsterdam wordt in
feesttooi gezet met het oog op het aan
staand bezoek van Koning Leopold van
België aan Neerlands hoofdstad. Het aan
brengen der versieringen.
En vroeg doorhaling v au zijn
overlijdensacte!
Wie denken mocht, dat alleen in grie
zelverhalen dooden weer levend worden,
worden, houdt geen rekening met de soms
fantastische werkelijkheid van het dage-
lijkseh leven. Want 't is in Tilburg waar
gebeurd', aldus do Bredasclie Crt., dat van
een verloren gewaand iemand' een over
lijdensacte werd opgemaakt, terwijl de dood
gewaande ©enigen tijd later zelf doorha
ling van zijn overlijdensacte kwam vra
gen.
De lieele geschiedenis is één aaneenscha
keling van merkwaardigheden.
In September 1934 verdween uit Prin-
cenhage de 54-jarige Anton Schoenmakers
en niemand wist waar hij gebleven was.
Alle pogingen om hem op te sporen ble
ven vruchteloos en man nam tenslotte
aan, dat hem een ongeluk was overko
men, Nog sterker werd dit vermoeden, toen
cenigen tijd later in Tiiburg eeu drenkeling
werd opgehaald, wiens signalement klopte
met dat van Schoenmakers. Toevallig werd
echter tezelfder tijd in Tiiburg een zekere
Key vermist ien ©en broer van dezen ver
miste verklaarde, toen hij het opgehaalde
lijk zag, dat dit het stoffelijk overschot
van zijn broer was.
De doode scheen wel het zwaarte schaap
van de familie Key te zijn geweest, want
deze stelde geen prijs op zijn begrafenis
en zoo werd het lijk opgezonden naar
Utrecht om in de snijkamer als studie
materiaal dienst te doen voor de medisch©
studenten.
Wie schetst echter de verbazing van d©
familie Key, toen de doodgewaande ©eni
gen tijd later springlevend te voorschijn
kwam en niet anders kon doen dan op
het gemeentehuis doorhaling van zijn
eigen overlijdensacte te gaan vragen! Met
een glad gezicht verklaarde het levende
lijk, dat hij tijdelijk in een rijkswerkinrich
ting was geweest en er dus geen enkele
reden was om hem onder de dooden te
rekenen. K. wist hierop een rechteli|k
vonnis uit te lokken, waarbij doorhaling
zijner overlijdensacte werd bevolen.
Maar van wie was dan het opgehaalde
lijk geweest?
Nagaan kon men dat niet meer, want
het was reeds ten offer gevallen aan do
wetenschap. Schoenmakers was zoek ge
bleven, terwijl bovendien de veldwachter
van Princenhage verklaarde er van over
tuigd te zijn, dat het in Tilburg opgehaal
de lijk dat vau Schoenmakers was.
De familie van S. nam hierop een ad
vocaat, mr. Heemskerk te Princenhage in
den arm om nu het overlijden vau den'
verdwenen bloedverwant wettelijk vast te
leggen.
Een verzoek werd tot de arrondisse
mentsrechtbank te Breda gericht, maar de
lechter wees een afwijzend vonnis. Mr.
Heemskerk ging hierop in hooger beroep
en richtte zich tot het Bossche gerechtshof,
waar meer succes werd behaald en thans
heeft Schoenmakers dan tenminste ©en net
te administratieve begrafenis gekregen. Het
hof heeft n.l. ©en aanvulling van de re
gisters van den Tilburgschen burgerlijken
stand gelast, zoodat daarin een acte zal
worden opgenomen, luidende, dat tusschen
1 en 11 September 1934 aldaar bedoelde
Schoenmakers is overleden.
Een fantastische geschiedenis, maar waai
gebeurd.
Twee zwaar gewonden.
Gistermiddag omstieeks een uur heeft
zich in de koperslagerij van de gebroeders
Saris op den hoek van de Baan ©n de
Bleekersteeg to Rotterdam, een ernstige
ontploffing voorgedaan. Hierbij werden
twee arbeiders ernsti? gewond. Zij liepen
oa. een beenbreuk op en zijn naar het
ziekenhuis aan den Coolsingel overge
bracht.
Omtrent de oorzaak der ontploffing kon
den gr-eu bl«chlingen worden verstrekt.