De Nederlandsch-lndische staats- begrooting 1939 TWEEDE BLAD SCHfEDAMSCHE COURANT Een onbevredigende gang van zaken. De salarisregeling. Als grondstof-produceerend land uiterst kwetsbaar. Voorzichtigheid ge boden. BINNENLAND Voor de Joodsche vluchtelingen De afwijzing van vluchtelingen 'wmmM f/.® Gemengd Nieuws Wielrijder zwenkte naar links DEE WOENSD AG 30 November 1938. No. 22032 De thans bij de Tweede Kamer ingedien de begrooüng 1939 van Nederlandsch-Iadië is in zooverre een telenrsttellend staatsstuk, omdat hieruit blijkt, dat de regeering er niet in is kunnen slagen bijtijds het roer te wenden ,nu de algemeene conjunctuur zulk een hoogst onstabiel 'karakter draagt. Dp het eerste gezicht lijkt de positie nog niet zoo onbevredigend, immers het tekort van £21.6 millioen op den gewonen dienst van 1939, beduidt slechts een stijging met eenige tienduizenden guldens tan opzich te van het tekort over 1938 (dit niet te ver wisselen met het geraamde tekort dat -op circa f33V2 millioen was begroot). Maar dit ©ogenschijnlijk niet zoo onbevredigende resultaat kon slechts worden verkregen do,ar een aantal belastingverlagingen, in 1937 en 1938 toegepast, teru,g te nemen Hiertoe kan men rekenen de we deropvoering van de opcenten der in komstenbelasting tot 59. Voorts de verhoo» ging- van de loonbelasting tot het voor 1 Januari 1938 geldende peil, van 4 pOt. (thans 3 pOt,), en ten slotte, de heffing van invoerrechten volgens de vóór 28 Do tober 1936 van kracht zijnde tarieven. Zon der deze opnieuw ingestelde verhoogingen zou liet ttekioït op den gewonen dienst voor 1939 dan ook aanmerkelijk lipoger zijn geweest. Stijging der uitgaven. Eenig licht in dezen uiteraard or!bevre digenden gang van zaken verscliaft eeti ver gelijkend overzicht van den loop dor in komsten en uitgaven sedert 1936. Dit toch doet zien dat terwij] de gewone inkomsten in deze periode toenemen van f275 mil lioen toil f3G5 millioen in 1939 (d.i. het cijfer der raming), de zuivere gewone uit gaven in hetzelfde tijdperk toenamen vain f291 millioen tot £387 millioen, m.a.w. dat deze laatste procentueel, zij het dan ook met uiterst weinig verschil, nog iets meer toenamen dan ecrsftgen.oemde, -En daar 1936 nog een tekortt op>;.den -gewomen dienst liet van £16.3. 'millioen, 'behoeft'het niet te verwonderen, dat daar wij zagen, dat de gewone uitgaven sedert dien nog iets sterker stegen dan de inkomsten, het tekort in 1938 ten opzichte van 1936 nog is toegenomen. Deze toeneming der gewone uitgaven met ruim 33 pOt. in een tijdsbe stek van enkele jaren beeft v.n.l. op vier verschillende posten betrekking, t.vv. de hoogere uitgaven van de müiltaiire departe menten met f37.6 millioen, de salarisherzie ning met f 15 millioen, de herziening van ■te pensioenen met f 10 millioen en de z.g. overige uitgaven met f32.3 millioen, te za- men f 95'/a millioen. Het is zonder meer duidelijk dat de hoogere uitgaven voor de militaire departementen, voorzoover zij al thans uitsluitend betrekking hadden op een in versneld tempo versterken van "de be wapening niet tegengehouden konden wor den en zelfs een dringenden eisch vorm den. Het zelfde kan tot op zekere hoogte gezegd worden van de doorvoering van de bestuurshervorming en de regeling van de financieele verhouding tussdien 'liét land en de autonome .gemeenschappen, de hoo gere materiaal prijzen cn 'de /volstrekt ur gente voorzieningen ter zake van bestuur, politie en onderwijs, doch één punt, het welk in dezen uiteraard voor discussie .vat baar is, wordt gevormd door de nieuwe burgerlijke en militaire hezol.ligingsregelin- gen, als mede het ongedaan maken der pensioenkortingen per 1 Januari j.l. Tc vlug geweest. Niemand zal durven ontkennen, dat het deflatieproces hetwelk Nedeïlandsch-Indië heeft moeten doormaken, rigoureus is ge weest, evenmin, dat door hoog en laag en* hiertoe behooren de ambtenaren zeker niet in de laatste plaats groote offers in den vorm van salaris en pen- s oen ver Ingingen zijn gebracht, maar wel kan men twijfel koesteren of liet moment waarop het herstel, respectievelijk het on gedaan maken van deze kortingen, althans in haar huidigen omvang plaats vond, het juiste is geweest. Ware het niet verstan diger geweest, toen het budgetjaar 1937 rich bevredigend liet aanzien, te wachten tot men wat meer grond onder de voeten had', te meer omdat de conjunctuur reeds na de eerste maanden van 1937 een on zeker karakteir droeg? Trouwens, de om standigheid, dat de kosten der salarisher ziening, welke in een vroeger stadium op f13 millioen waren geschat, doch bij na der inzien f6 millioen hoog er bleken te liggen, doen gereeden twijfel rijzen of de minister, had hij zulks kunnen voorzien, met de salarisherziening zou zijn gekomen. Hetgeen hij met betrekking hiertoe in de Memorie van Toelichting tot de Indisch© begrooting 1939 opmerkt, zou eenigs- ZDis in die richting kunnen wijzen, waar hij zegt: „Hoezeer het moet worden be treurd, dat deze gevolgen niet tijdig in hun waren omvang zijn onderkend, om dat een overschrijding met bijna 50 pCt, van het voor de aanpassing der salaris sen aangenomen bedrag van f 13 millioen, dan al dadelijk bij de Indische regeering ernstige bedenking zou hebben ontmoet, meent de ondergeteekend© met den gouver neur-generaal, dat voor het oogenhlik in dezen tegenvaller moet worden berust." De minister niet pessimistisch. Hieruit zou men tevens geneigd zijn te concludeenen, dat mocht do conjunctuur zich in nog onbevredigender wijze, blijven ontwikkelen, met de mogelijkheid van een althans gedeeltelijk, ongedaan maken dei- salarisherziening, rekening dient te wor den gehouden. Dat de huidige bewindsman voor het overige niet tot de pessimisten kan worden gerekend, zou men kunnen afleiden uit een passus in de memorie, waar hij met betrekking tot de financieel© politiek der regeering in verband met de onzekerheid van het 'conjunctuurverloop zegt: „Weliswaar is zelfs de naaste toekomst op 'internationaal politiek en economisch gebied nog in een dichte waas van onzekerheid gehuld en schuilen daarin ongetwijfeld nog groote gevaren, maar dit mag er ons niet toe h.'.'vegen, elk vertrouwen op een betere toekomst bij voorbaat op te geven en zeker zou de ongeteekende het verkeerd achten, wan neer aan dit vertrouwen geen plaats zou mogen worden ingeruimd ais mcdebepalen- den factor in de voor Indië te volgen fi nancieele politiek". Financieel zeer kwetsbaar. Ongetwijfeld is eenig optimisme met be trekking tot het conjunctureel verloop op dit moment wellicht gerechtvaardigd, doch ten opzichte van een kapitaalarm en in conjunctureel opzicht zoo bi zon der gevoe lig land1 als Indië nu eenmaal is, diént men toch wel de grootste gereserveerdheid t.a.v. een hierop gebaseerde financieele po litiek in acht te nemen. Immer Juist zijn. positie van-'VjprQndsLehpH-èduc^ maakt" Indië zoo uiterst kwetsbaar. Omdat bij een omslag in da conjunctuur, de prij zen van exportproducten en hieruit wordt het overwegende deel van het be lastingbetalende volksinkomen gevormd oogenblikkelijk en ten volle de daling mede maken, terwijl aan de importgoederen eerst in zeer vertraagd tempo en in veel ge- ringeren omvang, zich deze prijsdaling vol trekt. En het is ook daarom, dat het parti culiere bedrijfsleven in .Indië er steeds naar- gestreefd heeft zijn vaste rente dra gende schulden zoo gering mogelijk to hou den en zich zooveel mogelijk met eigen vermogen in den vorm van aandeelenka pitaal en reserves te financieren. „Wat het bedrijfsleven echter door deze zeer juiste financieringspolitiek bespaard bleef, dreigt hem-thans indirect toch te treffen, door dat het Indische gouvernement zijn schuld in een betrekkelijk klein aantal jaren zag toenemen lot een inderdaad indrukwekken de hoogte, welk© door deri rentedrenst dézer leeningen ten volle, in den vorm van be lastingen, op liet bedrijfsleven drukt. De Indische staatsschuld. Wanneer men-weet, dat de geheele In dische staatsschuld in* 1914 nog" slechts £104 millipen beliep "en thans ca.--f 1.4 milliard bedraagt, dan is het duidelijk, wel ke gevolgen deze gang van zaken op het Indische bedrijfsleven en al wat daarmede samenhangt moet hebben. Daarbij komt dan nog, dat deze schuld daar zij voor het overgroote deel ruim 80 pCt. in het moederland wordt gehouden, in wezen een buiterdandsche schuld is, hetgeen de kwets baarheid van het land, welks inkomen, zooals we reeds opmerkten, voor het over wegend© deel in de exportsteor wordt ge vormd1, nog meer accentueert. Het feit, dat het moederland, evenals zulks in de ach ter ons liggende crisisjaren het geval was, toch wel weer zal bijspringen, middels de beleende kasvoorschotten aan het In dische gouvernement, mag ons de oogen voor de hieraan verbonden gevaren niet doen sluiten. En daarom lijkt optimisme, juist in een zoo onzeker tijdsgewricht als wij thans doormaken, met betrekking tot de toekomstverwachtingen van het Indi sche budget, niet zonder gevaar. Daarbij dient men te bedenken, dat meevallers, ge lijk de Indische regeering in de achter ons liggend© jaren, heeft kunnen boeken, thans niet meer te verwachten zijn. Wij denken b.v. aan het ruimschoots vloeien van het bizondere uitvoerrecht op bevolkingsrub ber, hetwelk tot 1 Januari 1937 tientallen millioenen opleverde, terwijl voorts het moederland tol een bedrag van circa f 551/2 millioen aan zilver in betaling Ham van het Indische gouvernement, ter aflossing van het door eerstgenoemde verleende voor schot. Dergelijke bronnen zullen miet méefr vloeien en daarom lijkt de grootst moge lijke voorzichtigheid geboden. Steun actio van het bïoseoop» en filmbedrijf. Te Ned. Bioscoopbond lieeft een steun- actie op touw gezet ten bate van de vluch telingen om ras of geloof. Deze actiebestaat hierin, dat de bios coopdirecties de ontvangsten, welke de bioscoopvoorstellingen van morgen (Don derdag) opleveren, zullen afdragen aan het hoofdbestuur van den Ned. Bioscoopbond, terwijl de directies der filmmaatschappijen eveneens een offer zullen brengen door de lmn toekomende filmhunr van den eersten December a.s. ten bate van. de vluchtelin gen af te staan. Het geheele bedrag, dat het hoofdbestuur vau den Ned. Bioscoop hond op deze wijze van de bioscoop- en filmmaatschappijen zal ontvangen, zal het afdragen aan de drie officieel© vluchtelin- gencomilé's, n.l. het Joodsche, het Protes- tantsche en het R.K. comité in dezelfde verhouding, welke de regeering heeft toe gepast bij liet verlangen van garantiesom men van deze comité's. De eerste giften. Reeds zijn de eerste giften voor het goede doei ontvangen en wel f500 van de Ned. Isrnnliotisclie Gemeente (die we reeds eerder vermeldden), f200,van N.N., f10 van N.N., f2.50 van N.N., f5 van A. W. F. en f0.35 „Uit mijn spaar pot". Mogen deze goede voorbeelden goed' doen volgen! Vragen aan den minister. Het (c.h.) Tweede Kairter!id mevrouw Mackay—Katz heeft aan den minister van justitie de volgende vragen gesteld: Heeft de minister kennis genomen van het dezer dagen uitgebracht rapport eener commissie, op initiatief van liet comité van Waakzaamheid van Nederlandsclio intel- Ipctueelen 111 het leven geroepen, teneindé een onderzoek in te stellen naar de prac- tijlc. der toelating en afwijzing van Duitsch-Joodscho vluchtelingen door deNe- doriandsclie autoriteiten? Is het juist: Ten eerste, dat in de instructies dor Igrensautoriteiten-is voorgeschreven, dat al len, die het officieel©, bewijs van hun recht tot blijvende vestiging in een ander land kuiuien overleggen, zonder verwijl moeten worden teruggezonden, zelfs in dien met groote waarschijnlijkheid moet worden verwacht, dat zij als gevolg daarvan in levensgevaar zullen komen té 'verkeeren Ten tweede, dat zooals de commis sie vermeldt praetiscli van toelating van vluchtelingen ternauwernood kan worden, gesproken? Krijgt Paul Kruger te Utrecht een stand beeld? t-, De heer F. Kroon, voorzitter van het Algemeen Nederlandsch Verbond en van liet Krugercomiló, een sticlitin-g van dit Verbond 111 het jaar 1925,d'oet mededoe- ling van de piannen van het comité om te geraken tol de oprichting van oen standbeeld te Utrecht van den boerenpre- sident Paul Kruger. Het comité kreeg reeds verscheidene giften, o.a. van H. M. de Koningin. Dagelijksrhe indexcijfers. Medegedeeld door het Centraal Bureau over do Statistiek. 's-Gravenhage, 29 November. Aandeelenkoersen91.1. Goederen groothandelsprijzen68.1. /"te-P n<>-i Het Nederlajidsehe college van de CS té Uni versitaire te Parijs dat Vrijdag a.s. door den Nederiandschen gezant geopend zal worden. Teneinde zandverstuivingen te voorkomen, is de nieuwe spoordijk Amster dam-Oost bij het Muiderpoortstation met helm beplant. Na aankomst in Noorwegen werd het stoffelijk overschot van wijlen 1 Koningin Maud opgebaard in de kapel van het kasteel Akershus, waar honderden een iaatsten groet aan de overleden vorstin kwamen brengen De heer E. Straatemeier, oud-directeur der K.P.M. in Ned. Indië, is benoemd tot algemeen voorzitter van de Scheep- vaartvereeniglng Zuid, als opvolger van ir.A. Plate Over het al of niet dempen van de Oude Lange dijk te Delft bestaat ver schil van meening tusschen het ge meentebestuur en vele inwoners der stad. Inmiddels zijn de werkzaam heden begonnen Door vrachtauto gegrepen en overleden. Gisteravond omstreeks half zes is de 49-jarigo wielrijder G. Bas, te Uitgeest, op de kruising van dén provincialen weg AmsterdamLi ramen en eten weg Bever wijkdorp Uitgeest, aangereden door ©en vrachtauto. Achter den wielrijder reed een auto, welke B. liet passeeren. Hij had evenwel niet gezien, dat er nog een tweedte auto achter hem naderde. Hij zwenkte naar links en hoewel de bestuurder van deze vracht auto uit alle macht zijn stuur naar rechts omgooide om den wielrijder te ontwijken, werd 'B. toch gegrepen. Hij sloeg tegen den grond en bleef bewusteloos liggen. Het slachtoffer were het café „Brandjes" bin nen gedragen- waar de geneesheer Beker uit Uitgeest spoedig aanwezig was. Deze constateerde een zware hersen schudding. Voordat echter de ziekenauto uit Zaandam gearriveerd was, was het slachtoffer reeds overleden. Het stoffelijk overschot werd per brancard! naar de wo ning van B. vervoerd. Brand in zadenliandd. Gisterochtend omstreeks half twaalf is, vermoedelijk door het omvallen van een! kachel, brand ontstaan op de voorraad zolders van den zaadliandel Vreeken in da Voorstraat te Dordrecht. Door de uiterst brandbare zaden, die in' groote voorraden lagen opgeslagen, greep het vur snel om zich heen. De brandweer was kort na het uitbreken! van den brand met al beschikbare mate riaal aanwezig. De bovenverdieping brand de echter geheel uit. De zaden gingen ver loren. De belendende perceelen liepen veel waterschade op en van een belendend woonhuis brandde de bovenverdieping uit. De schade, die door verzekering wordt gedekt, bedraagt zestigduizend1 gulden. 1 De mijnramp te Waldenburg. Tengevolge van de mijnramp te Walden burg worden tien mijnwerkers vermist. Een liemieu'wd onderzoek heeft uitgewezen, dat in het geheel 20 mijnwerkers in het bran dende gedeelte aan 't werk waren. Gister middag heeft men nog één slachtoffer kunnen bergen, waarmede tot dusverre ïn het geheel 10 dooden geborgen zijn.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1938 | | pagina 3