De levende muur
schrijfmachine
Als we ver van huis zijn
■s
INVULRAADSEL
m
ifeti
SLAAPLIEDJE
3
Ongewenst gezelschap
Hersengymnastiek
Door wie is de
uitgevonden
K!W?»
^**fetéigC
<Mk5-
.^«fll.
,'iC^
•tó*
^JS£&."h*\
F I
-tS s '-leei&pe 'ippueui jftass*
«•v.
•#-
Lc. 3
*44
v vV -C '"i
^4.»u. «.1
r jf lJ»j
«3 J&U."
'«»¥- t
5H»«
i- ,y®^c,M!»ri
s'&v 3#i
door Wil Bokhorst,
De knikkertijd was aangebroken. Weer
Stonden de speelgoedwinkels vol met jon
gens en meisjes die in de grote knikker
zakken graaiden om de mooiste knikkers
ër uit te halen. Glazen knikkers waren het
meest geliefd. Iedere kind dat in die tijd
'jarig was, vroeg een zak „glazen knik
kers". De „gewoontjes" waren voor de
kleine kinderen. Natuurlijk begonnen ook
de groteren met „gewone", als-ze hun gla
zen schatten verloren hadden.
Het allermooist waren de „onijxe". Eigen
lijk te zonde om mee te spelen. Het was al
les best als je won, maar als je verloor.
Elk jaar werd er een „knikkerkoning"
gekozen. „Gekozen" is eigenlijk het woord
niet; de jongen die de meeste knikkers won,
werd tot koning uitgeroepen. Een voor
gaarde was dat die jongen niet jonger
dan acht en niet ouder dan elf jaar mocht
zijn. Vorig jaar was Lex Prins knikkerko
ning geweest. Dit jaar echter, was hij te
„oud."
De Prinsen waren een echte knikker-
fanulie. Vier oudere broers waren al knik
kerkoning geweest. Nu was de jongste aan
de beurt, de achtjarige Wim. Die droomde
.van toekomstige successen.
Nu, in de nieuw aangebroken knikker
tijd liep hij rond met twee grote zakken.
In de ene zak zaten glazen knikkers, in de
andere gewone. Zo ging hij de straat op
waar zijn vrienden al op hem wachtten.
Daar stonden Nico, Ernst en Johan. Veel
zeiden ze niet, ze waren te veel onder de
indruk van de grote knikkerslag die nog
komen moest.
„Komt Lex niet?" vroeg Nico aan Wim.
peze schudde zijn hoofd. Lex! Hij, Wim,
had nu al de knikkers van zijn broer in
z'n zak. Hij zou 't best met de andere jon
gens kunnen proberen. Hij kende de knik-
kerfoef jes even goed als zijn oudere broer.
Trots liet Wim z'n knikkerzakken zien.
De andere jongens hadden plotseling
grote eerbied voor hem. De Prinsen, de
knikkerfamilieWaarom zou Wim ook geen
knikkerkoning worden? Waarom zou hij
de enige van de familie zijn, die het niet
#erd? Het kleine joch was een held gewor
den.
Ernst draaide vlug een knikkerbol in de
^osse aarde. Met hun petten maakten de
jongens de ruimte er omheen, glad. Geluk
kig dat hun moeders hen niet konden zien,
anders hadden ze hun zonen nooit meer
gen pet op 't hoofd gezet.
„Vier!" riep de oudste van de jongens.
„Ik ook!" klonk het uit Nico's mond. Nu
#ng het er om wie het beste kon gooien.
Nico begon. Hij gooide. Vijf knikkers la
gen in de kuil, drie rolden over de vlakke
Stond. De andere had gewonnen! Met z'n
Singers griste hij de knikkers weg. Trots
door de overwinning stootte hij Wim aan.
Bië kon van opwinding haast geen adem
halen. „Vier!" fluisterde hij en legde vier
glazen, knikkers neer. Johan werd z'n te
genspeler en won. Wim zag z'n mooie knik
kers afmarcheren. Hy had ook met z'n ge
wone moeten beginnen. Wim stortte zich
in het spel, als iemand die een tactische
fout verbeteren wil.
„Vier!" riep hij uitdagend:
Ernst nam 't aan. Weer verloor Wim. Z'n
twede knikkerzak kwam aan de beurt. Hij
had pech in deze eerste grote knikkerslag.
Zijn zakken waren bijna leeg.
„Je bent zeker bang dat je verliest?"
vroeg Nico, die met z'n handen in z'n zak
ken en een verwaand gezicht het einde
van zijn tegenstander afwachtte.
„Bang?" Wim lachte. „Ik ben toch zeker
eert Prins!" Zijn laatste knikkers kwamen
te voorschijn. Z'n tegenspeler was Nico,
Wim verloor. Bustig nam Nico zijn buit
in z'n hand. Bode en groenê knikkers wa
ren er bij. Middenin lagen de mooie glazen
van Wim.
Voor Wim 's ogen begon het te scheme
ren. Twee slappe zakken lagen naast hem
op de grond. Al de knikkers van Lex had
hij op éér middag verloren. V b-lde zijn
vuisten. Ineens sloegen die vuisten tegen
Nico's hand, waarop de knikkers lagen, zo
dat deze naar alle kanten op de straat
sprongen, zó ver, dat geen mens se zou
kunnen vinden.
„Zeg!" schreeuwde Ernst dreigend. Hij
sprong als eerste op Wim toe, gooide hem
op de grond en sloeg er op los. De anderen
kwamen hem te hulp en Wim zag een
roemloos einde van de knikkerslag. Maar
hij huilde niet. Want ten slotte was hij
toch een Prins. Een ogenblik kreeg hij
Slaap kindje slaap
Daar buiten loopt een schaap
Een schaap met vier witte voetjes
Slaapt er het kindje zo zoetjes
Slaap kindje slaap
Daar buiten loopt een schaap.
Horizontaal en vertikaal komen dezelfde
jygorden:
1. eeij aap,
i, roofvogel.
3. Dier dat in Afrika leeft.
De letters die gebruikt worden zijn:
5 x a, 2 x d, 2 x e, 2 x f, 1 x g, 2
»-ï, 2xi 1 xm, lsn,3xr,
Dit is het aantal voor horizont-aal 5£ VSSf"
tikaal. Voor beiden geldt dus 2 x de hlerbo-
ven gegeven aantallen.
z'n hoofd uit het kluwen van jongens vrij.
Zijn ogen zochten hulp.
Daar om de hoek kwamen ze aan: zijn
vier broers: Lex, Joop, Dorus en Edu. Nog
voordat hun broertje hen iets toege
schreeuwd had, hadden ze zijn toestand
begrepen. Vier paar sterke armen grepen
in het kluwen van jongens. Bechts en links
een paar klappen en de jongens lieten hun
prooi los. Wim haalde verruimd adem. Lex
zette hem overeind, Dorus zette z'n pet op
z'n hoofd en Edu en Joop namen hem tus
sen zich in. Een levende muur was rond
om Wim gebouwd; een muur die alle vij
anden tegenhield. Dankbaar -^strompelde
Wim tussen zijn broers in.
„En wat was er eigenlijk aan de hand?"
Lex wist uit ervaring dat elke vechtpar
tij een ondergrond heeft. „Aan'-de hand?"
Wrm's gezicht betrok. Voor hem dook het
veilige ouderhuis op. „Och, het ging om
die knikkers. Ik heb ze niet meer." De
hele geschiedenis dook weer op.
De andere jongens luisterden zwijgend
toe. Dreigend zwijgzaam. „Je hebt dus niet
als een flmke jongen gespeeld?" Lex stroop
te z'n mouwen op en liet zij'n spieren zien.
Op dat ogenblik begreep Wim zelf, dat hij
zich niet flink gedragen had. Tijd cm te
denken had hy niet, want weer trommelder
vier paar vuisten op hem neer. Xlr werd
nu onder handen genomen door zijn brc era
Zonder schreeuwen nam Wim z'n pak
slaag in ontvangst. Toen stormden vijf jon
gens de trap op, de huiskamer in, waar
moeder haar jongste medelijdend naar zich
toe wilde trekken. Maar Wim zei: „Laat
me, het is niets!" en zo stelde hij zich op
één lyn met z'n broers.
Vader die alles gezien had, knikte zijn
jongste zoon ernstig toe. Hij wist nu dat
zijn jongens het met elkaar eens waren
en was blij dat ze elkaar zo uitstekend op
voedden. y
Ons klein Loesje moest voor moeder
Een gewichtig boodschap doen
Ze moest een liter melk gaan halen
„Je weet wel hè, net als toen!"
Vrolijk ging .ons-kleine meisje
Met haar kannetje- op weg - y
Zoti je ook niet !heel trots wezen
Als je een boodschap doen mocht, zeg?
Toen ze alles had gekregen
Wat ze aan de juffrouw vroeg
Ging ons Loesje'.weer naar huis toe
Terwijl1 ze 't potje voorzichtig droeg.
Wat hoorde ze daar voor getrippel?
Toen ze omkeek zag ze, zèg!
Een klein hondje die de melk rook
Loesje dacht: „Ga jij maar weg!"
1. Een melkboer had zijn literkannetje
vergeten. Hij had wel een volle acht-liter-
kan, een lege vijf-liter kan en een lege
drie-liter-kan. Hoe moet hij nu èèn liter
melk afmeten?
2. Oom zei tegen Jan dat hij alle appels
van de boom mocht halen. Jan ging de
tuin in, schudde de appelboom, de helft
viel er af. Die at hy op. Maar Jan was erg
teleurgesteld dat er nu geen appels meer
aan de boom waren. Hoe kan dat?
3. Twee vaders en twee zoons gingen in
kopen doen. Ieder kocht één brood, maar
toch werden er alles bij elkaar maar drie
broden gekocht. Hoe kan dat?
4. Welk getal is met een ander heel ge
tal vermenigvuldigd, zevenendertig?
Hier volgen de oplossingen:
1. De melkboer goot uit de volle acht-li-
ter-kan, de drie-liter-kan, vol. De drie-liter
kan gooide hy in de lege vyf-liter-kan.
Toen goot hij uit de aeht-liter-kan nog een
keer de drie-liter-kan vol en goot daaruit
zoveel in de vijf-liter-kan, tot die vol was.
Omdat daar nog maar twee liter bij konden
moest er in de drie-liter-kan, èèn liter
overblijven.
2. Er waren maar twee appels aan _de
boom. De helft viel er af, dat is dus één.
Er bleef nu nog maar één appel aan de
boom, maar geen appels (meervoud).
3. Het waren grootvader, vader en zoon,
dat is ,twee vaders en twee zonen.
4. Het getal één natuurlijk, want één x
37 37.
Volgens de Oostenrijkers is Peter Mi-
terhofer de uitvinder van de schrijfma
chine. Hy was de zoon van een timmer
man en werd 20 September 1822 in het
dorpje Partschins aan de rivier de Etsch,
geboren. Zijn jeugd was erg gelukkig want
z'n vader had altijd veel werk, zodat de zaak
goed ging. Peter kon al heel gauw met de
zaag.en schaaf omgaan, en knutselde me
nig ding m elkaar, zodat z'n vader erg
trots op zijn zoon was. Peter wilde dus
ook timmerman worden!
Toen hij een tijdje bij zijn vader in de
leer geweest was, ging hij, zoals zo veel
jongens in die tyd deden, als reizend gezel,
de wereld in. Hij is een heel eind heen
gekomen. In Wenen, in de Balkan t zelfs
in Constantinopel is hy geweest. Peter moet
een vrolijke knaap geweest zijn, die altijd
vol grappen en streken zat. Deze vrolijke
snaak had 't zich in zijn hoofd gezet, een
machine te maken, waarmee je kon schry-
ven.
Toen hij nu weer thuis was, ging hij
ijverig aan 't werk.
In 1864 was zijn eerste machine klaar.
Hij was., heelemaal van hout! De houten
toetsen zetten, met behulp van leren verbin
dingsstukjes, de lettertoetsen in beweging.
Deze staken, als scherpe naalden de let
ters in het papier. Een hele prestatie, als
je bedenkt dat er bij dit eerste model,
verscheidene letters, dank zij een handig
heidje van Peter, op dezelfde plaats ont
stonden, als je de houten toetsen naar be
neden drukte.
In 1866 maakte Mitterhofer een twede,
verbeterde schrijfmachine, die al letters
had, die er op geverfd waren.
Over zijn machine hebben le mensen in
het dorp lang en breed gesproken. Toen
ze merkten, dat hij zich met meer zo met
het timmerwerk bezig hield en zijn klein
vermogen aan zyn .idiote ideeën", uitgaf
verklaarde ze hem voor met goed wijs. Des
te ijveriger werd Peter Mitterhofer. Hij
ging met zijn schrijfmachine naar Wenen,
waar hij den keizer, na veel moeite te spre
ken kreeg. Die keizer was Frans Joseph.
Men geloofde algemeen dat gewoon schrij
ven veel vlugger ging dan het schrijven op
Peter's machine. Hij verloor de moed ech
ter niet. De keizer steunde hem met geld,
dat echter te weinig was 'om den Tiroler
timmerman de overwinning te bezorgen.
Toen hij 71 jaar was, stierf hij in de groot
ste armoede. Intusschen was er in Amerika
allang een schrijfmachine uit gevonden en
gebruikt.
De Amerikaan Eemington heeft de eerste
bruikbare machine gemaakt. In 1744 is er
een Engelsman, MUI geheten, geweest, die
toen al geprobeerd heeft ,een soort schrijf
machine te bouwen.
De meeste mensen weten niet, dat er voor
de „Eemington", een machine gebruikt
werd, die voor., blinden bestemd was. De
uitvinder van deze schrijfmachine was Mal
ling Hansen, een dominee aan het blinden
instituut in Kopenhagen.
Ook bestaat er een verhaal van een Ita-
liaansen uitvinder, Pellegrino Turn. Deze
maakte kennis met een heel mooi meisje,
iat Grazia Fantom heette. Hij ging van dit
meisje houden en schreef haar een bnef.
Een paar dagen later kreeg hij een brief
terug, die met grote, onbeholpen letters
beschreven was. Grazia vroeg hem ra de
ze brief, haar te komen bezoeken. Toen
hij kwam, vertelde ze hem dat ze blind was.
Daarom wilde ze zijn vrouw niet worden,
Pellegrino vond het natuurlyk vreselijk
en zon dagenlang op een cadeau dat hij
haar geven kon en waaraan zij heel veel
zou hebben. Toen heeft hy een schrijfma
chine uitgevonden, waarmee zij, hoewel
ze blind was, kon schrijven. Het blinde
meisje heeft deze machine haar hele leven,
gebruikt. Na haar dood kwam de machine
weer aan de familie van Pellegrino Turri.
WAT BETEKENT KANGEROE?
Verschillende keren hebben ze vroeger
al geprobeerd om de kangeroes een andere
naam te geven. Je kent deze dieren toch
wel? De naain kangeroe heeft anders niets
met hen te maken. In de taal van de in
boorlingen betekent het woord: „Ik kan
niet begrijpen." Toen de eerste blanken
namelijk in Australië kwamen, stelden ze
veel belang in de grappige dieren en vroe
gen 'de inboorlingen, hoe ze heetten. Maar
de inboorlingen antwoordden dat ze hun
vraag niet begrepen, waaruit de blanken
op hun beurt conclusie trokken dat dit
antwoord de naam van de dieren was. Zo
kreeg het dier bij óns de naam „kange
roe".
LACHEN IS GEZOND.
In de tram kwam een jongetje binnen.
Het was zo vol dat hij moest staan en zich
aan de lus moest vasthouden. Gelukkig
kon hij er juist met z'n hand bij. Even la
ter kwam de conducteur om zijn kaartje
te controleren. Het jongetje had namelijk
een overstapkaartje. Terwijl hij èèn hand
krampachtig aan de lus hield, doorzocht
hij met de andere zijn zakken, maar vond
niets. Daarna wisselde hij van hand, hield
de andere aan de lus en doorzocht met de
eerste zijn zakken. Waar vond hij niets.
Toen. scheen het geduld van het snuggere
jongetje uitgeput. „Conducteur!" riep hy,
houdt u die lus eens vast, dan kan. ik ten
minste met twee handen in mijn zakken
zoeken!
EEN VOGEL DIE VAN HONING LEEFT.
In het Congogebied leeft een vogel die
blijkbaar alleen maar van honing leeft. De
négers noemen hem: Saara, dat betekent:
honingvogel. Óm zijn voedsel te krijgen
heeft hij de hulp Van mensen nodig. Als
de honingvogel schreeuwt^ weten de negers
■iat hij weer een. honingnest ontdekt heeft.
35an vliegt hij dè negers die heb helpen wil
len, vooryit en. wijst hen.de weg. Bij .het
uithalen van het bijenpest valt er voor de'
.iTóirihgvoggl joveel af, dat 't de moeite van
'Het weg wijzen wel waard is.
Vaeantie aan het meer.
Marchien ging een grote verandering te
gemoet. Ze ging naar Zwitserland op een
kostschool. Je begrijpt dat al haar vrien
dinnen vreselijk jaloers waren. Nee, ja
loers is een lelijk woord, ze benijdden
haar alleen maar. Geen wonder, wie zou
niet graag in Marchien's plaats willen
zijn? Marchien zelf vond 't natuurlijk ook
dol. Al die voorbereidingen waren al een
feest op zichzelf. Ze kreeg twee nieuwe
koffers, nieuwe jurken, stevige schoenen,
een skiuitrusting (want op de kostschool
leerden ze skiën), boeken, briefpapier enz.
Eindelijk was de grote dag aangebroken.
Een hele schare kennissen bracht haar
naar 't station. Dat vond Marchien .wel een
akelig ogenblik, want het was de eerste
keer dat ze zo lang van huis ging. Maar
tegelijkertijd voelde ze zich wat trots! En
toen de trein wegreed, hing er een lachen
de Marchien uit het raam.
Drie weken later. Een bruinverbrande
Marchien zat op haar kamertje op de kost
school. Dat kamertje deelde ze met nog
twee meisjes, een Belgisch en een Ameri-
kaansch meisje, want op de kostschool kwa
men meisjes uit alle landen. Ze kon het
best met haar kamergenootjes vinden.
Trouwens het hele leven op school vond
ze heerlijk. Wel had ze nog wat moeite met
de taal, ze moesten daar Frans spreken,
maar Marchien was flink. Het kon haar
niet schelen of ze fouten maakte, ze pro
beerde te spreken en het ging ai makke
lijker dan in 't begin.
Het heerlijkst vond ze de wandelingen
buiten. De omgeving was zo prachtig. Toen
ze voor de eerste keer de bergen zag, was
ze er stil van geworden. En dan de schit
terende zonsondergangen boven het meer.
Marchien zou wel altijd buiten willen zijn.
En toch waren er ogenblikken dat Mar
chien, ze durfde het zichzelf niet eens te
bekennen, een beetje heimwee had. Het
is geen schande om heimwee te hebben,
waar ze schaamde zich er voor. Ze had al
tijd zo opgeschept, dat ze van „die onzin"
geen last had. Soms moest ze voortdurend
aan thuis, aan haar Nederlandse school
vriendinnetjes en aan de zee denken. Want
Marchien woonde in Zandvoort. Ze miste
de zee erg. Dan haalde ze de doos met
Ze mooi is het bij ons.
Een photo van Marchien's broertje,
zusje en hond.
photo's voor de dag en tuurde minuten
lang op de vertrouwde gezichten van vader,
moeder of vriendinnen. En dit bracht haar
op een idee.
Ze kocht een photoalbum mat wit papier.
In haar volgende brieven naar huis, vroeg
ze om oude Nederlandse kranten en tijd
schriften. Als ze haar huiswerk gemaakt
had, zocht Marchien die kranten en tijd
schriften goed door en haalde eruit, wat
ze nodig had. Typische berichten over Ne
derland, verslagen van toneelvoorstellin
gen, films enz, die ze gezien had, platen
van steden en dorpen in Nederland enz.
En met die dingegn stelde ze een album
samen, waarvan ze haar hele leven ple
zier zou hebben. Daar plakte ze photo's
van thuis, die krantenuitknipsels, platen
enz, in. Verder schreef ze er spreuken of
gezegdes in, die ze zich van school of waar
ook herinnerde of gelezen had. Met veel
geduld en toewijding werd het een album
waar ze trots op was. Toen ze met vaean
tie naar huis ging verzamelde ze nieuwe
dingen. Photo's die ze in de vaeantie maak
te, tramkaartjes, programma's van alles en
nog wat, bloemen om te drogen en al die
dingen meer.
Marchien heeft later nog heel wat ge
lukkige uurtjes met haar album doorge
bracht.
Wat denken jullie van zo'n album? veel
jongens en meisjes zullen later misschien
in een andere stad of ander land gaan
wonen. Wat is het dan niet heerlijk om
en schat van herinneringen uit je geboorte
plaats of land bij je te hebben! In piaa*?
van een album kun je ook een dik schrift
nemen. Met blanco vellen. Als je -met ge
duld en netheid te werk gaat, zul je een
album krijgen, waar je je hele ley en wat,
aan hebt.