Het wandelende bos mmmmA) grappigs Hoe de vogelvanger gestraft werd Om zelf te maken te- ■S aëSësIil1555535 De volgende dag was een Zondag, dus iedereen was vrij, De zon straalde aan de hemel en iedgreen was een vrolijk. De mensen hadden allemaal iets moois aange trokken en de jongens en meisjes lachten dat het een lust was om te horen. O, wat was het leven in de stad toch fijn! Veel fijner dan in het bos, waar ze niets anders dan boterhammenpapier en kippen gezien hadden. De kinderen speelden vandaag met een bal, die zo nu en dan in de boompjes te recht kwam. Dat vonden ze niets erg, hoor, ze waren ook jong geweest! Ook de derde dag was nog leuk. Maar de vierde en de vijfde dag hadden-de bo men al te wemig water. „O", steunden ze, „als het maar regenen wilde!" De achtste dag namen de meeste mensen de bomen uit hun potten en gooiden ze op de mesthoop. En de negende dag lag het hele bos op de mesthoop. Het oude berke juffertje zuchtte en de kleine zei op mee warige toon: „Och, wat zie je er uit!" „Niet veel lelijker .-dan jij", antwoordde de oude en ze had gelijk ook. „Weet je nog toen we op de kar reden?" zei de middel ste van de drie kameraden. „Och ja", zucht te het oudje weer, „toen dachten we dat het altijd zo blijven zou". „Je moet maar nooit aan gelul: geioven". zei ze na een poos", dat blijft t.o-h r et be staan en doet toch niet wat het oeic"fl „Zo moet je niet spreken," zei de jongste, „Wij hebben plezier gehad en de mensen plezier gedaan en dat is goed." Een sprookje door Gerrie Koenraads. Het oude berkejuffertje werd gekocht door den waard van de herberg: „Het gou den molentje," het twede hompje door de groentevrouw en het jongste berkje door den schoenmaker Brinkman. „Dag, tot ziens", fluisterde de oude berk haar jongere kameraadjes toe, toen ze uit elkaar gingen. En warempel ze zagen elkaar terug, want de schoenmaker woonde tegenover „Het gouden molentje" en de groentevrouw stond met haar stalletje tussen die twee in. Ze konden wel niet met elkaar spreken, want dan zouden ze vreselijk moeten gil len, en omdat de drie berken beschaafde boompjes waren, dachten ze daar met aan. Het jongste berkje amuseerde zich erg over de kinderen die bij hem in de buurt speelden. Ze speelden met kleine, ronde glazen dingetjes. De berk vroeg zich af of die glazen dingetjes duur zouden zijn. Nu had het bosje z'n zin: ze waren in de stad, al waren ze dan ook niet meer bij elkaar. Voor elk huis stond zowat een boom. Van tijd tot tijd knikten ze elkaar eens toe, het beviel hun best in het kleme stadje. Het klokkengelui van de kerk von den ze prachtig en het was een nieuwtje voor hen om lichtjes te zien branden. «ff til Er was eens een berkehbos. 1 1 Het was eigenlijk geen echt l| J bos, maar een stukje bos. Dat It S.B stukje bos verbeeldde zich É2 - een heel bos te zijn en voelde Jij zich er best bij. Toch begon '1 het de boompjes te vervelen \u. ig dat ze maar steeds op dezelf- jfcgg! de plek moesten staan en niets anders dan een paar kip- I pen van de boerderij zagen. A J I Zondags hadden ze 't een 1 beetje leuker want dan zaten I A Jf er >ne'ic groepjes menschen |_j aan hun voeten en het was 1 J een leuke sport om alles af te J luisteren wat ze vertelden. "Tf Soms waren de verhalen die ze hielden zo gek, dat de t T boompjes zich ziek lachten. j# En wat kregen ze niet een g 6 verhalen over de stad te ho- i *s« ren' waar <3® bomen zo dol- •M' graag heen zouden gaan! Er SjFT' K was anders ook reden om Jkwaad te worden. Ze hoefden \j|T «3 maar naar die vieze boter hampapieren te kijken die ffl J Jpf v overal verspreid lagea. ï'M ll i Konden de mensen XPna a ''an nooit eens net- en? Maar alles bij elkaar waren die mensen toch een afwisseling voor het bos, dat maar steeds wachtte en wachtte op iets nieuws in z'n leven. En het werd herfst, winter, voorjaar. In het voorjaar gebeurde er iets wonder lijks. Er kwamen plotseling een heleboel mannen met bijlen en zagen. Ze spraken aldoor met elkaar en een van hen rookte een grote pijp, zodat het oudste berkejuf fertje begon te niezen. Eindelijk namen ze hun zagen en bijlen en hakten de kleine berken om. Hè, wat een kriebelig gevoel was dat voor de bo men, maar wat gaf dat? Ze gingen vast iets bijzonders beleven, dus hadden ze er dat gekriebel best voor over. Nu werden de boomen op een grote kar geladen en weg gingen ze. O, wat vonden de boompjes dat tochtje heerlijk. Ze re den met een fijn gangetje, want er liepen twee vurige paardjes voor de wagen. On derweg kwamen ze heel wat vrienden en bekenden tegen, zoals eikebomen, jonge dennetjes en struiken die hun vrolijk „goede reis" toeriepen. Na een paar uur rijden kwamen ze in de stad, waar een hoop huizen en een hoge kerktoren stonden. „Wat interessant" zei het oudste berkejuffertje, terwijl ze nieuws gierig om zich heen keen, en het jongste berkje vroeg een' "beetje angstig: „Denk je dat ze ons kwaad zullen dooen?" „Hèhè", lachte de oude berk, „we zullen vast iets geweldigs beleven!" Bom! Daar hield de wagen stil op een groot plein naast de kerk. „Berkeboo- men..! Mooie berkebomenriep een van de mannen over het plein. Van alle kanten kwamen er mensen opdagen die de prijs vroegen, want ze wilde de berken als Meiboom gebruiken. bestemd voor de hele familie. Nu dat is genoeg, zou je zeggen. Iedereen grijpt een groot stuk vlees en trekt daar zoveel af als hy wil eten. Het duurt niet lang of de hele voorraad is verdw* nen. En dan is het tijd om naar bed te gaan, want na zo'n ge weldige maaltijd krijg je slaap! De Eskimo's wonen in hutten. De vrouw van de Eskimo moet hard werken. Ze doen vaak werk, dat wij allang door mannen, zouden laten doen. Zij gaat bijvoorbeeld dikwijls op de vischvangst. En als de fami lie een tocht per hondenslee gaat maken, moet zij de weg banen. Als ze in een tent wo nen, zet ze die op en breekt hem weer af. Een belangrijk ding dat de Eskimo-vrouw moet kennen, is het aansteken van de lamp. De Eskimo's hebben namelijk een heel bijzondere lamp. Het is een spekste nen schaal, welke gevuld is met olie, die van zeehondenvlees gemaakt is. De vrouw moet er voor zorgen dat haar lamp met walmt, '-'ant dat vinden ze daar verschrik kelijk slordig. Een Eskimo-meisje van twaalf jaar kan ai heel goed naaien en tenten opslaan. Ze kussen niet maar wrijven met de neuzen tegen elkaar. Dat lijkt ons erg gek, maar de Eskimo's zouden onze manier van kussen waarschijnlijk veel gekker vinden. Eskimo's zul je wel nooit echt gezien hebben. Maar natuurlijk heb je er wel eens van gehoord. Ze wonen op Groenland. Groenland is heus niet zo'n akelig koud land als je je voorstelt. Wel is het grootste deel met ijs bedekt, maar West-Groenland is in de zomer heus zo slecht niet. Daar wonen dan ook heel veel Eskimo's. De Eskimo's zijn nog echte natuurmensen. Ze hebben geen flauw begrip van wat er hier in modern Europa gebeurt en wat er te zien is. Hoe zou 't ook? Zelf reizen ze niet en er zijn maar heel weinig Europeanen op Groenland van wie ze iets kunnen leren. Het is voor Eskimo's op Groenland een grote sensatie als er eens in 't jaar een gro te boot met bezoekers van andere landen aankomt. Dan is er ook zoveel nieuws te zien! Ze leven hoofdzakelijk van visvangst. s'Morgens heeï vroeog trekt de Eskimo er op uit met z'n kajak. Kajaks zijn die boot jes die ze daar gebruiken. Veel eten doet 'hij met. Wat een ontbijt is weet hij eigen lijk niet. Dat lijkt wel iets op kinderen die naar school gaan hè? Die eten 'smorgens vaak ook niet veel, omdat ze zo'n haast hebben. De Eskimo eet maar één keer per dag. Maar dan ook geen klein beetje. Eerst een paar gedroogde visjes en zeehonden spek. Dan een paar kilo's zeehondenvlees, toe stoppen ze de jonge varkentjes in een hok, waar ze elkaar niet zien kunnen. Van tijd tot tijd houdt men de beestjes met de snuiten tegen elkaar. Meestal bij ten ze direct. Als ze op deze manier heb ben leren by ten, wo'rden ze vrij gelaten en by andere gedresseerde varkens gebracht, waarna de hevigste gevechten ontstaan. Hier kun je je hart ook ophalen aan vis- bijtlustige vis, die ze „ikimago" noemen. Van te voren worden enige vissen in een waterkom bij elkaar gezet. In 't begm lykt het alsof de vissen helemaal geen zin heb ben om te byten; ze gaan zelfs zo dicht mogelijk aan de kant zwemmen, om elkaar niet aan te raken. Maar na een poosje zwaaien ze plotseling met hun staart en byten er op los. Maar de vreemdste soort gevechten die deze inboorlingen er op na houden, zijn de libellengevechten. Hiertoe bewaren ze poppen van de libel op een rustige plaats. Zodra ze zover zijn, worden de libellen in een nestje van kokosbladeren gezet, om ze aan het gezicht van mensen te laten wennen. Na enige tijd worden de libellen vrygelaten en in een bosje gezet, dat m de buurt van een huis groeit. Doordat ze nu -aa:i de mensen gewend zijn, vliegen ze niet weg, maar blijven ze in dat bosje. In al die tijd letten de inboorlingen goed op de libellen, want zodra er een vreemde libel in hun buurt komt, vallen de „geoe fende" hen aan. Iedere overwinning van zo'n geoefende libel wordt door de inboor lingen en vooral door de kinderen met handengeklap begroet. SCHILDPADDEN EN KIKVORSEN VIJANDEN VAN DE BIJEN Zoals elk dier heeft ook de bij haar vij anden. Vogels kunnen de by meestal niet uitstaan, maar jullie wisten zeker met dat de schildpad en de kikvors grote vijanden van de by zijn. De schildpad eet zich dik wijls rond en vet met de een knoedel han gende by en en richt daardoor veel schade voor de mensen aan. Ze hebben zelfs ge zien, dat schildpadden zich voor de ingang van een bijenkorf opstelden en de een na de andere by, die er uit kwam, opaten. Daarbij zorgden ze er wel voor dat de by- enkop het eerst in hun mond kwam, want ze schijnen een instinkt te hebBen, dat hun voor de angel van de bij waarschuwt. De mensen, die dat gezien hebben, zyn er wel twee uur naar blijven kijken en de schild padden waren zo m hun jacht verdiept, dat ze niet eens merkten dat er mensen in de buurt waren. Als de tyd gekomen is dat de bijen in groepjes, trosjes, zouden we haast kunnen zeggen, naar beneden hangen, is het de tijd voor de schildpad! Zodra het een beetje donker wordt, komt hij te voorschijn en verorbert het ene trosje bijen na het ande re. Maar behalve deze brutale schildpad, houdt de kikvors nog van bijen. Ze weten dat de kikvors het liefst in klaverveldjes zit. Dat is ook met zonder reden, want op dat zelfde veld komen graag bijen. Met grote, begerige ogen loert de rover op z'n prooi en als het goede ogenblik gekomen is, springt hy er op af. Iemand vond eens een dode kikvors en toen ze z'n maag open maakten, kwamen er niet minder dan elf bijen uit! In de vakjes komen van bin ■nen naar buiten woorden. Rondom komt van 116 een woord. jaargetijde ooievaar huishoudaxtikel ooievaar weer viervoetig dier familielid woonplaats van haas bloem veld zwart mens iemand die iets ge heeft lucht iemand die rooft meer dan erg dichterbij. Zodra het heel mooi weer is Dan ga ik er op uit Dan ben ik toch zo vrolijk Dat ik aldoor maar fluit. En hele lange dagen Kan ik aan 't zwerven zyn De vogeltjes gaan met mij mee Dat vind ik heel erg fijn. Wie of er met mij mee wil gaan Die zegge 't me maar Ik zal wel even wachten hoor Maak je maar gauw klaar! DE OPERA Er was eens een beroemd opera-zanger, die beweerde dat de muziek van een opera alles was, maar dat de woorden, die er ge zongen werden, van geen beteekenis wa ren. Dat bewees hij op de volgende ma nier: Hij zong de aria uit de opera „De To verfluit" en zong die voor een buitenlan der, die de taal niet kende voor, met de volgende woorden: 4 „De vorst is vreselijk dik.meneer Jo nathan die heeft de hik. De buitenlander werd door de mooie mu ziek zo geroerd, dat hij in tranen uitbarstte. De zanger had 'dus gelijk gehad., woor den waren niet belangrijk in een opera. GEEN STIERENGEVECHTEN, ixAAR LI BELLENGEVECHTEN In sommige landen houdt men erg van dierengevechten. Zo kennen we stierenge vechten in Spanje, hanengevechten in Zuid-Amerika en ollfantgevechten in Brits- Indië. Maar de inboorlingen van de Mashall- eilanden in de Stille Oceaan hebben nog veel gekkere dierengevechten. Varkensgevechten zijn daar bijvoor beeld erg geliefd. Hiervoor moeten de dieren natuurlijk afgericht worden. Daar- Rondom: Provincie van Ne derland. In alle vakjes van de bin nenste cirkel, dus daar, waar de eindletter van elk woord, komt de letter: r. Alle woor-; den eindigen dus op een r. Oplossing:! zomer, 2 eiber, 3 em mer, 4 uiver, 5 weder, 6 stier, 7 vader, 8 leger, 9 aster, 10 akker, 11 neger, 12 dader, 13 ether, 14 rover, 15 erger, 16 nader. rood en een stuk groene gelatine kopen en dat over de tekening leggen, dan zien we eerst Erits en Frans zoals ze zoet uit schooi komen, en later hoe ze aan het In diaantje spelen zyn. By het twede voorbeeld werken we vol gens een andere methode. De lange Klaas die aardappelen zit te eten is namelijk ge deeltelijk voor beide plaatjes te gebruiken. Voor onze truc hebben we alleen de scho- fel met aardappelen, hand met de vork en de buik nodig. Pe tafel, stoel, Klaas z'n lichaam en de schotel tekenen we zwart, zodat ze zowel door het rode als door het groene papier te zien -zijn. Van. de grijze delen, worden de aardappelen, de hand met de vork en de gewelfde buik met de hand er op, groen, {kt zo zien we onze Klaas vóór en na zijn maaltijd. Dp deze manier kun je allerlei grappige {Ungen te voorschijn toveren. Zij, die goed tekenen, hebben het al heel makkelijk. Maar ook zij, aie niet zo'n bolleboos zijn, gunnen een paar lijntjes iets leuks te s lijn brengen. Anders tekenen we öfize ventjes maar- zo mooi mogelijk. Als ze lp' - i- 'da kleuren veranderen, tl-ftst nog gropt genoeg.- Voor dat we aan t werk gaan, zullen we terst het een en ander verklaren. Als vfë oor een gekleurd glas kijken, warkt het voor ons oog als een Heurenfiltes. Van het witte Uoht dat op het voorwerp valt, fiN treert het glas alle Meuren, behalve! ztn. eigen Meun. Als we dus op een wit vel een rode tekening hebben, en daar een groen vel gelating over leggen, 'den zullen we 03 keening zoaaey moeite kunnen zien."Maaè 'Jui we 4m eocxJ'Vjöi némen, ml de tekening oB|e <5§«a verdwenen zija. Met e. jpwibé s het omgekeerd. Dit $3,0* «B hue ajpfflWjg nemen *n *r patóter at tefcer t, t 4., Z i 5

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1940 | | pagina 8