ONS HEIDELANDSCHAP 0? lïlijn/kvidtfeó Pag. 1 - No. 22809 TWEEDE BLAD*DER SCHIEDAMSCH€ COU-RANT Woensdag 18 Juni 1941 Hoofdpijn-Kiespijn? Lezing prof dr. J. Jeswiet Kunst en Wetenschap Dr. Johan YVagenaar overleden Rechtszaken Frauduleus varkens geslacht Inbraak met prolongatie Gemengd Nieuws Helpen veilig en vlug. Doos 10 en 50ct. Voor den. Bond voor Heemkunde, afd. 'Amsterdam', heeft prof. dr. J. Jeswiet in het Vossiiisgymnasium een -lezing gehouden over: „Ons heidelandschap.". Na den ijstijd aldus prof. Jeswiet nam de flora weer bezit van ons vader land. Gedurende den laatsten ijstijd, die •-©ns vaderland-niet rnêér'bereikte, was hier een z.g. periglaciale florazooals -die nu nog te vindén is rondom liet tegenwoordige glaciale gebied, dus toendra met dwerg berken-flora. Er was toen nog samenhang met Engeland en in verband daarmede was hier een vastelandklimaat. Uitdie tijden stammen mos en toendravenen, afgewis seld met «verstuivingen. Bij liet terugtrek ken van het landijs, kwam meer water voor de zee beschikbaar en rees de zee spiegel. Het klimaat werd over het alge meen milder en daar de zee in het Wes ten ging overheerschen, kwam geleidelijk hier een allantisch klimaat. Met het ver anderen van klimaat ging gepaard een even redige verandering van de bodembedekking, dus van de flora en daarmede van de dierenwereld. De toendra maakte plaats voor berkenlosch, dit voor dennenwouden en sparrenwouden en ten slotte kwamen hier de boschtypen, die wij nu nog ken nen: op de -lage plaatsen, die gedeelten van het jaar of doorloopend onder water staan en met voldoende voedende bestand- deelen het elzenbroek en het wilgen-popu lierenwoud; op de hóogere plaatsen het eikeu-hoogbeukcn-boich, terwijl op do lage plekken temidden van die schrale zandgron den, waar ook het bodemwater arm aan voc-dende stoffen is, het herkenbroek en het dopheide-broekland. Do eerste bewoners. In de voorloopers van deze bosehland schappen die onzen bodem bedekten en nu nog zouden bedekken,, indien er geen cultuur Ware gekomen, woonden reeds men- schen, die meestal doortrekkend waren. Hen kunnen wij onze voorgangers noe men. Zij werden opgevolgd door hen, die zich Njjveml vestigden en die wij onze voorouders noemen. Voor een blijvende vestiging is in ons klimaat de houw van woningen noodig en het materiaal daar voor werd geleverd door het hout van onze bosschen. De hoornen werden dus gekapt, terwijl van nieuwe aanplant geen sprake kon zijn. Naast. .woongelegenheid was noodig hout voo-r véTwarmïng en vóór het bereidc-n van voedsel, verder moest er voorraad voor den winter gemaakt wor den. Daarvoor was bodem-oppervlak, dus bouwland noodig. alles ten koste van het bestaande woud. Verder was er hout, noo dig voer de begrafenissen, voor do lijkver branding-in. voor de versterkingen (palis- sadceringen) en voor stalling van liet vee. De heide. De mensch had ook vee in de nabij heid der nederzettingen. Dit kleinvee vrat alle jonge kiomplanten op van de bosch- boomen, die op de kaalgeslagen terreinen opsloegen. Zoo bleef bet kapvlak kaal en konden zich door bet gemis aan con currentie van de boschflora, bepaalde ele menten daarvan, met name de heide, zich sterk uitbreiden, Dit was een der oor zaken voor het ontstaan van het heide landschap. Wanneer de bouw'velden door herhaalden, verbouw verarmden, werd nieuw bosch gekapt én voor bouwland bestemd. Op dezen uitgeboerden bodem ontstond eveneens heide. Bovendien' wer- •deu die verlaten bouwgronden beweid, waardoor zij niet weer nieuw bosch kon: den geven - Een verdere rem voor het ontwikkelen daarvan was het branden, hetgeen aanvan kelijk geschiedde om de in het struikge was aanwezige dieren er uit te jagen, waar door men ze gemakkelijk kon vangen. La ter ook om den grond schoon te branden voor de bewerking voor den landbouw, o.a. voor de boekweit-cultuur, die ook op de hoogvenen in ons land werd bedreven. Elk der genoemde boscbgemeenscliap ves tigt zich ten „slotte op bepaalde gronden, oefent op die gronden een zeer bepaalden invloed' uit en vormt den eigen bodem. Die gemeenschappen zijn in de eerste plaats afhankelijk van het klimaat, doch zijn daar naast bodem-gebonden. Elke boscbgemeenscliap heeft haar eigen bodem-profiel. Het gedeelte van onzen vaderlandschen bodem-, dat hij de .bezetting door onze voorouders het meest voor bewoning in aai. merking kwam, was het oiketiberken- bosoh, een vrij licht bosch, waar slechts weinig behoefde opgeruimd te worden, om de woonplaats te maken, een droge bodem en meestal vooa de veiligheid een hoog gelegen gedeelte ten opzichte van de om geving. Verarmd. Bij de vernietiging van het woud door kap, landbouw, weidegang, brand en ten slotte ook. door liet plagggnsteken voor strooisel in de stallen en voor dakbedek king nam het van woud ontbloote opper vlak steeds grootere afmetingen aan, te meer, omdat de bevolking sterk toenam. Do verhouding van bouwland lot heide be droeg in de gunstigste gevallen 1 op 7, doch werd ook vaak 1 op 103. Onsheidelandschap in zijn algemeen heid' 'is dus door den mensch ontslaan. Dioo-r het,slecht verteren van de heide-hu- mus-verarmt de bodem in hooge mate en ontstaat, onder-:.de—vegetatieeen.laag^ge:-. lieef ontkleurd,;-van ijzer' ontdaan zandj wit tot grauw van kleur, bet zoogenaamde loods:and. Deze laag ontstaat ook door op- hooging met materiaal, uit de omgeving door den wind uit de zandverstuivingen aangevoerd. Behalve op de gewone zan den, komt de heide ook wel voor op zeer fijnkorrelig materiaal, het z.g. löss uit onze streken, dat door den invloed van den mensch zoodanig verarmd is, dat het ook niet veel meer dan- de heide kon dragen. Toch is daar hel bodemprofiel anders dan onder de heide gewoonlijk het geval is. In Noordwest-Duitschland is door Füxcn Ellenberg" en Diemont een kaart gemaakt van de verspreiding der boschlandschap pen en door den laatste ook een kaart van Gisleren is te 's-Grav-enhage op 78-ja- rigen leeftijd overleden'de bekende com ponist dr. Johan Wagenaar, oud-direc teur van het conservatorium te., Den Haag. '§m I&j,' "i'yëï-i ff De begroeting tussehe» het Roemeense he staatshoofd generaal Antonescu en den Fiihrer. (Hoffmann, Zander). Dr. Joh, Wagèoaar. <(Areïh; Scïi. Crt.j. Eir. Johan Wagenaar werd 1 November 1802 tc Utrecht geboren. Hij kreeg muziek onderwijs van M. W. Pétri (piano), Th. L. van der Wurfï (cx-gel) en van Riciiard Hol (theorie en compositie). Voorts studeerde bij nog in Duilschland bij den componist H. von "Iierzogenterg. Op 25-jarigen leef tijd werd hij.leeraar in de theorie en com- posilie aan de muziekschool te Utrecht, terwijl hij daarnaast 2e violist en accom- pagnateur bij het Ulrecblsch Sled. Orkest was. In 18S8 volgde zijn benoeming tot or ganist van de D-omkerk. In 1904 werd hij beno-emd tot directeur van de Ulrechtscbe muziekschool en direc teur vair de zangverecniging der Maatschap pij tot Bevordering der Toonkunst Le Utrecht. Ook was hij eenigen tijd directeur van de loonkunslafdeelingen te Leiden en Arnhem. In 1919 werd dr. Wagenaar benoemd tot directeur van het Conservatorium in- Den Haag en legde zijn verschillende func ties te Utrecht neer. In 1937 trad hij af als leider van de Haagscho Muziekinstel- üfig- Van 1924 tol 1928 was dr. Wagenaar di recteur van de znngverèeni'ging der'; Mij. tót Bevordering der Toonkunst, afdèeling Den IJaag. Als organist was hij vooral be kend als' Bapii-vertolker. Als .dirigent .voer de hij de voornaamste'oudere en nieuwere werken voor koren uil. Zijn bekendste werken zijn de opera's „Ite doge van Venetië" en „De Cid", de ouverture's .„Cyrano de- Bergerac", „De ge temde feeks", het: sinfonisch gedicht „Saul en David", het .zangspel „De fortuinlijke Jrist',')'' 'dy^tk^twerkw „Sinfonieüa", do ouverture „Driekoningenavond", liet Inter mezzo Pastorale, het Wiener Dreivierteltakt (Walzer för Orchestra), enz. Door den se naat der Ulrechtsche universiteit werd Wa genaar benoemd tot doctor honoris caus*. de verspreiding der hoerenhuis-typen. Deze type-kaarten van bodem en plantengemeen schap en die van liet. huizen-type dekken elkander volkomen. Êen der schoonste be wijzen van bodemgebondenheid, zoowel van flora als mensch. Onze zandboeren (Gélderlaud, Overijs sel, Drente)zijn anderetypen dan onze' kleiboeren (Friesland?Groningen, West- Friesland), tie Brabantsche boeren zijn weer anders, jZij zijn vati Frankischen oor sprong. Vooral onze beide met haar bewoners is als bet oudste bewoonde gedeelte van óns land wel een der schoonste voorbeel den van bodemgcbondenlieid. Arnhem bezit nausl zijn vele karakteristieke gebouwen ook nog een ou den molen, midden in de bebouwde kom. Deze uil 1847 daleerendc molen „De Ivroon", beter hekend als de „molen van Klareudal" zal naar alle waar schijnlijkheid worden gedoopt. Imm ers, het bedrijf ligt reeds geruimen tijd stil en zoolang de molen niet productief is. hunnen de gelden, he- noodigd voor de restauratie, niet aangewend worden. De molen is steeds familiebezit 'geweest en de tegenwoordige eigenaren laten hun fa miliebezit niet in andere handen overgaan.... vandaar dat zij den molen liever als sloop verkoopen. I (Polygoon). Gistermiddag stond voor don economi- schen rechter te Assen, mr. A. J. E. Ter- windt, terecht de caféhouder II. II. uit Norg, die in de maanden October, Novem ber, December en Januari j.l. herhaaldelijk hoeveelheden varkensvleesch had gekocht en verkocht, terwijl lrij bovendien niet min. der dan 20 varkens had geslacht, van welk vleesch hij ook aan slagers had verkocht. Drie getuigen uit Norg bevestigden dit. De officier van justitie eischte in dit ernstige geval zes maanden gevangenisstraf. De verdediger, mr. Haverkamp uit Gro ningen, pleitte het opleggen van een geld boete. Uitspraak Woensdag 25 Juni. Gisteren stonden voor de Ulrechtscbe rechtbank terecht de 2l-jarige C. II., kan toorbediende, de 20-jarige A. D. van E., calculator, beiden uit Utrecht en de 26- jarige belon-emailleur A. II. LI. uit Den Ilaag, terzake van diefstal met inklirriming, van diverse voorwerpen ten nadeelc van baron van B. te Maartensdijk. ïte eerste verdachte, thans gêdélthcertT, heeft zich op den avond van den tOen Mei van dit jaar le Maartensdijk schuldig gemaakt aan diefstal van enkele kunst voorwerpen, welke zich in het leegstaande huis Eykeristijn aldaar bevonden, en toen bij niet weru gesnapt bij dezen inbraak, haalde hij zijn l.roer en een vriend over ont den volgenden avond met hem mede te gaan naar hetzelfde huis om zijn stroop tocht voort te zetten. Van buum af leek liet, of er niets van waarde in het buis zou zijn, doch toen de eerste verdachte via een kelderluik een inspectietocht ging maken, vond hij toch nog eenigc voorwer pen, .welke hem aanstonden. Een fruitschaal, een klok, een vaas en wat porcelein nam hij den eersten avond mee naar huis. Hierna trokken zij er den volgenden avond pp uit om weer via liet kelderluik het huis binnen tc- dringen. Reeds hadden de dieven menige schilderijen uit de lijs ten gelicht en eer: hoeveelheid porcelein ter waarde van 75 gulden klaargezet oirt dit mede te nemen, toen zij bij bun dief stal werden gestoord, gegrepen en aan de politie weiden overgeleverd. De drie verdachten bekenden het lum ten laste gelegde. Het hlcek verder, dat de eerste verdachte do anderen min of meer op sleeptouw had genomen en dat deze liet slachtoffer waren van zijn fan tastische verhalen over wat er in dat buis' al zoo te vinden zou zijn. Hun reclasseeringskansen bleken niet on gunstig. De officier van justitie eischle tegen den eersten verdachte een gevangenisstraf voor den tijd van vier maanden en tegen de twee anderen twee maanden. De rechtbank zal over veertien dagen uitspraak doen. Jongen verdronken. Gistermiddag is lp Maassluis het 6-jarige zoontje van de familie J. C. Quale te water geraakt. Het ongeval vond plaats in de onmiddellijke nabijheid van liet wachtschip van de Duitsclie kriegsmarine en terstond doken er enkele Duilsche ma trozen in de buitenhaven. Na zes minuten slaagde men er in het ventje boven water te halen. Een dokter van genoemd wacht schip, benevens dr. Mahler en een lid van de E.H.B.O. trachtteil geruimen tijd de levensgeesten op te wekken. Deze po gingen mochten niet meer baten, de levens geesten bleken geweken. Intéressante vondsten in het I.Isselmter. liet water van den N'oord-Oostpoldcr wijkt steeds verder van de kusten. Dit lieeft tot ge volg, dat de zee steeds meer van haar" gehei men moet prijs geven. Na de gevonden steen- resten, die door prof. Van- Gitten waardevol werden geacht, komen thans op ongeveer een kilomot eruit de kust, onder Kuinre, verschei dene boomstammen te voorschijn, die in zeer verganen toestand verkeeren. Voorts worden iels verder Zuidwaarts twee formidabele keien -zichtbaar. Doch het zijn niet alleen historische vondsten, die de zee prijs geeTt. Even voor hij het stadje komt n.l. een in betrekkelijk gaven toestand verkeerende molorvlet le voor schijn, compleet niet motor. Deze zal waar schijnlijk afkomstig zijn van de Zuiderzeewer ken. Te Parijs is oeu nieuw autotype in dc str alen verschenen. Het zijn elcclrische auto mobielen, waarvan hier het eerste viertal wordt gedemonstreerd. j (Associated Press, Zander).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1941 | | pagina 5