HET PROBLEEM VAN DE
VISSCHERSBQOT
ENGELAND EN
KLEINE
HET LOT DER
LANDEN
*88111
Den Boef die geen boef was
Een opmerkelijk hoofdartikel van de Times
m
De diepte van het IJ
MMmSmmm
Kantong er ech t
BINNENLAND
De Duitsche rechterlijke macht
voor strafzaken
En de tunnel
Vestingoverblijfsels te Eiburg
Dat Kot warm is, is ook al geen Hieuwt jo
jtyjer, maar dat liet gistermorgen op de
j<ing van het kantongerecht ook- warm
.Was, dient toch even vermeld te worden,
yvant het had kennelijk invloed op de he
handeling der zaken.
-ïérwijl rar. Cos jiu'st deze dagen met va
cantia is gegaan, stond zijn plaatsvervan-
er, mr. J. G. Wittkampf, voor de nuch-
werkelijkheid, in dit geval voor de
„puzzle van het visschersvaarluig".'
Dat was inderdaad een moeilijk geval.
Een Vlaardingsche politie-agent had op ze
keren nacht een visschérsbootje aangetrof-
jfen in de haven van de superfosfaatfa-
briek.
In dit vaartuig waren twee mannen
aanwezig en omdat een van hen daar
„voor zijn plezier" was, gaf de agent hem
èen bekeuring wegens overtreding van het
uitgaansverbod.
Kantonrechter en ambtenaar waren Tiet
aanvankelijk niet met den ijverigen agent
eens en wenschten een nauwgezette be
schrijving va net vaartuig, teneinde vast
te kunnen stellen, of de mannen al dan
niet „met de buitenlucht in aanraking wa
ren geweest".
i De agent deed zijn best en schetste
de bouw van het scheepje. Het dek bezat
midscheeps luiken en deze waren open,
„Ze sliepen dus met open ramen?" vroeg
mr. Wittkampf.
Het was een dubieus geval en de amb
tenaar, ditmaal wederom mr. Grasso, eisch-
te daarom slechts f3 of 2 dagen. De kan
tonrechter was nog milder en veroordeel
de den niet verschenen verdachte tot f 1 of
een dag hechtenis.
„Verboden toegang"
De 22-jarige ruej. A. S. had geen mooie
houding aangenomen tegenover een on
bezoldigd rijksveldwachter, toen doze haar
een bekeuring wilde geven, omdat mej. S.
op liet terrein liep van Wilton-Fijenoord,
waar zij niets te maken had en dat door
bordjes „Verboden Toegang" duide'ijk vcor
onbevoegden is afgesloten. Zij wilde tegen
over-den verbalisant'haar-naam niet-noe-
nven en inderdaad stond zij sterk, want
haar begeleider verhinderde den rijks
veldwachter een verder verhoor.
Deze slaagde er echter langs andere we
gen in achter de naam van. de onwillige
juffrouw te komen, zoodat deze giste
ren terecht stond. De ambtenaar was niet
over baar houding te spreken en eisclite
f 10 of 4 dagen. Conform dezen eisch
werd zij veroordeeld.
,,'t Stond in de krant"
„Ja, maar er stond in de krant dat de
tijd voor eieren zoeken nog open was",
sprak de 27-jarige los-arbeider A. G. E.
uit Vlaardinger-Ambacht, die na de sluiting
van de eierraapperiode op 29 April, toch
nog naar eendeneieren gezocht had.
„In welke krant hebt u dal gelezen?"
„In een Rotterdainsch blad."
„Tsja sprak mr. Wittkampf naden
kend, „alles wat in de krant staat is nog
geen wet van Meden en Perzen. Daar ma
ken ze ook wel eens fouten."
De man, die zijn standvastig ge
loof in de, betrouwbaarheid van zijn dag
blad wreed, geschokt zag, werd veroordeeld
tot f3 of 2 dagen.
Wanneer is men „dronken"
„ik was niet dronken," verzekerde de
volgende verdachte, die de. welluidende
naam van Den Boef bleek te dragen en
kennelijk voor het hekje was verschenen
oin voor zijn recht te vechten.
„Maar dé agent, die u verbaliseerde,
verklaart, dat u in kennelijken staat ver
keerde," zei -de kantonrechter. .„Hoe zit
•'dat.'hu."
,;Aiet ;goéd-," sprak verdachte agressief,
„heelemaal niet góed."
„Bovendien bent u al meer voor dit
feit bekeurd."
„Absoluut niet, edelachtbare, onmoge
lijk," sprak Den Boef verwijtend.
„Toch komt uw naam mij bekend voor,*'
'zei. de griffier z-ondereenige bijbedoeling.
Verdachte' 'begïeèp het 'verkeerd. „Ja, cr
zijn veel boeven, maar ik ben er toch
geen.En ik was ook niet dronken," .yer-,
zekerde hij nogmaals pertinent.
„Ja, als jullie, c-r niet voor lijk bij lig
gen, is.'t niet goéd," sprak'den ambte
naar. „fo of 2 dagen en f3 of 2 dagen
voor liet niét'bij jé'hebben van je stam
kaart."
„Toch ben ik bier nog nooit geweest en
anders zoudt u mij toch wel herken
nen."
„Dat is nu juist heelemaal niet waar,
vriend," sprak nu-. Wittkampf fijn glim
lachend, en veroordeelde den vereerder van
Bacchus conform den eisch.
Overtreding arbeidswet
„Is u Italiaan?" vroeg de kantonrech
ter aan Giovanni M., die terrazzo-werker
bleek te zijn.
„Ja," sprak deze in vloeiend 'Hollandsch.
„Mogen we. hem dan berechten?" op
perde de griffier angstig.
Daaraan bleken echter geen bezwaren te
zijn verhonden.
Giovanni had zich aan een overtreding
van de arbeidswet schuldig gemaakt, door
zijn arbeiders na half zes te laten door
werken. Dit was noodzakelijk geweest,
zeidc hij, want men kon het storten van
een bctonvloer niet halverwege beëindi-
digen.
Hij bad dan echter de arbeidsinspectie
moeten waarschuwen, zei de kantonrech
ter, maar daar dacht Giovanni anders
over en kondigde cassatie aan.
,,'t Zal je niet vepl helpen," meende de
kantonrechter, die hem tot een rijksdaal
der boete had veroordeeld.
Te^laat
L. J. B., een -24-jarige vrachtrijder uit
Schiedam, —had het 1 warm ca- verscheen
met zijn jasje over de arm voor den
kantonrechter, die. aan liet keurige blau
we slreppie van vertlaehle's overhemd ech
ter geen aanstoot nam.
De vrachtrijder was te laat op straal
geweest, n.i. om kwart over twaalf en
voerde .ais verontschuldiging aan dat zijn
band was geklapt.
Na een klein'kruisverhoor, meende de
ambtenaar dit verhaal te moeten betwij
felen, maar wilde in aanmerking nemen,
dat de verdachte slechts een kwartier over
tijd was en eischtej f-4 of 2 dagen, con
form wolken eisch mr. Wittkampf vonnis
wees.
Meer eten voer de trekkers.
Op verzoek van der Nederlandsche Jeugd
herberg Centrale oiii^ voor de jeugdherber
gen gedurende de zomermaanden gr ontere
hoeveelheden voedsel beschikbaar le stel
len, heeft het centraal distributiekantoor
thans gunstig beschikt.
Bij het nemen van deze beslissing heeft
men zich laten leiden door de overweging,
dat vele jeugdherbergen momenteel gcslo
teii zijn voor hét trekkersverkeer.
Men schrijft ons v,an bevoegde zijde:
De Times, liet blad van de Engelsche
regeering, bespreekt in een boofdarlikel
van Zaterdag j.l. de les, die de (huidige
oorlog lièeft "geleerd, betreffende de reor
ganisatie van d:e wereld na het einde van
den oorlog. Daarbij gaat de Times natuurlijk
uit van dio 'veronderstelling dat Duitsch-
J,and den oorlog zal verliezen.
Do Times schrijft: „Iedere politieke on
afhankelijkheid in de traditioneele betee-
lcenis zal voor de afzonderlijke staten niet
moer mogelijk zijn. Men moet zelfs toege
ven, dat het kortzichtig is aan te nemen,
dat Hitier isllechts gedreven wordt door
een grenzelooze persoonlijke of nationale
eerzucht.
De toenemende afhankelijkheid der vol
ken van elkander vormt een niet te ver
onachtzamen feit en dit feit zal zelfs door
de nederlaag van Hitler of Duitschland niet
gewijzigd worden.
Integendeel men moet consfaleeren dat
de indeeling van Europa iu zelfstandige en
geïsoleerde eenheden niet meer kan fanc-
tioneeren. De zelfstandigheid der afzonder
lijke staten heeft slechts zoolang effectief
kunnen zijn als het hun mogelijk was zich
neutraal te houden. Door den modernen
totalen oorlog bestaat déze mogelijkheid
niet meer.
Reedsin- den vorigen oorlog lïeeft men
een voorproefje gekregen v.an een' zooda
nige uitbreiding van dén oorlog. Practisch
zijn tllank de kleine sta,ten verdwenen. De
neutraliteit; zooaJs die door de kleine'sta
ten in 1914 werd gehandhaafd, kan, aldus
de Times, niet .langer bestaan. Deze staten
hebben nog slechts de keuze tusschen ver
overing en afhankelijkheid. Volkomen on
verschillig wat d:e toekomst zal brengen,
-vrijheid en orde kunnen slechts naar de
maté van de werkelijke macht veilig worden
gesteld.
Deze les, zoö- schrijft de Times, uit den
huidigen oorlog, zat evéneens qp, econo
misch gebied geldigheid hebben.- Ér bestaat
namelijk gevaar, dat zelfs na de nederlaag
van Duitschland Europa- zal terugvallen
iri de vroegere anarchie".
Uit deze zinnen blijkt helder en duidelijk,
dat Engeland het voornemen heeft om van
Europa ingeval van een Engelsche over
winning een van Engeland zoowel econo
misch als politiek afhankelijk koloniaal land
te maken. In tegenstelling lot de door den
Fölirer steeds weer haar voren gebrachte
nieuwe ordening v:an Europa-, binnen welke
alle kleine laudenhun onafhankelijkheid
zullen behouden en als rechlsgclijke deel-
genooten in thet nieuwe Europa zullen
medewerken .aan de ontwikkeling van dit
nieuwe Europa en van liun eigen landen.
Wanneer men in aansluiting hierop ken
nis, neemt van een via New Vork ont
vangen bericht van „United Press" uit Ba
tavia. volgens hetwelk de verplaatsing van
de zetel der Nederlandsche émigranten-
regeering van Londen naar Washington er
mede gemotiveerd wórdt, dat Washington
thans lic't middelpunt der wereldpolitiek
vormt en nog meer zalwórden, kan men
zich voorstellen, dat niet alleen op poli
tiek gebied, maar vooral ook in econo
misch opzicht Europa letterlijk moet wor
den gemaakt tot slaaf en loonkoelie van
de Angelsaksische lauden. Nogmaals, vol
komen in tegenstelling met de bedoelingen
van Adolf IJitler ten 'aanzien van de nieu
we orde in Europa.
Tenslotte moot dan nog de aandacht ge
vestigd worden op de passage iu het
zelfde hoofdartikel van de „Times", waar
in gezegd wordt, dat men in Engeland
van mcening is, dat,men in den grootsten
omvang de Sovjet-Unie en Iiaar belangen
wil betrekken bij de reorganisatie van Euro
pa, dan kan men zich wellicht een voor
stelling er van maken, wat er van Euro
pa zou worden, wanneer het gegrepen zou
worden in den hing van het zich voor
de toekomst aftcekencndc Amerikaansch-
AngeJsaksische imperium en het bolsje
wisme.
De „Times" legt er ten aanzien van
de Sovjet-Unie in het bizonder den na
druk op, dat de fout van 1919, uitslui
ting., vau de Sovjet-Unie uit 'de Europee-
sche reorganisatie, in geon geval zal wor
den herhaald. Met de verwijzing naar dit
voor Europa waarlijk vreeselijlce perspec
tief, besluit de „Times" zijn ophelderend
hoofdartikel.
In Artis is <loor de Nederlandsche Latliyrus-vcrecniging een tentoonstel
ling geopend van de nieuwste soe;tcn lathyrus.
Een mei, goud cn zilver bekroonde inzending van den heer J. Zwerver
uit Wassenaar. (Polygoon)'.
Bij verordening van dén rijkscommis
saris voor het bezette Nederlandsche ge
bied is bepaald dat de verordening no.
521940 betreffende de Duitsclie rechter
lijke macht voor strafzaken als volgt wordt
gewijzigd.
In liet eerste lid van paragraaf 2 verval
len de woorden: ,,of voormalig Duitsche".
Dit lid komt daardoor als volgt te luiden:
„De Duitsche gerechten zijn met uitslui
ting van de Nederlandsche rechterlijke
macht bevoegd om delicten, die door Duit
sche staatsburgers of door staatsburgers
van het protectoraat Bohemen en Moravië
begaan worden, te vervolgen en te von
nissen".
Voorts wordt het eerste lid van paragraaf
13 als volgt gelezen:
„Wanneer de dader noch' Duitscli staats
burger noch staatsburger van het protec
toraat Bohemen en Moravië is, 'kan de
zaak aan de Nederlandsche autoriteiten,
met strafvervolging belast, worden over
gegeven, ten einde te worden vervolgd en
berecht".
In de hedenmiddag gehouden vergade
ring der Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor Amsterdam is besloten tot
verzending van eeri schrijven aan, den ré
geeringseommissaris voor Amsterdam, in
lietwelk er op wórdt aangedrongen om,
met liet oog op de toekomstmogelijkheden
van de havens-Oost, bij de verdere uit
werking van de plannen voor een tunnel-
verbinding onder bet I.T met een grootere
diepte van de vaargeul rekening te hou
den dan voorzien in het ontwerp-194G van
den dienst der publieke werken.
De Kamer heeft zicli de vraag gesteld,
oE door het aanvaarden van 10.50 N.A.P.
als maximum diepte van de vaargeul ter
plaatse van de .IJ-tunnels niet op zeer
on ge wen sc.b te wijze afbreuk zal worden ge
daan aan de mogelijkheden-, welke in het
Oostelijk havengebied nog liggen opgeslo
ten.
Het vooruitzicht, dat tlians binnen af-
zienbaren tijd met de droogmaking van den
Zuidoostelijken en den Zuidwestelijken pol
der van het IJsselmeer een aanvang "zal
worden gemaakt, vormt naar de meening
der kamer een bevestiging van de juistheid
van het door haar ingenomen standpunt.
Er wordt op gewezen, dat de slagdrempel
diepte van de Noordersluis in JJmuiden 15
M. N.A.P, bedraagt. In overeenstemming
daarmede wordt de mogelijkheid' openge
houden om de diepte van liet Noordzee
kanaal, thans gebracht op, 13 meter, in de
toekomst te vergrooten tot 15.50 M.
N. A. P.
Do tunnels bij Vclsen komen te liggen op
ongeveer 16.70 M. N.A.P., zoodat ook daar
een bodemdiepte van 15 meier zal kun
nen worden gewaarborgd. Met dit feit voor
oogen zou het wel buitengewoon te be
treuren zijn, indien bij de IJ-tunnels op
een maximum-diepte van de vaargeul van
1.0.50 motor werd gerekend.
De Kamer van Koophandel dringt er
mitsdien op aan, om bij de verdere uit
werking van de plannen voo-r een tunnel-"
verbinding onder liet IJ als uitgangspunt
aan le nemen, dat de dicple van de vaar
geul boven de tunnels' over de gelieele
thans becshikbarc breedte niet geringer
zal zijn dan de vaardieple, welke aan het
Noordzcekanna] zal worden gegeven.
Reeds gernimen tijd is men in liet oude
Zuiderzeestadje Ellturg bozig de oudo vesting
werken bloot te leggen. Van de schietkamers
iu de wallen, waarvan men bet bestaan ver
moedde, zijn cc vij£ uitgegraven 'en tb; ns zijn
drie van deze uilgegraven kamers gerestau
reerd. In een der ruimten heeft men een interes
sante vondst 'gedaan, namelijk'een oude zoo
genaamde walbus, een type kanonnetje, zoo-
ats men er in Nederland niet meer bezat.
Met de reeds oer uitgegraven schietkelder be
zit Eiburg thans vier van deze oorspronkelijke
vestingwerken. Tlians bestaat het plan om twee
reeds ontgraven schietkamers buiten de voor
malige Goorpoori te resla ureeren. De stadsentreo
aan do Zuidzijde zou door uitvoering van dit
ontwerp zeer fraai kunnen worden en zou een
goed beeld kamt cn geven van de oud-NJederland-
scho vestingbouw, mot do prachtige Mheenpoort
en de even fraaie Viscbpóort heeft Eiburg over
blijfselen vanoud-vaderlandscliu vestingbouw,
die zeer zeker do moeite van instandhouding
waard zijn. De bestaande ondergrondsche verde
digingswerken, de ondergrondsche gang mei de
kanoukarners zijn fraai van aanleg en uilvoe
ring en herinneren aan den tijd, dat Eiburg
zijn gracht, stadsmuren, rondeeien, poorten en
torens heeft gekregen. Do oudste deelen van
deze overblijfselen dateeren uit bet einde der
14e eeuw, terwijl de belangrijkste thans nog
aanwezige werken van later datum zijn en wel
uit liet taaiste der 16e eeuw. Door deze restau
ratie aan de oude vestingwerken heeft Eiburg
niet alleen liet uiterlijk van het stadje een
schooner aanzien gegeven, doch "het heeft hier
door tevens bijgedragen lot het verrijken van
de kennis der vaderlandsche historie en van
de otid-Nederlandsche krijgskunde.
Door brandende dorpen gaat de opmarsch der Dnilsche troepen.
(PK. Menzendórf, Hoffmann, ZaZnder-m).