Schiedamse postkantoren 1 "De ondergeteekenden. Pastoor en Kerkmeesteren der Roomsch Katholijke Kerk, genaamd: het Huis te Poort te Schiedam, bekennen te hebben verhuurd aan den WelEdelen Heer Salomo G. Heringa, directeur der Posterijen, wonende te Schiedam, die door zijne mede- onderteekening dezer bekent gehuurd te hebben: Een huis en Erve, staande en gelegen aan den Dam te Schiedam, Wijk A, nummer vier en zeventig, nevens de Pastorij der gemelde Kerk, met de tot dat huis be- hoorende zonrekken en zulks voor den tijd van Vijf Jaren, aanvangende den eerste Mei Achttien Honderd Acht en Vijftig en alzoo zullende ein digen den laatsten April Achttien Honderd Drie en Zestig om en voor de som van Drie Honderd Vijftig gulden 's jaars en onder de navolgende bepalingen en voorwaarden. Met deze lange zin begon het contract dat opgemaakt is om de directeur van het postkantoor in 1858 meer woon- en werkruimte te verschaffen. De heer Heringa was in 1855 in Schiedam gekomen. Het postkantoor was toen gevestigd in het pand Korte Dam no. 9. Het kantoor was te klein en het duurde niet lang of er volgde een ver huizing. Het centrum van handel en industrie was gevestigd in het gedeelte van de stad, dat momenteel als "Oude Stad" wordt aangeduid. De heer Heringa vond dan ook een geschikt pand aan de Schie, Wijk D no. 118. Dit moet volgens de gegevens op de plaats gestaan hebben, waar mo menteel het verkooplokaal van de firma Lucas Bols gevestigd is. In het jaar 1858 werd het kantoor verplaatst van de Schie naar de Dam. Er verscheen een advertentie in de Schiedamsche Courant, waarin be richt werd, dat het kantoor op 29 april zou worden verplaatst. Het was geen onbekende omgeving, want ook in 1765 was het Generaal Postcomptoir al gevestigd geweest aan de Noordzijde van de Dam. De ruimte, die in 1858 in gebruik werd genomen als postkantoor en wo ning van de directeur, heeft niet lang als zodanig dienst gedaan. Na drie jaar bleek deze behuizing te klein te zijn en bovendien wilden de heren kerkmeesters zelf weer over het gebouw beschikken voor het stichten van een nieuw kerkgebouw. In de gemeenteraadsvergadering van 31 oktober 1860 stond op de be groting "kosten van aanbouw" van een nieuw postbureau en woning van de directeur, f. 12.000. Deze f. 12.000,- brachten de 14 aanwezige gemeenteraadsleden tot een uitvoerig gesprek. De gemeente zou dus moeten overgaan tot het stichten van een nieuw postkantoor, maar vanwege de beperkte middelen der gemeentekas zouden zij geld moeten lenen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1976 | | pagina 3