13 nijverheid, vooral omdat gist (naast de jenever het voornaamste stedelijke produkt) een snelle verzending vereiste. Het werd op den duur een onhoudbare toestand. Het lokaal waar de postpakketten werden aangenomen, was totaal ongeschikt. Ten eerste was het te klein en ten tweede deed de lucht die de gistpakketten ver spreidden vermoeden, dat men zich in een gistpakhuis bevond in plaats van in een "Koninklijk Postkantoor". Nu was er naast de bestellerskamer een ruimte, die slechts eenmaal per jaar gebruikt werd als ijkkantoor en die gemakkelijk voor de pakketpost kon worden ingericht. Werden er in 1882 5603 pakketten verzonden, in 1883 waren dit er al 25.474, terwijl er in het eerste kwartaal van 1884 11.656 pakketten ter verzending werden aangenomen. Dit aantal bleef groeien, maar de ruimte werd niet aangepast. Begin 1885 kwam er eindelijk een plan op tafel om het ijkkantoor te Schiedam te gaan gebruiken ten behoeve van de dienst der pakketpost. Na verkregen toestemming werd het plan uitgevoerd en het postkantoor uitgebreid met een apart lokaal voor de pakketpost met een wachtkamer voor het publiek. Ondanks de ruimte, die nu vrijgekomen was, bleef het toch nog tobben met de overige diensten. In 1889 was het aantal bestellers al uitgebreid tot 11 man, die de volgende hoeveelheden te verwerken kregen: 427.122 brieven en briefkaarten, 263.120 druk werken en monsters, 5.538 aangetekende stukken. Verzonden werden 104.489 pakketten in het binnenland en 779 naar het buitenland. Het vervoer van de post naar Vlaardingen en Maassluis geschiedde met ingang van november 1891 per trein. Hierdoor kwamen de postritten en de bodelopen te vervallen, hetgeen ook het werk van de directeur deed verminderen. Het kantoor aan de Lange Nieuwstraat was voor telkens 1 jaar gehuurd met de bedoeling zo spoedig mogelijk over een grotere ruimte te kunnen beschikken. Er werden zo nu en dan enkele panden te koop aangeboden, doch de meeste kwamen door de ongunstige ligging niet in aanmerking. Van een paar andere panden werd zo'n onvolledige tekening ingeleverd, dat daarop ook niet kon worden ingegaan. In 1895 werd door het gemeentebestuur de huur opgezegd van het gebouw, tenzij het Rijk be reid was een hogere huurprijs te betalen. Het was daarom noodzakelijk geworden op korte termijn een andere pand te betrekken. Na enig zoeken vond men enkele huizen die te koop waren en die men eventueel vervolg op pag. 19

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1976 | | pagina 13