Het weeshuis aan de Hoogstraat De Jongensaanleg. Onder de jongensspeelzaal, van waaruit door een hoge raampartij de speelplaats te zien was, bevond zich een sousterrain. Dit was de "jongensaanleg". Waar deze benaming ooit vandaan is gekomen, is mij heden ten dage nog niet duidelijk. Er waren trouwens nog meer van die typische benamingen, die echter aan elke bewoner van het weeshuis bekend waren. Er was bijvoorbeeld ook een "meisjesaanleg". Andere namen waren: "het dijkie", "het laantje", "het bleekie", "de naaiwinkel", "de strijk- kamer", 't dooie hok", "het schillehok", "het spekhok", "de bakkerij" en de "oude naaiwinkel". Al deze, soms zo Schiedams aangeduide zaken, bevonden zich merendeels buiten het eigenlijke hoofdgebouw. U zult ze in het verdere verhaal nog wel tegenkomen. Nu eerst over de "jongensaanleg". Dit was een erg duister geheel. In 1923 werd het hele weeshuis van elektrisch licht voorzien. Ook in "de aanleg" werd toen meteen maar een schamel 15-Watts lichtpuntje geplaatst. Toch kon je niet zo maar het licht aandoen. Op de schakelaar hoorde namelijk een los knopje en juist dat knopje was in het veilige bezit van de zaalzuster. Omdat het in "de aanleg" ook op de dag duister was, ging je eerst op een drafje de zuster opzoeken, die dat knopje als een kostbaar kleinood bij zich droeg. Dat was meestal zoeken naar de bekende speld in de hooiberg, want het was maar o zo'n minuscuul knopje. Later hebben we zelf iets gefabriceerd van een oud wekkerknopje. Onbedoeld bleef dat lichtje wel eens bran den. Toch is de zuster er van haar levensdagen nooit achtergekomen, hoe dat nu toch mogelijk was. De hele aanleg was bestraat met Oudhollandse klinkers. Halverwege was er een soort gootsteen met een echte kraan. Die gootsteen was een hardstenen bak van ongeveer 90 cm. hoog, gemetseld op twee muurtjes. Wanneer je wilde drinken, was dat een hele klimpartij. Als je je hoofd ondersteboven hield, kon je wel lekker drinken. Een drinkkroes hing er natuurlijk niet bij, want zomaar drinken zonder vragen was verboden. Dat ging allemaal heel stiekum. Voordat we later ook gebruik mochten maken van de waskamer, kregen we in "de aanleg" onze wekelijkse, grote wasbeurt. Dat was beslist geen pretje, want er was in het geheel geen stookgelegenheid.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1976 | | pagina 3