5
Er groeide eerst alleen maar wat gras. Een paar jaar later kreeg elke jongen,
die dat graag wilde, een stukje grond om er een tuintje van te maken.
Het begin was heel aardig. Met veel enthousiasme werden de tuintjes
beplant met bloemen en struikjes. Later gaven de meesten er de brui
aan, totdat er maar twee tuinders overbleven.
Zodoende hadden een andere jongen en ik nu elk een flink stuk tuin
en konden we onze hobby naar hartelust botvieren. Omdat de paden
bij langdurige regen wat modderig werden, moesten we daar iets op
verzinnen. Oude straatstenen werden verpulverd en later kwamen wij
op de snode gedachte om een partijtje dakpannen te versieren die op
het dak van de schoollokalen lagen. Alle zusters vonden onze paden
prachtig, maar wisten beslist niet de herkomst van het materiaal.
Het stuk grond van de tuin grensde aan het zogenaamde Dijkie.
Op dat "dijkie" waren ook twee ouderwetse toiletten gebouwd. Eén
ervan was speciaal gereserveerd voor de heer De Haas, de administra
teur van het huis. Deze toiletten waren door een zinken plat afgedekt.
Het gebeurde eens, dat de heer De Haas al zingend en fluitend gebruik
ging maken van het toilet. Toen wij dachten, ja, nu is het de juiste tijd,
daverden er vier grote keien op het platje. De gevolgen bleven niet uit
natuurlijk. Met een flinke vaart vloog de toiletdeur open en met een
verschrikt gezicht en in laag 'décolleté' stoof de heer De Haas naar
buiten. Van achter een regenton hebben we dat allemaal zitten
bekijken.
De zusterstuin.
De tuin van de zusters was centraal gelegen achter het hoofdgebouw in
het verlengde van de meisjesspeelplaats. Links van de tuin was dan het
"dijkie". In de tuin stonden op rij vier kastanjebomen en een lindeboom,
die in de zomer een mooi, groen geheel vormden. Achter in de tuin was
een kippenhok gebouwd tegen de afscheidingsmuur van het weeshuis
der Hervormden, dat op de Lange Achterweg stond. Rechts grensde de
tuin aan de achterzijde van de huisjes van de Weezenbuurt. Deze muur
was geheel begroeid met altijd groen blijvende klimop.
De zusterstuin werd altijd keurig onderhouden. In die tijd werd dat
gedaan door tuinman Raaphorst. In het midden van de zusterstuin
stond en staat nog steeds een kastanjeboom. Deze boom is geplant door
ene Mouwens, die z'n jonge jaren als weesjongen in het weeshuis