Schiedamse postkantoren
TELEGRAAFKANTOOR IN DE BEURS
Omdat het aantal berichten, dat afgeleverd moest worden, steeds groter
werd, kwam er in 1864 een tweede telegrambesteller in dienst. Met de tele
grafisten was het steeds een komen en gaan. Bij ziekte of verlof kwamen er
vervangers, soms van ver verwijderde telegraafkantoren.
Toen de heer H.C. Boogaard toestemming kreeg om 9 dagen met verlof te
gaan, werd hij vervangen door Jhr. C.P.H. Tjarda van Starkenborg uit Am
sterdam. Er werd geprobeerd om een derde telegrafist aangesteld te krijgen,
doch dat kon geen doorgang vinden, omdat er te weinig berichten ontvangen
werden. Daarom werden lijsten van vertraging bijgehouden en toen bleek,
dat een derde man toch wel op zijn plaats zou zijn, werd een klerk bijge
plaatst. Als extra maatregel werd nog een draad bijgespannen tussen Rotter
dam en Schiedam.
Met ingang van 1 januari 1868 werden de benamingen van lijnopziener en
eerstaanwezend ambtenaar gewijzigd in lijninspecteur en directeur. In febru
ari 1868 werd de akte van aanstelling ontvangen voor de heer H.C. Boogaard
als directeur van het telegraafkantoor Schiedam. De werkzaamheden op het
kantoor verliepen, ondanks de vele verplaatsingen, heel rustig. Men kon met
de beschikbare krachten het werk wel aan, uitgezonderd die keer dat er ter
gelegenheid van de kermis een draaiorgel voor het kantoor geplaatst was
Bij de klasse-indeling der kantoren in 1870 was Schiedam gerangschikt als
een 3e klasse kantoor en bij Ministerieele Beschikking d.d. 18 december
1874 zelfs opgeklommen tot de 2e klasse.
Om een indruk te krijgen hoeveel telegrammen het telegraafkantoor te ver
werken kreeg volgen hier enkele cijfers over het jaar 1875. Er werden aan
genomen 18.045 betaalde berichten en ontvangen 25.095 berichten. Tevens
werden er 242 dienstberichten behandeld, terwijl er 35 berichten werden op
genomen en verder geseind. Ondanks de grote aantallen werden er 905 be
richten minder behandeld dan het jaar daarvoor.
Toen het telegraafkantoor in 1881 25 jaar bestond, was dat tevens de dag
waarop de telegrambesteller Cornelis Kersten zijn 25-jarig jubileum vierde.
Met nauwgezetheid en ijver had hij zijn plicht gedaan en hij was altijd be
leefd, voorkomend en hulpvaardig geweest. Dit was voor een aantal beurs
bezoekers aanleiding om een bedrag van f. 208,— bijeen te brengen en aan
Kersten ter hand te stellen.
Met ingang van 1 juni 1894 werd tot directeur van het telegraafkantoor be
noemd de heer J.H. Mooren, voorheen directeur te Kampen. Dit was maar
voor goed twee jaar, want in 1896 werd hij benoemd tot directeur te
's-Gravenhage.