5
In een wat latere periode, toen er nog maar zes schoolgaande leerlingen
waren, mochten wij op eigen gelegenheid naar school. Ik weet het nog als
de dag van gisteren, dat ik op de zevende maart 1929 door het ijs van de
Nieuwe Haven ben gezakt met "schotsie varen". De zuster nam het nogal
gemoedelijk op, maar van de klasbroeder kreeg ik zonder pardon toch
wel een pak slaag.
Alles bij elkaar is het toch wel een fijne tijd geweest in die zeven leeijaren.
Ongemerkt werd er door de klasgenoten toch altijd partij getrokken voor
het "weesjongentje". Bijzonder leuk vind ik het U te vertellen, dat mij op
de morgen van zes december, dus de dag na de beruchte strooiavond, ge
vraagd werd, wat of ik zoal van de goede Sint had gekregen. Dat was maar
erg weinig. Diezelfde middag ontving ik de verrassing van mijn leven, omdat
alle klasgenoten iets voor mij hadden meegebracht in de vorm van suiker
goed of chocola. Achteraf nog bedankt hoor, jongens
Vrije tijd
De zogenaamde vrije tijd was altijd druk bezet. Voor alles eerst je plicht
doen was het devies. Elke dag werden er door de jongens twee emmers
aardappelen geschild. Te dik schillen was er niet bij. Dat heb ik wel eens
gedaan en toen werden deze schillen keurig gekookt voor mijn middagmaal
tijd. Maar in de zomer, wanneer de nieuwe aardappelen arriveerden, moch
ten we om half zes uit bed, want voor de kerkdienst van half zeven moesten
de piepers geschrapt zijn.
Zaterdagmiddag was het schoenenpoetsen van de zusters en de speelplaats
aanvegen. De woensdagmiddag werd benut voor het zakjes plakken. Op
school kregen we stapels oude schriften en met mes, schaar en stijfsel,
fabriceerden we onnoemelijke aantallen zakjes. Deze zakjes werden door
de zusters gevuld met honderd centen of tweehonderd halve centen en
daarna dan afgehaald door speciaal aangewezen "arme" mensen die bij het
R.K. Parochiaal Armbestuur geregistreerd waren. De zakjes moesten, na ge
plakt te zijn, ook nog drogen en werden daarom op de speelplaats uitge
legd. Maar dan mocht het beslist niet waaien, want dan was het wel een
heel karwei om al die zakjes weer in het gelid te leggen. De grote vakantie
in de maand augustus werd benut voor de inmaak. Kisten princessenbonen
werden afgehaald en gebroken, snijbonen gingen door de molen. De zus
ters zorgden voor de verdere afwikkeling, wat betreft de inmaak. Deze maand
maand was ook een pracht gelegenheid om de stromatrassen bij te vullen.
Er kwamen balen stro op de speelplaats en we konden onze lusten bot
vieren. Het werden dan doorgaans wel van die keiharde strozakken, die op
zeppelins leken. De eerste nachten moest je halsbrekende toeren maken om