Broederschap
Inventaris van het Archief van het "Fonds en Contract onder de
zinspreuk Broederschap" te Schiedam, 1796 - 1845.
Inleiding
Op 21 januari 1799 werd te Schiedam een "Fonds en Contract onder de
zinspreuk Broederschap" opgericht. De oprichters, C. Bakker,
H. van Boles, G. Brillenburg, J. Loopuyt, A. Poort, H. van der Schalk,
N. Schieveen en P. van der Valk waren allen makelaar in deze stad.
Het Fonds had tot doel te voorkomen, dat bij het overlijden van één van
hen, de echtgenoten en kinderen in armoede zouden achterblijven.
Om een kapitaal bijeen te brengen moest elk lid jaarlijks een deel afstaan
van de provisies en taxatie-gelden van granen en andere goederen en een
bepaald bedrag aan kontributie betalen. Wanneer een bedrag van f. 4800,—
bijeengebracht zou zijn verviel de betaling van kontributie.
De inkomsten van het Fonds werden belegd in obligaties ten laste van de
Generaliteit; later schreef men in op het Grootboek der Nationale Schuld.
De thesaurier en de secretaris beheerden de effekten; beiden moesten elk
jaar verantwoording afleggen van hun beheer.
Men berekende, dat bij het overlijden van een makelaar zijn weduwe
f. 600,— per jaar uitgekeerd zou krijgen. Echter wanneer binnen de eerste
zes jaren drie makelaars zouden komen te overlijden, bedroeg de uitkering
slechts f. 400,— per jaar.
In het geval, dat de echtgenote eerder zou overlijden, mocht haar man
zich niet uit het Fonds terugtrekken, maar moest zijn betalingen voort
zetten.
Het lidmaatschap kon opgezegd worden, indien men het ambt van make
laar niet meer uitoefende. De mogelijkheid bestond dan het aandeel in het
Fonds uitgekeerd te krijgen in geld of in effekten. Men kon ook lid blijven;
dit was eveneens mogelijk bij verhuizing naar een andere woonplaats.
Het fonds heeft ruim veertig jaar bestaan. In 1843 werd besloten over te
gaan tot likwidatie naar aanleiding van de hoge prijzen, ontstaan door de
"werkelijke schuld" en het feit, dat nog slechts één weduwe een jaargeld
kreeg uitgekeerd. Deze uitkering werd afgekocht en het resterende
kapitaal verdeeld onder de leden en de erfgenamen van de overleden
leden.
Het archief van het "Fonds en Contract onder de zinspreuk Broederschap"
werd in 1920 door de heer P. Loopuyt te Schiedam aan het Nederlandsch
Economisch-Historisch Archief te 's-Gravenhage geschonken. De inventa
ris van dit archief, die door Mejuffrouw L.W. Goudswaard was gemaakt,
werd in 1970 herzien. Achter de inventaris bevindt zich een concordantie
met de oude en nieuwe nummers. r\