Dit keer werd er duidelijk haast gemaakt en de noodbrug hoefde maar
kort dienst te doen. Al op 25 december van hetzelfde jaar berichtte de
Schiedamsche Courant
"Hedenmorgen is voor publiek verkeer opengesteld de nieuwe
Oranjebrug over de Nieuwe Haven. De verandering, welke deze
brug heeft ondergaan, mag met recht eene verbetering genoemd
worden. De brug beantwoordt volkomen aan de verwachting en
zal naar wij meenen te mogen verzekeren, ook aan de gestelde
eischen voldoen, daar ons werd medegedeeld, dat zij zeer
gemakkelijk draait en er twee schepen tegelijkertijd kunnen
passeren."
Daarbij was het ook een goedkope brug - zeker in Schiedam altijd een
belangrijk punt; de geraamde kosten bedroegen slechts f. 39.000,—.
Voor de mouterij van A.C.A. Nolet, de Olijphant, had een en ander
overigens wel consequenties. Bij een van de herbestratingen van de
Oranjestraat dreigden de tooggaten beneden straatniveau te komen,
waardoor het storten van de gerst bemoeilijkt zou kunnen worden.
Door zich te beroepen op een oud servituut kon Nolet de gemeente
Schiedam dwingen het plaveisel enigszins hellend te straten, zodat
de toegang tot de tooggaten gemakkelijk bereikbaar bleef.
Tot ongeveer 1914 bleef de mouterij in de zo fraai met klokgevels
gesierde pakhuizen gevestigd. Na o.a. nog een cartonnagefabriek ge
huisvest te hebben, maken ze nu plaats voor woningbouw die t.z.t.
achter de opnieuw op te trekken klokgevels zal schuilgaan.
De uit 1727 daterende stellingmolen 'De Hoop', in 1900 al tot en met
de balie afgebroken, werd in 1907 definitief gesloopt en met de sloop
van de woningen op de hoek van de Oranjestraat - Lange Nieuwstraat
verdween ook de fraai aangelegde tuin, die bij de woning van
M. Dirkzwager behoorde. Deze tuin besloeg de breedte van meerdere
panden, maar was alleen vanuit dit huis toegankelijk.
CEES VAN DER GEER