Diaconiehuis Nieuwstraat 9 Dat de artikelen in 'Scyedam' kennelijk ook het nodige aan herinne ringen losmaken, illustreert onderstaande bijdrage van de 83-jarige heer J. den Hertog. Tot het opschrijven ervan werd hij aangespoord door zijn kleinzoon (en verenigingslid) Hans van Waas. Een vervolg of aanvulling komt er helaas niet. Enkele weken nadat de heer Den Hertog dit opgeschreven had, overleed hij. "Wij waren thuis met vier broers, waarvan ik de oudste was. Mijn vader was glasblazer en werkte in twee ploegen. Eén week had hij dagploeg, van maandag tot en met zaterdag, van 's morgens 6 uur tot 's avonds 6 uur. De tweede had hij nachtdienst en wel van zondagavond 12 uur tot maandagmorgen 6 uur, daarna vijf nachten van 's avonds 6 uur tot 's morgens 6 uur en dan ook nog op zaterdag van 's avonds 6 uur tot 's nachts 12 uur. Op 9-jarige leeftijd verloor ik mijn moeder. Aangezien er geen sociale wetten waren, moesten wij naar een tehuis voor halfwezen. Samen met mijn broer van acht jaar ging ik als oudste naar een gesticht. De derde broer ging naar een tante in Utrecht en de vierde broer ging eveneens naar een tante in Capelle a/d IJssel. We waren geheel uit elkaar gehaald. Wij kwamen dus in het gesticht. Vergeef mij deze aanduiding. Het was het Diaconiehuis. Het gebouw is er nog steeds in de Nieuwstraat en ook de gevelsteen is er nog van, boven in het gebouw. Nu, het woord 'Diaconie' had vroeger geen al te beste naam, want als je daar terecht kwam, dan was het armoede lijden. Zo kwamen wij daar beiden terecht in die gemeenschap van jongens en meisjes, maar zeer streng gescheiden. Na enkele dagen liepen wij daar dan in die kleding van de halfwezen, door iedereen (als zodanig) herkend. Toen mijn vader ons de eerste zondag kwam halen, wilde hij ons niet meenemen, want wij hadden een pakje aan, dat (oorspronkelijk) zwart moest zijn, maar het was zo oud, dat er een groene waas over lag; het was al door velen voor ons gedragen. Afijn, wij in de week naar Plooy in de Kerkstraat, dicht bij de Schotse Poort, en daar werd ons een nieuw pakje aangemeten; zie bijgaande foto. Een pet en een witte liggende kraag (kompleteerden het geheel). Ik voelde mij toen net zo'n anarchist; dat was toen in opkomst in Schiedam. Alleen de zwarte vrijheidsdas ontbrak. En nu het leven daar, als we het zo willen noemen, 's Morgens om 7

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1976 | | pagina 9