12 In september 1882 werd de machtiging tot aanleg verkregen en zodoende kon nu de Nederlandsche Bell Telephoon Maatschappij met het werk beginnen. Voor een verbinding tussen beide percelen was het noodzakelijk om een isolator te bevestigen aan een schoolgebouw in de Warande en het slaan van een paal in de Frankelandsche Laan, waarvoor een gemeentelijke vergunning nodig was. Voor de rest van de route konden de palen geslagen worden in gronden die aan particulieren toebehoorden. Eind september was het werk gereed. Aangezien het hier ter stede een primeur betrof, was ook de pers uitgeno digd om eens een kijkje te komen nemen. Vandaar dat men in de Schie- damse Courant van 27 september 1882 kon lezen "Door de welwillendheid van de firma Houtman Co. waren wij in de "gelegenheid den Bell Telephoon toestel te bezichtigen, dat op hunne "kantoren in de Frankelandsche Laan en aan de Hoofdstraat dezer dagen "werd aangebracht. Men staat waarlijk verbaasd over de eenvoudigheid van "een toestel dat twee kantoren op betrekkelijk verren afstand met elkander "kan spreken alsof men zich in hetzelfde gebouw bevond in twee aangren zende vertrekken. Wij spraken op het eene kantoor met iemand op het "andere en ter nauwernood hadden wij een vraag gedaan of het antwoord "volgde. De muziek van een speeldoos werd van het eene kantoor duide- "lijk naar het andere overgebracht. Het grote gemak en voordeel dat door "de telefoon wordt verkregen zal hare invoering zeker spoedig meer alge- "meen doen worden". De op deze wijze tot stand gekomen verbinding is er waarschijnlijk de oor zaak van geweest dat de Nederlandsche Bell Telephoon Maatschappij, gevestigd te Amsterdam, de wens te kennen gaf dat zij ook te Schiedam een Centraal-Bureau met telefoonverbindingen wenste aan te leggen en te exploiteren. Op 29 september 1882 richtte de maatschappij een verzoek aan Koning Willem III om een machtiging tot aanleg en exploitatie te willen verlenen. De Commissaris van de Koning in de provincie Zuid-Holland werd belast met de uitvoering van het ingediende verzoek en zond dit op 7 oktober 1882 door aan de burgemeester en wethouders van Schiedam om, "nopens den inhoud, te willen dienen van berigt en raad". Op 25 oktober 1882 werd het antwoord aan de Commissaris gezonden. Van gemeentewege waren geen bedenkingen gerezen, alleen afgescheiden van de algemene voorwaarden die de wet stelde, wilde het gemeentebe stuur enkele bijzondere voorwaarden stellen. Zij namen de vrijheid om de commissaris te adviseren "der adressante ver zoek bij Z.M. den Koning voor eene gunstige beschikking aan te bevelen".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1976 | | pagina 12