grotendeels vernield werd. Een ander raadslid stelde, dat de raad zelf goed
moest keuren op advies van de gemeente-architekt, omtrent plaatsing en
bevestiging. Vindt men dat een bepaalde plaatsing gevaar op kon leveren,
dan moet men de goedkeuring onthouden. Op deze wijze werd artikel 7
ook goedgekeurd.
De artikelen 8, 9 en 10 leverden geen moeilijkheden op en werden aldus
goedgekeurd. Anders was het met artikel 11 omtrent 6 gratis gemeente-
posten. De één vond 6 gratis gemeenteposten te weinig, een ander wilde
vastgelegd zien dat tijdens de concessie dat aantal gewijzigd kon worden
en een ander vond, dat dit ook weer niet ongelimiteerd plaats kon vinden.
De voorzitter wilde bij gunstige omstandigheden werkelijk hiervan profi
teren. Hij wist hoe het gewoonlijk met concessiën ging. Zo had indertijd
de gemeente Schiedam aan de Hollandse Spoorweg Maatschappij, zonder
extra voordelen te bedingen, gronden afgestaan, en nu passeerden de snel
treinen zonder te stoppen onze stad. Het bewuste artikel werd aangevuld
met 'welk aantal in de loop der concessie op verlangen van burgemeester
en wethouders met 6 zal kunnen worden uitgebreid'.
De artikelen 12 tot en met 16 werden zonder verder enige moeite goed
gekeurd. Na een zeer lang debat op die avond van de 27e februari werd
het verzoek om concessie, met de ontwerpvoorwaarden, in stemming ge
bracht en met algemene stemmen aangenomen. Wie nu had gedacht dat
er begonnen kon worden met de installatie van het Centraal-Bureau, het
aanbrengen van geleidingen en het plaatsen van toestellen, kwam bedro
gen uit, want de Nederlandse Bell Telephone Maatschappij had gedacht
dat de wettelijke bezwaren tegen het rechtstreeks verbinden van het
Centraal Bureau te Schiedam met dat te Rotterdam in de loop van dat
jaar zou zijn opgeheven. Dit was niet het geval en daarom had de maat
schappij wat gewacht met een reactie op de mededeling dat het verzoek
om concessie door de gemeenteraad met algemene stemmen was goedge
keurd. Er bleken wettelijke bezwaren te bestaan tegen het rechtstreeks
verbinden van het Centraal-Bureau te Rotterdam met dat te Schiedam.
Men was waarschijnlijk bang dat de telefoon een te grote concurrent van
de Rijkstelegraaf zou worden. Er was nu een vreemde situatie ontstaan.
Schiedam had geen eigen telefoonnet. Zou er een telefoonnet zijn, dan
mocht het niet verbonden worden met het Rotterdamse net. Uitzonde
ringen hierop waren de aansluitingen van de kaarsenfabriek 'Apollo' te
Schiedam en de firma Dirkzwager te Maassluis, die een rechtstreekse ver
binding hadden met het Centraal-Bureau te Rotterdam. Wel verzocht de
Nederlandse Bell Telephone Maatschappij om alvast met de werkzaam
heden te mogen beginnen, maar daar voelde het gemeentebestuur niet
veel voor. Terwijl beiden in feite zaten te wachten op wijzigingen in de
bestaande wetgeving, diende zich een volgende candidaat aan.
(wordt vervolgd) C. PLUIJM