7
Wat het gevolg daarvan was, kunt u wellicht raden. De olifant maakte
samen met St. Nicolaas een ongewild kopstandje en St. Nicolaas viel plat
voorover de meisjeszaal binnen. Veel huilende kinderen natuurlijk en
geschrokken zusters. Op dat fatale ogenblik hadden wij wel heel diep
onder de grond willen verdwijnen. Maar nadat de goede Sint weer op
verhaal was gekomen, is ook deze Sinterklaasavond weer gezellig
verlopen.
Van verschillende familieleden, zoals grootmoeders, ooms en tantes, wer
den er ook nog pakketjes bezorgd in het weeshuis. Deze werden door de
zaalzuster netjes uitgesorteerd, in grote trommels gedaan om vervolgens
achter slot en grendel te verdwijnen, want de Sinterklaastijd was ook de
tijd van de Advent, dus de tijd voor boetedoening voor het aanstaande
Kerstfeest. Dan werd er niet gesnoept, o nee. Maar wat in het vat zit,
verzuurt niet en in de Kerstvakantie werd een begin gemaakt met het
uitdelen van het Sinterklaaslekkers.
In de maand februari stonden we weer voor het blok, want dan begon de
veertiendaagse vasten. Weer een tijd van versobering en van boete, nu
voor het naderend Paasfeest. Maar niet getreurd, in de paasvakantie
werden we extra onthaald. De stukken speculaas waren dan niet meer zo
broos en voelden enigszins taai-taaiachtig aan, maar een kniesoor, die
daar op lette. De suikerbeesten waren in die tijd wel wat harder geworden.
Meestal werden de laatste restanten in de pinkstervakantie opgepeuzeld.
NIEUWJAAR
Over het Kerstfeest wil ik u graag vertellen in de volgende uitgave van
'Scyedam'. Ik hoop u dan een overzicht te geven over de katholieke op
voeding in het weeshuis. Vanzelfsprekend komen daar alle katholieke
feestdagen aan de orde.
De oudejaarsavond werd heel rustig gevierd. We werden getrakteerd op
chocolademelk. We mochten wel wat langer opblijven, maar uiterlijk
negen uur was alles in ruste.
Op nieuwjaarsdag gingen we eerst enige malen ter kerke, wantje moest
goed beginnen en dan 's middags naar de familie om nieuwjaar te wensen.
Dat was ook wel een geldkwestie, want er waren ooms en tantes die ons
geld toestopten. Ik weet nog wel, dat m'n broertje en ik vijfentachtig
centen hadden ontvangen.
We hadden ook een oom die ons op die dag aan het werk zette om van
die miezerige nieuwjaarskaartjes rond te brengen. We moesten ze in de
brievenbus stoppen. Dus vooral niet bellen of afgeven, want dan was het
net, of je het ergens voor deed en dat was niet netjes. Het zette voor ons
dus geen zoden aan de dijk, maar we mochten bij die oom eten en dat
was toch ook wat waard.