Schiedams telefoonnet (3)
Zo kwamen er ook kabelkasten "op den Afrol" dat was'op de Hoogstraat
bij de Lange Achterweg, op de Lange Haven bij de Rotterdamse Poort
en aan de bestaande paal bij het wachthuisje van de Rotterdamse Tram
weg Maatschappij.
Ook werden er enkele kabels onder water gelegd namelijk door de Lange-
en de Nieuwe Haven.
De telefoonmaatschappij zorgde voor het graven van de kabelsleuven en
tevens voor het bestratingswerk na het leggen van de kabels. De directeur
van Gemeente Werken wilde tevens dat de maatschappij ook aansprakelijk
bleef voor naderhand optredende verzakkingen in het plaveisel. Hier nam
de telefoonmaatschappij echter geen genoegen mee. Uiteindelijk werd
besloten om eventuele verzakkingen welke binnen 6 maanden optraden
door de gemeente te laten herstellen op kosten van de Nederlandsche
Bell Telephoon Maatschappij
Van het rijk kreeg de gemeente Schiedam vergunning om in het Beurs
gebouw een gemeentelijke telefooncel te plaatsen welke aangesloten zou
worden aan het Rijkstelefoonbureel. Dit bureel was een onderdeel van
het Rijkstelegraafkantoor.
De beursbezoekers zouden nu in de gelegenheid zijn om vanuit de tele
fooncel op de Beurs hun zaken via intercommunale en zelfs internatio
nale telefoongesprekken, sneller af te werken.
De gemeente moest omtrent de inning en verantwoording van de voor
intercommunale en internationale gesprekken in die cel ontvangen gelden
in overleg treden met de directeur van het Rijkstelegraafkantoor.
Men begon ook behoefte te gevoelen om eventueel in de nachtelijke uren
telefonische verbindingen tot stand te brengen.
Vandaar dat er van de zijde van het gemeentebestuur voorgesteld werd
om een nachttelefonist aan te stellen. Hiervoor moesten natuurlijk de
concessievoorwaarden gewijzigd worden. Hierin werd nu opgenomen dat
de dienstregeling zodanig ingericht zou worden, dat gedurende het gehele
etmaal voor de geabonneerden gelegenheid zou bestaan met elkaar aan
gesloten te worden en dat er zowel voor de dag- als voor de nachtdienst,
voortdurend geoefend personeel in voldoende aantal aanwezig zou zijn
voor vlugge en onafgebroken bediening van de inrichting.
Er werd besloten dat de nachttelefonist door de gemeente werd aange
steld en bezoldigd en dat deze persoon dienst zou doen van 10 uur
's avonds tot 7.50 uur 's morgens en zondags van 7.50 uur tot 10 uur
's morgens en van 2 uur 's middags tot 10 uur 's avonds. Hij werd onder
Na onderhandelingen met diverse maatschappijen besluit de Schiedamse gemeenteraad in 1890
de Bell Telephoon Maatschappij de aanleg van het plaatselijk telefoonnet te gunnen.
Na een wat moeizame start stijgt het aantal geabonneerden geleidelijk. Wel was er enig verzet
tegen de bovengrondse leiding en de daarbij behorende kabelpalen en -kasten.