De zondagstelefonist had gedacht dat hij zijn dienst wel eens zou kunnen
ruilen met de nachttelefonist, doch deze had er helemaal geen zin in om
op zondag te werken. Zodoende richtte de zondagstelefonist een verzoek
aan de burgemeester om hierin verandering te willen brengen. Ook vond
hij het salaris te laag, f. 1,25 voor 10 uur werken op zondag.
Na enkele maanden werd de badhuismeester C.J. Duimel aangewezen
om met de toen dienstdoende zondagstelefonist de zondagsdienst voor
hun rekening te nemen tegen een beloning van f. 112,— per jaar, welk
bedrag naar mate van ieders dienst verdeeld moest worden. Ook werd de
beloning van de nachttelefonist van f. 7,— per week verhoogd tot f. 8,—
per week. De badhuismeester heeft het werk als zondagstelefonist slechts
één jaar volgehouden.
Voor hem in de plaats werd aangenomen mejuffrouw Catherina Margaretha
Groote. Al werkte zij alleen maar op zondag, voor Schiedam was dit dus
de eerste telefoniste.
Op 13 oktober 1906 werd door de Nederlandsche Bell Telephoon Maat
schappij vergunning gevraagd om volgens tekening een aantal wijzigingen
aan te brengen. Het betrof hier een uitbreiding van het bestaande tele
foonnet in westelijke richting in verband met de stadsuitbreiding.
Na goedkeuring van het plan werd het werk in uitvoering genomen. Toen
het werk klaar was kreeg men te horen, dat de palen, geplaatst op het pad
aan de Warande, belemmering opleverden voor de passage en dat zij niet
bijdroegen tot verfraaiing van dat stadsgedeelte. Nu wilde men dat de palen
verplaatst zouden worden naar het midden in de bomenrij met armen
uitstekende over het voetpad. De maatschappij wilde de palen wel ver
plaatsen, doch vond het billijk dat de kosten van verplaatsing dan voor
rekening van de gemeente kwamen, alsmede dat de bomen van gemeente
wege opgesnoeid zouden worden, aangezien het ingediende plan, volgens
tekening, door het gemeentebestuur goedgekeurd was. De commissie
voor de gemeentewerken kon niet inzien waarom die kosten van ver
plaatsing voor rekening van de gemeente zouden komen. Naderhand bleek
dat de kosten te gering waren om er verder over te corresponderen, zodat
uiteindelijk de gemeente de kosten voor haar rekening nam.
Het aantal gesprekken ging met sprongen omhoog. Dit kwam omdat op
23 december 1910 een verlaagd tarief van f. 0,20 voor een gewoon
interlokaal gesprek en van f. 0,65 voor een dringend interlokaal gesprek
werd ingevoerd in het verkeer tussen Schiedam en de volgende plaatsen:
Barendrecht, Berkel, Bleiswijk, Bolnes, Delft, Geervliet, Heenvliet,
Hekelingen, Kethel, Kralingseveer, Krimpen a/d IJssel, de Lier, Maasdijk,
Maasland, Maassluis, Nieuw Beijerland, Nieuwersluis, Oud Beijerland,
Overschie, Pernis, Piershil, Poortugaal, Pijnacker, Rotterdam, Rozenburg,
Schipluiden, Vlaardingen en Wateringen.
C. PLUIJM. 19