Schiedams kunstbezit
5
Doordat het in de 18e eeuw mode was geworden om vertrekken van
deftige herenhuizen te decoreren met een beschilderde wandbespanning
ontstond in die tijd een nieuwe tak van kunstnijverheid: het decoratie
atelier. Jonge schilders die het vak wilden leren begonnen hun loopbaan
in een dergelijk atelier. Zij leerden er niet alleen wanden, maar ook
plafonds, schoorsteenstukken en sopraporten (schilderingen boven een
deur) beschilderen met idyllische landschappen of allegorische voor
stellingen. Bijv. de allegorie op Naastenliefde, op Koopmanschap, op
Vrije, Eendrachtige Zeevaart, enz. Daarnaast werden dikwijls bijbelse
of mythologische taferelen "historiën") besteld. Typische knepen van
het vak die hier geleerd werden, waren het schilderen van imitatiemarmer
en het nabootsen van gebeeldhouwde reliëfs in grisaille (grijze olieverf).
Ook het aanbrengen van een decoratie op alle mogelijke voorwerpen,
variërend van waaiers tot koetsen, ging behoren tot de werkzaamheden
van dit soort ateliers.
Het Schiedamse kamerbehang uit het pand Hoofdstraat 111, nu in het
Schiedams Museum, zal besteld zijn in een dergelijk atelier.
Zo'n atelier heeft in Schiedam, voor zover bekend, nooit bestaan, echter
wel in Rotterdam.
De heer Bangert, wetenschappelijk assistent afdeling Kunstnijverheid van
het Rotterdams Historisch Museum, maakte mij attent op het decoratie
atelier van Elias van Nijmegen, dat in het begin van de 18e eeuw in
Rotterdam werd opgericht. Geholpen door zijn zoon Dionijs die het
atelier na zijn dood in 1755 voortzette en zijn neef Gerard Sanders, heeft
deze Elias van Nijmegen in Rotterdam "eene menigte Plafonds, Zalen
en kamers, met schilderijen gestoffeerd, verbeeldende Historiën, Zinne
beelden, Basrelieven, Bloemen, Lantschappen, Ornamenten en wat meer
tot luister van aenzienlijke Huizen strekken kan zo meldt ons
Van Gooi in de "Nieuwe Schouburg der Nederlantsche Kunstschilders
en schilderessen", 2 din., 1750 en '51
ELIAS VAN NIJMEGEN
Elias van Nijmegen is een vertegenwoordiger van die typisch achttiende
eeuwse stijl van historieschilderen, die eigenlijk een soort encyclopedie
is van alles wat door de beroemde Italiaanse meesters der 16e en 17e
eeuw is uitgevonden.
Een gemakkelijke, geroutineerde en wat oppervlakkige schilder trant,
aangepast aan de smaak en de behoeften van de rijke bourgeoisie. Omdat
Elias eigenlijk alles kon schilderen en hem op jeugdige leeftijd reeds de
eer te beurt was gevallen om samen met zijn broer het kabinet van de