Een Aanvulling
DE TOERISTENATLAS VAN G. DE GEUS UIT 1858
Schiedammers zijn trots op hun vier grote stenen korenmolens, zelfs nog
op die ene halve aan de Noordvest. De reusachtige ronde bouwwerken
zijn toeristische trekpleisters van de eerste orde.
In de vorige eeuw stonden zeventien van die hoge stellingmolens aan de
vesten rond de stad. Ruim vier maal zoveel als nu dus, maar zeer waar
schijnlijk met evenredig minder aantrekkingskracht voor toeristen.
Daarvan getuigen de 19e eeuwse reisbeschrijvingen.
Het toerisme was in het begin van die eeuw nauwelijks op gang gekomen
en het lijkt soms wel of elke reis gevolgd werd door een boekwerkje.
Uit die verhalen blijkt duidelijk, hoe weinig Schiedam werd betrokken in
het reisplan. De meeste vreemdelingen voeren de stad voorbij of reden er
per trein langs, toen dat na 1846 mogelijk was.
Toch bevorderde de aanleg van de spoorwegen het toeristische reizen,
evenals de stoombootdiensten. Trein en stoomboot konden meer mensen
meenemen, waren goedkoper dan de diligence en sneller dan de trekschuit.
De toename komt ook tot uiting in de reisgidsen en almanakken, die voor
al in de 19e eeuw in de vorm van reisboeken en zakatlassen verschijnen.
Dienstregelingen en andere wetenswaardigheden, vergezeld van platte
gronden van steden aan de spoorlijn, gaven een goed overzicht van de
mogelijkheden.
In één van deze atlassen komt een plattegrond voor van Schiedam.
De plattegrond werd op de eerste plaats vervaardigd om de belangrijkste
bouwwerken aan te geven. Men moet dus niet al te veel waarde hechten
aan de cartografische voorstelling. De plattegrond heeft de vorm van die
uit 1743 door Jacob Kortebrant. "Grave land" staat op verkeerd terrein,
evenals "Coot land" (een foutieve naam voor Kortland door Joan Blaeu
in 1649 ingevoerd! Wel zijn vrij nauwkeurig de belangrijkste gebouwen
aangegeven via 34 verwijzingen. Duidelijk zijn ook de molens te herkennen.
Het formaat is 13,5 x 19,3 cm., schaal ca. 1:14.500 (500 el is 3 cm.) Aan
de achterzijde staat een beschrijving van Schiedam. De plattegrond is
waarschijnlijk afkomstig uit een Haags boekwerkje met de titel: "Atlas
a l'usage des voyageurs contenant les plans des villes le long des chemins
de fer Neérlandaises avec la description locale, indication des curiosités,
statistique etc. etc. par C.K. de Geus, La Haye, G. de Geus (1858).
De steendruk is van S. Lankhout te 's-Gravenhage.
De plattegrond, maar nog meer het boekje, is tamelijk zeldzaam.
A. GORDIJN