18
Dit was echter een zelfvernietigingspolitiek, daar het behangsel dat nu
door hen werd vervaardigd weinig of niets afweek van het linnenbehang.
Het werd alleen duurder door de goudlederen ondergrond en dus moei
lijk verkoopbaar.
De goudleerhandel liep in de 18de eeuw steeds terug en na 1800 verdween
het goudleerbehang geheel van de markt.
Omstreeks 1900 probeerde Jan Mensing in Amsterdam enkele malen om
goudleer te vervaardigen volgens de oude methodieken. In 1909 is er een
tentoonstelling in Haarlem, waarop de resultaten worden geëxposeerd.
De versieringen van Mensing waren buitengewoon, maar het door hem
gebruikte leer was van zulk een slechte kwaliteit, dat er tot op heden
slechts een enkel voorbeeld van zijn produktie bewaard is gebleven.
CONSERVEREN EN RESTAUREREN VAN GOUDLEDEREN BEHANG
Goudleder bestaat uit verschillende ongelijke materialen die bijzonder ge
voelig zijn voor omgevingsveranderingen. De veranderingen in de relatieve
vochtigheidstoestand van de omgevingslucht zijn in dit geval bijzonder
gevaarlijk, daar deze leiden tot barsten en scheuren in het leer en het los
laten van de vernis en de verf. Deze schade komt regelmatig voor in cen
traal verwarmde ruimten.
Even gevaarlijk echter zijn de luchtverontreinigingen, zoals zwaveldioxyde
en zwavelwaterstof. Deze gassen vernietigen het leer en geven aanslag op
de zilverlaag. Het niet onderkennen van de effecten van het milieu op
goudleerbehang, was er de oorzaak van dat in het verleden vele restaura
ties op een mislukking zijn uitgelopen.
Het voorkomen van deze ongelukken was aanleiding tot de studie, het be
grijpen en het beheersen, van de onderlinge beïnvloeding van het goud
leer en zijn omgeving.
Voor de moderne aanpak van de restauratie van goudleer zijn de grond
slagen gelegd op het "Centraal Laboratorium voor Onderzoek van
Voorwerpen van Kunst en Wetenschap" te Amsterdam. Er wordt ge
tracht zoveel mogelijk beredeneerd te werken. Dit wordt gewaarborgd,
omdat de beslissingen voor de te kiezen restauratiemethoden en
-materialen door de werkgroep worden genomen. Vervolgens laten wij
de Heer van Soest aan het woord:
"Afgezien van de verschillende soorten goudleer in de goudleerzaal is al
het leer volgens dezelfde restauratie-methodiek gerestaureerd. We zijn er
van uitgegaan, dat de restauratie reversibel moet zijn. Dat wil zeggen,
dat toevoegingen verwijderd kunnen worden, zonder dat daarbij het
origineel beschadigd wordt.