8
Van de 16 interlocale telefonistes werden er enkele op wachtgeld gesteld,
terwijl er ook een paar overgeplaatst werden. De overigen werden geplaatst
op de locale afdeling. Het interlocale verkeer werd afgewikkeld door
Rotterdam, echter niet langs automatische weg, hetgeen wel mogelijk
was geweest, doch via een voorschakeltafel, die te Schiedam was opge
steld. Dit hield in dat de Schiedamse telefoniste via een telefoniste-lijn
direct voor de Rotterdamse telefoniste bereikbaar was. Het gewenste
Schiedamse nummer werd door Rotterdam opgegeven en via een correspon-
dentielijn tot stand gebracht.
De telefoonzaal was gelegen boven het Telegraafkantoor op de eerste ver
dieping op de hoek van de Westvest en de Gerrit Verboonstraat. Op de
tweede verdieping (zolder) bevond zich een machine-ruimte n.l. 2 laad-
machines voor het laden van de accumulatoren, alsmede de belstroom.
Twee accumulatoren-batterijen waren eveneens in een afgesloten ruimte
op de zolder geplaatst. Achter de telefoonzaal op de eerste verdieping
bevond zich een relaisruimte voor de oproeprelais van de abonnees.
Op de begane grond was de hoofdverdeler en de kabelkelder, alhoewel
het woord kabelkelder wel iets te groots was. In de ruimte van de hoofd
verdeler was ook een meetpostje opgesteld om eventuele abonnee
storingen op te heffen.
Er waren in die tijd bepaalde diensten voor een instrumentmaker en een
vakwerkman. De diensturen waren van half acht tot twaalf uur en van
één uur tot half zes. Op zaterdag werd er dienst gedaan van half acht tot
half twee.
De instrumentmaker moest ook zorgen voor de stempelmachines van
het postkantoor alsmede de inrichtingen voor de telegraaf.
De werkzaamheden voor wat betreft de telefoondienst waren:
verificatie van eventueel gestoofde aansluitingen van de vorige dag,
onderzoek der gestoorde interlocale geleidingen, controle op de duplex-
correspondentie en nazien van de koorden op de telefooncentrale.
Verder de werking van de calculagrafen en verificatie van de klokken
in het hele gebouw, reiniging van stof binnen in de posten, nazien goede
werking der relais, eventueel herstellingen aan de calculagrafen en andere
toestelonderdelen als wekkers en telefoons. Ook moest hij geregeld de
"hoofdstellen" van de telefonistes nazien en tussentijds manipulatie-
storingsopgaven van de chef-telefoniste opheffen. Ook moest hij zorgen
voor het onderhoud van het schakelbord en de dynamo's. Hij behandelde
ook de materiaal-aanvraag voor de telefooncentrale. De vakwerkman be
gon zijn werkzaamheden met het aanzetten der machines om daarna de
eventuele storingen op te gaan heffen en herstellingen uit te voeren in de
hoofdverdeler, die te voorschijn kwamen door het eerst afnemen en daar
na weer opzetten van de batterijen.