Het weeshuis aan de Hoogstraat
3
DE VIERING VAN HET HONDERD VIJFTIGJARIG BESTAAN
Op 10 oktober 1774 kochten de Armbezorgers van de R.K. Gemeente
in Schiedam O een huis en erve aan de Gooijstraat (Hoogstraat), onge
veer ter plaatse van het tegenwoordige weeshuis.
Enkele jaren later worden tegen een jaarlijkse lijfrente van zestig gulden
van het echtpaar Jan van den Broek en Ida Mengelkamp een huis, een
loods en een baan aan de Gooijstraat gekocht.
Tenslotte wordt er nog een huisje gekocht en wel van Maria de Keizer.
De katholieke wezen in Schiedam, eenentwintig in getal, konden nu door
het Armbestuur ondergebracht worden. Een echtpaar werd als binnen
vader en binnenmoeder aangesteld. Ook de dochter hielp mee in het huis
als naaister. Zij ontvingen daarvoor een bedrag van f. 115,— per jaar.
In het jaar 1782 is het aantal wezen inmiddels al aangegroeid tot 56
kinderen. De verzorging en de opvoeding van deze kinderen lieten ken
nelijk nogal te wensen over. Reden voor de bestuurderen de binnenvader
en -moeder te vervangen en de zorg voor de wezen over te dragen aan de
Zusters Dominicanessen, die op 31 maart 185 1 deze taak op zich namen.
De geschiedenis vermeldt nog, dat het weeshuis een verregaand verwaar
loosde en vervallen troep was. Tot hun schamel gerief vonden de zusters
slechts wat oude stoelen en een paar gebarsten kopjes. Voor het avond
eten moesten de Dominicanessen aankloppen bij hun medezusters in de
stad! Maar van lieverlee ging het wat beter.
Dit was mede te danken aan de toenmalige parochiepastoor van de
Havenkerk, de weleerwaarde P. van Ewijk O.P. Als trouw bezoeker van
het weeshuis zag hij tot zijn innige vreugde, dat de omstandigheden in
het weeshuis sterk verbeterden. Zijn belofte "Ik zal u tot een vader
zijn" heeft hij tot zijn laatste snik gehouden.
Op de 13e oktober 1852 vierde pastoor van Ewijk zijn zilveren priester
feest. Hij bracht het voorstel ter tafel om alle goed bedoelde giften te
mogen besteden voor een nieuw te bouwen weeshuis. Spontaan werd er
door de Schiedamse bevolking op gereageerd.
1) Sinds december 1768 bestond er een georganiseerde armenverzorging ten behoeven van de
rooms-katholieke armen in Schiedam, n.l. "Armmeesters der Rooms Catholique Gemeente".
Zij waren het die in die jaren het plan opvatten om een speciaal tehuis voor ouderloze kinderen
te stichten.
In het jaar 1808 traden zij af en werden vervangen door een zestal door de gemeente benoemde
regenten. Ingevolge een wetswijziging die aan kerkelijke instellingen vrijheid van bestuur toe
kende, werden deze 'gemeentelijke regenten in 1855 vervangen door een R.K. Parochiaal Arm
bestuur, waarvan de bestuursleden benoemd werden door Mgr. F.J.C. van Vree, de eerste
bisschop van Haarlem sinds de Reformatie. Het Par. Armbestuur had de taak te zorgen voor de
wezen en de armen van de stad en het R.K. onderwijs te bevorderen.