11
Op 12 oktober 1822 verwisselt het pand wederom van eigenaar.
Heereman, inmiddels zonder beroep, doet het pand voor f. 10.600,-
over aan Pieter Loopuyt, brander, koopman en bankier.
Als deze Pieter Loopuyt in 1859 sterft, gaat het pand, vermoedelijk
door erfenis, over op zijn dochter, die gehuwd is met Christiaan Joannes
Vaillant, geneesheer, die het na haar overlijden in eigendom krijgt.
Daarna is het onduidelijk, wie de eigenaren zijn. Na 1885 is het perceel
geheel of gedeeltelijk eigendom van Geertruida Wenneker, daarna Maria
Wenneker, en Johannes Theodorus Wittkampf, brander en koopman.
In 1897 komt het pand in bezit van burgemeester H.J. Versteeg.
Deze moet de laatste bewoner van dit prachtige herenhuis zijn geweest.
Als hij het in 1902 verkoopt, gaat het een ongewisse en onbarmhartige
tijd tegemoet.
Koper is de Nederlandse Protestantenbond, afdeling Schiedam, die meer
grond in die omgeving, aan de Westvest, koopt met de bedoeling er een
kerkgebouw neer te zetten. Als het perceel Lange Haven niet nodig blijkt
te zijn, wordt het in 1910 weer verkocht en wel aan de HAV-bank, die
in het pand haar kantoor vestigt. Deze nieuwe funktie heeft het tot 1935
het jaar, dat het nieuwe bankgebouw aan de Gerrit Verboonstraat betrok
ken wordt.
Huis en erf worden in 1939 eigendom van het Weeshuis der Hervormden.
Het heeft vanaf dat ogenblik diverse, soms samenvallende funkties.
Het is eerst Jeugdhuis van de Nederlandse Protestantenbond; dan, vanaf
1954, is een deel van het gebouw in gebruik als redaktielokaal van het
dagblad 'De Schiedammer' (kopblad van 'Het Parool') - tot 1966, terwijl
ook de Schiedamse Muziekschool er lange tijd - ook tot 1966 - in geves
tigd is geweest. Daarna wordt het geheel in gebruik genomen door de
eigenaar: de Vrijzinnig Christelijke Jeugdcentrale (VCJC).
Het zal duidelijk zijn, dat dit intensieve en oneigenlijke gebruik het pand
geen goed doet, zeker niet als het bovendien nog gevolgd wordt door
enkele jaren leegstand.
Tenslotte komt het pand in 1972 in handen van de huidige eigenaar,
Otter Holding b.v. In 1973 wordt gestart met een algehele restauratie en
in februari 1974 wordt het door burgemeester H. Roelfsema feestelijk
geopend.
Hoe erg het interieur ook was uitgeleefd, toch zijn er nog genoeg elemen
ten aanwezig, die doen herinneren aan de glorietijd van voorheen:
de luikkasten in de linker voorkamer;
de gesneden lambrizeringen in het trappenhuis;
de eikehouten betimmering van de achterkamer met kastpartijen en
raamluiken;