"Zijn vader was Pieter Jacobsz Muys, wonende in Dordrecht, die in 1548 voor de notaris verschijnt in Schiedam. Jacob Muys Pieterszoon koopt in 1578 het huis Oostenrijck te Dordrecht, verkoopt in '79 land in Kijfhoek en wordt in 1584 vermeld als Jacob Muys van Holy, schout te Dordrecht, een naam die ook door zijn kinderen wordt gevoerd. Niets echter over Elisabeth, die blijkens de mededeling op het paneel itl 1593 één jaar weduwe was van Jacob Muys van Holy. Een onderzoek naar de betrouwbaarheid en de ouderdom van de mede deling leidt hier te ver, maar zou zeker de moeite waard zijn. Hoewel de schilder Herman van der Mast betrekkelijk onbekend is, weten wij toch wel wat van hem, dankzij Carel van Mander, die in zijn "Schil- derboeck" Haarlem 1604), waarin hij de levens van schilders beschrijft, relatief veel aandacht besteedt aan deze tijdgenoot. Herman van der Mast werd rond 1550 geboren in Den Briel en woonde in 1604 in Delft. Hij kreeg les van de antwerpse schilder Frans Floris en na diens dood in 1570, van Frans Francken ook in Antwerpen. Van der Mast kon zo schilderen, dat het net echt leek. Iemand wilde eens een spin van zijn schilderij verjagen, die erop geschilderd bleek te zijn. Planten schilderde hij zo nauwkeurig dat de soort duidelijk vast te stellen was. Iets van de natuurgetrouwheid waarover hier gesproken wordt, is ook waarneembaar in het portret van Elisabeth van der Linde in de ma nier waarop de schaduw van de manchet op de hand geschilderd is. Van der Mast trok van Antwerpen naar Parijs, waar hij met zijn bedrieg lijk natuurgetrouwe schilderijen de aandacht trok van het franse hof. Hij werd schildknaap van een der koninklijke hofdames en tenslotte door de moeder van de koning in de adelstand verheven. Deze weelde, schrijft van Mander, was oorzaak dat hij in de kunst niet erg vorderde. Ware hij verder gegaan zoals hij begonnen was, dan zou hij in het portretschilderen naar het leven en in andere onderdelen van de kunst meer bereikt hebben. In de herziene tweede druk van het Schilderboeck in 1618, meldt Carel van Mander dat Herman van der Mast in 1610 in Delft gestorven is. Eigenlijk zijn van Herman van der Mast geen andere schilderijen bekend dan twee bij elkaar horende portretten van een man en een vrouw, gesigneerd en gedateerd 1587, die zich bevinden in het Rijskmuseum. Ze zijn waarschijnlijk in Delft geschilderd omdat ze behoorden tot de collectie delftse portretten op kasteel Babberich te Zevenaar. Daarnaast zijn er alleen nog enkele ongesigneerde schilderijen, die op grond van stijlovereenkomsten aan Van der Mast worden toegeschreven. Het kethelse schilderij in het Schiedams Museum mag dan ook een uit breiding betekenen van het tot nu toe bekende werk, dat met zekerheid op naam staat van Herman van der Mast. JOSINE BOKHOVEN

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1977 | | pagina 12