5
Op 1 juli 1815 werd de oude krijgsraad ontbonden en de leden voor de
nieuwe voorgedragen. Wie vormden deze raad en wat waren haar compe
tenties? De krijgsraad bestond uit negen leden, elke rang in de schutterij
vertegenwoordigend: een luitenant-kolonel (kommandant), twee kapiteins,
een eerste luitenant, een tweede luitenant, twee sergeanten, een korporaal
en een schutter. Voorzitter was de oudste officier in rang. Als secretaris
fungeerde de luitenant kwartiermeester. De raad voerde de administratie
en behandelde alle overtredingen van de krijgstucht, zoals het veel voorko
mende verzuim van exercitie.
De voor de schutterij benodigde financiële middelen werden gevonden uit
de heffing van contributie en uit het innen van boetes. Contributie werd
betaald door hen die zich uitkochten en door hen die weigerden officier,
onder-officier of korporaal te zijn. Een commissie van financiën, gevormd
uit de leden van de krijgsraad, voerde het beheer over de financiën.
Een aparte groep in de schutterij vormde het korps muzikanten onder lei
ding van de kapelmeester. Van dit korps werd gebruik gemaakt voor het
doen van afkondigingen en brandmeldingen. Het speelde een kleurrijke rol
bij exercities en parades.
In bovenstaande vorm heeft de schutterij bestaan tot 1827. Gebrek aan
uniformiteit voor het gehele land en gebrek aan financiële middelen en
manschappen, maakten een nieuwe organisatie noodzakelijk.
2. Periode 1827 - 1907
De wet op de schutterijen van 11 april 1827 bracht vele veranderingen met
zich mee. Het duurde dan ook tot 1829 voordat de schutterij te Schiedam
opnieuw haar taak opnam.
Evenals bij de wet van 1815 was bepaald, kende Schiedam een dienstdoen
de schutterij, waarvan de taak dezelfde bleef. Als gevolg van het feit dat
nu slechts twee op de honderd inwoners tot schuttersdiensten verplicht
waren, werd het aantal kompagnieën te Schiedam teruggebracht van drie
op twee. Voor de dienst kwamen alle mannelijke inwoners tussen de 25
en 35 jaar in aanmerking. Globaal genomen waren de bepalingen omtrent
uitsluiting en vrijstelling gelijk gebleven. Uitspraak over uitsluiting en vrij:
stelling deed de commissie van onderzoek en beslissing. De commissie
was samengesteld uit twee leden van de gemeenteraad en de kommandant
van de schutterij. Zij werd geassisteerd door een geneeskundige. Eveneens
tot haar competentie behoorde het bepalen van de grootte van de con
tributie.
Nieuw was de bepaling, dat men na vijf jaar aktieve dienst overging tot de
reserve, waarin men tot geen enkele dienst verplicht was. De gezamenlijke
dienstdoende schutterij en reserve waren onderverdeeld in zogenaamde bans.