7
op dit register een alfabetische lijst. Bovenaan op deze lijst plaatste men
de ambtshalve ingeschrevenen, daarna hen die uit een andere gemeente
afkomstig waren en verplicht waren hun diensttijd nog te volbrengen en ten
slotte de voorwaardelijk vrijgestelden, wier vrijstelling was komen te vervallen.
Alle namen voorkomend op de alfabetische lijst werden in dezelfde volg
orde nu overgeschreven op de lotingslijst. Van deze lijst maakte de lotings
commissie op de dag van loting (vóór 1 juli) gebruik. Deze commissie, be
staande uit twee leden van de gemeenteraad en een lid van de schutterij,
had toezicht op de loting. Het door de kandidaat-schutters getrokken getal
werd in letters uitgeschreven op de alfabetische lijst en in cijfers ingevuld
op de lotingslijst. Aan de hand van de lotingslijst deed de commissie van
onderzoek uitspraak over vrijstelling en uitsluiting, daarvan aantekeningen
makend op die lijst.
Door de lotingscommissie werd daarna de algemene rol opgemaakt, waar
op de vrijgestelden en uitgeslotenen werden weggelaten. Op deze rol
werden naar volgnummer van de lotingsnummers allereerst de ongehuwden
en weduwnaars geplaatst en pas daarna de overigen. Tenslotte werd de
bijzondere rol opgesteld. Op deze rol werden, in gelijke volgorde als op de
algemene rol, zoveel namen geplaatst als er nieuwe schutters nodig waren.
De kommandant zorgde er voor dat uiterlijk op 15 augustus de op de
bijzondere rol voorkomende manschappen waren ingelijfd.
Mocht in de loop van het jaar een schutter komen te overlijden of verhui
zen naar een andere gemeente, dan werd de eerstvolgende op de algemene
rol ingelijfd en zijn naam geplaatst op de bijzondere rol.
Verantwoordelijk voor het opmaken en bijhouden van bovengenoemde
registers was de secretaris van de commissie van onderzoek en beslissing,
werkzaam als ambtenaar op de gemeentesecretarie. Naast deze "inlijvings-
registers" werden alle gegevens van de schutters vanaf het inlijven tot het
afzwaaien bijgehouden in de stamboeken.
Het secretariaat van de schuttersraad werd gevoerd door de Int. kwartier
meester. Als zodanig assisteerde hij de commissie van financiën bij het op
stellen van de begroting en hield hij de boetenboeken bij. In de boeten-
boeken werden de door de schuttersraad tot een geldboete veroordeelde
schutters genoteerd. De orderboeken dienden voor het bekendmaken van
orders, bepalingen en aanschrijvingen en werden bijgehouden door de
kommandant.
2. Bewaring
Voor wat betreft het gedeelte van het archief van de schutterij dat onder
de schuttersraad berustte, had de gemeente de verplichting hiervoor een
bewaarplaats ter beschikking te stellen. Hoewel nergens in de notulen of