19 heeft plaatsgevonden. Pastoor van Beek was door ziekte verhinderd aan wezig te zijn. Hij had zijn bevoegdheid overgedragen aan zijn kapelaan Petrus Pellenrok. Behalve Verschueren, Timmer en Pellenrok was nog aan wezig Petrus Boede, de kapelaan van pastoor Timmer. Genoemde heren vertellen dat zij het houten doosje hebben gezien en dat het voorzien was van de zegels van het kapittel van de H. Waltrudis te Bergen en van abt Andreas van St. Denis. Het doosje kon echter alleen maar geopend worden als de linten werden doorgeknipt. Dit geschiedde, terwijl men de zegels ongeschonden liet. In het houten doosje bleek zich een zilveren doosje te bevinden dat op dezelfde wijze van zegels voorzien was. Deze zegels werden doorgesneden. Men vond toen een verklaring over de relie ken, voorzien van het zegel van genoemde abt 1Dit zegel werd door gesneden waarna uit de opengevouwen verklaring een geel zijden lapje te voorschijn kwam waarop zich een stukje van het gebeente van de H. Liduïna van Schiedam bevond. De heren hebben een stuk papier geno men en het zijden lapje met het stukje been daarop bevestigd. Dit papier hebben de heren vervolgens met hun signetten bezegeld in de verwachting dat ter zijner tijd ook Steenoven het zijne er aan zou toevoegen. Timmer, Pellenrok, Boede en Verschueren ondertekenen voorts de ver klaring, terwijl de eerste drie hun zegel er aan hadden toegevoegd. Dit document is wederom op reis gegaan, want Steenoven heeft hier later op aangetekend dat hij toestemming geeft om het relikwie van de H. Liduïna ten toon te stellen om het eerbewijzen te brengen. Deze toestem ming is door Steenoven op 22 maart 1724 gegeven. Op 22 april 1724 verklaart Franciscus Rosa als inwoner van Leuven voor de notaris A. Everaerts te Leuven dat hij op 9 oktober 1723 het doosje met de relikwie van de H. Liduïna aan Amandus Verschueren te Schiedam heeft overhandigd 2). HET RELIKWIE VAN DE H. WILLIBRORDUS Zoals reeds gezegd is hadden de pastoors Timmer en Verschueren een gro te liefde voor het bijeenbrengen van de relieken van vaderlandse heiligen. In het bezit van de oud-katholieke parochie te Schiedam bevindt zich dan ook een kleine verzameling relieken die voor een groot deel door pastoor Verschueren is bijeengebracht. Naast het relikwie van de H. Liduïna is het belangrijkste en historisch gezien meest betrouwbare reliek dat van de H. Willibrordus, de eerste *1) Archief St. Johannes de Doper; map "archiefstukken 18de eeuw' verklaring op 8-2-1724. *2) idem, map 'archiefstukken 18de eeuw", verklaring van Franciscus Rosa op 9-10-1723 voor notaris A. Everaerts te Leuven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1978 | | pagina 19