Vermoedelijk is hij zijn studie in 1685 in het "Castrum" te Leuven be
gonnen, want in 1687 werd hij secundus (tweede) in de Eerste Linie 1).
Vervolgens behaalde hij de graad van licentiaat in de theologie aan de
universiteit van Leuven 2). Dit alles mag er op wijzen, dat Amandus
niet zo onintelligent was als de latere aartsbisschop van Mechelen,
Thomas Philippe d'Alsace deed voorkomen 3).
Voor een student uit Geel was het vanzelfsprekend geweest wanneer hij
als priester in de Zuidelijke Nederlanden was gebleven. Dit is echter
niet gebeurd. Van invloed kan geweest zijn dat hij, evenals zijn broers
Cornelius en Franciscus, zijn geestelijke vorming te Leuven heeft genoten
en daardoor ook in kontakt kwam met de Kerk van Utrecht. Of Amandus
evenals zijn twee oudere broers ook in het seminarie van Utrecht,
'Alticollense' of in dat van Haarlem, 'Pulcheria', heeft gewoond is niet zeker.
Vast staat, dat de apostolisch vikaris van het aartsbisdom Utrecht, Petrus
Codde, aartsbisschop van Sebaste, rond het jaar 1690 priesters uit de
Zuidelijke Nederlanden trachtte aan te trekken, al werd dat in 1692
moeilijker 4).
1) P.D. Kuyl, Gheel vermaerd door den eerdienst der Heilige Dimphna, Geschiedkundige- en
oudheidkundige beschrijving der kerken, gestichten en kapellen dier oude vrijheid, Antwerpen,
1863, p.394.
De oude Leuvense Universiteit had slechts drie faculteiten, theologie, geneeskunde en rechten
Niemand werd daarin aanvaard zonder een twee-jarige kursus in de wijsbegeerte met goed
resultaat gevolgd te hebben Deze cursus werd gegeven in vier zelfstandige colleges, die nog ge
noemd werden naar de vroegere burgerwoningen, waarin zij ondergebracht waren Zij heetten
naar de afbeeldingen in de gevelstenen, Falco (de Valk), Poreus (het Varken), Lilium (de Lelie)
en Castrum (het Kasteel). De twee-jarige cursus heette de "Artes". De studenten van ieder
college moesten aan het eind van deze twee jaren een schriftelijke proef over de gehele stof goed
doorstaan. De negen beste studenten van ieder college - dus tezamen zesendertig - werden nog
eens aan twee zwaardere proeven onderworpen. De eerste drie studenten van ieder college
vormden een groep van twaalf studenten, de Eerste Linie genaamd; de viermaal drie volgenden
vormden de Tweede Linie en de viermaal drie laatsten de Derde Linie. De twaalf studenten van
b.v. de Eerste Linie moesten onder elkaar twee maal kampen en de beste van de Eerste Linie
werd dan plechtig uitgeroepen als Primus Artium of Primus Lovaniensis. Na de zesendertig
beste studenten kwamen de anderen die "postlineares" werden genoemd.
De Geelse Latijnse School kan bogen op eenentwintig Primu Onder hen bevindt zich ook een
Noordnederlander, Franciscus Schreuder uit A msterdam. De "Catalogus omnium Primorum
in generali et solemni philosophiae et artium promotione ab origine celeberrimae Universitatis
Lovaniensis" uitgegeven in 1824, vermeldt dat Cornelius Verschueren, de broer van Amandus,
op 12 november 1680 tot Primus Artium of Primus Lovaniensis werd uitgeroepen op 117 studenten.
2) P.D. Kuyl, p.394. F.H. van Heussen, Historia seu Notitia Episcopatus Harlemensia, 1719,
t.II, p.90, noemt hem slecht bacelaureus in de theologie.
3) L. Jadin, Le Cardinal Thomas Philippe dAlsacecorrespondencedu Vatican,
Bruxelles 1953, p. 341, waar d'Alsace over Amandus Verschueren schrijft "Amand de Gheel
en Brabant,fit des études a Louvain. De peu capacité.
4) Archief Oud-Bisschoppelijke Cleresie (afgekort A.O.B.C.), inv.nr. 672, Petrus Codde op
9-3-1692 aan J. Cousebant. Apostolisch Vikaris is een geestelijke, die in opdracht van de paus
een bisdom bestuurt. Over de betekenis van de inhoud van deze funktie voor ons land verschil
len de meningen.