8
Vermoedelijk is Amandus Verschueren tussen 1689 en 1692 tot priester
gewijd en naar onze streken gekomen. Aartsbisschop Codde ontving van
Martinus de Swaen, de president van Alticollense te Leuven, een gunstig
getuigenis over Amandus 1). De Swaen is tot 1692 president van
Alticollense geweest en werd opgevolgd door Franciscus Verschueren, de
broer van Amandus.
Hoogstwaarschijnlijk is hij begonnen als kapelaan in de parochie Oud-Ade,
waar Franciscus van der Lisse pastoor was. Zeker is dat hij in mei 1694
nog te Oud-Ade was 2).
PASTOOR OP TEXEL
Op 9 mei 1694 schrijft aartsbisschop Codde aan de katholieken op het
eiland Texel dat hij op zijn verzoek pastoor Theodorus Witsenburg van
de zorg over de gelovigen op Texel heeft ontheven. Voortaan zal pastoor
Verschueren hun herder zijn. Codde benadrukt dat hij niet zomaar een
priester stuurt, maar een pastoor "die van God den Heere med geleerd-
heyd, deugd, ijver en meer andere deftige hoedanigheden rijkelijk begaafd
is" 3). De brief van Codde klinkt mooier dan de werkelijkheid kennelijk
is. Pastoor Witsenburg blijkt bij aankomst van Verschueren op Texel nog
niet vertrokken te zijn en ook nog geen aanstaltte daartoe te maken.
Op 16 mei richt Codde zowel aan Witsenburg als aan Verschueren een
brief, terwijl zij beiden op Texel zijn. Aan Witsenburg schrijft Codde dat
hij volhardt in zijn voornemen om hem voorgoed van de zorg om de
parochie op Texel te ontslaan. Om echter geen onrust onder de parochi
anen te zaaien, moet hij maar zeggen, dat hij misschien binnenkort zal
terugkeren. Witsenburg moet echter zijn zaken wel zo regelen dat hij in
de toekomst op Texel niets meer te zoeken heeft 4).
Dit valt wel moeilijk te rijmen met de brief van Codde aan de parochie
op Texel, waarin Codde voorgeeft dat Witsenburg op eigen verzoek weg
gaat.
Uit de brief die de bisschop op dezelfde dag aan Verschueren schrijft
blijkt dat Verschueren van overheidswege nog niet op Texel is geaccep
teerd. De schout heeft hem nog geen toestemming gegeven om kerkdien
sten te houden. Codde raadt Verschueren nu aan om in ieder geval te
1) A.O.B.C., inv.nr. 674, Codde op 2-8-1697aan J.B. van Waesbergen, O.P.
2) A.O.B.C., inv.nr. 673, mededeling van Petrus Codde dat hij op 5-5-1694 eenbriefaan
Amandus Verschueren te Oud-Ade heeft geschreven.
A.O.B.C., inv.nr. 643, priesterlijst van 1689hierin wordt te Oud-Ade een kapelaan met de naam
Amandus genoemd, de achternaam is verminkt. Bijdragen voor het Bisdom Haarlem (afgekort
B.B.H.), t.XIII, p. 199, wordt Amandus Verschueren in het jaar 167? kapelaan te Oud-Ade
genoemd. Gezien het geboortejaar van Amandus 1665 moet dit uitgesloten geacht worden
3) A.O.B.C., inv.nr. 673, Codde op 9-5-1694 aan de gemeente op Texel.
4) A.O.B.C., inv.nr. 673, Codde op 16-5-1694 aan Witsenburg op Texel.
