10
Zoals hiervoor reeds is gezegd, was op 1 juni de polder droog gevallen,
en begon het vlotgras, dat inmiddels in het water was gaan groeien,
te rotten en te stinken. Toen begon het spoedig op te drogen met als
gevolg harde stugge korsten op het land.
Er werd toen besloten deze korsten met een kettingegge stuk te slechten.
Er werd op 8 juni van Delfgauw een paard gehaald en begonnen met
slechten, teneinde het jonge gras beter kans te geven om te gaan groeien.
Twee of drie van de voorste stukken werden geslecht. Na een paar regen
dagen bleek, dat het gras vanzelf door de harde korsten heen kwam en
begon te groeien, zodat verder slechten overbodig was. Tegen het
einde van de week heb ik toen de oude vos weer teruggebracht naar
Delfgauw.
Inmiddels begon als gevolg van het milde en warme weer het gras, tegen
alle verwachtingen in, zich behoorlijk te ontwikkelen en wel zodanig, dat
in het einde van de maand juni besloten werd het vee weer thuis te
halen, wat dan op 1 juli definitief gebeurde.
Doordat na de eerste H. Communie het schooljaar was beëindigd, was
ik als oudste zoon in het bedrijf opgenomen.
Aldus opgeschreven en voor de juiste datum en feiten instaande te
Berkel (Z.H.), 29 mei 1961,
TH.A.M. GROENEWEGEN.