Hartog aan Verwey 11 TERUGBLIK OP DE AFGELEGDE WEG In december 1894 had de Schiedamse onderwijzer Henri Hartog aan de redaktie van het Tweemaandelijksch Tijdschrift voor Letteren, Kunst en Wetenschappen en Politiek een prozastuk gestuurd met de titel "Een bevalling" en dat ter publikatie aangeboden. Dat leidde tot een ontmoeting en een briefwisseling met de schrijver Lodewijk van Deyssel, één van de redakteuren van het Tweemaandelijksch Tijdschrift Lodewijk van Deyssel (1864 - 1952) vormde samen met Albert Verwey de hoofdredaktie van het tijdschrift, dat per 1 januari 1902 werd omge doopt in De Twintigste Eeuw. Als werkverdeling binnen de redaktie was overeengekomen dat Van Deyssel zeggenschap zou hebben over de prozabijdragen, Verwey over de poëziebijdragen. Dat beiden toch overleg pleegden over de inzendingen, blijkt o.a. uit een brief van Verwey aan Van Deyssel, waarin Verwey schrijft: "Hartog - Het kan zijn dat het nog te gebruiken is, maar dan later, in den komkommertijd". 2) Ook met Albert Verwey (1865 - 1937), later hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Leidse Universiteit, heeft Hartog in briefwisseling gestaan 3)De brieven aan Verwey zijn minder talrijk dan die aan Van Deyssel, maar in een paar ervan spreekt hij zich over zijn privéleven openhartiger uit dan hij ooit tegenover Van Deyssel heeft gedaan. We laten hier de brief volgen die Hartog, inmiddels te Rotterdam woon achtig, aan Verwey stuurde. De week daarvoor had Hartog hem al op de hoogte gebracht van zijn toestand, die behalve geestelijk ook financieel weinig rooskleurig was: hij vraagt Verwey dan ook om bij de uitgever te pleiten voor een voorschot op nog te verwachten honorarium. De inhoud van de hier afgedrukte brief 4> spreekt voor zichzelf. Voor wie er nu, zoveel jaren na dato, van kennis neemt, krijgt Hartogs klacht een tragisch perspektief. Immers, najaren van ellende had hij "eenige maanden van gelukkige verwondering" gekend. Maar ook deze "laatste inzet om wat geluk te winnen" was nu tevergeefs gebleken. Slechts enkele maanden later, in februari 1904, werd Henri Hartog "in dat hatelijke Schiedam" begraven. JAN NOORDEGRAAF ARIE IJZERMAN Voetnoten zie pag. 13

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1978 | | pagina 11