5 de, en zodoende liep ik voor de tweede keer op die dag van de Schie naar Delfgauw, waar wij met de koeien omstreeks half twee aankwamen. Inmiddels was vader met de wagen op Delfgauw aangekomen om het vee te helpen stallen en om, nadat dit was gebeurd, met de vier mannen en ondergetekende weer huiswaarts te rijden, want daar was nog genoeg te doen. Maar bij thuiskomst bleek, dat de paardenstal en de wagen schuur ook geheel onder water waren gelopen zodat er voor paard en wagen een plaats moest worden gezocht. Deze werd gevonden bij onze buurman L. v.d. Tuin, wiens werf voldoende hoog lag, om voor beide plaats te bieden. Maar daarmee was nog lang niet alles opgelost, want moeder zat met acht kinderen en de dienstbode op de hoogkamer en kon nergens heen, dan door een heel klein luikje op de voorzolder komen en daar in het huis ongeveer een meter water stond, was ze er als het ware geheel door het water gevangen. Toen heeft vader een grote bakwagen met zand onder het hoogkamer- raam geplaatst en met behulp van een zeer lange en brede mestgoot, welke ondersteboven op de kruiwagen werd gelegd, werd een soort brug gemaakt, die een verbinding vormde met het droge gedeelte van de werf. Toen kon men het hoogkamerraam opschuiven om tenminste weer in en uit te kunnen gaan. Hoe en wanneer ik die dag heb gegeten en gedronken is mij niet meer bekend. Wat ik wel weet is dit: vader en moeder, Ka, Leen en Truus sliepen op de hoogkamer, terwijl de meid, Marie Lichthart met de zes oudste kinderen 's avonds door het kleine luikje naar de zolder verhuis den, om daar te slapen. Men kan heel goed begrijpen dat die toestand vrij onhoudbaar was en zo werd besloten dat Arend, Cornelis en Jan naar tante Mas zouden gaan en zo vertrokken op zondag 26 april de drie gebroeders naar Delfgauw, wat voor moeder toen wel een hele verlichting was. Arend en Cornelis wenden daar zeer goed en kwamen pas thuis toen de polder weer droog en het huis schoon was, maar Jan was binnen drie weken weer thuis wegens heimwee. Oorspronkelijk was vastgesteld dat op 3 mei de plechtige eerste H. Com munie zou worden gedaan maar op 28 april besloot pastoor Koevoets dat dit niet kon doorgaan. Immers in de weg naar de kerk waren door de sterke stroming van het water op drie verschillende plaatsen grote gaten in de weg geslagen, twee ervan waren elk meer dan honderd meter lang en tussen de oude molen en de schapenhut lag in de bocht, die daar in de weg ligt, ook nog een gat van vijftig meter lengte en als we zondags naar de kerk gingen moesten we twee keer een eindje varen, terwijl over

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1978 | | pagina 5