Hoogwaterstenen Hoofdstraat
11
DE HOOGWATER-STENEN VAN DE HOOFDSTRAAT
In juni van dit jaar is de historische bebouwing van de Hoofdstraat, voor
zover gelegen buiten de waterkerende dijk, definitief verleden tijd gewor
den. Toen verdween het laatste pand, een voormalige branderij met clas
sicistische gevel (Hoofdstraat 5).
Eerder dit jaar werden de omliggende panden gesloopt, waaronder het bij
ieder bekende hoekpand op het Hoofd, waar vroeger café Maas was
gevestigd. Oorzaak van deze rigoreuze sloopwerkzaamheden is de geplan
de aanleg op die plaats van het laatste stuk van de Deltadijk op Schie
dams grondgebied.
Gezien de lage onbeschermde ligging aan de Nieuwe Maas, kwam het ge
regeld voor dat de kade en straat onder water kwamen te staan, met
name bij springtij. Alle panden waren dan ook toegerust met waterkeren
de voorzieningen, de vloedplanken voor deuren, vensters en poorten. De
kieren moesten worden dichtgesmeerd met altijd voor dat doel klaarlig
gende klei.
De waterhoogte, en daarmee het gevaar, was niet altijd even groot.
Men leerde trouwens met het water te leven. Maar soms sprak een extra
hoge stand dermate aan, dat men, ter herinnering, een steen in de muur
liet metselen met datum en bijbehorende waterhoogte. Drie van dergelij
ke zogenaamde peilmerkstenen waren tot dit jaar voor iedere passant te
zien. Eén was ingeklemd tussen de panden nr. 7 en nr. 9, met twee vloed-
strepen en de data 31-1-1877 en 9-2-1889.
De beide andere stenen waren ingemetseld in het witgepleisterde hoek-
pandje met de Havendijk, Hoofdstraat nr. 15, tot in de jaren zestig de
woning van de havenmeester. Een van deze stenen gaf dezelfde vloed
stand aan als de eerstgenoemde steen, 9 febr. 1889.
De derde steen was daarboven aangebracht en gaf naast de meest recente
datum 1 febr. 1953, tevens de meest hoge waterstand, ooit aan het
Hoofd voorgekomen: 3.80 m. boven N.A.P.
De afstand tussen de peilstrepen van deze twee stenen bedroeg 87 cm.
Het zal ieder duidelijk zijn, dat genoemde drie dagen niet de enige zijn
geweest, waarop het Hoofd en de Hoofdstraat de vloedplanken hard
nodig hadden. Het kwam met de regelmaat van de klok voor. Krante-
berichten uit de vorige eeuw laten het een en ander los over het frequen
te ongemak, maar alleen de uitschieters waren "nieuws". Daarbij komt
dat in landelijke overzichten meestal slechts de vloedstanden van Vlaar-
dingen en Rotterdam zijn vermeld, en dat vóór het jaar 1900 er in de
jaarverslagen van de gemeente met geen woord over wordt gerept.