Schiedams Kunstbezit
9
Nimmer zal de maker van het hiernaast gereproduceerde schilderijtje ver
moed hebben, dat zijn doekje alleen al om topografische redenen nog
eens een bijzonder waardevol objekt zou worden in de kollektie van het
Schiedams Stedelijk Museum.
Dat het daarnaast ook artistiek geslaagd genoemd mag worden en repre
sentatief is voor de tijd van ontstaan, dat zal de schilder, Abraham van
der Zee, daarentegen wel geweten hebben.
Zijn artistieke faam is voor de schenker van dit schilderij wellicht de re
den geweest om hem met een opdracht te vereren, of, schenker en op
drachtgever kennende, heeft hij de nog jonge kunstenaar willen stimule
ren.
De schenker van dit schilderij is namelijk C.H. Schwagermann, de eerste
konservator van het museum, en zelf een enthousiast verzamelaar.
Het links op de voorstelling afgebeelde huis is tot aan zijn verhuizing naar
de Stadhouderslaan zijn woonhuis geweest.
Wanneer Schwagermann Sr. dit schilderij geschonken heeft, is niet be
kend. Wel bekend is, dat het schilderijtje uit 1907 dateert. Van der Zee
stond toen nog aan het begin van zijn karrière en was nog maar vijfen
twintig jaar oud. Hij was Schiedammer van geboorte, maar heeft deze
stad waarschijnlijk al vroeg verruild voor Den Haag, waar hij de akademie
bezocht en werkte onder leiding van zijn leermeester Frits Jansen.
Vervolgens woonde hij tot 1943 in Zoutelande en daarna, tot aan zijn
dood op 28 november 1958, in het Gelderse Rheden. Hij schilderde voor
al stillevens, landschappen en dorps- en zeegezichten en exposeerde o.a.
te Rotterdam, Middelburg, Schiedam en, in 1941, in Keulen en Hagen.
In Mak van Waays 'Lexicon van Nederlandsche schilders en beeldhouwers
1870 - 1940' wordt zijn werk als volgt gekarakteriseerd:
"Aanvankelijk schilderde hij donker, met een geheimzinnige atmosfeer,
maar later is zijn werk blanker geworden. De beoordelingen over zijn
werk getuigen van een gevoelig vakmanschap".
Zijn gezicht op het Overschieseplein dateert duidelijk uit die donkere be
ginperiode: de bruinen, grijzen en donkeren overheersen. De verfop-
brenging, met name van de lucht, verraadt nog de nawerking van de
Haagsche School.
Zoals al gezegd, uit topografisch-historisch oogpunt is het doekje zeer
waardevol. Immers, vrijwel niets van wat hier is afgebeeld, is heden ten
dage nog terug te vinden. Slechts de twee huizen uiterst rechts zijn nog
aanwezig. De daarachter liggende panden aan de Boterstraat en de be
bouwing aan de Broersvest en het Overschieseplein hebben plaats moeten
maken voor resp. een parkeerterrein en voor de ontsluiting van de bin
nenstad via Broersvest en 's-Gravenlandseweg.
vervolg op pag. 18